02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 13—<strong>De</strong> overwinning<br />

“Toen nam de duivel Hem mede naar de heilige stad en hij stelde Hem op de rand van het dak des<br />

tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelf dan naar beneden; er staat immers<br />

geschreven: Aan Zijn engelen zal Hij opdracht geven aangaande U, en op de handen zullen zij U<br />

dragen, opdat gij Uw voet niet aan een steen stoot”.<br />

Nu meent Satan, dat hij Jezus tegemoet is getreden op Zijn eigen terrein. <strong>De</strong> geslepen vijand brengt<br />

zelf woorden naar voren die uit Gods mond zijn voortgekomen. Hij doet zich nog steeds voor als een<br />

engel des lichts, en hij maakt het duidelijk, dat hij vertrouwd is met de Schriften en de draagkracht<br />

begrijpt van wat er geschreven staat. Zoals Jezus tevoren het Woord van God had gebruikt om Zijn<br />

geloof te bevestigen, zo gebruikt de verlei<strong>der</strong> dat Woord nu om zijn bedrog kracht bij te zetten. Hij<br />

beweert, dat hij alleen de trouw van Jezus op de proef heeft willen stellen, en nu prijst hij zijn<br />

standvastigheid. Daar de Heiland vertrouwen in God getoond heeft, dringt de Satan erop aan, dat Hij<br />

nog een bewijs zal geven van Zijn geloof.<br />

Maar weer wordt de verzoeking voorafgegaan <strong>door</strong> dat wantrouwende: “Indien Gij Gods Zoon zijt”.<br />

Christus werd in de verleiding gebracht om te antwoorden op dat “indien”, maar Hij weigerde ook<br />

maar de geringste twijfel te accepteren. Hij wilde Zijn leven niet in gevaar brengen om Satan een<br />

bewijs te geven.<br />

<strong>De</strong> verlei<strong>der</strong> meende dat hij gebruik zou kunnen maken van de menselijke natuur van Christus en dat<br />

hij Hem tot aanmatiging zou kunnen aanzetten. Maar hoewel Satan kan aandringen, kan hij niemand<br />

dwingen tot zondigen. Hij zei tot Jezus: “Werp Uzelf dan naar beneden”, daar hij wist dat hij Hem er<br />

niet zou kunnen afwerpen; want dan zou God tussenbeide komen om Hem te verlossen. Indien Christus<br />

niet zou toegeven aan de verzoeking, zou Hij niet overwonnen kunnen worden. Alle macht op aarde<br />

en in de hel konden Hem niet dwingen om in de geringste mate af te wijken van de wil Zijns Va<strong>der</strong>s.<br />

<strong>De</strong> verlei<strong>der</strong> kan ons nooit dwingen om kwaad te doen. Hij kan geen macht uitoefenen over iemands<br />

geest tenzij die persoon zichzelf on<strong>der</strong> zijn macht heeft gesteld. <strong>De</strong> wil moet toegeven, het geloof moet<br />

Christus loslaten, voordat Satan macht over ons kan uitoefenen. Maar ie<strong>der</strong> zondig verlangen dat wij<br />

koesteren, geeft hem houvast. Ie<strong>der</strong> punt waarin wij falen te voldoen aan de goddelijke maatstaf, is<br />

een open deur waar<strong>door</strong> Satan kan binnenkomen om ons te verleiden en te vernietigen. En ie<strong>der</strong>e<br />

mislukking of ne<strong>der</strong>laag van ons geeft hem de gelegenheid om Christus te smaden.<br />

Toen Satan de belofte citeerde: “Hij zal aangaande U Zijn engelen gebieden”, liet hij de volgende<br />

woorden weg: “dat zij U behoeden op al uw wegen”, dat wil zeggen op alle wegen die God verkiest.<br />

Jezus weigerde af te wijken van het pad <strong>der</strong> gehoorzaamheid. Terwijl Hij een volkomen vertrouwen<br />

in Zijn Va<strong>der</strong> toonde, wilde Hij toch niet, zon<strong>der</strong> dat Hij daartoe de opdracht kreeg, Zichzelf in een<br />

positie brengen die tussenkomst van Zijn Va<strong>der</strong> noodzakelijk zou maken om Hem van de dood te<br />

redden. Hij wilde de Voorzienigheid niet dwingen Hem te redden, en op deze wijze te kort schieten in<br />

Zijn poging de mens een volmaakt voorbeeld te geven van vertrouwen en on<strong>der</strong>werping.<br />

67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!