03.07.2016 Views

prikkel-2014

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

1


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

2


Sprokkelen . . .<br />

Woorden,<br />

Gelezen<br />

Op de akker van éénzaamheid,<br />

Samengebonden<br />

Uitgezaaid, om te ontkiemen.<br />

Tot leven geroepen,<br />

Om geoogst te worden.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

3


Hoe groot zijn woorden.<br />

Hoe diep, dragen zij de gevoelens, waaruit zij zijn<br />

geschreven. Hoe waardevol, is hun bestaan?<br />

Gevoelens, beletterd tot woorden. Geschreven om<br />

overgedragen te worden naar een ruimte, waarvan<br />

zij niet weten, of ze ooit worden binnen gelaten.<br />

Overdragen of geven, zonder te weten,<br />

geaccepteerd te worden. Daar begin je aan, als de<br />

eerste regels hun weg zoeken om bij je vandaan te<br />

gaan.<br />

Woorden . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

4


Woorden . . .<br />

de één na de ander, – stap voor stap – uitgezaaid in een<br />

mysterie, in een eeuwigheidsritme dat ons verwondert.<br />

En dan schrijven, over iets dat te groot is voor woorden.<br />

Hoe durf je het aan, of beter gezegd : “Wie denk je wel<br />

dat je bent, om iets te verwoorden, iets te schrijven, over<br />

wat je niet kunt bevatten ?”<br />

Waar ben je ooit aan begonnen, toen de eerste woorden,<br />

bij je vandaan wilden gaan, een regel zochten.<br />

Is het omdat jij – mens –, heimelijk het zielverbond mag<br />

voelen, dat zich laat schrijven uit het scheppingshart vol<br />

leven?<br />

Is het deze stuwkracht ?<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

5


Is het deze stuwkracht,<br />

te mogen schrijven uit – het zielverbond –,<br />

DE EEUWIGE METGEZEL, die meegaat naar de<br />

begrensde en onbegrensde ruimten.<br />

Gevoelige woorden, zoekend naar verbinding,<br />

opdat haar éénzaamheid, zich deelt tot<br />

het meervoudige, - gemeenschap vormt en<br />

samensmelt in de éénheid, waarnaar zij<br />

onderweg is.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

6


Geboren worden,<br />

Een moment in het stoffelijke verkeren, een lichaam met<br />

fijndradige functies, aangestuurd door een mysterie van<br />

leven, van aanwezigheid.<br />

Vreemd is het, - te ervaren - je niets bewust te zijn van de<br />

tijd, vóór je geboorte.<br />

Wonderlijk, – zo ineens – een hartslag, een levensritme in<br />

jezelf, in bloemen, bomen, mensen, dieren. Zomaar<br />

leven, in deze scheppingsgemeenschap, op die<br />

wonderlijke, raadselachtige aarde.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

7


Ik, deelnemer . . .<br />

– Mens-zijn –, in een stoffelijk lichaam verkeren, op die<br />

men-sen-lan-ge-weg met legio geesten. Zomaar leven !<br />

Hoe moeilijk en vol spanning komen we te zitten, wanneer<br />

ons lichaam het af laat weten en aangeeft ‘ziek’ te zijn.<br />

Je functioneren wordt bedreigd en lijkt verloren te gaan.<br />

We verzekeren ons, betalen hoge premies, om vooral<br />

geen levensfuncties te verliezen.<br />

Krampachtig houden we ons vast aan het fysieke bestaan.<br />

Hoe lang . . . hoe lang nog . . .<br />

“ is ons leven meer, dan de jaren tussen onze geboorte en<br />

ons sterven“ ?<br />

Hoe ondoorgrondelijk is ‘bestaan’<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

8


Met levenskracht omgeven,<br />

als ik op aarde kom.<br />

Gedeeld . . . en toch verweven,<br />

Geest in het Trouwverbond.<br />

Een lichaam dat mocht komen,<br />

een menselijk gezicht,<br />

dat Hart en Ziel doet wonen,<br />

en Geest’lijk is verlicht.<br />

Opzoek gaan naar elkander,<br />

naar wat - ons menszijn - is.<br />

Opweg gaan met de ander,<br />

soms door de duisternis.<br />

Die Zich in ons laat Leven,<br />

Verbonden voor altijd.<br />

Met ons gaat door het heden,<br />

steeds in de Eeuwigheid.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

9


Zomaar leven<br />

In deze scheppingsgemeenschap, in deze wonderlijke tuin,<br />

waar het ondoorgrondelijke, - mij mens - leeft in haar<br />

ruimte en ik, dwalend in mijn beperkingen, op zoek ben<br />

naar mijzelf.<br />

Wie ben ik, – tastende gedachte – die probeert te vinden,<br />

maar verzinkt in een bodemloze diepte en in deze wijdse<br />

ruimte, zich lijkt te verliezen en verkrampt.<br />

Jij, verscholen in mijn gedachten, zeg mij, wie ik ben !<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

10


Jij, verscholen in mijn gedachten,<br />

zeg mij; Wie ben ik, – gevangen in onzekerheden – , die al<br />

men-sen-lang zoekt, steeds weer struikelt weer opstaat<br />

en al maar dwaalt, tussen- en met de geesten.<br />

Wie zijn jullie, onzichtbaren in deze wonderlijke tuin, die<br />

mij verwazen tot een doelloos schepsel, tastend naar een<br />

beetje houvast ?<br />

Kom op, jullie ondoorgrondelijke nevels, laat je zien, open<br />

je gedaante en laat me voelen, wie jullie zijn !<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

