Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale
Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale Voorstudie 35: Organen en rechtspersonen rondom de centrale
Aanwijzen van degene b. Indien bij een aanvraag van een voorlichtingsrapport geen die voorlichtinqsraPport aanwijzing omtrent de uitvoering van de opdracht is moe t opstellen gegeven, wijst de raad de reclasseringsinstellinq of reclasseringsambtenaar aan, die met de opdracht zal worden Toevoegen eigen beschouwingen aan voorlichtingsrapport Bevorderen van reclasser ingsbezoek belast. Hierbij houdt de Raad zoveel mogelijk rekening met de voorkeur van degene op wie de opdracht betrekkinq heeft (art. 50 ~cr). De reclasseringsinstelling die de opdracht heeft verkregen, doet deze uitvoeren door een reclasseringsambtenaar tenzij de raad ermee instemt dat een ander met de uitvoerinq wordt belast. In bijzondere gevallen kan de raad - in afwijking van bovenstaande - een andere instelling of persoon dan een reclasseringsinmstelling of reclasseringsambtenaat met de uitvoering van een opdracht belasten. c. Het voorlichtingsrapport wordt ingediend bij de reclasseringsraad die bij de aanvraaq heeft bemiddeld of de opdracht heeft gegeven. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de raad zijn beschouwingen aan het voorlichtingsrapport toevoegen. Van deze beschouwingen doet de raad mededeling aan de instelling of persoon die voor de inhoud van dat rapport verantwoordeli jk is (art. 51 Rcr) . Indien de raad van oordeel is dat het rapport aanvullinq of wijziging behoeft, pleegt hij daaromtrent overleg met de hierboven bedoelde instelling of persoon. Het resultaat van dat overleg wordt door de raad op het rapport aanqetekend. d. De raad bevordert, dat aan iedere gedetineerde in zijn ressort reclasseringsbezoek wordt gebracht. Hij houdt bij de toewijzinq van het bezoek zoveel mogelijk rekening met de voorkeur van iedere gedetineerde voor een bepaalde reclasser ingsinstelling . De minister van Just. stelt nadere regelen omtrent het reclasseringsbezoek (art. 52 Rcr). Doorgeven van gegevens e. Van de directie van het strafgesticht ontvangt de raad ten van gedetineerde aan aanzien van de gedetineerde in zijn ressort, die een reclasser ingsinstelling werkelijke straftijd ondergaat van meer dan drie maanden en bij onvoorwaardelijke die hetzij krachtens rechterlijk vonnis of voorwaardelijke invri jheidsstelling gratie, hetzij op eigen verzoek, hulp en steun van reclas- seringswege dient te ontvangen, tenminste een maand voor het einde van de straftijd bericht omtrent de ontslagdatum. Het bovenbedoelde bericht gaat vergezeld van de gegevens, die voor het verlenen van hulp en stem van belang zijn. De raad geeft de ontvangen gegevens door aan de reclasserings- instelling, die hulp en steun zal verlenen. Nadat de instelling contact met de gedetineerde geeft gelegd, stelt zij de raad daarvan in kennis (art. 53 Rcr). De minister van Justitie f. Tenminste twee maanden voor de dag waarop een tot inlichten over voorstel- vrijheidsstraf'veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid kan len a1 dan niet tot voor worden gesteld, doet de directeur van de inrichting, waar waardelijke invrijheids- de straf ten uitvoer wordt gelegd, aan de raad toekomen stelling over te gaan hetzij een gemotiveerd voorstel tot voorwaardelijke invrij-
