Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale
Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale
CRM 1.1 Adres/telefoon 5.12 MINISTERIE VAN CULTUUR, RECREATIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK BUITENGEWONE PENSIOENRAAD Honigmanstraat 108, Heerlen (Postbus 4480, 6401 CZ Heerlen) /(O45) 792561 Instelling en oprichtinq Instelling en oprichting Ingesteld en opgericht bij wet van 22 augustus 1947 (Stb. H 313), ondestekend door de minister van BiZa (Wet Buiten- gewoon Pensioen 1940-1945) ("Wbp 40-45"). Regelingen Verzorging buitengewone pensioenen oud-verzets- mensen en zeelieden- oorloqsslachtoffers en nagelaten betrekkingen Toepassing wets- bepalingen Toekenning pensioenen aan verzetsmensen en zeelui: Recht op pensioen - Wbp 40-45. - Wet buitenqewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers; wet van 11 december 1947 (Stb. H 420) ("Wbp z-0"). Doelstellingen en taken Toekennen van buitengewone pensioenen aan oud-verzetsstrijders en aan zeelieden-oorlogsslachtoffer~, indien zij in verband met die hoedanigheid verwonding of verminking hebben bekomen of ziekten of gebreken hebben welke het gevolg zijn van die hoedanigheid, en aan hun nagelaten betrekkingen bij overlijden. Bevoegdheden a. De toepassing van de Wbp 40-45 en van de Wbp z-o (art. 21, eerste lid, Wbp 40-45, art. 20a Wbp 2-0). Bij de toekenning van buitengewone pensioenen aan verzets- deelnemers en zeelieden dient de raad een aantal zaken in haar beschouwingen te betrekken: De verzetsdeelnemer heeft recht op buitengewoon pensioen in geval van: - verwonding of verminking, in verband met het verzet bekomen; - ziekten en gebreken, welke zijn te beschouwen als een gevolg van het verzet; een en ander onder voorbehoud, dat de toestand van de belanghebbende ten gevolge van bovenstaande een invaliditeit van ten minste 10% oplever t. Het verband of gevolg als bovenbedoeld wordt geacht aan- wezig te zijn indien de verzetsdeelnemer : - tijdens de bezetting of in aansluiting daarop in verband met het verzet drie maanden of langer in qevangenschap heeft doorgebracht dan we1 naar het oordeel van de Buitengewone Pensioenraad, de Stichting 1940-1945 gehoord, in verband met de aard van zijn verzets-activi- teiten aan buitengewoon zware en langdurige spanningen heeft blootgestaan en - voor ten minste 60% invalide is en deze invaliditeit niet duidelijk uit andere oorzaken dan het verzet is ontstaan (art. '4, eerste en derde lid, Wbp 40-45). Het pensioenrecht van de zeeman is op soortqelijke wijze geformuleerd, waarbij de qezondheidsproblemen een zeker verband moeten houden met de vaarplicht of de oorloq (art. 3, eerste en derde lid, Wbp 2-0).
Voet van pensioenver- b. Blijvend of voorlopig toekennen van het buitengewoon lening pensioen, afhankelijk van de vraag of verandering van het invaliditeitspercentage aannemelijk wordt geacht (art. 5 t/m 7 Wbp 40-45, art. 4 t/m 6 Wbp 2-0). Vaststelling pensioen- C. Ingeval krachtens de Wbp 40-45 dan we1 de Wbp 2-0 aanspraak qrondslag op buitengewoon pensioen ontstaat wordt door de Pensioen- raad de pensioengrondslag vastgesteld, waarnaar het buiten- gewone pensioen moet worden berekend (art. 8, eerste lid, Wbp 40-45, art. 7 Wbp 2-0). De grondslag van het pensioen van de verzetsdeelnemer wordt vastgesteld aan de hand van het jaarinkomen dat de verzets- man bij validiteit zou hebben kunnen genieten in het tweede jaar voorafgaande aan het jaar van de indiening van de pensioenaanvrage - het zogenaamde peiljaar -. Op verzoek van betrokkene kan echter een ander jaar als peiljaar worden aangewezen indien dit voor hem gunstiger is. Om de pensioengrondslag af te kunnen leiden wordt het peiljaar- inkomen met toepassing van een op de indexcijfers der lonen gebaseerde rekenfactor herleid tot een inkomen tot tijde van het inwerkingtreding van de Wbp 40-45 (art. 8, eerste, tweede, derde en vijfde lid, Wbp 40-45). De grondslag van het pensioen van de zeeman wordt afgeleid van het jaarinkomen dat hij bij validitieit zou hebben kunnen genieten ten tijde van het in werking treden van de Wbp z-o (art. 7, tweede lid, Wbp 2-0). Indien de gepensioneerde gedurende