11


Wie zijn jullie, – onzichtbaren –<br />

in deze tuin die aarde genoemd wordt . . .<br />

Jullie weten toch van het <strong>prikkel</strong>draad, dat mijn gedachten<br />

verwondt en opsluit in haar beperkingen!<br />

Ga vandaag eens met mij mee, jullie ongrijpbare geesten.<br />

Ga eens mee naar dit slagveld, naar deze ecologische tuin,<br />

voel en zie, – met mij –, het concentratiekamp, dat hier<br />

gebouwd wordt. Voel dat deze aarden-tempel verraderlijke<br />

wreedheden ondergaat. Alles wat lacht en ademt,<br />

verstikt in het materialisme, verantwoordelijkheid, wordt<br />

onder een dikke laag asfalt verteerd tot een harde korst.<br />

En dan steeds weer die stem, die het goede en het kwade,<br />

uitspreekt in mijn gedachten.<br />

Ik vraag mij af; Wie ben jij eigenlijk, – stem –, die zich<br />

uitspreekt in mijn onrust?<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

12


Jij stem, die uit de stilte,<br />

mij aanroept in m'n hart,<br />

verblijvend in de kilte,<br />

gedachten, licht en zwart.<br />

Verward . . . , in tweestrijd leven,<br />

mijn -menszijn- ondergaan,<br />

en voelen ‘t onvermogen,<br />

om hier alleen te staan.<br />

Jij Stem, die zich laat leven,<br />

in mensen, voor altijd.<br />

Met ons gaat door het heden,<br />

steeds in de Eeuwigheid.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

13


Jij stem, die mij aanspreekt<br />

in de onrust van m'n hart. Hier sta ik, midden in de<br />

vreugde, dat zich laat vieren in dit landschap. Haar<br />

hartslag neemt mij mee in de blijdschap van<br />

bloemenkleuren.<br />

Hier adem ik, – in . . en . . uit – .<br />

Ik mens, hier in dit wonder! Levend in deze dankbaarheid .<br />

Jij stem, die in dit mysterie klinkt en mijn gedachten<br />

bezoekt, deze heelheid laat voelen . . . – ben jij het –, die<br />

dit levenswonder laat wonen in het hart van mijn ziel.<br />

– Ben jij het – , die mij mens, laat leven in deze heelheid?<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

14


en jij het,<br />

die mij – mens – laat leven in deze heelheid?<br />

Vertel mij, – Aanwezigheid – :<br />

“ Waarom , . . . Waarom, spreek jij mij aan vanuit het<br />

noorden, het westen, vanuit het oosten en het<br />

zuiden ?<br />

Waarom, kom jij – zo wereldwijd – , naar mij toe ?<br />

Waarom . . . . Ik . . . . Mens ” ?<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