Bemiddelen bij voorwaar- delijk ontslag uit tbr- verpleeginrichting Toezicht houden m.b.t. hulp- en steunverlening bi j naleving bi jzondere voorwaarden Toevoegen eigen beschouwingen aan aan rapport Samens telling heidsstelling, hetzi j een gemotiveerd bericht dat niet of nog niet tot onvoorwaardelijke invrijheidsstelling behoort te worden overgegaan. De raad zendt de stukken onder toe- voeging van zijn beschouwing en advies zo spoedig mogelijk aan de minister van Just. door. Indien niet tot voorwaarde- lijke invrijheidsstelling wordt overgegaan, kan deze opnieuw aanhanqiq worden gemaakt. De minister stelt nadere reqels betreffende de gegevens die het voorstel en het bericht dienen in te houden (art. 54 Rcr). Overeenkomstig nader door de minister van Just. te stellen regels verleent de raad zijn bemiddeling bij de voorbereiding van het voorwaardelijk ontslag uit de ver- pleqing van ter beschikking van de regering gestelden (art. 60 Rcr). , De raad ziet erop toe dat, indien opdracht is gegeven tot het verlenen van hulp en steun ter zake van de naleving van bijzondere voorwaarden, van de daarmee verband houdende bemoeiingen volgens de door de minister van Just. te stellen voorschriften rapport wordt uitgebracht (art. 61 Rcr) . De boven bedoelde rapporten worden ingezonden door tussen- komst van de raad. Indien'een rapport naar het oordeel van de raad aanleiding zou kunnen geven tot schorsing of her- roeping van een voorwaardelijke invrijheidstelling of voor- waardelijk ontslag, dan we1 tot het intrekken van een beslissing, waarbij voorwaardelijk gratie is verleend, voeqt hij daaraan een gemotiveerd advies toe. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de raad zijn beschouwingen aan het rapport toevoegen. Van deze beschouwingen doet de raad mededeling aan de instelling of de persoon die voor de inhoud van dat rapport verantwoorde- lijk is (art. 62 Rcr). Indien de raad van oordeel is dat het rapport aanvulling of wijziging behoeft, pleegt hij daaromtrent overleg met de genoemde persoon of instelling. Het resultaat van dat over- leg wordt door de raad op het rapport aangetekend. Samenstelling en benoeminq De raad bestaat uit ten hoogste twaalf leden, onder wie: - een met rechtspraak belast lid van de rechterlijke macht; - een lid van openbaar ministerie; - een ambtenaar werkzaam bij een van de in het ressort van de raad gelegen gestichten (d.w.2. gevangenissen, huizen van bewaring, r i jkswerkinrichtingen en ri jksasiels voor psycho- paten) ; - een aan het departement van de minister verbonden districtspsychiater; - vier vertegenwoordigers van de in het ressort van de raad werkzame reclasseringsinstellingen (art. 31 Rcr) .
- Page 62 and 63: - SoZa 1.5 Instanties, de minister
- Page 64 and 65: BuZa I .1 Adres/telefoon Oprichting
- Page 66 and 67: Ook een rechtspersoon kan directeur
- Page 68 and 69: ~erstrekking hulp onder beleids- en
- Page 70 and 71: Winst/verlies 1980 Rentesubsidie 19
- Page 72 and 73: Voorzitter en vice- voorzitter Vert
- Page 74 and 75: Afsluiten overem- i. Het bestuur is
- Page 76 and 77: ~rivaatrechtelijke stichting Sticht
- Page 78 and 79: epaalde advocaat of een bepaalde re
- Page 80 and 81: In1 ichtinqen van belast ingen moqe
- Page 82 and 83: 2. als vergoeding voor de kosten va
- Page 84 and 85: Just. 1.1-7 ~dres/telefoon Samenste
- Page 86 and 87: Just. 1.1-13 Adres/telef oon Samens
- Page 88 and 89: JUS~. 1-1-19 STICHTING BUR0 VOOR RE
- Page 90 and 91: . het oproepen en ondervragen van q
- Page 92 and 93: ~lv. leden mr. J.J.R. Bakker, drs.
