02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

voorgesteld, voor Gods aangezicht bracht. Christus was de weg waar<strong>door</strong> de patriarchen en profeten<br />

werden gered. Hij is de enige weg die ons de toegang tot God biedt.<br />

“Indien gij Mij kendet”, zei Christus, “zoudt gij ook Mijn Va<strong>der</strong> gekend hebben. Van nu aan kent gij<br />

Hem en hebt gij Hem gezien”. Maar nog begrepen de discipelen het niet. “Here, toon ons de Va<strong>der</strong>”,<br />

riep Filippus uit, “en het is ons genoeg”.<br />

Verwon<strong>der</strong>d over zijn traagheid van begrip vroeg Christus met smartelijke verbazing: “Ben Ik zolang<br />

bij u, Filippus, en kent gij Mij niet?” Is het mogelijk, dat gij de Va<strong>der</strong> niet ziet in de werken die Hij<br />

<strong>door</strong> Mij doet? Gelooft ge niet, dat Ik ben gekomen om van de Va<strong>der</strong> te getuigen? “Hoe zegt gij dan:<br />

Toon ons de Va<strong>der</strong>?” “Wie Mij gezien heeft, heeft de Va<strong>der</strong> gezien”. Christus had niet opgehouden<br />

God te zijn toen Hij mens werd. Hoewel Hij Zich had verne<strong>der</strong>d en de menselijke natuur had<br />

aangenomen, bezat Hij nog steeds de Godheid. Christus alleen kon de Va<strong>der</strong> aan de mensen tonen, en<br />

de discipelen hadden meer dan drie jaar lang het voorrecht gehad deze vertegenwoordiging waar te<br />

nemen.<br />

“Gelooft Mij, dat Ik in de Va<strong>der</strong> ben en de Va<strong>der</strong> in Mij is; of an<strong>der</strong>s, gelooft om de werken zelf”. Hun<br />

geloof kon veilig steunen op het getuigenis gegeven uit de werken van Christus, werken die geen mens<br />

uit zichzelf ooit had gedaan of ooit zou kunnen doen. Het werk van Christus had getuigd van Zijn<br />

goddelijkheid. Door Hem was de Va<strong>der</strong> geopenbaard.<br />

Indien de discipelen geloofden in deze levende verbinding tussen de Va<strong>der</strong> en de Zoon, zou hun geloof<br />

hen niet verlaten, wanneer ze het lijden en sterven van Christus zagen om een verlorengaande wereld<br />

te redden. Christus trachtte hen af te brengen van hun kleingeloof tot de ervaring die zij zouden kunnen<br />

ontvangen wanneer zij waarlijk beseften wie Hij was — God in het menselijk vlees. Hij verlangde, dat<br />

zij zouden inzien dat hun geloof tot God moest leiden en daar verankerd moest zijn. Hoe ernstig en<br />

volhardend trachtte onze barmhartige Heiland Zijn discipelen voor te bereiden op de storm van<br />

verleiding, die spoedig over hen zou losbarsten! Hij wilde, dat ze met Hem in God geborgen waren.<br />

Terwijl Christus deze woorden uitsprak, straalde de heerlijkheid Gods van Zijn gelaat, en alle<br />

aanwezigen gevoelden een heilig ontzag, terwijl ze met gespannen aandacht naar Zijn woorden<br />

luisterden. Hun harten werden met meer beslistheid op Hem gericht, en terwijl ze in groter liefde tot<br />

Christus werden getrokken, werden ze ook tot elkan<strong>der</strong> gebracht. Zij gevoelden dat de hemel zeer nabij<br />

was, en dat de woorden waarnaar zij luisterden, voor hen een boodschap waren van hun hemelse Va<strong>der</strong>.<br />

“Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u”, vervolgde Christus, “wie in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij<br />

ook doen”. <strong>De</strong> Heiland verlangde zeer, dat Zijn discipelen zouden begrijpen met welk doel Zijn<br />

goddelijkheid verenigd was met de menselijke natuur. Hij kwam naar de wereld om de heerlijkheid<br />

Gods te openbaren, opdat de mens <strong>door</strong> de vernieuwende kracht daarvan zou worden verheven. God<br />

werd in Hem geopenbaard, opdat Hij in hen geopenbaard zou worden. Jezus openbaarde geen<br />

eigenschappen en gebruikte geen krachten die de mensen <strong>door</strong> het geloof in Hem niet kunnen bezitten.<br />

Zijn volmaakte menselijke natuur kunnen al Zijn volgelingen bezitten, indien zij zich aan God willen<br />

on<strong>der</strong>werpen zoals Hij dat deed.<br />

432

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!