ten minste drie jaar werkzaamheden heeft verricht, welke hem meer inkomsten hebben opgeleverd dan de inkomsten in verband waarmee de pensioengrondslag is vastgesteld, en hij deze werkzaamheden als gevolg (van verergering) van zijn invaliditeit beeft moeten staken wordt op zijn verzoek de pensioengrondslag opnieuw vastgesteld, daarbij rekening houdende met de inkomsten van die werkzaamheden. In dat geval zal ook voor de zeeman het peiljaarinkomen herleid moeten worden op de bovenomschreven wijze (art. 41a Wbp 40-45, art. 35d Wbp 2-0). Ber ekening pens ioen- d. Het buitengewoon pensioen bedraagt zoveel procent van het bedrag bedrag van de pensioengrondslag als het voor de belang- hebbende vastgestelde invaliditeitspercentage beloopt. Invaliditeitspercentages boven 10% worden naar boven afge- rond in veelvouden van 10%. Bij een percentage van minder dan 10% wordt invaliditeit dan we1 arbeidsongeschiktheid geacht niet te bestaan (art. 9 Wbp 40-45, art. 8 Wbp 2-0). Bij bepaalde ernstige onvolkomenheden wordt het pensioen met een bepaald percentage van de pensioengrondslag ver- meerderd (art. 10 en art. 11 Wbo 40-45, art. 9 en art. 10 Wbp 2-0). Wanneer aan de verzetsdeelnemer op grond van verwonding, verminking, ziekten of gebreken, als hierboven reeds ter sprake gebracht, een buitengewoon pensioen wordt toegekend en uit hoofde van die verwonding, verminking, ziekten of gebreken behandeling of verpleging is vereist, wordt aan de gepensioneerde ter zake daarvan vergoeding verleend volgens bij AMvB te stellen regels (art. lla Wbp 40-45) . Het recht op buitengewoon pensioen houdt voor de zeeman mede het recht in op geneeskundige behandeling en ver- pleging ten laste van het Rijk, terzake van de verwonding, verminking, ziekten of gebreken, waardoor het recht op buitengewoon pensioen is ontstaan volgens nader bij AMvB vast te stellen regels (art. 3, zesde lid, Wbp 2-0). De Wbp 40-45 en de Wbp z-o bevatten de nodige bepalingen met betrekking tot de verrekening van inkomsten, die de
- Page 532 and 533: Financien Begrote uitgaven 1982 Laa
- Page 534 and 535: SoZa I .l-8 samenstelling bestuur S
- Page 536 and 537: Verstrekken van adviezen en inlicht
- Page 538 and 539: Tot benoeming van leden en plaatsve
- Page 540 and 541: Schorsing en vernie- tiging van bes
- Page 542 and 543: SoZa 1.3-1 Instelling Delegatie Reg
- Page 544 and 545: Bureau Financien Begrote uitgaven 1
- Page 546 and 547: evoegdheid in acht nemen (art. 1, t
- Page 548 and 549: SoZa I. 4-3 HOOFDBEDRIJFSCHAP AMBAC
- Page 550 and 551: Bevoegdheidsover- dracht in MB loon
- Page 552 and 553: Adv. leden P. Oldenburg (voorzitter
- Page 554 and 555: Begrote uitgaven 1982 Laatste jaars
- Page 556 and 557: Secretariaat Financien Begrote uitg
- Page 558 and 559: Instelling Aanwijzing Regelingen Ke
- Page 560 and 561: ureaus, die ingevolge de wogw door
- Page 562 and 563: Mededeling negatief keuringsresulta
- Page 564 and 565: Beroep op minister van SoZa Liftins
- Page 566 and 567: Wet inzake gevaar- lijke werktuigen
- Page 568 and 569: Vrijstelling wegens gemoedsbezwaren
- Page 570 and 571: Bijkomende bevoegdheden en plichten
- Page 572 and 573: Toezicht door SVB SVB-aanwijzingen
- Page 574 and 575: Bericht en raad aan SVB-bestuur en
- Page 576 and 577: Controle m.b.t. rechtspositie SVB-
- Page 578 and 579: SoZa I. 7-1 SoZa 1.7-la Adres/telef
- Page 580 and 581: Samenstelling SoZa 1.7-lm Adres/tel
- Page 584 and 585: gepensioneerde heeft met zijn buite
- Page 586 and 587: Vergoeding AOW/AWW-premies Voor zov
- Page 588 and 589: Verstrekken van inlichtingen f. Ied
- Page 590 and 591: Bezwaar bij Pensioenraad Beroep op
- Page 592 and 593: Samens tell ing Feitelijke gegevens
- Page 594 and 595: openbaarheid 0.9 .vde WOB Besluiten
- Page 596 and 597: Verslaglegging en financieel beheer
- Page 598 and 599: door de filmkeuring zijn toegelaten
- Page 600 and 601: Politick-bestuurlijke controle Geen
- Page 602 and 603: g. het in samenwerking met de Werel
- Page 604 and 605: Financiele controle wet, met de sta
- Page 606 and 607: voorschriften m.b. t. reclame/toezi
- Page 608 and 609: Rechtspersoonlijkheid Geen rechtspe
