Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale
Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale
Toezicht door de Bankraad De KC heeft het recht alle vergaderingen van aandeelhouders en van de RvC, de gemeenschappelijke vergaderingen van de directie en de RvC daaronder begrepen, bij te wonen en daar een raadgevende stem uit te brengen. De directie verschaft de KC op diens verzoek alle inlich- tingen welke hij voor zijn taakvervulling nodig acht. De verdere instructie van de KC wordt door de Kroon vastge- steld en zijn bezoldiging komt ten laste van de Staat (art. 30, tweede t/m vijfde lid, Bankwet). De KC ziet toe, dat de balans en de winst- en verliesreke- ning in overeenstemming zijn met de wettelijke en statu- taire bepalingen. Indien de KC van oordeel is dat boven- genoemde jaarstukken niet in overeenstemming zijn met bovengenoemde bepalingen, geeft hij daarvan kennis aan de directie. Kunnen de bedenkingen van de KC niet in overleg met de directie worden opgelost, dan wordt de vraag of de jaarstukken in overeenstemming zijn met wet en statuten in hoogste ressor t beslist door dr ie scheidslieden. Van die scheidslieden wordt een door de minister en een door de directie gekozen; de derde wordt benoemd door de President van de Rechtbank te Amsterdam (art. 31 Bankwet). b. Er is een Bankraad bestaande uit 17 leden te weten: a. de KC (tevens voorzitter); b. vier leden te benoemen door en uit de RvC; c. twaalf leden door de Kroon te benoemen op voordracht van maatschappelijke organisaties. De benoeming van de leden onder c. geschiedt, uit een alphabetische voordracht van twee personen voor elke te vervullen plaats, op te maken door de daartoe door de Kroon aan te wijzen organen of instanties, bij welke aanwijzing wordt gestreefd naar een respresentatie van de handel (inclusief verkeer) met twee personen, de nijverheid met twee personen, het agrarisch bedrijfsleven met twee per- sonen, de gezamenli jke centrale werknemersorganisaties met drie personen, en de op het gebied van geld- en bankwezen deskundigen, niet behorende tot een der vier genoemde groepen, met drie personen. De Bankraad vergadert ten minste zes maal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter of ten minste vier leden zulks nodig achten (art. 32, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, Bankwet). De directie der bank, de Thesaurier-Generaal en drie respectievelijk door de ministers van EZ, van L&V en van SoZa benoemde vertegen- woordigers wonen de vergaderingen van de Bankraad met raad- gevende stem bi j. De voorzitter kan aan de leden en de secretaris geheimhouding opleggen omtrent hetgeen zij ambtshalve hebben vernomen. De president der Bank brengt aan de Bankraad verslag uit over de algemene economische en financiele ontwikkeling en over de door de Bank gevoerde politiek. Daarnaast wordt beraadslaagd over de onderwerpen, welke door 66n of meer leden ter tafel worden gebracht in verband met de taak en de positie van de Bank. De minister kan, na daaromtrent met de directie gepleegd overleg, de Bankraad horen over aan- gelegenheden, welke voor de richtlijnen van het te voeren bankbeleid van belang zijn. De Bankraad is bevoegd uit eigen beweging de minister van advies te dienen ter zake van aangelegenheden, welke,voor de richtlijnen van het te voeren bankbeleid van belang zijn (art. 33 en 34 Bankwet). Ministeriele aanwijzin- c. In de gevallen, waarin de minister zulks ter cobrdinatie gen ter coordinatie van van de monetaire en financiele politiek der Regering en de het beleid van de politiek van de Bank noodzakelijk acht, geeft hij, de Bank- Regering en van he t raad gehoord, aan de directie ter bereiking van dat doe1 Bank bes tuur nodige aanwijzingen. Indien de directie tegen het opvolgen