15


Waarom . . . . Ik . . . . Mens ?<br />

Jij weet toch van die verwarrende, geesten, die een mensen-le-ven-lang<br />

doorwoekeren in dit aardse bestaan en<br />

met geslepen stilzwijgen, – jouw lichtziel in mij – ,<br />

verduisteren.<br />

Jij weet ook, dat de scheppingsvreugde,- in deze<br />

verduistering – , haar blijdschap verliest en de lofzang in<br />

mij doet verstommen.<br />

Dat weet je toch . . . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

16


Op aarde een ontheemde,<br />

Ik durf niet verder gaan.<br />

De geesten in de vreemde,<br />

belagen mijn bestaan.<br />

Zo zwak, zijn hier de lichten,<br />

in aardeschemering,<br />

Lijkt hart en ziel te zwichten,<br />

en draagt vernedering.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

17


Dat weet je toch . . . . .<br />

– innerlijke stem . . . – , al die keren dat je me aansprak en<br />

bij wilde staan, hoe vaak jij, door egocentrische gedachten<br />

in mij, verdrongen werd en ik je niet wilde kennen. En dan<br />

telkens weer, die kraaiende haan, – je weet wel –, die<br />

maar niet op wil houden.<br />

Toch blijf je doorgaan en vergezel je mij, met je trouw.<br />

In deze gemeenschapstuin, – Jouw hart –, mag ik wonen.<br />

In dit geluk, in deze blijdschap, van – blauw / groene –<br />

vreugde, adert het levenswater . . .<br />

en ik . . . . . ?<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

18


. . . . . en ik.<br />

Geraffineerd, wordt de scheppingsvreugde in mij,<br />

omsingeld en ingesloten. Gevangen in de boeien van<br />

eigen waan, betreed ik de wegen van verlokkingen.<br />

Torenhoog opgestapelde verleidingen doorwoekeren<br />

mijn gedachten. Als marionet van zelfzucht, ben ik slaaf<br />

geworden, een robot, die zielloos ten onder gaat, in het<br />

verraderlijk netwerk van gulzigheid.<br />

Wereldwijd, kraait de consumptiehaan hoog van de toren.<br />

Pijnlijk word ik herinnerd, dat de<br />

ScheppingsGemeenschap, zich in mij verloochent voelt.<br />

Verdwaald in mijn levenswijze, word ik terug geroepen uit<br />

mijn vernedering :<br />

“ waar ben je ? “.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

19


“ waar ben je ? “.<br />

Ja, waar zou ik zijn ? Dat weet je toch !<br />

Al men-sen-lang, steeds maar weer die donkere en lichte<br />

kanten. Die lage staat van leven en altijd weer in de<br />

verslaafdheid vastlopen.<br />

Jij, die deze ecologische tempel, deze schepping, tot<br />

levensadem heeft geroepen. Het is toch om moedeloos<br />

van te worden, deze geasfalteerde ketting van<br />

dwangmatigheid razend door mijn hartslag. En dan maar<br />

roepen, “ waar ben je “? Nou, ik zeg je : “ deze<br />

roofbouw, dit uitknijpen van de macrokosmos, brengt mij<br />

uit balans, dat weet je maar al-te-goed !<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

20


Dat weet je maar al te goed,<br />

jij, die de chaos in mijn gedachten bezoekt en aanroept in<br />

deze tuin, deze wereld.<br />

Voel m'n onrust, de geesten van verwarring,<br />

Jij, die m'n vreugde ziet doven, nu de longen van de aarde<br />

worden aangetast, de scheppingsgemeenschap uitéén<br />

dreigt te vallen. Haar ziel, door hebzucht wordt<br />

weggehoond, . . . – Verraden –<br />

Ik, mens, in de echo van verraad . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

21


In de echo van verraad . . .<br />

ik mens, in deze tuin, – deze wereld -, waar de zekerheid<br />

zich heeft verstopt in twijfel. Waar de antwoorden zich<br />

verschansen in vragen. Waar het verborgene niet op komt<br />

dagen, de Levensbron is verduisterd.<br />

In deze verlatenheid, waarin de droom van leven,<br />

- de hartslag - verdreven lijkt te worden door,<br />

de honing van het geld,<br />

de zoetigheid van aanzien,<br />

de ‘grootsheid’ van het ego.<br />

Proeven, alsmaar proeven, steeds meer, . . . – . . . en meer.<br />

Onverzadigbaar, spint de hebzucht haar draden tot een<br />

gevangenis.<br />

. . . Verslaafd en vernederd . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

22


Door -legio- gegrepen,<br />

de geesten van verraad.<br />

Geslagen in hun keten,<br />

gevangen in hun haat.<br />

Mijn leven is zo dubbel,<br />

verraad sluipt er omheen.<br />

Ik draag nog steeds de aarde,<br />

krampachtig en alleen,<br />

Waarom, waarom toch - Babel -,<br />

waarom toch zo verward.<br />

Het breken met elkander,<br />

de kilte van mijn hart?<br />

De geesten in de vreemde,<br />

verduisteren Het Licht,<br />

dat in mij als gedeelde,<br />

al scheppend is verricht.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

23


Verslaafd en vernederd,<br />

in eigenwaan, gaat de trots haar weg.<br />

Op het podium van hoogmoed, etaleert het<br />

ego haar zelfzuchtigheid :<br />

. . . Ik . . . , Ik ga mijn weg.<br />

Bezeten door legio geesten, zoek ik, - mens - de<br />

grenzen van m'n territorium en triomferen<br />

mijn prestaties, - glanzend van trots, - op<br />

mijn bezit<br />

. . . Maar soms . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

24


Maar soms . . .<br />

wandelen mijn gedachten door de tijd, en<br />

staan even stil . . . toen ik jong was;<br />

liefde – afhankelijkheid – zorg<br />

levensvreugde – verbondenheid<br />

Hoe heerlijk danste de rijkdom en bloeide<br />

mijn hart, in een leven vol eenvoud . . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

25


De rijkdom van het eenvoudige<br />

. . . Grenzeloos . . .<br />

Hoe wonderlijk, laat het leven, ons haar waardevolle bron<br />

voelen en leert ons te genieten ! Hoe wonderlijk,<br />

ademen onze tijden in het eeuwige en schept de liefde<br />

haar hartslag in de ziel. Het is in deze verwondering, dat<br />

het verborgene voelbaar wordt. Vruchten voor de geest,<br />

stromend als vredegroet uit een verborgen bron. Haar<br />

vriendelijkheid overstroomt de grenzen van het<br />

afstandelijke en neemt ons op in haar muurloze ruimte.<br />

Hoe wonderlijk, laat deze adem zich voelen.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

26


Hoe wonderlijk,<br />

laat deze adem, deze Heelheid, zich voelen in haar menszijn.<br />

Hoe wonderlijk overleeft zij het slagveld, vol van<br />

pijnlijke gebrokenheid. Hoe trouw, gaat zij haar weg en<br />

leeft haar verbondenheid in de onpeilbare diepten, van<br />

ons menselijk bestaan. Hoe kostbaar is dit verbond, dat<br />

zich laat leven in eenvoud, zich tot vruchten laat bloeien<br />

naar een vreugdevolle gemeenschap.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

