prikkel-2014 Yumpu
Prikkeldraad in mijn gedachten 1
- Page 2 and 3: Prikkeldraad in mijn gedachten 2
- Page 4 and 5: Hoe groot zijn woorden. Hoe diep, d
- Page 6 and 7: Is het deze stuwkracht, te mogen sc
- Page 8 and 9: Ik, deelnemer . . . - Mens-zijn -,
- Page 10 and 11: Zomaar leven In deze scheppingsgeme
- Page 12 and 13: Wie zijn jullie, - onzichtbaren - i
- Page 14 and 15: Jij stem, die mij aanspreekt in de
- Page 16 and 17: Waarom . . . . Ik . . . . Mens ? Ji
- Page 18 and 19: Dat weet je toch . . . . . - innerl
- Page 20 and 21: “ waar ben je ? “. Ja, waar zou
- Page 22 and 23: In de echo van verraad . . . ik men
- Page 24 and 25: Verslaafd en vernederd, in eigenwaa
- Page 26 and 27: De rijkdom van het eenvoudige . . .
- Page 28 and 29: Verlangen laat me opstaan, Zij roep
- Page 30 and 31: Zij past niet in onze denkwereld, O
- Page 32 and 33: Waar woont de dag . . . Het prille
- Page 34 and 35: Hier ga ik, tastend, blind en broos
- Page 36 and 37: Een woestijn, waar de onzekerheid,
- Page 38 and 39: Schreeuwende dorst, in de woestijn
- Page 40 and 41: De eenzame mens, geketend aan haar
- Page 42 and 43: Wie ben ik eigenlijk, wat is - best
- Page 44 and 45: Ik, dwalend in mijn vragen, tastend
- Page 46 and 47: Waar ben jij, geest van verlangen .
- Page 48 and 49: Ik . . . een schakel . . . Zo ben j
- Page 50 and 51: O nacht, wanhoop, geboren kind, ges
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
1
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
2
Sprokkelen . . .<br />
Woorden,<br />
Gelezen<br />
Op de akker van éénzaamheid,<br />
Samengebonden<br />
Uitgezaaid, om te ontkiemen.<br />
Tot leven geroepen,<br />
Om geoogst te worden.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
3
Hoe groot zijn woorden.<br />
Hoe diep, dragen zij de gevoelens, waaruit zij zijn<br />
geschreven. Hoe waardevol, is hun bestaan?<br />
Gevoelens, beletterd tot woorden. Geschreven om<br />
overgedragen te worden naar een ruimte, waarvan<br />
zij niet weten, of ze ooit worden binnen gelaten.<br />
Overdragen of geven, zonder te weten,<br />
geaccepteerd te worden. Daar begin je aan, als de<br />
eerste regels hun weg zoeken om bij je vandaan te<br />
gaan.<br />
Woorden . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
4
Woorden . . .<br />
de één na de ander, – stap voor stap – uitgezaaid in een<br />
mysterie, in een eeuwigheidsritme dat ons verwondert.<br />
En dan schrijven, over iets dat te groot is voor woorden.<br />
Hoe durf je het aan, of beter gezegd : “Wie denk je wel<br />
dat je bent, om iets te verwoorden, iets te schrijven, over<br />
wat je niet kunt bevatten ?”<br />
Waar ben je ooit aan begonnen, toen de eerste woorden,<br />
bij je vandaan wilden gaan, een regel zochten.<br />
Is het omdat jij – mens –, heimelijk het zielverbond mag<br />
voelen, dat zich laat schrijven uit het scheppingshart vol<br />
leven?<br />
Is het deze stuwkracht ?<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
5
Is het deze stuwkracht,<br />
te mogen schrijven uit – het zielverbond –,<br />
DE EEUWIGE METGEZEL, die meegaat naar de<br />
begrensde en onbegrensde ruimten.<br />
Gevoelige woorden, zoekend naar verbinding,<br />
opdat haar éénzaamheid, zich deelt tot<br />
het meervoudige, - gemeenschap vormt en<br />
samensmelt in de éénheid, waarnaar zij<br />
onderweg is.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
6
Geboren worden,<br />
Een moment in het stoffelijke verkeren, een lichaam met<br />
fijndradige functies, aangestuurd door een mysterie van<br />
leven, van aanwezigheid.<br />
Vreemd is het, - te ervaren - je niets bewust te zijn van de<br />
tijd, vóór je geboorte.<br />
Wonderlijk, – zo ineens – een hartslag, een levensritme in<br />
jezelf, in bloemen, bomen, mensen, dieren. Zomaar<br />
leven, in deze scheppingsgemeenschap, op die<br />
wonderlijke, raadselachtige aarde.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
7
Ik, deelnemer . . .<br />
– Mens-zijn –, in een stoffelijk lichaam verkeren, op die<br />
men-sen-lan-ge-weg met legio geesten. Zomaar leven !<br />
Hoe moeilijk en vol spanning komen we te zitten, wanneer<br />
ons lichaam het af laat weten en aangeeft ‘ziek’ te zijn.<br />
Je functioneren wordt bedreigd en lijkt verloren te gaan.<br />
We verzekeren ons, betalen hoge premies, om vooral<br />
geen levensfuncties te verliezen.<br />
Krampachtig houden we ons vast aan het fysieke bestaan.<br />
Hoe lang . . . hoe lang nog . . .<br />
“ is ons leven meer, dan de jaren tussen onze geboorte en<br />
ons sterven“ ?<br />
Hoe ondoorgrondelijk is ‘bestaan’<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
8
Met levenskracht omgeven,<br />
als ik op aarde kom.<br />
Gedeeld . . . en toch verweven,<br />
Geest in het Trouwverbond.<br />
Een lichaam dat mocht komen,<br />
een menselijk gezicht,<br />
dat Hart en Ziel doet wonen,<br />
en Geest’lijk is verlicht.<br />
Opzoek gaan naar elkander,<br />
naar wat - ons menszijn - is.<br />
Opweg gaan met de ander,<br />
soms door de duisternis.<br />
Die Zich in ons laat Leven,<br />
Verbonden voor altijd.<br />
Met ons gaat door het heden,<br />
steeds in de Eeuwigheid.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
9
Zomaar leven<br />
In deze scheppingsgemeenschap, in deze wonderlijke tuin,<br />
waar het ondoorgrondelijke, - mij mens - leeft in haar<br />
ruimte en ik, dwalend in mijn beperkingen, op zoek ben<br />
naar mijzelf.<br />
