Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale

Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale

10.12.2012 Views

Jaarverslag Richtlijnen c. De RvT brengt aan de minister van BiZa jaarlijks schrifte- lijk verslag uit en legt daarbij tevens over het verslag uit en legt daarbij tevens over het verslag van de directie. Zo spoedig mogelijk nadat zij aan de minister zijn aangeboden stelt de directie beide verslagen algemeen verkrijgbaar (art. L11, tweede en derde lid, ABP-wet) . 111. contrn~e-migisteg-ya~-~izga~pe~i~~~tig Met betrekking tot de werkzaamheden ter uitvoering van andere overheidspensioenregelingen dan geregeld in de ABP-wet of daarmee door de minister van BiZa gelijkgestelde regelingen kan de minister, gehoord de RvT, aan de directie richtlijnen geven, die zij in acht dient te nemen. Ook kan de minister ' richtlijnen geven ten aanzien van het door de directie in rekening brengen van de kosten van die werkzaamheden aan de betrokken lichamen (art. L2a, vierde lid, ABP-wet) . IV. Fihaqciee&-togzicht Ministeriele aanwijzing a. De minister van BiZa wijst, de RvT gehoord, een accountant accountant aan die met de controle van de administratie en de jaar- rekening van het fonds wordt belast. De minister zendt afschrift van het rapport van de accountant aan de Algemene Rekenkamer, de minister van Fin., de RvT en de directie (art. L6 ABP-wet) . Ministerieel toezicht b. De minister van BiZa bepaalt, de RvT gehoord, wanneer een m.b.t. actuariele balans actuariele balans van het fonds wordt opgemaakt zomede naar de toestand op welk tijdstip dit geschiedt (art. L15, eerste lid, ABP-wet). De balanscomrnissie die de balans vaststelt bestaat uit dr ie personen die door de minister van BiZa worden aangewezen, wwaarbij de RvT voor elke te vervullen plaats een aanbe- veling van ten hoogste twee personen kan indienen. Bij de balansvaststelling doet de commissie aanbevelingen met betrekking tot voorzieningen waartoe naar haar oordeel de balans aanleiding geeft (art. L16, eerste lid, ABP-wet). De actuariele balans kan voor de wetgever aanleiding zijn het percentage van de pensioenbijdrage te wijzigen (art. C3, derde lid, ABP-wet). De balanscommissie brengt haar rappor- ten en adviezen uit aan de minister door tussenkomst van de RvT die deze, gehoord de directie, zo nodig vergezeld doet gaan van zijn advies. Zo spoedig mogelijk na de indiening van de actuariele balans bij de minister stelt de directie deze algemeen verkr i jgbaar (art. L18 ABP-wet) . Begroting vaststelling c. De fondsbegroting wordt jaarlijks bij de wet vastgesteld bij wet met inachtneming van het beginsel van lasten en baten. De begroting wordt voorzien van een toelichting. De directie zendt jaarlijks de minister van BiZa een voor- ontwerp van de begroting door tussenkomst van de Raad van Toezicht. Deze minister zendt voor 1 mei het begrotings- wetsontwerp aan de minister van Fin. De minister van Fin. kan bezwaar maken tegen het wetsont- werp voor zover hem dit met het oog op het algemeen finan- cieel beleid en een doelmatig fondsbeheer niet toelaatbaar voorkomt. Het ontwerp van de fondsbegroting wordt jaarli jks