27


Verlangen laat me opstaan,<br />

Zij roept mij uit de nacht.<br />

Zij steunt en wil me voorgaan,<br />

opweg gaan naar de dag.<br />

Jouw Licht was mij verborgen,<br />

nog in m'n duisternis,<br />

droeg Jij mij naar de Morgen,<br />

naar Jouw Geheimenis.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

28


Een vreugdevolle gemeenschap,<br />

wat mag dat wel zijn !<br />

Het lijkt een visioen, - vol van licht - , een vrucht vol<br />

blijdschap, verdwaald in de onzichtbaarheid.<br />

Een zielsverlangen opgesloten in gedachten.<br />

Verborgen geluk, dat maar niet geboren kan worden,<br />

geen welkom wordt toegeroepen, zelfs bedreigend<br />

is voor onze vermeende vrijheid en ons ‘handelen’<br />

verstoord.<br />

Zij past niet in onze denkwereld.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

29


Zij past niet in onze denkwereld,<br />

Ons profiel, - waarin wij leven – schetst, verwarde lijnen.<br />

Gekleurd, in materiegevoeligheid;<br />

begeerte, verwaandheid, hebzucht en onderworpenheid.<br />

Maar ook . . .<br />

Liefde, betrokkenheid, eenvoud en vriendelijkheid.<br />

In deze verwarde compositie ben jij, getekend.<br />

Gecomponeerd . . . . .<br />

- Jij, mens - als bezield leven.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

30


Jij, scheppingsadem . . .<br />

Doorvoed ons menszijn<br />

met de hartslag van leven.<br />

Laat blijdschap terugkeren, in<br />

. . . . Toekomst . . . .<br />

die vandaag geboren wil worden.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

31


Waar woont de dag . . .<br />

Het prille leven, de dag van geluk, de open dag, vol van<br />

licht, voor iedereen. Waar is die dag gebleven ?<br />

Hoe jong al, wordt het ritme van vrijheid verdrongen en<br />

haar vreugde afgemeten in tijd. Hoe snel kan<br />

levensontwikkeling worden overwoekerd en omfloerst<br />

door lianen, tot dwangmatigheid. Spontaniteit verstikt<br />

en verliest haar openheid. Deze treurnis kleeft als<br />

zwaartekracht aan ons menszijn.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

32


Treurnis kleeft als zwaartekracht<br />

aan ons menszijn. Als slaaf, impulsen opvolgen die, tot<br />

onthechting van SAMEN-LEVEN leiden.<br />

Verlokkingen, die de heelheid breken, de saamhorigheid<br />

verduisteren en gedachten verengen tot een tunnel.<br />

Verleid worden, naar een lage staat van leven. Ontdaan,<br />

ervaren we de bezetenheid. Verslagen, wandel ik door<br />

mijn slaafse leven.<br />

Materie , . . . Ego, . . . Trots, . . .<br />

Alles wankelt en verliest haar glorie. . . . . . - ik - een<br />

marionet . . . . . . , meegesleept in de geslepenheid, in het<br />

moeras dat 'leven' genoemd wordt . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

33


Hier ga ik, tastend, blind en broos,<br />

de nevels – ondoorgrond -<br />

Gedachtevelden, uitzichtloos,<br />

geslagen vreugd, geknakte roos<br />

het scheppingslied verstomd.<br />

O levensbron, ik ben verward,<br />

't Is alles duisternis,<br />

Voel-in, mijn breukgeslagen hart.<br />

De tweestrijd, die mijn blijdschap tart,<br />

o, kom in mijn gemis.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

34


In het moeras,<br />

dat ' leven ' genoemd wordt. Vernederd en omringd door<br />

tijdgeesten, van egoïsme en leugen.<br />

Jij, verleidende, doolhofgeest, metselaar van<br />

eeuwendikke muren in dit labyrint, geplaveid met<br />

kortzichtigheid.<br />

Waarom metsel jij, – met hoogmoed en hebzucht – een<br />

burcht vol verwaandheid en sta jij vol trots, het egolegioen<br />

te verhogen op de puinhopen die je aanricht. Jij,<br />

die de vreugde verscheurt, de bomen vertrapt, de<br />

levensadem verstikt. Jij, geest van de chaos, die de<br />

scheppingsgemeenschap, verziekt en verleidt.<br />

. . .Tot een woestijn maakt . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

35


Een woestijn,<br />

waar de onzekerheid, mij meesleurt door de tijden,<br />

mijn oog geen venster heeft. De donkere geslotenheid,<br />

de leegte is, waarin ik verkeer, - hoe zou ik een weg<br />

kunnen zien -. Raadselachtig lijkt mijn toekomst,<br />

tastend, zal ik de tijden doorvoelen en mijn levensweg,<br />

– vorm – krijgen. Gekreupeld, door vallen en opstaan,<br />

loopt er een spoor door de dag en de nacht, een<br />

schreeuwende dorst in de woestijn van wanhoop en<br />

eenzaamheid.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

36


Vereenzaamd en vergeten,<br />

geslagen en verward,<br />

voel ik de aardse keten,<br />

de angst slaat om mijn hart.<br />

De Liefde lijkt gebroken,<br />

geen hand meer om mij heen.<br />

Van hart en ziel verstoken.<br />

Ik weet niet meer -waarheen-.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