- Page 610 and 611: van CRM en verstrekt hem alle door
- Page 612 and 613: Bestuursbevoegdheden Vermogensbehee
- Page 614 and 615: Ministeriele waarnemer Politiek-bes
- Page 616 and 617: Fondsen voor filmproduk- Het Produk
- Page 618 and 619: ~eslui tvormingsproce- C. De toeken
- Page 620 and 621: Beroep op CRvB bezwaarschrift wordt
- Page 622 and 623: VoMil I .1 Adres/telefoon ~nstellin
- Page 624 and 625: Indiening begroting b. Het college
- Page 626 and 627: Bevordering tot- standkoming van ve
- Page 628 and 629: Goedkeuring of vaststelling van tar
- Page 630 and 631: amens st el ling en benoeming Incom
Voet van p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>ver- b. Blijv<strong>en</strong>d of voorlopig toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van het buit<strong>en</strong>gewoon<br />
l<strong>en</strong>ing p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>, afhankelijk van <strong>de</strong> vraag of veran<strong>de</strong>ring van het<br />
invaliditeitsperc<strong>en</strong>tage aannemelijk wordt geacht (art. 5<br />
t/m 7 Wbp 40-45, art. 4 t/m 6 Wbp 2-0).<br />
Vaststelling p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>- C. Ingeval kracht<strong>en</strong>s <strong>de</strong> Wbp 40-45 dan we1 <strong>de</strong> Wbp 2-0 aanspraak<br />
qrondslag op buit<strong>en</strong>gewoon p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> ontstaat wordt door <strong>de</strong> P<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>-<br />
raad <strong>de</strong> p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>grondslag vastgesteld, waarnaar het buit<strong>en</strong>-<br />
gewone p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d (art. 8, eerste lid,<br />
Wbp 40-45, art. 7 Wbp 2-0).<br />
De grondslag van het p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> van <strong>de</strong> verzets<strong>de</strong>elnemer wordt<br />
vastgesteld aan <strong>de</strong> hand van het jaarinkom<strong>en</strong> dat <strong>de</strong> verzets-<br />
man bij validiteit zou hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> in het twee<strong>de</strong><br />
jaar voorafgaan<strong>de</strong> aan het jaar van <strong>de</strong> indi<strong>en</strong>ing van <strong>de</strong><br />
p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>aanvrage - het zog<strong>en</strong>aam<strong>de</strong> peiljaar -. Op verzoek<br />
van betrokk<strong>en</strong>e kan echter e<strong>en</strong> an<strong>de</strong>r jaar als peiljaar<br />
word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> dit voor hem gunstiger is. Om <strong>de</strong><br />
p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>grondslag af te kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> wordt het peiljaar-<br />
inkom<strong>en</strong> met toepassing van e<strong>en</strong> op <strong>de</strong> in<strong>de</strong>xcijfers <strong>de</strong>r lon<strong>en</strong><br />
gebaseer<strong>de</strong> rek<strong>en</strong>factor herleid tot e<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> tot tij<strong>de</strong><br />
van het inwerkingtreding van <strong>de</strong> Wbp 40-45 (art. 8, eerste,<br />
twee<strong>de</strong>, <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>en</strong> vijf<strong>de</strong> lid, Wbp 40-45).<br />
De grondslag van het p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> van <strong>de</strong> zeeman wordt afgeleid<br />
van het jaarinkom<strong>en</strong> dat hij bij validitieit zou hebb<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tij<strong>de</strong> van het in werking tred<strong>en</strong> van <strong>de</strong><br />
Wbp z-o (art. 7, twee<strong>de</strong> lid, Wbp 2-0).<br />
Indi<strong>en</strong> <strong>de</strong> gep<strong>en</strong>sioneer<strong>de</strong> gedur<strong>en</strong><strong>de</strong> t<strong>en</strong> minste drie jaar<br />
werkzaamhed<strong>en</strong> heeft verricht, welke hem meer inkomst<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> opgeleverd dan <strong>de</strong> inkomst<strong>en</strong> in verband waarmee <strong>de</strong><br />