Wie ben ik, – tastende gedachte – die probeert te vinden,<br />
maar verzinkt in een bodemloze diepte en in deze wijdse<br />
ruimte, zich lijkt te verliezen en verkrampt.<br />
Jij, verscholen in mijn gedachten, zeg mij, wie ik ben !<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
10
Jij, verscholen in mijn gedachten,<br />
zeg mij; Wie ben ik, – gevangen in onzekerheden – , die al<br />
men-sen-lang zoekt, steeds weer struikelt weer opstaat<br />
en al maar dwaalt, tussen- en met de geesten.<br />
Wie zijn jullie, onzichtbaren in deze wonderlijke tuin, die<br />
mij verwazen tot een doelloos schepsel, tastend naar een<br />
beetje houvast ?<br />
Kom op, jullie ondoorgrondelijke nevels, laat je zien, open<br />
je gedaante en laat me voelen, wie jullie zijn !<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
11
Wie zijn jullie, – onzichtbaren –<br />
in deze tuin die aarde genoemd wordt . . .<br />
Jullie weten toch van het <strong>prikkel</strong>draad, dat mijn gedachten<br />
verwondt en opsluit in haar beperkingen!<br />
Ga vandaag eens met mij mee, jullie ongrijpbare geesten.<br />
Ga eens mee naar dit slagveld, naar deze ecologische tuin,<br />
voel en zie, – met mij –, het concentratiekamp, dat hier<br />
gebouwd wordt. Voel dat deze aarden-tempel verraderlijke<br />
wreedheden ondergaat. Alles wat lacht en ademt,<br />
verstikt in het materialisme, verantwoordelijkheid, wordt<br />
onder een dikke laag asfalt verteerd tot een harde korst.<br />
En dan steeds weer die stem, die het goede en het kwade,<br />
uitspreekt in mijn gedachten.<br />
Ik vraag mij af; Wie ben jij eigenlijk, – stem –, die zich<br />
uitspreekt in mijn onrust?<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
12
Jij stem, die uit de stilte,<br />
mij aanroept in m'n hart,<br />
verblijvend in de kilte,<br />
gedachten, licht en zwart.<br />
Verward . . . , in tweestrijd leven,<br />
mijn -menszijn- ondergaan,<br />
en voelen ‘t onvermogen,<br />
om hier alleen te staan.<br />
Jij Stem, die zich laat leven,<br />
in mensen, voor altijd.<br />
Met ons gaat door het heden,<br />
steeds in de Eeuwigheid.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
13
Jij stem, die mij aanspreekt<br />
in de onrust van m'n hart. Hier sta ik, midden in de<br />
vreugde, dat zich laat vieren in dit landschap. Haar<br />
hartslag neemt mij mee in de blijdschap van<br />
bloemenkleuren.<br />
Hier adem ik, – in . . en . . uit – .<br />
Ik mens, hier in dit wonder! Levend in deze dankbaarheid .<br />
Jij stem, die in dit mysterie klinkt en mijn gedachten<br />
bezoekt, deze heelheid laat voelen . . . – ben jij het –, die<br />
dit levenswonder laat wonen in het hart van mijn ziel.<br />
– Ben jij het – , die mij mens, laat leven in deze heelheid?<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
14
en jij het,<br />
die mij – mens – laat leven in deze heelheid?<br />
Vertel mij, – Aanwezigheid – :<br />
“ Waarom , . . . Waarom, spreek jij mij aan vanuit het<br />
noorden, het westen, vanuit het oosten en het<br />
zuiden ?<br />
Waarom, kom jij – zo wereldwijd – , naar mij toe ?<br />
Waarom . . . . Ik . . . . Mens ” ?<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
15
Waarom . . . . Ik . . . . Mens ?<br />
Jij weet toch van die verwarrende, geesten, die een mensen-le-ven-lang<br />
doorwoekeren in dit aardse bestaan en<br />
met geslepen stilzwijgen, – jouw lichtziel in mij – ,<br />
verduisteren.<br />
Jij weet ook, dat de scheppingsvreugde,- in deze<br />
verduistering – , haar blijdschap verliest en de lofzang in<br />
mij doet verstommen.<br />
Dat weet je toch . . . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
16
Op aarde een ontheemde,<br />
Ik durf niet verder gaan.<br />
De geesten in de vreemde,<br />
belagen mijn bestaan.<br />
Zo zwak, zijn hier de lichten,<br />
in aardeschemering,<br />
Lijkt hart en ziel te zwichten,<br />
en draagt vernedering.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
17
Dat weet je toch . . . . .<br />
– innerlijke stem . . . – , al die keren dat je me aansprak en<br />
bij wilde staan, hoe vaak jij, door egocentrische gedachten<br />
in mij, verdrongen werd en ik je niet wilde kennen. En dan<br />
telkens weer, die kraaiende haan, – je weet wel –, die<br />
maar niet op wil houden.<br />
Toch blijf je doorgaan en vergezel je mij, met je trouw.<br />
In deze gemeenschapstuin, – Jouw hart –, mag ik wonen.<br />
In dit geluk, in deze blijdschap, van – blauw / groene –<br />
vreugde, adert het levenswater . . .<br />
en ik . . . . . ?<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
18
. . . . . en ik.<br />
Geraffineerd, wordt de scheppingsvreugde in mij,<br />
omsingeld en ingesloten. Gevangen in de boeien van<br />
eigen waan, betreed ik de wegen van verlokkingen.<br />
Torenhoog opgestapelde verleidingen doorwoekeren<br />
mijn gedachten. Als marionet van zelfzucht, ben ik slaaf<br />
geworden, een robot, die zielloos ten onder gaat, in het<br />
verraderlijk netwerk van gulzigheid.<br />
Wereldwijd, kraait de consumptiehaan hoog van de toren.<br />
Pijnlijk word ik herinnerd, dat de<br />
ScheppingsGemeenschap, zich in mij verloochent voelt.<br />
Verdwaald in mijn levenswijze, word ik terug geroepen uit<br />
mijn vernedering :<br />
“ waar ben je ? “.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
19
“ waar ben je ? “.<br />
Ja, waar zou ik zijn ? Dat weet je toch !<br />
Al men-sen-lang, steeds maar weer die donkere en lichte<br />
