02.10.2016 Views

De Wens der Eeuwen door Ellen White

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

In het hart van de hele mensheid, ongeacht etniciteit, leeftijd, klasse, cultuur, religie of verblijfplaats, is er een brandend verlangen van enkele onuitsprekelijke ontastbaarheid - de ziel zo leeg en ellendig. Dit verlangen is inherent aan de aard van de mens door een barmhartige Schepper, die man is niet tevreden in zijn huidige toestand, wat het ook moge zijn. Maar de ervaring van spirituele heelheid in Christus mogelijk is. De profeet Haggai, genaamd Jezus Christus terecht de “Verlangen van de Naties”. Het is de bedoeling van dit boek om Jezus Christus te presenteren als de Ene in wie alle wensen kan worden voldaan - met een overvloed aan het onderwijs, ondoorgrondelijke macht, en veel glimp van het voorbeeldige leven van Jezus van Nazareth ....

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 21—Bethesda en het Sanhedrin<br />

“Nu is er te Jeruzalem bij de Schaapspoort een bad, dat in het Hebreeuws de bijnaam Bethesda draagt,<br />

met vijf zuilengangen. Daarin lag een menigte zieken, blinden, verlamden en verschrompelden, die<br />

wachtten op de beweging van het water.”<br />

Op bepaalde tijden werd het water van dit bad beroerd, en men geloofde algemeen, dat dit het gevolg<br />

was van een bovennatuurlijke macht, en dat ie<strong>der</strong> die het eerst na het beroeren van het water daar<br />

inkwam, genezen zou worden van welke ziekte ook die hij had. Hon<strong>der</strong>den zieken bezochten dit<br />

gebouw; maar zó groot was de schare, als het water werd beroerd, dat zij naar voren stormden, daarbij<br />

mannen, vrouwen en kin<strong>der</strong>en die zwakker waren dan zijzelf, on<strong>der</strong> de voet lopend. Velen konden het<br />

bad niet bereiken. Velen die erin geslaagd waren het te bereiken, stierven op de rand ervan. Er waren<br />

beschuttingen gebouwd rondom de plaats, zodat de zieken beschermd zouden zijn tegen de hitte van<br />

de dag en de koude van de nacht. Er waren mensen die de nacht <strong>door</strong>brachten in die zuilengangen, en<br />

dagelijks weer naar de rand van het bad kropen in een ijdele hoop op genezing.<br />

Jezus was weer in Jeruzalem. Hij wandelde alleen, kennelijk in overdenking en gebed verzonken, en<br />

kwam zo bij het badwater. Hij zag hoe de arme lijdenden wachtten op datgene waarvan zij meenden<br />

dat het hun enige kans op genezing was. Hij verlangde ernaar Zijn genezende kracht aan te wenden<br />

om elke zieke beter te maken. Maar het was sabbat. Grote scharen gingen naar de tempel om te<br />

aanbidden, en Hij wist dat een <strong>der</strong>gelijke genezing het vooroordeel van de Joden zó zou opwekken,<br />

dat Zijn werk daar<strong>door</strong> tot een vroegtijdig einde gebracht zou worden.<br />

Maar de Heiland zag een geval van de diepste ellende. Het betrof een man die reeds achten<strong>der</strong>tig jaar<br />

lang een hulpeloze invalide was. Zijn ziekte was voor een groot deel het gevolg van zijn eigen zonde<br />

en werd beschouwd als een oordeel Gods. Alleen en zon<strong>der</strong> vrienden, met een gevoel dat hij van Gods<br />

genade was uitgesloten, had de zieke lange jaren van ellende <strong>door</strong>gebracht. Op het ogenblik dat men<br />

verwachtte dat het water beroerd zou worden, brachten mensen die medelijden met zijn hulpeloosheid<br />

hadden, hem naar de zuilengangen. Maar op het gunstigste ogenblik had hij niemand om hem erin te<br />

helpen. Hij had de rimpeling van het water gezien, maar was nooit in staat geweest ver<strong>der</strong> te komen<br />

dan aan de rand van het bad. An<strong>der</strong>en die sterker waren dan hij, sprongen er eer<strong>der</strong> in. Hij was niet<br />

opgewassen tegen de zelfzuchtige, dringende menigte. Zijn hardnekkige pogingen dat ene doel te<br />

bereiken, en zijn ongerustheid en voortdurende teleurstelling deden het laatste restje van zijn krachten<br />

snel afnemen.<br />

<strong>De</strong> zieke man lag op zijn mat en hief af en toe het hoofd op om naar het bassin te kijken, toen een<br />

vriendelijk, medelijdend gelaat zich over hem heen boog, en de woorden: “Wilt gij gezond worden?”<br />

zijn aandacht vroegen. Er kwam hoop in zijn hart. Hij voelde dat hij op de een of an<strong>der</strong>e wijze geholpen<br />

zou worden. Maar de lichtstraal van bemoediging doofde al spoedig uit. Hij dacht eraan, hoe dikwijls<br />

hij getracht had het bad te bereiken, en nu was er weinig uitzicht, dat hij zou blijven leven totdat het<br />

opnieuw beroerd zou worden. Hij wendde zich vermoeid af, met de woorden: “Here, ik heb geen mens<br />

om mij, zodra er beweging komt in het water, in het bad te werpen; en terwijl ik on<strong>der</strong>weg ben, daalt<br />

een an<strong>der</strong> vóór mij af”.<br />

118

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!