37


Schreeuwende dorst,<br />

in de woestijn van wanhoop en eenzaamheid.<br />

Angst en twijfel, zijn reisgenoten geworden.<br />

Hoe dorstig roept mijn eenzaamheid, om een<br />

metgezel en schreeuwt mijn wanhoop het uit,<br />

als de grond onder mij wegzakt. Hoe groot is<br />

de woestijn van verdriet, als de nacht mijn<br />

moedeloosheid kwelt en de dag, mijn schrijnende<br />

wond niet verlicht.<br />

Uitgeput, omringt de dood mijn levensadem.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

38


De dood je omringt . . .<br />

De zwartheid, je heeft opgeslokt in haar lege niets. Hoe<br />

pijnlijk, is deze éénzaamheid.<br />

Hoe éénzaam, is deze pijn, deze mensenpijn !<br />

Verkrampt, schuilt de pijn achter de woorden, maar<br />

woorden, zij voelen niet.<br />

Vóórbij de woorden, in de niet te begrijpen leegte, woont<br />

de pijn.<br />

Pijn, die zich niet verwoorden laat.<br />

Eenzaam, de eenzame mens, geketend aan haar pijn.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

39


De eenzame mens,<br />

geketend aan haar pijn.<br />

Ben je een éénling, als je voelt, dat de eenzaamheid, bezit<br />

van je heeft genomen, er geen verbinding meer bestaat<br />

met, - om je heen -?<br />

Dat je een gebroken éénheid bent, - een scherf -,<br />

verspreid over de vloer, die aarde genoemd wordt. Op je<br />

eigen kapotte eiland, teruggetrokken – in jezelf – ,<br />

omringd door breuklijnen, waar geen verwachting vanuit<br />

gaat, geen hoop. Verloren in het verlies van het<br />

kostbaarste . . . .<br />

Een niet uit te spreken gevoel, razend door het diepst van<br />

je ziel. . . . . Wie ben ik eigenlijk . . . . ?<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

40


De aarde heeft genomen,<br />

gegrepen mijn geluk.<br />

Dat is mij nu ontnomen,<br />

en maakt mijn leven stuk.<br />

Mijn Leven is vergeten,<br />

lijkt in haar dood te zijn.<br />

Gekwelde Hartekreten,<br />

verkrampt van angst en pijn.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

41


Wie ben ik eigenlijk,<br />

wat is – bestaan – ?<br />

Is dat zoiets: ‘ik kan mijzelf zien, dus ik besta’. Of, ‘ik kan<br />

denken en doen, lachen, pijn voelen, ik zie anderen en<br />

mezelf ', dus ik ben er, - ik ben een mens -.<br />

Ben ik iemand met twee gezichten, een gespleten<br />

persoon, met lichte en donkere kanten.<br />

Wie ben ik eigenlijk, ben ik een individu, een afzonderlijk<br />

wezen, een éénling ?<br />

Ben ik een lichaam, dat begeestigd is,<br />

of zou het kunnen zijn,<br />

dat ik een bezielde geest ben, die belichaamd is ?<br />

Het zijn vragen die almaar om een antwoord roepen.<br />

Ik, dwalend in mijn vragen, tastend naar antwoorden . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

42


Verkrompen en geslagen,<br />

gepijnigd in gemis,<br />

Teleurgesteld en vragen:<br />

“wat nou het leven is”.<br />

Het zoeken, de gedachten,<br />

Het duister dat verblind.<br />

Bezwijken en verwachten,<br />

De Hoop, dat je het vindt.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

43


Ik, dwalend in mijn vragen,<br />

tastend naar antwoorden, . . . struikelend, in het duistere<br />

niets, op zoek naar verborgen licht.<br />

Waar stroomt het wassende water, dat mijn blinde wegen<br />

‘heldert’ ?<br />

Waar is het licht, dat het duister van me afneemt en laat<br />

zien, wie ik ben ?<br />

Waar is de hand, die mijn éénzaamheid deelt met<br />

nabijheid, mijn reisgenoot is op deze weg geplaveid met<br />

vragen?<br />

Waar is de metgezel, die met mij struikelt, me bijstaat en<br />

weer opricht ?<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

44


Waar is de metgezel,<br />

die met mij struikelt, me bijstaat en weer opricht ?<br />

Waar stroomt de bron, die zich geeft, zich laat bewonen<br />

en mij tot een toevlucht wil zijn ?<br />

Wie ben ik, die deze pijnlijke geboorte ondergaat, een<br />

mensen-leven-lang de weeën voelt en hoopt eens uit<br />

deze verkramping verlost te worden ? Waar is de<br />

stralende mens die, – in de gevende liefdesstroom - zich<br />

beweegt, een mens van nabij, ademend de heelheid, de<br />

milde vrede ?<br />

Waar ben jij, geest van verlangen . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

45


Waar ben jij, geest van verlangen . . .<br />

Jij, die hoop in mij heeft uitgezaaid. Laat haar eens bloeien,<br />

opdat de wereld, – het kind in mij – , toekomst heeft en mag<br />

gaan dansen op deze aarde.<br />

Dat – ik mens – steeds meer mag ervaren, dat de aarde een<br />

éénheids-adem is, – een geschenk, – bezield met liefde.<br />

Jij, eeuwige hartslag , kloppend in deze kwetsbaarheid, neem<br />

mij mee in jouw bezielend hart, opdat ik, – mens – een schakel<br />

mag zijn, in deze scheppingsgemeenschap !<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