van die aanwijzingen bedenkingen heeft, staat het haar vrij die bedenkingen schriftelijk ter kennis van de Kroon te brengen. Na bespreking van die bedenkingen in de voltallige Ministerraad wordt beslist of de aanwijzingen moeten worden opgevolgd. In geval de Kroon beslist, dat de aanwijzingen zullen worden opgevolgd, worden, indien het landsbelang zich daartegen naar het oordeel van de Kroon niet verzet, de bedenkingen van de directie en de beslissing van de Kroon - met redenen omkleed - bekend gemaakt door publi- katie in de Nederlandse Staatscourant (art. 26, eerste, tweede en vierde lid, Bankwet, art. 51 Wtk, art. 4, tweede lid, sub k, Reglement van Orde voor de Raad van Ministers, Stb. 1979, 264). Van deze blijkens de wetshistorie als "ultimum remedium" geziene conflictenregeling is nog nooit gebruik gemaakt. Goedkeuring van de Kroon d. Goedkeuring van de Kroon is nodig ten aanzien van: - het reglement met betrekking tot het pensioenfonds van het bankpersoneel (art. 8 Bankwet); - het verrichten van andere werkzaamheden dan de in de BW genoemde; de goedkeuringsbesluiten worden in de Staats- courant en in het Staatsblad geplaatst (art. 21 Bankwet); - benoeming van plaatsvervangende directeuren voor een tijdvak langer dan zes maanden (art. 24, tweede lid, Bankwet) ; - de vorm van de verkorte balans (art. 35 Bankwet). Ingr i jpen van Kroon e. De Kroon behoudt zich het recht voor te bepalen, dat de m.b.t. het verlenen van ~ank op door de Kroon te bepalen gronden een gevraagde vereenvergunning aan . een gunning weigert of een verleende vergunning intrekt dan we1 n iet-EEG-bank een gevraagde vergunning onder het stellen van voorwaarden slechts verleent met inachtneming van door de minister te Minister iele goed- keuring stellen richtlijnen, indien het een bank buiten de EEG betreft (art. 7, tweede lid, Wtk). f. De Bank behoeft de goedkeuring van de minister van Fin. in de volgende gevallen: - vorming bijzondere reserves (art. 6 Bankwet) ; - algemene bedrijfsvoeringsvoorschriften bij een zorgelijke monetaire ontwikkeling; de minister van Fin. verleent zijn goedkuering pas na overleg met de minister van EcZa; alvorens goedkeuring te verlenen hoort de minister de Bankraad en stelt hij de betrokken representatieve orga- nisaties in de gelegenheid hun gevoelen kenbaar te maken; het goedkeuringsbesluit wordt in de Staatscourant geplaatst (art. 22, vijfde en twaalfde lid, Wtk) ; - regelen kostenverhaal op het kredietwezen ter vergoeding van de toezichtskosten (art. 48 Wtk) ; - voorschriften centralisatie geldelijk betalingsverkeer met het buitenland (art. 3 Wfbb);
- Page 204 and 205: Bezoeken onderwijs- instellingen ,
- Page 206 and 207: Bevordering leer- lingwezen door la
- Page 208 and 209: Consulenten en administratief perso
- Page 210 and 211: Bureau ~inancien Begrote uitgaven 1
- Page 212 and 213: samenstelling bestuur STICHTING TER
- Page 214 and 215: Bureau Financien Begrote uitgaven 1
- Page 216 and 217: Sarnenstelling algerneen bestuur Bu
- Page 218 and 219: Bureau Financien Begrote uitgaven 1
- Page 220 and 221: samenstelling bestuur Bureau Financ
- Page 222 and 223: Adres/telef oon Samenstelling bestu
- Page 224 and 225: Samenstelling bes tuur Adres/tele f
- Page 226 and 227: wijze wordt genoten. De kosten van
- Page 228 and 229: Ministeriele richtlijnen ~itvoering
- Page 230 and 231: Uitwerking pro- gramma van onder- z
- Page 232 and 233: Samenstelling college Werkwijze col
- Page 234 and 235: Reglementen bestuursraad met proced
- Page 236 and 237: Uitbrengen j aar- verslag Satutenwi
- Page 238 and 239: Fin. 1.1 Adres/telefoon 5.5 MINISTE
- Page 240 and 241: Geen rechtspersoon- 1 i jkheid Rech
- Page 242 and 243: ~nwinnen van inlich- b. Inwinnen of
- Page 244 and 245: Fin. 1.3 Opr icht ing Instell ing R
- Page 246 and 247: De Bank kan rechtsverhoudingen van
- Page 248 and 249: voorschriften hun geldigheid, tenzi
- Page 250 and 251: verzameling en s. Een ieder is verp
- Page 252 and 253: personen opgemaakt. Op de aanbeveli
- Page 256 and 257: - voorschriften ter bescherming Ned
- Page 258 and 259: Samenstell ing RvC Commissar issen
- Page 260 and 261: Staving van recht door d. aanvrager
- Page 262 and 263: Def. 1.1 Instelling oprichting Rege
- Page 264 and 265: Aanwijzingen m.b.t. d. Bij het opro
- Page 266 and 267: Beoordeling redelijk- d. heid hoger
- Page 268 and 269: Secretariaat Rooster van werk- zaam
- Page 270 and 271: geval goedkeuring, indien niet geno
- Page 272 and 273: samenstelling VoRO 1.1-6 Adres/tele
- Page 274 and 275: VORO 1.1-17 Adres/telefoon Samenste
- Page 276 and 277: VoRO 1.1-29 DELFT Adres/telefoon Si
- Page 278 and 279: Samenstelling VoRO I. 1-43 Adres/te
- Page 280 and 281: VoRO 1.1-53 Adres/telefoon VoRO 1-1
- Page 282 and 283: Geschillenoplossing doch ook meer b
- Page 284 and 285: Geen rechtspersoon- li j kheid ~eco
