08.12.2012 Views

JAARVERSLAG 2008 - Alamire Foundation

JAARVERSLAG 2008 - Alamire Foundation

JAARVERSLAG 2008 - Alamire Foundation

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

15<br />

Jaarverslag <strong>2008</strong><br />

muziekgeschiedenis van het bisdom Luik, waar een dergelijke rijkdom aan muzikaal bronnenmateriaal een<br />

zeldzaamheid is.<br />

Het opzet van het onderzoek was om, via een analytische benadering, de belangrijkste kenmerken van het<br />

repertoire dat in deze bronnen wordt bewaard te achterhalen en te situeren ten opzichte in het gekende<br />

gregoriaanse repertoire, en te achterhalen in welke mate er sprake is van specifiek repertoire of specifieke<br />

kenmerken voor het gregoriaans in Tongeren.<br />

De vragen die deze verhandeling stelde hadden betrekking op de specificiteit van het gregoriaanse repertoire<br />

in Tongeren, zowel wat betreft zijn algemene kenmerken, als wat betreft het repertoire. Deze karakteristieken<br />

werden beschreven aan de hand van twee fundamentele parameters, de notatie en het ‘gregoriaanse dialect’;<br />

een onderzoek naar deze parameters werd gevoerd aan de hand van een studie van de passieletters, de<br />

adiastematische en diastematische neumen, en de melodische en modale vormgeving van de gezangen die in<br />

de handschriften en de fragmenten werden aangetroffen. Het geanalyseerde repertoire werd geselecteerd uit<br />

die delen van het mis‐, officie‐ en processierepertoire waarvan kon verwacht worden dat ze niet algemeen<br />

verspreid zijn en dus karakteristiek voor de regio waarin ze voorkomen.<br />

Een gepast antwoord op de vraag naar specificiteit kan enkel gegeven worden wanneer rekening wordt<br />

gehouden met de positie van Tongeren op de grenslijn tussen de Oost‐ en West‐Frankische delen van het<br />

vroegere Karolingische rijk, en met de implicaties voor het gezangenrepertoire dat in deze regio circuleerde.<br />

De kapittelkerk van Onze‐Lieve‐Vrouw in Tongeren is de oudste van de Lage Landen en de oudste Mariakerk<br />

ten noorden van de Alpen. Na haar vermoedelijke stichting in de late vierde eeuw, werd de kerk opnieuw<br />

ingewijd in 804, en kreeg ze een kapittel van twintig kanunniken; dit kapittel stond in voor de liturgische<br />

vieringen van de kapittelkerk tot aan haar opheffing in 1797. Tongeren bevond zich in het midden van de<br />

negende eeuw in het kortstondig bestaande koninkrijk Lotharingen (843‐69), en werd een deel van het Heilige<br />

Roomse Rijk in 870. Gedurende dezelfde eeuw, of misschien in de eerste helft van de tiende, werd een kapittel<br />

van twintig kannuniken gesticht aan de Onze‐Lieve‐Vrouwekerk. Tegelijkertijd was de negende eeuw die<br />

periode waarin het gregoriaans in de oostelijke en westelijke delen van Europa verder geconsolideerd werd. De<br />

Roomse liturgie en gezangen die door Karel de Grote’s Admonitio generalis algemeen werden opgelegd vonden<br />

geleidelijk aan hun weg doorheen Europa.<br />

Het fixeringsproces waarin het gregoriaans van orale traditie naar geschreven muziek evolueerde, gebeurde op<br />

een verschillende manier in Oost‐ en West‐Europa, en resulteerde in verschillende systemen van<br />

neumennotatie en in melodische en modale varianten. Parallel hieraan verliep de toewijzing van gregoriaanse<br />

gezangen aan specifieke feestdagen, die in Rome was ingezet in de late zevende eeuw maar onvoltooid was<br />

gebleven, op een verschillende manier in oost en west. De overgang van een mondelinge naar een geschreven<br />

en literaire cultuur had dus twee ‘ensembles’ (een term van Michel Huglo) als resultaat, met varianten op<br />

verschillende vlakken, zoals het gebruik van bepaalde passieletters en neumentekens, en het voorkomen van<br />

melodische verschillen. De verschillen situeren zich echter niet alleen op het vlak van de parameters op zich,<br />

maar ook in de consistentie waarmee deze parameters in beide regio’s voorkomen. Meer concreet betekent dit<br />

dat het Oost‐Frankische ‘ensemble’ vrij homogeen is in het hanteren van dezelfde passieletters (‘c’, ‘t’ of ‘l’, en<br />

‘a’), en zeer homogeen wat betreft de Duitse neumennotatie en het voorkomen van het Oost‐Frankische<br />

gregoriaanse dialect. Anderzijds is het West‐Frankische ‘ensemble’ veel heterogener en gevarieerder met<br />

betrekking tot deze parameters: het aantal verschillende neumentypes is groot, en hetzelfde geldt voor het<br />

aantal verschillende passieletters dat wordt gebruikt. Bovendien zijn de varianten binnen het West‐Frankische<br />

dialect legio, en de bronnen verschillen dus onderling veel sterker, hoewel ze tot hetzelfde ensemble behoren.<br />

Deze verschillen blijven aanwezig, en worden misschien zelfs uitvergroot bij het invoeren van de<br />

diastematische notatie.<br />

Het voorliggende onderzoek heeft geprobeerd om een antwoord te formuleren op de vraag hoe het<br />

gregoriaans in Tongeren in deze historische ontwikkeling gesitueerd kan worden. Uit de analyse van de<br />

parameters ‘notatie’ en ‘dialect’ is gebleken dat het gregoriaans in Tongeren niet zonder meer kan worden<br />

ondergebracht bij het oostelijke of westelijke ‘ensemble’: de passieletters in Tongeren stemmen overeen met<br />

deze in West‐Frankenland, de melodische en modale kenmerken stemmen overeen met deze in Oost‐<br />

Frankenland, en de muzieknotatie, zowel de adiastematische als de diastematische, vertoont kenmerken van

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!