46


Verweven aan elkander,<br />

uit Eén Geheimenis.<br />

Gedeeld, zoals de ander,<br />

uit : - Die Het Leven Is -.<br />

Zij Is : - Die ons formeerde -<br />

haar - Adem-Geest - te zijn.<br />

Haar Liefde-stroom creëerde,<br />

in onze mensen-pijn.<br />

Jouw Kleed, dat is geweven,<br />

in Trouwe Liefdegloed,<br />

dat laat je mij nu delen,<br />

wanneer ik Jou ontmoet.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

47


Ik . . . een schakel . . .<br />

Zo ben je dan een moment – een schakel – in de tijd, een<br />

stoffelijke éénling, een mens, die – z'n ‘ik’ – uitbouwt,<br />

omringd door ongrijpbare geesten, zij hebben invloed op<br />

je bestaan, hier op aarde. Een mensenleven lang<br />

onderweg zijn, naar een raadselachtige toekomst.<br />

Mens-zijn . . . Een tijd van komen . . . En gaan. De<br />

stoffelijkheid aannemen en weer afleggen. Geboren<br />

worden en sterven.<br />

Het mens-zijn, in al z’n hoogten en diepten moeten<br />

ondergaan. Warm en liefdevol verwacht worden,<br />

geborgen en - in gewenst zijn - geboren.<br />

. . . Maar ook de keerzijde . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

48


Maar ook de keerzijde,<br />

– ten onder gaan – , niet gewenst zijn, verkracht worden<br />

in de kille afstandelijkheid.<br />

Geen verbondenheid en liefde ervaren.<br />

Als een wees, de weg moeten gaan, tastend in de<br />

schemering. Geen houvast,- en lichtpunten.<br />

Verweesd, in de donkere diepten, van jezelf.<br />

Een éénling, met in wanhoop uitgestoken handen, die<br />

alleen met leegte gevuld lijken te worden.<br />

. . . . Hoe ondoorgrondelijk . . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

49


O nacht, wanhoop, geboren kind,<br />

geslagen, . . . dreiging, . . . tegenwind . . .<br />

Jouw Hart, dat vol van angsten beeft,<br />

in eenzaamheid wordt uitgeleefd<br />

Jouw dag, verwond, in levenspijn,<br />

in woeste wreedheid, – mens te zijn – .<br />

Verborgen Licht, laat mij bestaan,<br />

de langst naar vreugde opengaan.<br />

O Hoop, – jij vriend – kom naderbij<br />

doorvoel mijn hart en zegen mij.<br />

Vlam op, jij Lichtziel, vuur mij aan,<br />

jouw lieve hart zien opengaan.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

50


Jij, Scheppingsvreugde,<br />

die de liefde ademt en in bomen, de longen van moeder<br />

aarde, plant. Dier en mens, bewoners maakt en laat<br />

drinken van het water dat bezield is met hartslag.<br />

Jij, innerlijke vriend,<br />

Verbonds-trouwe-metgezel,<br />

Leef mij – mens –<br />

. . . Naar wie jij bent !<br />

. . . Helder en doorvoed mij, met je bestaan !<br />

. . . Laat mij, - in jouw hart - wakker worden.<br />

. . . Open en leef ons,<br />

– vuur ons aan – !<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

51


Jij, innerlijke vriend,<br />

Verbonds-trouwe-metgezel,<br />

voel met mij, . . . die dikke muren, dat <strong>prikkel</strong>draad, dat<br />

