02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Zijn gebed wordt verhoord. Terwijl Hij in ne<strong>der</strong>igheid gebogen ligt op de rotsachtige grond, gaat<br />

plotseling de hemel open, de gouden poorten van de stad Gods worden wijd opengeworpen, en een<br />

heilige lichtstroom daalt neer op de berg en omgeeft de gestalte van de Heiland. <strong>De</strong> goddelijkheid van<br />

binnenuit straalt <strong>door</strong> de menselijke natuur heen, en ontmoet de heerlijkheid die van boven komt.<br />

Christus rijst op uit Zijn gebogen houding, en staat daar in goddelijke majesteit. <strong>De</strong> zielestrijd is<br />

verdwenen. Zijn gelaat straalt nu “gelijk de zon”, en Zijn kle<strong>der</strong>en zijn “wit als het licht”.<br />

<strong>De</strong> discipelen ontwaken, en aanschouwen de stroom van heerlijkheid die de berg verlicht. In vrees en<br />

verwon<strong>der</strong>ing staren ze naar de stralende gestalte van hun Meester. Wanneer zij in staat zijn om het<br />

won<strong>der</strong>bare licht te aanschouwen, zien ze dat Jezus niet alleen is. Naast Hem staan twee hemelse<br />

wezens, die in een vertrouwelijk gesprek met Hem zijn gewikkeld. Het zijn Mozes, die op Sinaï met<br />

God gesproken heeft, en Elia, aan wie het voorrecht geschonken werd — dat buiten hem slechts aan<br />

één zoon van Adam werd geschonken — om nooit in de macht van de dood te komen. Op de berg<br />

Pisga had Mozes vijftien eeuwen geleden gestaan en gestaard naar het Land <strong>der</strong> Belofte. Maar om zijn<br />

zonde bij Meriba was het niet voor hem weggelegd om daar binnen te gaan..Hem was niet de vreugde<br />

toegestaan, het leger van Israël het erfdeel hunner va<strong>der</strong>en binnen te leiden. Zijn dringende smeekbede:<br />

“Laat ik toch naar de overzijde mogen trekken en het goede land zien, dat aan de overkant van de<br />

Jordaan ligt, dat schone bergland en de Libanon”, werd geweigerd. <strong>De</strong> hoop die veertig jaar lang de<br />

duisternis van de woestijn verlicht had, moest hem ontzegd worden. Een graf in de woestijn was het<br />

doel van deze jaren van zware arbeid en op het hart drukkende zorg. Maar Hij Die “bij machte is<br />

oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen”, had op deze wijze het gebed van Zijn<br />

dienstknecht verhoord. Mozes kwam on<strong>der</strong> de heerschappij van de dood, maar hij zou niet in het graf<br />

blijven. Christus Zelf riep hem ten leven. Satan, de verlei<strong>der</strong>, had aanspraak gemaakt op het lichaam<br />

van Mozes vanwege zijn zonde; maar Christus, de Heiland, deed hem uit het graf opstaan.<br />

Mozes was op de berg <strong>der</strong> verheerlijking een getuige van de overwinning van Christus over zonde en<br />

dood. Hij stelde degenen voor die uit het graf zullen verrijzen bij de opstanding <strong>der</strong> rechtvaardigen.<br />

Elia, die naar de hemel was opgevaren zon<strong>der</strong> de dood te zien, stelde degenen voor die op aarde zullen<br />

leven bij de tweede komst van Christus, en die “veran<strong>der</strong>d zullen worden, in een ondeelbaar ogenblik,<br />

bij de laatste bazuin”; wanneer “dit vergankelijke onvergankelijkheid moet aandoen”, en “dit<br />

sterfelijke onsterfelijkheid moet aandoen”. Jezus was bekleed met licht des hemels zoals Hij zal<br />

verschijnen wanneer Hij zal komen “ten tweeden male zon<strong>der</strong> zonde... tot hun heil”. Want Hij zal<br />

komen “in de heerlijkheid Zijns Va<strong>der</strong>s, met de heilige engelen”. <strong>De</strong> belofte van de Heiland aan de<br />

discipelen ging nu in vervulling. Op de berg werd het toekomstig koninkrijk <strong>der</strong> heerlijkheid in<br />

miniatuur voorgesteld — Christus de Koning, Mozes een vertegenwoordiger van de verrezen hei-ligen,<br />

en Elia van de verheerlijkten.<br />

<strong>De</strong> discipelen begrepen de betekenis van dit schouwspel niet; maar zij verblijdden zich over het feit,<br />

dat de geduldige Leraar, de Zachtmoedige en Ne<strong>der</strong>ige, Die heeft rondgezworven als een hulpeloze<br />

vreemdeling, geëerd wordt <strong>door</strong> hen die <strong>door</strong> de hemel begenadigd zijn. Zij geloven, dat Elia gekomen<br />

is om de regering van de Messias aan te kondigen, en dat het koninkrijk van Christus nu ie<strong>der</strong> ogenblik<br />

op aarde kan worden opgericht. Zij zouden voor altijd de herinnering aan hun vrees en teleurstelling<br />

uit hun gedachten willen bannen. Hier, waar de heerlijkheid van God wordt geopenbaard, willen zij<br />

vertoeven. Petrus roept uit: “Meester, het is goed, dat wij hier zijn, laten wij drie tenten opslaan, voor<br />

272

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!