kanten. Die lage staat van leven en altijd weer in de<br />
verslaafdheid vastlopen.<br />
Jij, die deze ecologische tempel, deze schepping, tot<br />
levensadem heeft geroepen. Het is toch om moedeloos<br />
van te worden, deze geasfalteerde ketting van<br />
dwangmatigheid razend door mijn hartslag. En dan maar<br />
roepen, “ waar ben je “? Nou, ik zeg je : “ deze<br />
roofbouw, dit uitknijpen van de macrokosmos, brengt mij<br />
uit balans, dat weet je maar al-te-goed !<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
20
Dat weet je maar al te goed,<br />
jij, die de chaos in mijn gedachten bezoekt en aanroept in<br />
deze tuin, deze wereld.<br />
Voel m'n onrust, de geesten van verwarring,<br />
Jij, die m'n vreugde ziet doven, nu de longen van de aarde<br />
worden aangetast, de scheppingsgemeenschap uitéén<br />
dreigt te vallen. Haar ziel, door hebzucht wordt<br />
weggehoond, . . . – Verraden –<br />
Ik, mens, in de echo van verraad . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
21
In de echo van verraad . . .<br />
ik mens, in deze tuin, – deze wereld -, waar de zekerheid<br />
zich heeft verstopt in twijfel. Waar de antwoorden zich<br />
verschansen in vragen. Waar het verborgene niet op komt<br />
dagen, de Levensbron is verduisterd.<br />
In deze verlatenheid, waarin de droom van leven,<br />
- de hartslag - verdreven lijkt te worden door,<br />
de honing van het geld,<br />
de zoetigheid van aanzien,<br />
de ‘grootsheid’ van het ego.<br />
Proeven, alsmaar proeven, steeds meer, . . . – . . . en meer.<br />
Onverzadigbaar, spint de hebzucht haar draden tot een<br />
gevangenis.<br />
. . . Verslaafd en vernederd . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
22
Door -legio- gegrepen,<br />
de geesten van verraad.<br />
Geslagen in hun keten,<br />
gevangen in hun haat.<br />
Mijn leven is zo dubbel,<br />
verraad sluipt er omheen.<br />
Ik draag nog steeds de aarde,<br />
krampachtig en alleen,<br />
Waarom, waarom toch - Babel -,<br />
waarom toch zo verward.<br />
Het breken met elkander,<br />
de kilte van mijn hart?<br />
De geesten in de vreemde,<br />
verduisteren Het Licht,<br />
dat in mij als gedeelde,<br />
al scheppend is verricht.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
23
Verslaafd en vernederd,<br />
in eigenwaan, gaat de trots haar weg.<br />
Op het podium van hoogmoed, etaleert het<br />
ego haar zelfzuchtigheid :<br />
. . . Ik . . . , Ik ga mijn weg.<br />
Bezeten door legio geesten, zoek ik, - mens - de<br />
grenzen van m'n territorium en triomferen<br />
mijn prestaties, - glanzend van trots, - op<br />
mijn bezit<br />
. . . Maar soms . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
24
Maar soms . . .<br />
wandelen mijn gedachten door de tijd, en<br />
staan even stil . . . toen ik jong was;<br />
liefde – afhankelijkheid – zorg<br />
levensvreugde – verbondenheid<br />
Hoe heerlijk danste de rijkdom en bloeide<br />
mijn hart, in een leven vol eenvoud . . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
25
De rijkdom van het eenvoudige<br />
. . . Grenzeloos . . .<br />
Hoe wonderlijk, laat het leven, ons haar waardevolle bron<br />
voelen en leert ons te genieten ! Hoe wonderlijk,<br />
ademen onze tijden in het eeuwige en schept de liefde<br />
haar hartslag in de ziel. Het is in deze verwondering, dat<br />
het verborgene voelbaar wordt. Vruchten voor de geest,<br />
stromend als vredegroet uit een verborgen bron. Haar<br />
vriendelijkheid overstroomt de grenzen van het<br />
afstandelijke en neemt ons op in haar muurloze ruimte.<br />
Hoe wonderlijk, laat deze adem zich voelen.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
26
Hoe wonderlijk,<br />
laat deze adem, deze Heelheid, zich voelen in haar menszijn.<br />
Hoe wonderlijk overleeft zij het slagveld, vol van<br />
pijnlijke gebrokenheid. Hoe trouw, gaat zij haar weg en<br />
leeft haar verbondenheid in de onpeilbare diepten, van<br />
ons menselijk bestaan. Hoe kostbaar is dit verbond, dat<br />
zich laat leven in eenvoud, zich tot vruchten laat bloeien<br />
naar een vreugdevolle gemeenschap.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
27
Verlangen laat me opstaan,<br />
Zij roept mij uit de nacht.<br />
Zij steunt en wil me voorgaan,<br />
opweg gaan naar de dag.<br />
Jouw Licht was mij verborgen,<br />
nog in m'n duisternis,<br />
droeg Jij mij naar de Morgen,<br />
naar Jouw Geheimenis.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
28
Een vreugdevolle gemeenschap,<br />
wat mag dat wel zijn !<br />
Het lijkt een visioen, - vol van licht - , een vrucht vol<br />
blijdschap, verdwaald in de onzichtbaarheid.<br />
Een zielsverlangen opgesloten in gedachten.<br />
Verborgen geluk, dat maar niet geboren kan worden,<br />
geen welkom wordt toegeroepen, zelfs bedreigend<br />
is voor onze vermeende vrijheid en ons ‘handelen’<br />
verstoord.<br />
Zij past niet in onze denkwereld.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
29
Zij past niet in onze denkwereld,<br />
Ons profiel, - waarin wij leven – schetst, verwarde lijnen.<br />
Gekleurd, in materiegevoeligheid;<br />
begeerte, verwaandheid, hebzucht en onderworpenheid.<br />
Maar ook . . .<br />
Liefde, betrokkenheid, eenvoud en vriendelijkheid.<br />
In deze verwarde compositie ben jij, getekend.<br />
Gecomponeerd . . . . .<br />
- Jij, mens - als bezield leven.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
30