concentratiekamp van ademloze dood waarin<br />

– ik mens – verkeer. De razernij die ons opjaagt en de<br />

muziek van de vreugde laat bloeden, tot zij<br />

uitgestorven is. Jij weet ervan. Leer mij, van deze<br />

schaduwzijde bewust te worden en stuw mij naar een<br />

nieuw besef, naar die bezielende weg in het innerlijk.<br />

Neem ons - mensen - mee, op die reis naar binnen, –<br />

naar de Ziel – en laat opnieuw verantwoordelijkheid in<br />

ons doorbreken.<br />

Neem ons mee en laat jouw ziel zich mengen in onze<br />

gedachten, . . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

52


laat jouw ziel zich mengen<br />

in onze gedachten, . . . .<br />

Laat ons voelen en doorgronden, – wie we zijn –<br />

Hoe wankel wordt mijn bestaan, wanneer ik niet weet wie<br />

ik ben.<br />

Laat ons krachten ervaren, die zich met ons verbinden ;<br />

. Adem om jouw vreugde te vieren.<br />

. Hartslag om te voelen.<br />

. Liefde en trouw, om te beleven.<br />

. Blijdschap en verdriet, dat met je mee gaat, in een<br />

verbond, dat geleefd en geboren wordt, in<br />

lichte en duistere perioden.<br />

. Milde krachten, die het aardse bestaan voeden op die<br />

eeuwige weg.<br />

Open mij, . . . . mens . . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

53


De Heelheid laat zich delen,<br />

geeft mij van 't levens brood.<br />

zij ademt mij in 't heden,<br />

. . . ook ik . . . ben deelgenoot.<br />

Opweg gaan met de ander,<br />

soms door de duisternis.<br />

Opzoek gaan naar elkander,<br />

naar wat - ons menszijn – is.<br />

Verradelijk - gevangen -,<br />

wordt – al wat Heelheid is –,<br />

veelvuldig uitgebannen,<br />

in blinde duisternis.<br />

Toch blijf ‘k je stem steeds horen,<br />

Je laat mij niet alleen,<br />

een nieuwe tijd gaat komen,<br />

Je draagt mij er doorheen.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

54


Openen . . .<br />

Zo op het eerste gezicht een alledaagse bezigheid. Het lijkt<br />

eenvoudig; je kan de deur, de koektrommel, de kast<br />

openen. Niets bijzonders. Toch is openen, één van de<br />

belangrijkste gebeurtenissen in je bestaan. Zolang je niet<br />

opent, blijf je blind voor wat verborgen is. Je kunt er niet<br />

bij. Geslotenheid, geeft niet prijs wat in de ruimte er achter<br />

verscholen is. Uit de koektrommel kan niet getrakteerd<br />

worden, de inhoud blijft afgesloten, je zult er geen deel aan<br />

hebben. Het is onmogelijk, om maar iets te kunnen proeven<br />

van wat erin verborgen is.<br />

Zo zal ook een geschreven woord gedonkerd blijven liggen,<br />

als zij blijft verkeren in de geslotenheid van het kaft. De<br />

buitenzijde zal moeten wijken, om haar inhoud tot leven te<br />

laten komen.<br />

Hoe open ben jij . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

55


Hoe open ben jij,<br />

wat leeft er in je . . . Je innerlijke krachten de ruimte<br />

geven. Wat zal er naar buiten komen. Durf je er aan<br />

te beginnen, hoe open ben je als het er op aan<br />

komt ? Met hoeveel moed-, stuwkracht, moet je<br />

worden omringd om je te durven uiten. Welke<br />

geesten trekken met je mee in je menselijke<br />

gedaante ? Ze laten van zich horen, ze spreken je<br />

toe met hun stille stem en leggen jouw gevoelens<br />

op de schaal van het geweten. Ze trekken met je op,<br />

die geesten, – duistere en lichte –.<br />

Kwetsbaar schijnt het licht, hoe wankel is jouw<br />

openheid . . . . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

56


Hoe wankel . . . . .<br />

is jouw openheid.<br />

Kwetsbaar laat zij zich voelen wanneer zij in de<br />

verleidelijkheid van het ego verkeert.<br />

Geestelijk en stoffelijk kun je in spanningsvelden komen<br />

die je onstabiel maken.<br />

Lichte en donkere krachten voeren strijd met je. De<br />

openheid wankelt. Jouw kwetsbare heelheid, ligt op het<br />

moeras, waar de onmacht haar heerschappij heeft . . .<br />

– de dood je omringt –.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

57


de dood je omringt . . .<br />

In hoeverre ben ik – mens –, in staat om deze gekerkerde<br />

eenzaamheid, deze cel vol duisternis, leefbaar te maken?<br />

Immers, het onheil ligt als een woeste wreedheid in ons<br />

gezichtsveld. Verkerend in de giftige wolken van<br />

hebzucht, zijn we ingesloten, tussen de muren van<br />

egoïsme. Wreed, verteert het asfalt de bloemrijke<br />

pracht en is de hartslag van leven opgevoerd tot een niet<br />

te beheersen snelheid. Sirenes, overstemmen de<br />

harmonie van stilte. De vogels, zijn met stomheid<br />

geslagen, hun bomen zijn niet meer. Hoe pijnlijk hongert<br />

de wereld, verdroogt het leven en wordt mijn diepste<br />

zijn verziekt. Geblind op het luxe eiland van mijzelf, ben<br />

ik slaaf geworden. Geketend aan onmacht,<br />

. . . zijn mijn handen leeg . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

58


Geketend aan onmacht,<br />

voelt dit verleidelijke klatergoud, als fluweel en heeft ze<br />

haar koude hardheid, verfloerst tot gelukzaligheid.<br />

Waarom wordt de harde werkelijkheid, verslist tot een<br />

verraderlijk aanvaarden en regeert de onmacht mij als<br />

een robot, die zielloos zijn slaafsheid uitvoert.<br />

Zeg mij; “Wie ben jij die mij ontademt, tot ik de droogte<br />

hoest van een slaaf, die mensen-lang de muren van de<br />

eenzaamheid kerft.<br />

Jij, die mij laat dwalen zonder bestemming”.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

59


Zo ben ik ingesloten,<br />

mijn openheid gedicht.<br />

In Hart en Ziel gebroken<br />

verstoken van het Licht.<br />

Geen liefde, geen vertrouwen,<br />

het ziele-licht gaat uit,<br />

geen geest om op te bouwen,<br />

geen hart dat zich ontsluit.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

60


Jij, die mij laat dwalen,<br />

zonder bestemming, vertel mij, “ Waarom, is het licht van<br />

leven mij vreemd en tast ik in donkere diepten, naar een<br />

houvast, naar een ankerplaats vol hoop.“<br />

wie zou ik zijn, overgeleverd aan begrensde gedachten.<br />

Voel m'n onrust, de verwarring, de pijnlijke breuken van<br />

het hart, het verdriet, de zelfzucht, het gemis aan<br />

vreugde.<br />

Jij adem, vol scheppingsgemeenschap, kom mij bevrijden !<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