p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>grondslag is vastgesteld, <strong>en</strong> hij <strong>de</strong>ze werkzaamhed<strong>en</strong><br />
als gevolg (van verergering) van zijn invaliditeit beeft<br />
moet<strong>en</strong> stak<strong>en</strong> wordt op zijn verzoek <strong>de</strong> p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>grondslag<br />
opnieuw vastgesteld, daarbij rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong><strong>de</strong> met <strong>de</strong><br />
inkomst<strong>en</strong> van die werkzaamhed<strong>en</strong>. In dat geval zal ook voor<br />
<strong>de</strong> zeeman het peiljaarinkom<strong>en</strong> herleid moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op <strong>de</strong><br />
bov<strong>en</strong>omschrev<strong>en</strong> wijze (art. 41a Wbp 40-45, art. <strong>35</strong>d Wbp<br />
2-0).<br />
Ber ek<strong>en</strong>ing p<strong>en</strong>s io<strong>en</strong>- d. Het buit<strong>en</strong>gewoon p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> bedraagt zoveel proc<strong>en</strong>t van het<br />
bedrag bedrag van <strong>de</strong> p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>grondslag als het voor <strong>de</strong> belang-<br />
hebb<strong>en</strong><strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong> invaliditeitsperc<strong>en</strong>tage beloopt.<br />
Invaliditeitsperc<strong>en</strong>tages bov<strong>en</strong> 10% word<strong>en</strong> naar bov<strong>en</strong> afge-<br />
rond in veelvoud<strong>en</strong> van 10%.<br />
Bij e<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage van min<strong>de</strong>r dan 10% wordt invaliditeit<br />
dan we1 arbeidsongeschiktheid geacht niet te bestaan<br />
(art. 9 Wbp 40-45, art. 8 Wbp 2-0).<br />
Bij bepaal<strong>de</strong> ernstige onvolkom<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> wordt het p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> bepaald perc<strong>en</strong>tage van <strong>de</strong> p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>grondslag ver-<br />
meer<strong>de</strong>rd (art. 10 <strong>en</strong> art. 11 Wbo 40-45, art. 9 <strong>en</strong> art. 10<br />
Wbp 2-0).<br />
Wanneer aan <strong>de</strong> verzets<strong>de</strong>elnemer op grond van verwonding,<br />
verminking, ziekt<strong>en</strong> of gebrek<strong>en</strong>, als hierbov<strong>en</strong> reeds ter<br />
sprake gebracht, e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>gewoon p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> wordt toegek<strong>en</strong>d<br />
<strong>en</strong> uit hoof<strong>de</strong> van die verwonding, verminking, ziekt<strong>en</strong> of<br />
gebrek<strong>en</strong> behan<strong>de</strong>ling of verpleging is vereist, wordt aan <strong>de</strong><br />
gep<strong>en</strong>sioneer<strong>de</strong> ter zake daarvan vergoeding verle<strong>en</strong>d volg<strong>en</strong>s<br />
bij AMvB te stell<strong>en</strong> regels (art. lla Wbp 40-45) .<br />
Het recht op buit<strong>en</strong>gewoon p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> houdt voor <strong>de</strong> zeeman<br />
me<strong>de</strong> het recht in op g<strong>en</strong>eeskundige behan<strong>de</strong>ling <strong>en</strong> ver-<br />
pleging t<strong>en</strong> laste van het Rijk, terzake van <strong>de</strong> verwonding,<br />
verminking, ziekt<strong>en</strong> of gebrek<strong>en</strong>, waardoor het recht op<br />
buit<strong>en</strong>gewoon p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> is ontstaan volg<strong>en</strong>s na<strong>de</strong>r bij AMvB<br />
vast te stell<strong>en</strong> regels (art. 3, zes<strong>de</strong> lid, Wbp 2-0).<br />
De Wbp 40-45 <strong>en</strong> <strong>de</strong> Wbp z-o bevatt<strong>en</strong> <strong>de</strong> nodige bepaling<strong>en</strong><br />
met betrekking tot <strong>de</strong> verrek<strong>en</strong>ing van inkomst<strong>en</strong>, die <strong>de</strong>