Jij, scheppingsadem . . .<br />
Doorvoed ons menszijn<br />
met de hartslag van leven.<br />
Laat blijdschap terugkeren, in<br />
. . . . Toekomst . . . .<br />
die vandaag geboren wil worden.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
31
Waar woont de dag . . .<br />
Het prille leven, de dag van geluk, de open dag, vol van<br />
licht, voor iedereen. Waar is die dag gebleven ?<br />
Hoe jong al, wordt het ritme van vrijheid verdrongen en<br />
haar vreugde afgemeten in tijd. Hoe snel kan<br />
levensontwikkeling worden overwoekerd en omfloerst<br />
door lianen, tot dwangmatigheid. Spontaniteit verstikt<br />
en verliest haar openheid. Deze treurnis kleeft als<br />
zwaartekracht aan ons menszijn.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
32
Treurnis kleeft als zwaartekracht<br />
aan ons menszijn. Als slaaf, impulsen opvolgen die, tot<br />
onthechting van SAMEN-LEVEN leiden.<br />
Verlokkingen, die de heelheid breken, de saamhorigheid<br />
verduisteren en gedachten verengen tot een tunnel.<br />
Verleid worden, naar een lage staat van leven. Ontdaan,<br />
ervaren we de bezetenheid. Verslagen, wandel ik door<br />
mijn slaafse leven.<br />
Materie , . . . Ego, . . . Trots, . . .<br />
Alles wankelt en verliest haar glorie. . . . . . - ik - een<br />
marionet . . . . . . , meegesleept in de geslepenheid, in het<br />
moeras dat 'leven' genoemd wordt . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
33
Hier ga ik, tastend, blind en broos,<br />
de nevels – ondoorgrond -<br />
Gedachtevelden, uitzichtloos,<br />
geslagen vreugd, geknakte roos<br />
het scheppingslied verstomd.<br />
O levensbron, ik ben verward,<br />
't Is alles duisternis,<br />
Voel-in, mijn breukgeslagen hart.<br />
De tweestrijd, die mijn blijdschap tart,<br />
o, kom in mijn gemis.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
34
In het moeras,<br />
dat ' leven ' genoemd wordt. Vernederd en omringd door<br />
tijdgeesten, van egoïsme en leugen.<br />
Jij, verleidende, doolhofgeest, metselaar van<br />
eeuwendikke muren in dit labyrint, geplaveid met<br />
kortzichtigheid.<br />
Waarom metsel jij, – met hoogmoed en hebzucht – een<br />
burcht vol verwaandheid en sta jij vol trots, het egolegioen<br />
te verhogen op de puinhopen die je aanricht. Jij,<br />
die de vreugde verscheurt, de bomen vertrapt, de<br />
levensadem verstikt. Jij, geest van de chaos, die de<br />
scheppingsgemeenschap, verziekt en verleidt.<br />
. . .Tot een woestijn maakt . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
35
Een woestijn,<br />
waar de onzekerheid, mij meesleurt door de tijden,<br />
mijn oog geen venster heeft. De donkere geslotenheid,<br />
de leegte is, waarin ik verkeer, - hoe zou ik een weg<br />
kunnen zien -. Raadselachtig lijkt mijn toekomst,<br />
tastend, zal ik de tijden doorvoelen en mijn levensweg,<br />
– vorm – krijgen. Gekreupeld, door vallen en opstaan,<br />
loopt er een spoor door de dag en de nacht, een<br />
schreeuwende dorst in de woestijn van wanhoop en<br />
eenzaamheid.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
36
Vereenzaamd en vergeten,<br />
geslagen en verward,<br />
voel ik de aardse keten,<br />
de angst slaat om mijn hart.<br />
De Liefde lijkt gebroken,<br />
geen hand meer om mij heen.<br />
Van hart en ziel verstoken.<br />
Ik weet niet meer -waarheen-.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
37
Schreeuwende dorst,<br />
in de woestijn van wanhoop en eenzaamheid.<br />
Angst en twijfel, zijn reisgenoten geworden.<br />
Hoe dorstig roept mijn eenzaamheid, om een<br />
metgezel en schreeuwt mijn wanhoop het uit,<br />
als de grond onder mij wegzakt. Hoe groot is<br />
de woestijn van verdriet, als de nacht mijn<br />
moedeloosheid kwelt en de dag, mijn schrijnende<br />
wond niet verlicht.<br />
Uitgeput, omringt de dood mijn levensadem.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
38
De dood je omringt . . .<br />
De zwartheid, je heeft opgeslokt in haar lege niets. Hoe<br />
pijnlijk, is deze éénzaamheid.<br />
Hoe éénzaam, is deze pijn, deze mensenpijn !<br />
Verkrampt, schuilt de pijn achter de woorden, maar<br />
woorden, zij voelen niet.<br />
Vóórbij de woorden, in de niet te begrijpen leegte, woont<br />
de pijn.<br />
Pijn, die zich niet verwoorden laat.<br />
Eenzaam, de eenzame mens, geketend aan haar pijn.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
39
De eenzame mens,<br />
geketend aan haar pijn.<br />
Ben je een éénling, als je voelt, dat de eenzaamheid, bezit<br />
van je heeft genomen, er geen verbinding meer bestaat<br />
met, - om je heen -?<br />
Dat je een gebroken éénheid bent, - een scherf -,<br />
verspreid over de vloer, die aarde genoemd wordt. Op je<br />
eigen kapotte eiland, teruggetrokken – in jezelf – ,<br />
omringd door breuklijnen, waar geen verwachting vanuit<br />
gaat, geen hoop. Verloren in het verlies van het<br />
kostbaarste . . . .<br />
Een niet uit te spreken gevoel, razend door het diepst van<br />
je ziel. . . . . Wie ben ik eigenlijk . . . . ?<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
40
De aarde heeft genomen,<br />
gegrepen mijn geluk.<br />
Dat is mij nu ontnomen,<br />
en maakt mijn leven stuk.<br />
Mijn Leven is vergeten,<br />
lijkt in haar dood te zijn.<br />
Gekwelde Hartekreten,<br />
verkrampt van angst en pijn.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
41
Wie ben ik eigenlijk,<br />
wat is – bestaan – ?<br />