- Page 286 and 287: vervoer, alsmede op verzoeken om ve
- Page 288 and 289: Indiening aanvragen WAG- en WGB-ver
- Page 290 and 291: schaderegeling bij vergunningverlie
- Page 292 and 293: Beroep op minister tegen beschikkin
- Page 294 and 295: CGE: ontheffingen SIEV: inschrijvin
- Page 296 and 297: Indiening aanvragen bi j Rijksinspe
- Page 298 and 299: samenstelling bestuur Bureau Financ
- Page 300 and 301: Keuren vervoer- middelen Afgifte ke
- Page 302 and 303: ~nstelling en oprichting Regelingen
Toezicht door <strong>de</strong><br />
Bankraad<br />
De KC heeft het recht alle verga<strong>de</strong>ring<strong>en</strong> van aan<strong>de</strong>elhou<strong>de</strong>rs<br />
<strong>en</strong> van <strong>de</strong> RvC, <strong>de</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke verga<strong>de</strong>ring<strong>en</strong> van <strong>de</strong><br />
directie <strong>en</strong> <strong>de</strong> RvC daaron<strong>de</strong>r begrep<strong>en</strong>, bij te won<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar<br />
e<strong>en</strong> raadgev<strong>en</strong><strong>de</strong> stem uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
De directie verschaft <strong>de</strong> KC op di<strong>en</strong>s verzoek alle inlich-<br />
ting<strong>en</strong> welke hij voor zijn taakvervulling nodig acht. De<br />
ver<strong>de</strong>re instructie van <strong>de</strong> KC wordt door <strong>de</strong> Kroon vastge-<br />
steld <strong>en</strong> zijn bezoldiging komt t<strong>en</strong> laste van <strong>de</strong> Staat<br />
(art. 30, twee<strong>de</strong> t/m vijf<strong>de</strong> lid, Bankwet).<br />
De KC ziet toe, dat <strong>de</strong> balans <strong>en</strong> <strong>de</strong> winst- <strong>en</strong> verliesreke-<br />
ning in overe<strong>en</strong>stemming zijn met <strong>de</strong> wettelijke <strong>en</strong> statu-<br />
taire bepaling<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> <strong>de</strong> KC van oor<strong>de</strong>el is dat bov<strong>en</strong>-<br />
g<strong>en</strong>oem<strong>de</strong> jaarstukk<strong>en</strong> niet in overe<strong>en</strong>stemming zijn met<br />
bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oem<strong>de</strong> bepaling<strong>en</strong>, geeft hij daarvan k<strong>en</strong>nis aan <strong>de</strong><br />
directie. Kunn<strong>en</strong> <strong>de</strong> bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong> van <strong>de</strong> KC niet in overleg<br />
met <strong>de</strong> directie word<strong>en</strong> opgelost, dan wordt <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong><br />
jaarstukk<strong>en</strong> in overe<strong>en</strong>stemming zijn met wet <strong>en</strong> statut<strong>en</strong> in<br />
hoogste ressor t beslist door dr ie scheidslied<strong>en</strong>. Van die<br />
scheidslied<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> door <strong>de</strong> minister <strong>en</strong> e<strong>en</strong> door <strong>de</strong><br />
directie gekoz<strong>en</strong>; <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> wordt b<strong>en</strong>oemd door <strong>de</strong> Presid<strong>en</strong>t<br />
van <strong>de</strong> Rechtbank te Amsterdam (art. 31 Bankwet).<br />
b. Er is e<strong>en</strong> Bankraad bestaan<strong>de</strong> uit 17 led<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong>:<br />
a. <strong>de</strong> KC (tev<strong>en</strong>s voorzitter);<br />
b. vier led<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> door <strong>en</strong> uit <strong>de</strong> RvC;<br />
c. twaalf led<strong>en</strong> door <strong>de</strong> Kroon te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> op voordracht van<br />
maatschappelijke organisaties.<br />
De b<strong>en</strong>oeming van <strong>de</strong> led<strong>en</strong> on<strong>de</strong>r c. geschiedt, uit e<strong>en</strong><br />
alphabetische voordracht van twee person<strong>en</strong> voor elke te<br />
vervull<strong>en</strong> plaats, op te mak<strong>en</strong> door <strong>de</strong> daartoe door <strong>de</strong> Kroon<br />
aan te wijz<strong>en</strong> organ<strong>en</strong> of instanties, bij welke aanwijzing<br />
