02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

voor God en een onzelfzuchtige houding tegenover de mensen schenen voor hem meer waarde te<br />

hebben dan al deze vormen. <strong>De</strong> bereidheid van deze man om de juistheid van de redenering van Jezus<br />

te erkennen, en zijn besliste en prompte antwoord waar de mensen bij waren, openbaarde een geest die<br />

volkomen verschillend was van de geest van de priesters en oversten. Het hart van Jezus ging in<br />

ontferming uit naar de eerlijke schriftgeleerde, die het gewaagd had de boze blikken van de priesters<br />

en de dreigementen van de oversten te trotseren om te spreken naar de overtuiging van zijn hart. “En<br />

Jezus, ziende dat hij verstandig geantwoord had, zeide tot hem: Gij zijt niet verre van het koninkrijk<br />

Gods”.<br />

<strong>De</strong> schriftgeleerde was dichtbij het koninkrijk Gods <strong>door</strong> het feit, dat hij inzag dat rechtvaardige daden<br />

meer aannemelijk zijn voor God dan brandoffers en slachtoffers. Maar het was nodig, dat hij het<br />

goddelijk karakter van Christus zou erkennen, en <strong>door</strong> geloof in Hem kracht zou ontvangen om de<br />

werken <strong>der</strong> gerechtigheid te doen. <strong>De</strong> eredienst had geen waarde, indien die niet <strong>door</strong> een levend geloof<br />

met Christus werd verbonden. Zelfs de zedenwet bereikt haar doel niet, tenzij men deze wet verstaat<br />

in haar verband met de Heiland. Christus had steeds weer aan-getoond, dat de wet van Zijn Va<strong>der</strong> een<br />

diepere inhoud had dan alleen maar dwingende bevelen. In de wet ligt hetzelfde beginsel opgesloten<br />

dat in het evangelie wordt geopenbaard. <strong>De</strong> wet wijst op de plicht van de mens en toont hem zijn<br />

schuld. Op Christus moet hij zien om vergeving te verkrijgen en kracht om datgene te doen wat de wet<br />

voorschrijft.<br />

<strong>De</strong> Farizeeën waren dicht om Jezus heen gedrongen, toen Hij de vraag van de schriftgeleerde<br />

beantwoordde. Nu wendde Hij Zich om en stelde hun een vraag: “Wat dunkt u van de Christus? Wiens<br />

Zoon is Hij?”22 <strong>De</strong>ze vraag was bedoeld om hun geloof aangaande de Messias te beproeven — om<br />

aan het licht te brengen of zij Hem eenvoudig zagen als een mens of als de Zoon van God. Een koor<br />

van stemmen antwoordde: “Davids zoon”. Dit was de titel die de profetie aan de Messias gegeven had.<br />

Toen Jezus <strong>door</strong> Zijn machtige won<strong>der</strong>en Zijn goddelijkheid openbaarde, toen Hij de zieken genas en<br />

de doden opwekte, hadden de mensen on<strong>der</strong> elkan<strong>der</strong> de vraag gesteld: “Dit is toch niet de zoon van<br />

David?” <strong>De</strong> Syrofenicische vrouw, de blinde Bartimeüs en vele an<strong>der</strong>en hadden tot Hem om hulp<br />

geroepen: “Heb medelijden met mij, Here, Zoon van David”. Terwijl Hij Jeruzalem binnenreed, had<br />

men Hem toegejuicht met de vreugdevolle kreet: “Hosanna de Zoon van David, gezegend Hij Die<br />

komt in de naam des Heren”. En de kleine kin<strong>der</strong>en in de tempel hadden die dag de blijde lofprijzing<br />

herhaald. Maar velen die Jezus de Zoon van David noemden, erkenden niet Zijn goddelijkheid. Zij<br />

begrepen niet, dat de Zoon van David ook de Zoon van God was.<br />

In antwoord op de verklaring dat de Christus de Zoon van David was, zei Jezus: “Hoe kan David Hem<br />

dan <strong>door</strong> de Geest [de Geest <strong>der</strong> Inspiratie, Die van God komt] zijn Here noemen, als hij zegt: <strong>De</strong> Here<br />

heeft gezegd tot mijn Here: Zet U aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden on<strong>der</strong> Uw voeten gelegd<br />

heb. Indien David Hem dus Here noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn? En niemand kon Hem daarop<br />

iets antwoorden en evenmin durfde iemand van die dag af Hem meer iets vragen”.<br />

393

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!