Is dat zoiets: ‘ik kan mijzelf zien, dus ik besta’. Of, ‘ik kan<br />
denken en doen, lachen, pijn voelen, ik zie anderen en<br />
mezelf ', dus ik ben er, - ik ben een mens -.<br />
Ben ik iemand met twee gezichten, een gespleten<br />
persoon, met lichte en donkere kanten.<br />
Wie ben ik eigenlijk, ben ik een individu, een afzonderlijk<br />
wezen, een éénling ?<br />
Ben ik een lichaam, dat begeestigd is,<br />
of zou het kunnen zijn,<br />
dat ik een bezielde geest ben, die belichaamd is ?<br />
Het zijn vragen die almaar om een antwoord roepen.<br />
Ik, dwalend in mijn vragen, tastend naar antwoorden . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
42
Verkrompen en geslagen,<br />
gepijnigd in gemis,<br />
Teleurgesteld en vragen:<br />
“wat nou het leven is”.<br />
Het zoeken, de gedachten,<br />
Het duister dat verblind.<br />
Bezwijken en verwachten,<br />
De Hoop, dat je het vindt.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
43
Ik, dwalend in mijn vragen,<br />
tastend naar antwoorden, . . . struikelend, in het duistere<br />
niets, op zoek naar verborgen licht.<br />
Waar stroomt het wassende water, dat mijn blinde wegen<br />
‘heldert’ ?<br />
Waar is het licht, dat het duister van me afneemt en laat<br />
zien, wie ik ben ?<br />
Waar is de hand, die mijn éénzaamheid deelt met<br />
nabijheid, mijn reisgenoot is op deze weg geplaveid met<br />
vragen?<br />
Waar is de metgezel, die met mij struikelt, me bijstaat en<br />
weer opricht ?<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
44
Waar is de metgezel,<br />
die met mij struikelt, me bijstaat en weer opricht ?<br />
Waar stroomt de bron, die zich geeft, zich laat bewonen<br />
en mij tot een toevlucht wil zijn ?<br />
Wie ben ik, die deze pijnlijke geboorte ondergaat, een<br />
mensen-leven-lang de weeën voelt en hoopt eens uit<br />
deze verkramping verlost te worden ? Waar is de<br />
stralende mens die, – in de gevende liefdesstroom - zich<br />
beweegt, een mens van nabij, ademend de heelheid, de<br />
milde vrede ?<br />
Waar ben jij, geest van verlangen . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
45
Waar ben jij, geest van verlangen . . .<br />
Jij, die hoop in mij heeft uitgezaaid. Laat haar eens bloeien,<br />
opdat de wereld, – het kind in mij – , toekomst heeft en mag<br />
gaan dansen op deze aarde.<br />
Dat – ik mens – steeds meer mag ervaren, dat de aarde een<br />
éénheids-adem is, – een geschenk, – bezield met liefde.<br />
Jij, eeuwige hartslag , kloppend in deze kwetsbaarheid, neem<br />
mij mee in jouw bezielend hart, opdat ik, – mens – een schakel<br />
mag zijn, in deze scheppingsgemeenschap !<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
46
Verweven aan elkander,<br />
uit Eén Geheimenis.<br />
Gedeeld, zoals de ander,<br />
uit : - Die Het Leven Is -.<br />
Zij Is : - Die ons formeerde -<br />
haar - Adem-Geest - te zijn.<br />
Haar Liefde-stroom creëerde,<br />
in onze mensen-pijn.<br />
Jouw Kleed, dat is geweven,<br />
in Trouwe Liefdegloed,<br />
dat laat je mij nu delen,<br />
wanneer ik Jou ontmoet.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
47
Ik . . . een schakel . . .<br />
Zo ben je dan een moment – een schakel – in de tijd, een<br />
stoffelijke éénling, een mens, die – z'n ‘ik’ – uitbouwt,<br />
omringd door ongrijpbare geesten, zij hebben invloed op<br />
je bestaan, hier op aarde. Een mensenleven lang<br />
onderweg zijn, naar een raadselachtige toekomst.<br />
Mens-zijn . . . Een tijd van komen . . . En gaan. De<br />
stoffelijkheid aannemen en weer afleggen. Geboren<br />
worden en sterven.<br />
Het mens-zijn, in al z’n hoogten en diepten moeten<br />
ondergaan. Warm en liefdevol verwacht worden,<br />
geborgen en - in gewenst zijn - geboren.<br />
. . . Maar ook de keerzijde . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
48
Maar ook de keerzijde,<br />
– ten onder gaan – , niet gewenst zijn, verkracht worden<br />
in de kille afstandelijkheid.<br />
Geen verbondenheid en liefde ervaren.<br />
Als een wees, de weg moeten gaan, tastend in de<br />
schemering. Geen houvast,- en lichtpunten.<br />
Verweesd, in de donkere diepten, van jezelf.<br />
Een éénling, met in wanhoop uitgestoken handen, die<br />
alleen met leegte gevuld lijken te worden.<br />
. . . . Hoe ondoorgrondelijk . . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
49
O nacht, wanhoop, geboren kind,<br />
geslagen, . . . dreiging, . . . tegenwind . . .<br />
Jouw Hart, dat vol van angsten beeft,<br />
in eenzaamheid wordt uitgeleefd<br />
Jouw dag, verwond, in levenspijn,<br />
in woeste wreedheid, – mens te zijn – .<br />
Verborgen Licht, laat mij bestaan,<br />
de langst naar vreugde opengaan.<br />
O Hoop, – jij vriend – kom naderbij<br />
doorvoel mijn hart en zegen mij.<br />
Vlam op, jij Lichtziel, vuur mij aan,<br />
jouw lieve hart zien opengaan.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
50
Jij, Scheppingsvreugde,<br />
die de liefde ademt en in bomen, de longen van moeder<br />
aarde, plant. Dier en mens, bewoners maakt en laat<br />
drinken van het water dat bezield is met hartslag.<br />
Jij, innerlijke vriend,<br />
Verbonds-trouwe-metgezel,<br />
Leef mij – mens –<br />
. . . Naar wie jij bent !<br />
. . . Helder en doorvoed mij, met je bestaan !<br />
. . . Laat mij, - in jouw hart - wakker worden.<br />
. . . Open en leef ons,<br />
– vuur ons aan – !<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