- Page 94 and 95: Just. 1.4 ~ des/telefoon r behandel
- Page 96 and 97: Omvang samenstelling en benoeming e
- Page 98 and 99: Geen rechtspersoon Winst is voor St
- Page 100 and 101: evinden. De pleeggezinnen en inrich
- Page 102 and 103: Secretar iaat c. De secretaris van
- Page 104 and 105: Just. 1.5-2 Adres/telefOOn Samenste
- Page 106 and 107: Just. 1.5-11 ~dres/telefoon Samenst
- Page 108 and 109: Secretar ia ten Financien Begrote u
- Page 110 and 111: ~ijksverqoedingen voor toegevoegde
- Page 114 and 115: Benoeming Ontslag Secretar is De le
- Page 116 and 117: Geen rechts- persoonli jkheid Vergo
- Page 118 and 119: Just. 1.7-8 ~dres/telefoon Samenste
- Page 120 and 121: Samenstelling Just. 1-7-16 Adres/te
- Page 122 and 123: Beslissen over toe- lating verzeker
- Page 124 and 125: Onderzoeksbevoegdheden Beoordel inq
- Page 126 and 127: Beoordeling risico- draqend vermoge
- Page 128 and 129: Verr ichten betaalde nevenfuncties
- Page 130 and 131: BeKOep op minister Beroep op Kroon
- Page 132 and 133: 5.3 MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAK
- Page 134 and 135: Bevoegdheden m.b. t. f. In bijzonde
- Page 136 and 137: ~dvisering minister en c. Voorstell
- Page 138 and 139: Advisering m.b. t. revalidatie Na g
- Page 140 and 141: Jaarverslag Richtlijnen c. De RvT b
- Page 142 and 143: Bezwaren m.b.t. directiebesluiten b
- Page 144 and 145: verhalen (zie art. K5 en art. P11 A
- Page 146 and 147: BiZa 1.2 Biza 1.3. tairen, van bepa
- Page 148 and 149: Financien Heffing van bijdragen Ter
- Page 150 and 151: Onderzoek der geloofsbrieven door d
- Page 152 and 153: Adviser ing Centr aal s tembureau v
- Page 154 and 155: Politick-bestuurlijke controle Onde
- Page 156 and 157: Taken directie Taken RvT a. Het beh
- Page 158 and 159: Advisering op basis van c. Het gene
- Page 160 and 161: van de beoordelingscommissie, gegev
Bemid<strong>de</strong>l<strong>en</strong> bij voorwaar-<br />
<strong>de</strong>lijk ontslag uit tbr-<br />
verpleeginrichting<br />
Toezicht houd<strong>en</strong> m.b.t.<br />
hulp- <strong>en</strong> steunverl<strong>en</strong>ing<br />
bi j naleving bi jzon<strong>de</strong>re<br />
voorwaard<strong>en</strong><br />
Toevoeg<strong>en</strong> eig<strong>en</strong><br />
beschouwing<strong>en</strong> aan<br />
aan rapport<br />
Sam<strong>en</strong>s telling<br />
heidsstelling, hetzi j e<strong>en</strong> gemotiveerd bericht dat niet of<br />
nog niet tot onvoorwaar<strong>de</strong>lijke invrijheidsstelling behoort<br />
te word<strong>en</strong> overgegaan. De raad z<strong>en</strong>dt <strong>de</strong> stukk<strong>en</strong> on<strong>de</strong>r toe-<br />
voeging van zijn beschouwing <strong>en</strong> advies zo spoedig mogelijk<br />
aan <strong>de</strong> minister van Just. door. Indi<strong>en</strong> niet tot voorwaar<strong>de</strong>-<br />
lijke invrijheidsstelling wordt overgegaan, kan <strong>de</strong>ze<br />
opnieuw aanhanqiq word<strong>en</strong> gemaakt. De minister stelt na<strong>de</strong>re<br />
reqels betreff<strong>en</strong><strong>de</strong> <strong>de</strong> gegev<strong>en</strong>s die het voorstel <strong>en</strong> het<br />
bericht di<strong>en</strong><strong>en</strong> in te houd<strong>en</strong> (art. 54 Rcr).<br />
Overe<strong>en</strong>komstig na<strong>de</strong>r door <strong>de</strong> minister van Just. te<br />
stell<strong>en</strong> regels verle<strong>en</strong>t <strong>de</strong> raad zijn bemid<strong>de</strong>ling bij <strong>de</strong><br />
voorbereiding van het voorwaar<strong>de</strong>lijk ontslag uit <strong>de</strong> ver-<br />
