02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>De</strong> moe<strong>der</strong> met haar zonen kwamen samen tot Jezus, en vroegen Hem, of Hij een verzoek waarop zij<br />

hun hart gezet hadden, wilde inwilligen.<br />

”Wat wilt gij, dat Ik u doen zal?” vroeg Hij.<br />

<strong>De</strong> moe<strong>der</strong> antwoordde: “Zeg dat deze mijn twee zonen mogen zitten, één aan Uw rechterzijde en één<br />

aan Uw linkerzijde in Uw koninkrijk”.<br />

Jezus behandelt hen lief<strong>der</strong>ijk en berispt hen niet om hun zelfzucht, dat zij trachten voorrang te willen<br />

hebben boven hun broe<strong>der</strong>s. Hij <strong>door</strong>ziet hun hart, Hij weet hoe sterk zij aan Hem gehecht zijn. Hun<br />

liefde is niet louter een menselijke toegenegenheid; ofschoon deze liefde bezoedeld is <strong>door</strong> de aarsheid<br />

van haar menselijk kanaal, is ze een uitvloeisel van de fontein van Zijn eigen verlossende liefde. Hij<br />

wil niet berispen, maar versterken en louteren. Hij zei: “Kunt gij de beker drinken die Ik drink, of met<br />

de doop gedoopt worden waarmede Ik gedoopt word?” Zij herinneren zich Zijn geheimzinnige<br />

woorden die wezen op beproeving en lijden, maar toch antwoorden zij vol vertrouwen: “Wij kunnen<br />

het”. Zij zouden het zich tot de hoogste eer tekenen, hun trouw te bewijzen <strong>door</strong> in alles wat hun Here<br />

zal overkomen, te delen.<br />

”<strong>De</strong> beker die Ik drink, zult gij drinken, en met de doop waarmede Ik gedoopt word, zult gij gedoopt<br />

worden”, zei Hij; vóór Hem een kruis in plaats van een troon, twee misdadigers als Zijn metgezellen<br />

aan Zijn rechteren aan Zijn linkerhand. Johannes en Jacobus zouden met hun Meester delen in het<br />

lijden; de een was de eerste van de broe<strong>der</strong>en die <strong>door</strong> het zwaard zou omkomen, de an<strong>der</strong> zou het<br />

langst van allen inspanning, schande en vervolging moeten dragen.<br />

“Maar het zitten aan Mijn rechterzijde en linkerzijde”, vervolgde Hij, “staat niet aan Mij te geven,<br />

maar het is voor hen die het bereid is <strong>door</strong> Mijn Va<strong>der</strong>”. In het koninkrijk Gods verkrijgen wij onze<br />

plaats niet <strong>door</strong> bevoordeling. <strong>De</strong>ze wordt niet verdiend en wordt ons ook niet toebedeeld <strong>door</strong> een<br />

willekeurige schenking. Ze is het resultaat van ons karakter. <strong>De</strong> kroon en de troon zijn de tekenen van<br />

een toestand die wij verkregen hebben; zij zijn de tekenen van zelfoverwinning <strong>door</strong> onze Here Jezus<br />

Christus.<br />

Lang daarna, toen de discipelen hadden geleerd deel te hebben aan Christus <strong>door</strong> de gemeenschap aan<br />

Zijn lijden, openbaarde de Here aan Johannes, wat de voorwaarde is voor het dichtbij-zijn in Zijn<br />

koninkrijk. “Wie overwint”, zegt Christus, “hem zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, gelijk<br />

Ik heb overwonnen en gezeten ben met Mijn Va<strong>der</strong> op Zijn troon”. “Wie overwint, hem zal Ik maken<br />

tot een zuil in de tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de<br />

naam Mijns Gods... en Mijn nieuwe naam”. Zo schreef de apostel Paulus: “Wat mij aangaat, reeds<br />

word ik als plengoffer geofferd en het tijdstip van mijn verscheiden staat voor de deur. Ik heb de goede<br />

strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden; voorts ligt voor mij<br />

gereed de krans <strong>der</strong> rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige Rechter, mij zal<br />

geven”.<br />

<strong>De</strong>gene die het dichtst bij Christus zal staan, is hij die het diepst de geest van Zijn zelfopofferende<br />

liefde heeft ingedronken, — een liefde die “niet praalt,., niet opgeblazen is,., zichzelf niet zoekt,., niet<br />

352

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!