51
Jij, innerlijke vriend,<br />
Verbonds-trouwe-metgezel,<br />
voel met mij, . . . die dikke muren, dat <strong>prikkel</strong>draad, dat<br />
concentratiekamp van ademloze dood waarin<br />
– ik mens – verkeer. De razernij die ons opjaagt en de<br />
muziek van de vreugde laat bloeden, tot zij<br />
uitgestorven is. Jij weet ervan. Leer mij, van deze<br />
schaduwzijde bewust te worden en stuw mij naar een<br />
nieuw besef, naar die bezielende weg in het innerlijk.<br />
Neem ons - mensen - mee, op die reis naar binnen, –<br />
naar de Ziel – en laat opnieuw verantwoordelijkheid in<br />
ons doorbreken.<br />
Neem ons mee en laat jouw ziel zich mengen in onze<br />
gedachten, . . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
52
laat jouw ziel zich mengen<br />
in onze gedachten, . . . .<br />
Laat ons voelen en doorgronden, – wie we zijn –<br />
Hoe wankel wordt mijn bestaan, wanneer ik niet weet wie<br />
ik ben.<br />
Laat ons krachten ervaren, die zich met ons verbinden ;<br />
. Adem om jouw vreugde te vieren.<br />
. Hartslag om te voelen.<br />
. Liefde en trouw, om te beleven.<br />
. Blijdschap en verdriet, dat met je mee gaat, in een<br />
verbond, dat geleefd en geboren wordt, in<br />
lichte en duistere perioden.<br />
. Milde krachten, die het aardse bestaan voeden op die<br />
eeuwige weg.<br />
Open mij, . . . . mens . . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
53
De Heelheid laat zich delen,<br />
geeft mij van 't levens brood.<br />
zij ademt mij in 't heden,<br />
. . . ook ik . . . ben deelgenoot.<br />
Opweg gaan met de ander,<br />
soms door de duisternis.<br />
Opzoek gaan naar elkander,<br />
naar wat - ons menszijn – is.<br />
Verradelijk - gevangen -,<br />
wordt – al wat Heelheid is –,<br />
veelvuldig uitgebannen,<br />
in blinde duisternis.<br />
Toch blijf ‘k je stem steeds horen,<br />
Je laat mij niet alleen,<br />
een nieuwe tijd gaat komen,<br />
Je draagt mij er doorheen.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
54
Openen . . .<br />
Zo op het eerste gezicht een alledaagse bezigheid. Het lijkt<br />
eenvoudig; je kan de deur, de koektrommel, de kast<br />
openen. Niets bijzonders. Toch is openen, één van de<br />
belangrijkste gebeurtenissen in je bestaan. Zolang je niet<br />
opent, blijf je blind voor wat verborgen is. Je kunt er niet<br />
bij. Geslotenheid, geeft niet prijs wat in de ruimte er achter<br />
verscholen is. Uit de koektrommel kan niet getrakteerd<br />
worden, de inhoud blijft afgesloten, je zult er geen deel aan<br />
hebben. Het is onmogelijk, om maar iets te kunnen proeven<br />
van wat erin verborgen is.<br />
Zo zal ook een geschreven woord gedonkerd blijven liggen,<br />
als zij blijft verkeren in de geslotenheid van het kaft. De<br />
buitenzijde zal moeten wijken, om haar inhoud tot leven te<br />
laten komen.<br />
Hoe open ben jij . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
55
Hoe open ben jij,<br />
wat leeft er in je . . . Je innerlijke krachten de ruimte<br />
geven. Wat zal er naar buiten komen. Durf je er aan<br />
te beginnen, hoe open ben je als het er op aan<br />
komt ? Met hoeveel moed-, stuwkracht, moet je<br />
worden omringd om je te durven uiten. Welke<br />
geesten trekken met je mee in je menselijke<br />
gedaante ? Ze laten van zich horen, ze spreken je<br />
toe met hun stille stem en leggen jouw gevoelens<br />
op de schaal van het geweten. Ze trekken met je op,<br />
die geesten, – duistere en lichte –.<br />
Kwetsbaar schijnt het licht, hoe wankel is jouw<br />
openheid . . . . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
56
Hoe wankel . . . . .<br />
is jouw openheid.<br />
Kwetsbaar laat zij zich voelen wanneer zij in de<br />
verleidelijkheid van het ego verkeert.<br />
Geestelijk en stoffelijk kun je in spanningsvelden komen<br />
die je onstabiel maken.<br />
Lichte en donkere krachten voeren strijd met je. De<br />
openheid wankelt. Jouw kwetsbare heelheid, ligt op het<br />
moeras, waar de onmacht haar heerschappij heeft . . .<br />
– de dood je omringt –.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
57
de dood je omringt . . .<br />
In hoeverre ben ik – mens –, in staat om deze gekerkerde<br />
eenzaamheid, deze cel vol duisternis, leefbaar te maken?<br />
Immers, het onheil ligt als een woeste wreedheid in ons<br />
gezichtsveld. Verkerend in de giftige wolken van<br />
hebzucht, zijn we ingesloten, tussen de muren van<br />
egoïsme. Wreed, verteert het asfalt de bloemrijke<br />
pracht en is de hartslag van leven opgevoerd tot een niet<br />
te beheersen snelheid. Sirenes, overstemmen de<br />
harmonie van stilte. De vogels, zijn met stomheid<br />
geslagen, hun bomen zijn niet meer. Hoe pijnlijk hongert<br />
de wereld, verdroogt het leven en wordt mijn diepste<br />
zijn verziekt. Geblind op het luxe eiland van mijzelf, ben<br />
ik slaaf geworden. Geketend aan onmacht,<br />
. . . zijn mijn handen leeg . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
58
Geketend aan onmacht,<br />
voelt dit verleidelijke klatergoud, als fluweel en heeft ze<br />
haar koude hardheid, verfloerst tot gelukzaligheid.<br />
Waarom wordt de harde werkelijkheid, verslist tot een<br />
verraderlijk aanvaarden en regeert de onmacht mij als<br />
een robot, die zielloos zijn slaafsheid uitvoert.<br />
Zeg mij; “Wie ben jij die mij ontademt, tot ik de droogte<br />
hoest van een slaaf, die mensen-lang de muren van de<br />