pleqing van ter beschikking van <strong>de</strong> regering gesteld<strong>en</strong> (art.<br />
60 Rcr). ,<br />
De raad ziet erop toe dat, indi<strong>en</strong> opdracht is gegev<strong>en</strong> tot<br />
het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van hulp <strong>en</strong> steun ter zake van <strong>de</strong> naleving van<br />
bijzon<strong>de</strong>re voorwaard<strong>en</strong>, van <strong>de</strong> daarmee verband houd<strong>en</strong><strong>de</strong><br />
bemoeiing<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s <strong>de</strong> door <strong>de</strong> minister van Just. te<br />
stell<strong>en</strong> voorschrift<strong>en</strong> rapport wordt uitgebracht (art. 61<br />
Rcr) .<br />
De bov<strong>en</strong> bedoel<strong>de</strong> rapport<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezond<strong>en</strong> door tuss<strong>en</strong>-<br />
komst van <strong>de</strong> raad. Indi<strong>en</strong>'e<strong>en</strong> rapport naar het oor<strong>de</strong>el van<br />
<strong>de</strong> raad aanleiding zou kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> tot schorsing of her-<br />
roeping van e<strong>en</strong> voorwaar<strong>de</strong>lijke invrijheidstelling of voor-<br />
waar<strong>de</strong>lijk ontslag, dan we1 tot het intrekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
beslissing, waarbij voorwaar<strong>de</strong>lijk gratie is verle<strong>en</strong>d,<br />
voeqt hij daaraan e<strong>en</strong> gemotiveerd advies toe.<br />
Indi<strong>en</strong> daartoe aanleiding bestaat, kan <strong>de</strong> raad zijn<br />
beschouwing<strong>en</strong> aan het rapport toevoeg<strong>en</strong>. Van <strong>de</strong>ze<br />
beschouwing<strong>en</strong> doet <strong>de</strong> raad me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling aan <strong>de</strong> instelling of<br />
<strong>de</strong> persoon die voor <strong>de</strong> inhoud van dat rapport verantwoor<strong>de</strong>-<br />
lijk is (art. 62 Rcr).<br />
Indi<strong>en</strong> <strong>de</strong> raad van oor<strong>de</strong>el is dat het rapport aanvulling of<br />
wijziging behoeft, pleegt hij daaromtr<strong>en</strong>t overleg met <strong>de</strong><br />
g<strong>en</strong>oem<strong>de</strong> persoon of instelling. Het resultaat van dat over-<br />
leg wordt door <strong>de</strong> raad op het rapport aangetek<strong>en</strong>d.<br />
Sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> b<strong>en</strong>oeminq<br />
De raad bestaat uit t<strong>en</strong> hoogste twaalf led<strong>en</strong>, on<strong>de</strong>r wie:<br />
- e<strong>en</strong> met rechtspraak belast lid van <strong>de</strong> rechterlijke macht;<br />
- e<strong>en</strong> lid van op<strong>en</strong>baar ministerie;<br />
- e<strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>aar werkzaam bij e<strong>en</strong> van <strong>de</strong> in het ressort van <strong>de</strong><br />
raad geleg<strong>en</strong> gesticht<strong>en</strong> (d.w.2. gevang<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, huiz<strong>en</strong> van<br />
bewaring, r i jkswerkinrichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> ri jksasiels voor psycho-<br />
pat<strong>en</strong>) ;<br />
- e<strong>en</strong> aan het <strong>de</strong>partem<strong>en</strong>t van <strong>de</strong> minister verbond<strong>en</strong><br />
districtspsychiater;<br />
- vier verteg<strong>en</strong>woordigers van <strong>de</strong> in het ressort van <strong>de</strong> raad<br />
werkzame reclasseringsinstelling<strong>en</strong> (art. 31 Rcr) .