aangeboden aan de Kroon door de minister van Fin. ter indiening bij de Tweede Kamer, tegelijk met het ontwerp van de Rijksbegroting. De inrichting der begroting geschiedt met inachtneming van de voorschriften die door de minister van Fin., na overleg met de minister van BiZa worden vastgesteld (art. M2 ABP-wet) . Ministerieel toezicht d. De directie beschikt over de bedragen bij begrotingswet toem.b. t. begrotingsbeheer gestaan. Totdat de wet waarbij de nieuwe begroting is vastgesteld in werking is getreden geldt de begroting van het voorafgaande jaar als grondslag voor het beheer. De minister van BiZa is bevoegd de artikelen die bij begrotingswet daartoe zijn aangewezen aan te vullen door overschrijving uit andere bij die wet aangewezen artikelen. Van zijn beschikkingen ten deze zendt hij een afschrift aan de Algemene Rekenkamer en aan de minister van Fin. De minister van Fin. oefent een algemeen toezicht uit op de begrotingsuitvoering. H i j bepaalt welke gegevens hem ten behoeve van dit toezicht dienen te worden verstrekt. Aan de door hem aan te wijzen ambtenaren wordt zo rnogelijk inzage gegeven van de administratie van het fonds en de daarop betrekking hebbende bescheiden. Zowel de minister van BiZa als de minister van Fin. kan in bijzondere gevallen verlangen dat bepaalde verplichtingen niet worden aangegaan voordat hij daarmee heeft ingestemd (art. M3 ABP-wet) . Controle Rekenkamer e. De Algemene Rekenkamer controleert het fonds (art. M5 ABP-wet) . Vaststelling slotjaar- f. De minister van BiZa zendt voor 1 augustus van het jaar rekening bij wet volgend op het boekjaar de jaarrekening van het fonds aan de minister van Fin. De minister van BiZa ontvangt daartoe een ontwerp van de directie door tussenkomst van de RvT. De jaarrekening bestaat uit: a. een begrotingsrekening; b. een balans. De jaarrekening wordt van de nodige toelichfingen voorzien. Deze vermelden onder meer naar welke maatstaven de activa en passiva van het fonds zijn gewaardeerd en lichten de verander ingen in activa en passiva toe. De inrichting van de jaarrekening geschiedt met inacht- neming van de voorschriften door de minister van Fin. na overleg met de minister van BiZa vastgesteld. De jaarrekening wordt door de minister van Fin. voor 1 oktober volgend op het boekjaar aan de Algemene Reken- kamer toegezonden. De Algemene Rekenkarner zendt de Kroon de door haar gecontroleerde jaarrekening onder.bijvoeging van haar opmerkingen. Deze worden bij de aanbieding der jaar- rekening aan de Staten-General overgelegd. Ten aanzien van posten waaraan de Algemene Rekenkamer haar goedkeuring heeft onthouden wordt bij de wet een voorziening getroffen. Het slot van de jaarrekening van het fonds wordt bij de wet vastgesteld. Bij het ontwerp van wet wordt de jaarrekening met de daarbij behorende toelichting overgelegd (art. M6 ABP-wet) .

aangebod<strong>en</strong> aan <strong>de</strong> Kroon door <strong>de</strong> minister van Fin. ter<br />

indi<strong>en</strong>ing bij <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer, tegelijk met het ontwerp van<br />

<strong>de</strong> Rijksbegroting.<br />

De inrichting <strong>de</strong>r begroting geschiedt met inachtneming van<br />

<strong>de</strong> voorschrift<strong>en</strong> die door <strong>de</strong> minister van Fin., na overleg<br />

met <strong>de</strong> minister van BiZa word<strong>en</strong> vastgesteld (art. M2<br />

ABP-wet) .<br />

Ministerieel toezicht d. De directie beschikt over <strong>de</strong> bedrag<strong>en</strong> bij begrotingswet toem.b.<br />

t. begrotingsbeheer gestaan.<br />

Totdat <strong>de</strong> wet waarbij <strong>de</strong> nieuwe begroting is vastgesteld in<br />

werking is getred<strong>en</strong> geldt <strong>de</strong> begroting van het voorafgaan<strong>de</strong><br />

jaar als grondslag voor het beheer. De minister van BiZa is<br />

bevoegd <strong>de</strong> artikel<strong>en</strong> die bij begrotingswet daartoe zijn<br />

aangewez<strong>en</strong> aan te vull<strong>en</strong> door overschrijving uit an<strong>de</strong>re bij<br />

die wet aangewez<strong>en</strong> artikel<strong>en</strong>. Van zijn beschikking<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />

<strong>de</strong>ze z<strong>en</strong>dt hij e<strong>en</strong> afschrift aan <strong>de</strong> Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer <strong>en</strong><br />

aan <strong>de</strong> minister van Fin.<br />

De minister van Fin. oef<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> toezicht uit op <strong>de</strong><br />

begrotingsuitvoering. H i j bepaalt welke gegev<strong>en</strong>s hem t<strong>en</strong><br />

behoeve van dit toezicht di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> verstrekt. Aan <strong>de</strong><br />

door hem aan te wijz<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> wordt zo rnogelijk inzage<br />

gegev<strong>en</strong> van <strong>de</strong> administratie van het fonds <strong>en</strong> <strong>de</strong> daarop<br />

betrekking hebb<strong>en</strong><strong>de</strong> bescheid<strong>en</strong>.<br />

Zowel <strong>de</strong> minister van BiZa als <strong>de</strong> minister van Fin. kan in<br />

bijzon<strong>de</strong>re gevall<strong>en</strong> verlang<strong>en</strong> dat bepaal<strong>de</strong> verplichting<strong>en</strong><br />

niet word<strong>en</strong> aangegaan voordat hij daarmee heeft ingestemd<br />

(art. M3 ABP-wet) .<br />

Controle Rek<strong>en</strong>kamer e. De Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer controleert het fonds (art. M5<br />

ABP-wet) .<br />

Vaststelling slotjaar- f. De minister van BiZa z<strong>en</strong>dt voor 1 augustus van het jaar<br />

rek<strong>en</strong>ing bij wet volg<strong>en</strong>d op het boekjaar <strong>de</strong> jaarrek<strong>en</strong>ing van het fonds aan<br />

<strong>de</strong> minister van Fin. De minister van BiZa ontvangt daartoe<br />

e<strong>en</strong> ontwerp van <strong>de</strong> directie door tuss<strong>en</strong>komst van <strong>de</strong> RvT.<br />

De jaarrek<strong>en</strong>ing bestaat uit:<br />

a. e<strong>en</strong> begrotingsrek<strong>en</strong>ing;<br />

b. e<strong>en</strong> balans.<br />

De jaarrek<strong>en</strong>ing wordt van <strong>de</strong> nodige toelichfing<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>.<br />

Deze vermeld<strong>en</strong> on<strong>de</strong>r meer naar welke maatstav<strong>en</strong> <strong>de</strong> activa<br />

<strong>en</strong> passiva van het fonds zijn gewaar<strong>de</strong>erd <strong>en</strong> licht<strong>en</strong> <strong>de</strong><br />

veran<strong>de</strong>r ing<strong>en</strong> in activa <strong>en</strong> passiva toe.<br />

De inrichting van <strong>de</strong> jaarrek<strong>en</strong>ing geschiedt met inacht-<br />

neming van <strong>de</strong> voorschrift<strong>en</strong> door <strong>de</strong> minister van Fin. na<br />

overleg met <strong>de</strong> minister van BiZa vastgesteld.<br />

De jaarrek<strong>en</strong>ing wordt door <strong>de</strong> minister van Fin. voor<br />

1 oktober volg<strong>en</strong>d op het boekjaar aan <strong>de</strong> Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>-<br />

kamer toegezond<strong>en</strong>. De Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>karner z<strong>en</strong>dt <strong>de</strong> Kroon <strong>de</strong><br />

door haar gecontroleer<strong>de</strong> jaarrek<strong>en</strong>ing on<strong>de</strong>r.bijvoeging van<br />

haar opmerking<strong>en</strong>. Deze word<strong>en</strong> bij <strong>de</strong> aanbieding <strong>de</strong>r jaar-<br />

rek<strong>en</strong>ing aan <strong>de</strong> Stat<strong>en</strong>-G<strong>en</strong>eral overgelegd. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van<br />

post<strong>en</strong> waaraan <strong>de</strong> Algem<strong>en</strong>e Rek<strong>en</strong>kamer haar goedkeuring<br />

heeft onthoud<strong>en</strong> wordt bij <strong>de</strong> wet e<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing getroff<strong>en</strong>.<br />

Het slot van <strong>de</strong> jaarrek<strong>en</strong>ing van het fonds wordt bij <strong>de</strong> wet<br />

vastgesteld. Bij het ontwerp van wet wordt <strong>de</strong> jaarrek<strong>en</strong>ing<br />

met <strong>de</strong> daarbij behor<strong>en</strong><strong>de</strong> toelichting overgelegd (art. M6<br />

ABP-wet) .

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!