eenzaamheid kerft.<br />
Jij, die mij laat dwalen zonder bestemming”.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
59
Zo ben ik ingesloten,<br />
mijn openheid gedicht.<br />
In Hart en Ziel gebroken<br />
verstoken van het Licht.<br />
Geen liefde, geen vertrouwen,<br />
het ziele-licht gaat uit,<br />
geen geest om op te bouwen,<br />
geen hart dat zich ontsluit.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
60
Jij, die mij laat dwalen,<br />
zonder bestemming, vertel mij, “ Waarom, is het licht van<br />
leven mij vreemd en tast ik in donkere diepten, naar een<br />
houvast, naar een ankerplaats vol hoop.“<br />
wie zou ik zijn, overgeleverd aan begrensde gedachten.<br />
Voel m'n onrust, de verwarring, de pijnlijke breuken van<br />
het hart, het verdriet, de zelfzucht, het gemis aan<br />
vreugde.<br />
Jij adem, vol scheppingsgemeenschap, kom mij bevrijden !<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
61
Adem, vol scheppingsgemeenschap,<br />
Hoe wonderlijk laat jij je vieren, in planten, dieren,<br />
mensen.<br />
Jij, mysterie, stille Aanwezige, die zich laat voelen in de<br />
heelheid, roep mij mens, in jouw hartslag, in jouw ziel.<br />
Laat mij geboren worden in het ongekende.<br />
Jij trouwe innerlijke stem, – die zich laat wonen – hier in<br />
dit aardse, jij spreekt in ons menszijn, verlicht onze<br />
gedachten, nu de levensader knelt en ons kleinkind,<br />
. . . . de toekomst huilt . . . .<br />
In de wreedheid van vandaag.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
62
Doorlicht in mij de zwarte nacht<br />
de droefheid . . . – zo alleen –<br />
Hoe radeloos en hartverwart,<br />
de éénzaamheid, de liefdesmart.<br />
Kom adem . . . om mij heen.<br />
O eeuwige adem, trouwe geest,<br />
Jouw scheppingshart draagt mij.<br />
Jouw ziel, die hier dit wonder geeft,<br />
Het vreugdelied, in al wat leeft,<br />
Mysterie van – nabij – .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
63
Een bevrijdende droom,<br />
Die geslapen wordt, in het onbewuste. Een bezielende<br />
droom, die eens wakker geroepen wordt om op te staan,<br />
in beweging te komen, om het ritme vol van mysterie te<br />
dansen in, deze wereld.<br />
Het is in haar blijdschap, dat vrijheid haar vreugde ademt<br />
in deze weidsheid.<br />
Er is een wonderlijke hartslag in deze tuin, deze wereld,<br />
die bloesem - vol verwachting - laat bloeien, temidden<br />
van hard gesteente en haar vruchten geeft op de<br />
hoogte- en in de dieptepunten van het mens-zijn.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
64
Mysterieus, die eeuwige geest,<br />
Met haar bezielend licht, vol scheppingsgemeenschap.<br />
Overweldigend geurt er vreugde, in de adem van<br />
bloemen en bomen. Wat een feestkleed heeft deze<br />
verbondstempel, deze wonderlijke aarde met die<br />
stuwende hartslag, vol van leven. Onbegrijpelijk, dit<br />
grenzeloze feest, dat gevierd mag worden met die<br />
innerlijke metgezel, die eeuwige stem.<br />
Al men-sen-lang, die trouwe scheppingsliefde. Uitbundig<br />
gekleed . . .<br />
. . . jij mens – ; . . . Zie . . . En . . . Voel . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
65
Haar kleed, dat is geweven,<br />
in trouwe liefdegloed,<br />
dat laat je mij nu delen,<br />
wanneer ik jou ontmoet.<br />
Ik mag dit Feestkleed dragen,<br />
Verbonden met Haar pijn.<br />
En delen al de slagen,<br />
de wonden die er zijn.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
66
Neem mij mee . . .<br />
Jij, Zielbron, stromend over de bewustzijnsvelden in<br />
onze gedachten.<br />
Laat ons opstaan uit het graf van vernedering en<br />
jouw vreugdemysterie - LEVEN ! -<br />
Wandel met mij door deze ecologische tempel,<br />
– Moeder Aarde –. Leer ons – mensen – van dit<br />
Levenswonder te genieten, haar Heelheid te voelen<br />
en doorleef mij - mens – met jouw stuwende<br />
liefdekracht voor deze rijkdom.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
67
O Geest, Die doet omgeven,<br />
ten diepste – eigen - zijt,<br />
Jij draagt mij door het heden,<br />
steeds in de eeuwigheid.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
68
In, – VERBONDENHEID – leven . . .<br />
Ja, wat zou ik – mens – mij, bij het begrip verbond<br />
kunnen voorstellen ? Niet eenvoudig, hoever rijkt een<br />
verbinding . . . . . . . zou deze ook begrensd kunnen zijn ?<br />
Gevoelens en emoties zoeken een centrum, een centraal<br />
punt, een regiekamer vanwaaruit verbindingslijnen door<br />
je gedachtewereld aderen. Vervolgens word je bewust,<br />
dat er meer dan één regisseur zich melden om je bij te<br />
staan. Schimmige geesten, die regie willen voeren bij het<br />
gaan van je levensweg. Geen duidelijke richtingwijzer,<br />
een chaos van wegen, soms geplaveid met verleidelijk<br />
fluweel.<br />
Daar sta je dan . . . en vraag je, je af:<br />
“Welke kant op ?”<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
69
Daar sta je dan . . .<br />
en vraag je, je af: “Welke kant op ?”<br />
Welke regisseur spreekt tot mijn verbeelding en heeft de<br />
meeste invloed op de weg die nu gekozen kan worden ?<br />
Wie van hen wijst mij naar begaanbare wegen ?<br />
Legio regisseurs, treden in mijn gedachtewereld naar<br />
voren, met aantrekkelijke voorstellen.<br />
Anderen negeren me en laten mij eenvoudig ploeteren als<br />
een doelloos schepsel.<br />
Dan zijn er nog een paar die met verleidelijkheden invloed<br />