wordt gestreefd naar e<strong>en</strong> respres<strong>en</strong>tatie van <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<br />
(inclusief verkeer) met twee person<strong>en</strong>, <strong>de</strong> nijverheid met<br />
twee person<strong>en</strong>, het agrarisch bedrijfslev<strong>en</strong> met twee per-<br />
son<strong>en</strong>, <strong>de</strong> gezam<strong>en</strong>li jke c<strong>en</strong>trale werknemersorganisaties met<br />
drie person<strong>en</strong>, <strong>en</strong> <strong>de</strong> op het gebied van geld- <strong>en</strong> bankwez<strong>en</strong><br />
<strong>de</strong>skundig<strong>en</strong>, niet behor<strong>en</strong><strong>de</strong> tot e<strong>en</strong> <strong>de</strong>r vier g<strong>en</strong>oem<strong>de</strong><br />
groep<strong>en</strong>, met drie person<strong>en</strong>.<br />
De Bankraad verga<strong>de</strong>rt t<strong>en</strong> minste zes maal per jaar <strong>en</strong><br />
voorts zo vaak als <strong>de</strong> voorzitter of t<strong>en</strong> minste vier led<strong>en</strong><br />
zulks nodig acht<strong>en</strong> (art. 32, eerste, twee<strong>de</strong>, vijf<strong>de</strong> <strong>en</strong><br />
zes<strong>de</strong> lid, Bankwet). De directie <strong>de</strong>r bank, <strong>de</strong><br />
Thesaurier-G<strong>en</strong>eraal <strong>en</strong> drie respectievelijk door <strong>de</strong><br />
ministers van EZ, van L&V <strong>en</strong> van SoZa b<strong>en</strong>oem<strong>de</strong> verteg<strong>en</strong>-<br />
woordigers won<strong>en</strong> <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring<strong>en</strong> van <strong>de</strong> Bankraad met raad-<br />
gev<strong>en</strong><strong>de</strong> stem bi j. De voorzitter kan aan <strong>de</strong> led<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>de</strong><br />
secretaris geheimhouding oplegg<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t hetge<strong>en</strong> zij<br />
ambtshalve hebb<strong>en</strong> vernom<strong>en</strong>.<br />
De presid<strong>en</strong>t <strong>de</strong>r Bank br<strong>en</strong>gt aan <strong>de</strong> Bankraad verslag uit<br />
over <strong>de</strong> algem<strong>en</strong>e economische <strong>en</strong> financiele ontwikkeling <strong>en</strong><br />
over <strong>de</strong> door <strong>de</strong> Bank gevoer<strong>de</strong> politiek. Daarnaast wordt<br />
beraadslaagd over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp<strong>en</strong>, welke door 66n of meer<br />
led<strong>en</strong> ter tafel word<strong>en</strong> gebracht in verband met <strong>de</strong> taak <strong>en</strong><br />
<strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> Bank. De minister kan, na daaromtr<strong>en</strong>t met<br />
<strong>de</strong> directie gepleegd overleg, <strong>de</strong> Bankraad hor<strong>en</strong> over aan-<br />
geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>, welke voor <strong>de</strong> richtlijn<strong>en</strong> van het te voer<strong>en</strong><br />
bankbeleid van belang zijn. De Bankraad is bevoegd uit<br />
eig<strong>en</strong> beweging <strong>de</strong> minister van advies te di<strong>en</strong><strong>en</strong> ter zake<br />
van aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>, welke,voor <strong>de</strong> richtlijn<strong>en</strong> van het te<br />
voer<strong>en</strong> bankbeleid van belang zijn (art. 33 <strong>en</strong> 34 Bankwet).<br />
Ministeriele aanwijzin- c. In <strong>de</strong> gevall<strong>en</strong>, waarin <strong>de</strong> minister zulks ter cobrdinatie<br />
g<strong>en</strong> ter coordinatie van van <strong>de</strong> monetaire <strong>en</strong> financiele politiek <strong>de</strong>r Regering <strong>en</strong> <strong>de</strong><br />
het beleid van <strong>de</strong> politiek van <strong>de</strong> Bank noodzakelijk acht, geeft hij, <strong>de</strong> Bank-<br />
Regering <strong>en</strong> van he t raad gehoord, aan <strong>de</strong> directie ter bereiking van dat doe1<br />
Bank bes tuur<br />
nodige aanwijzing<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> <strong>de</strong> directie teg<strong>en</strong> het opvolg<strong>en</strong>