op mij willen uitoefenen.<br />
Er is zelfs één, – hoe bestaat het – die met mij op wil<br />
trekken.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
70
Er is zelfs één . . . . .<br />
– hoe bestaat het – die met mij op wil trekken. Gewoon,<br />
deel wil zijn, van mij !<br />
Wel vreemd zo'n regisseur, die me bij wil staan en . . .<br />
de stilte van mijn gedachten bezoekt.<br />
Wonderlijk. . . die Stilte . . .<br />
die Adem . . . die Heelheid . . .<br />
jij – mens – . . .<br />
Kom op, ervaar mijn tempel ;<br />
. . . de aarde . . ., de blijdschap . . ., die hier bloeit.<br />
Wijds openen de meren hun vreugde, bergen jubelen en<br />
rivieren klappen in hun handen.<br />
Laat dit Verbond, deze compositie, op ons inwerken als<br />
eeuwige hartslag !<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
71
Verborgene die adem geeft,<br />
Zich laat bestaan,<br />
En in mij leeft,<br />
Hoe wonderlijk verweven.<br />
Jij gaat de wegen van mijn nacht,<br />
Doorvoelt mijn pijn, verwarde hart,<br />
jouw ziel, wekt mij tot leven<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
72
Jij, eeuwigheid hartslag,<br />
open geest in mijn gedachtevelden, in jouw<br />
lichtkern mens te mogen zijn en in jouw alles<br />
omvattende zielsverbinding, verbondenheid te<br />
voelen.<br />
Jij, trouwe gedachtestem; leer mij mens,<br />
– jouw gaven – . . . . . dragen . . . . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
73
leer mij mens,<br />
– jouw gaven – . . . . . dragen . . . . .<br />
Jij, communicerend mysterie, die steeds mijn<br />
innerlijk bevraagt, mij weet te vinden in al m'n<br />
onheilspellende ervaringen. Jij weet mij te<br />
vangen in het ondoorgrondelijke.<br />
Je spreekt het goede en het kwade uit, in<br />
mijn gedachten.<br />
Jij, aanwezige in het ongekende,<br />
éénheidsmysterie, die mij leeft in dit<br />
ervaringsgeweld, . . . . overlaad mij,<br />
– in mijn menszijn – , met vertrouwen. . .<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
74
overlaadt mij,<br />
– in mijn menszijn – , met vertrouwen. . . . . .<br />
Jij, aanwezige, in mijn gedachten, jij trouwe Geest, maak<br />
mij wakker, uit dit isolement en leer mij, het feest in<br />
deze lichaamstempel te vieren in jouw hartslag.<br />
Leid mij naar jouw bewustzijnsvelden.<br />
Adem mij, . . . . . . . in . . . . en . . . . uit . . . . . . .<br />
Leer mij, m'n diepste ' Zijn ' , vinden en van jouw<br />
levensblijdschap genieten.<br />
Doorvoed mij, – mens – met Helende daadkracht.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
75
Doorvoed mij,<br />
– mens –, met Helende daadkracht.<br />
Jij, Geest van het begin, die zich leeft, in het noorden,<br />
zuiden, het oosten en het westen, leer mij de<br />
eeuwigheid betreden met hart en ziel.<br />
Leer mij op te staan, om jouw ademend licht te vieren in<br />
het ongekende.<br />
Jij, Levensmysterie, – leidende Heelheid –, laat jouw<br />
Verbond in mij spreken, op die men-sen-lange-weg door<br />
de eeuwigheid.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
76
Jij – levensmysterie, –<br />
ik roep je aan, nu mijn gedachtesnaren met stomheid zijn<br />
geslagen:<br />
“ Stem in mij de lichtdraden,<br />
in deze ecologische tempel ,<br />
tot een eeuwige harmonie<br />
en zuiver mij, in jouw compositie,<br />
zoals je mij wilt laten zijn . . . . .”<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
77
Getrouw laat jij je horen,<br />
Jij, Stille Stem in mij.<br />
Je doet: - mij zijn Herboren -,<br />
en zegt: “ Ik Ben Nabij”.<br />
Nu draagt: - Die Is Nabijheid -,<br />
mij op haar woorden mee.<br />
Beademt mij naar vrijheid,<br />
maar ‘k weet nog niet - waarheen-<br />
Al ben ik een ontheemde,<br />
Die Stille Stem in mij,<br />
geleid mij door de vreemde<br />
en laat mij dankbaar zijn.<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
78
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
79
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
80
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
81
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
82
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
83
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
84
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
85
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
86
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
87
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
88
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
89
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
90
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
91
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
92
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
93
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
94
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
95
Azemjend libben ; “ Wa bisto, diize yn myn tinzen<br />
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
96
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
97
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
98
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
99
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
100
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
101
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
102
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
103
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
104
Prikkeldraad in mijn gedachten<br />
105