61


Adem, vol scheppingsgemeenschap,<br />

Hoe wonderlijk laat jij je vieren, in planten, dieren,<br />

mensen.<br />

Jij, mysterie, stille Aanwezige, die zich laat voelen in de<br />

heelheid, roep mij mens, in jouw hartslag, in jouw ziel.<br />

Laat mij geboren worden in het ongekende.<br />

Jij trouwe innerlijke stem, – die zich laat wonen – hier in<br />

dit aardse, jij spreekt in ons menszijn, verlicht onze<br />

gedachten, nu de levensader knelt en ons kleinkind,<br />

. . . . de toekomst huilt . . . .<br />

In de wreedheid van vandaag.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

62


Doorlicht in mij de zwarte nacht<br />

de droefheid . . . – zo alleen –<br />

Hoe radeloos en hartverwart,<br />

de éénzaamheid, de liefdesmart.<br />

Kom adem . . . om mij heen.<br />

O eeuwige adem, trouwe geest,<br />

Jouw scheppingshart draagt mij.<br />

Jouw ziel, die hier dit wonder geeft,<br />

Het vreugdelied, in al wat leeft,<br />

Mysterie van – nabij – .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

63


Een bevrijdende droom,<br />

Die geslapen wordt, in het onbewuste. Een bezielende<br />

droom, die eens wakker geroepen wordt om op te staan,<br />

in beweging te komen, om het ritme vol van mysterie te<br />

dansen in, deze wereld.<br />

Het is in haar blijdschap, dat vrijheid haar vreugde ademt<br />

in deze weidsheid.<br />

Er is een wonderlijke hartslag in deze tuin, deze wereld,<br />

die bloesem - vol verwachting - laat bloeien, temidden<br />

van hard gesteente en haar vruchten geeft op de<br />

hoogte- en in de dieptepunten van het mens-zijn.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

64


Mysterieus, die eeuwige geest,<br />

Met haar bezielend licht, vol scheppingsgemeenschap.<br />

Overweldigend geurt er vreugde, in de adem van<br />

bloemen en bomen. Wat een feestkleed heeft deze<br />

verbondstempel, deze wonderlijke aarde met die<br />

stuwende hartslag, vol van leven. Onbegrijpelijk, dit<br />

grenzeloze feest, dat gevierd mag worden met die<br />

innerlijke metgezel, die eeuwige stem.<br />

Al men-sen-lang, die trouwe scheppingsliefde. Uitbundig<br />

gekleed . . .<br />

. . . jij mens – ; . . . Zie . . . En . . . Voel . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

65


Haar kleed, dat is geweven,<br />

in trouwe liefdegloed,<br />

dat laat je mij nu delen,<br />

wanneer ik jou ontmoet.<br />

Ik mag dit Feestkleed dragen,<br />

Verbonden met Haar pijn.<br />

En delen al de slagen,<br />

de wonden die er zijn.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

66


Neem mij mee . . .<br />

Jij, Zielbron, stromend over de bewustzijnsvelden in<br />

onze gedachten.<br />

Laat ons opstaan uit het graf van vernedering en<br />

jouw vreugdemysterie - LEVEN ! -<br />

Wandel met mij door deze ecologische tempel,<br />

– Moeder Aarde –. Leer ons – mensen – van dit<br />

Levenswonder te genieten, haar Heelheid te voelen<br />

en doorleef mij - mens – met jouw stuwende<br />

liefdekracht voor deze rijkdom.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

67


O Geest, Die doet omgeven,<br />

ten diepste – eigen - zijt,<br />

Jij draagt mij door het heden,<br />

steeds in de eeuwigheid.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

68


In, – VERBONDENHEID – leven . . .<br />

Ja, wat zou ik – mens – mij, bij het begrip verbond<br />

kunnen voorstellen ? Niet eenvoudig, hoever rijkt een<br />

verbinding . . . . . . . zou deze ook begrensd kunnen zijn ?<br />

Gevoelens en emoties zoeken een centrum, een centraal<br />

punt, een regiekamer vanwaaruit verbindingslijnen door<br />

je gedachtewereld aderen. Vervolgens word je bewust,<br />

dat er meer dan één regisseur zich melden om je bij te<br />

staan. Schimmige geesten, die regie willen voeren bij het<br />

gaan van je levensweg. Geen duidelijke richtingwijzer,<br />

een chaos van wegen, soms geplaveid met verleidelijk<br />

fluweel.<br />

Daar sta je dan . . . en vraag je, je af:<br />

“Welke kant op ?”<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

69


Daar sta je dan . . .<br />

en vraag je, je af: “Welke kant op ?”<br />

Welke regisseur spreekt tot mijn verbeelding en heeft de<br />

meeste invloed op de weg die nu gekozen kan worden ?<br />

Wie van hen wijst mij naar begaanbare wegen ?<br />

Legio regisseurs, treden in mijn gedachtewereld naar<br />

voren, met aantrekkelijke voorstellen.<br />

Anderen negeren me en laten mij eenvoudig ploeteren als<br />

een doelloos schepsel.<br />

Dan zijn er nog een paar die met verleidelijkheden invloed<br />

op mij willen uitoefenen.<br />

Er is zelfs één, – hoe bestaat het – die met mij op wil<br />

trekken.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

70


Er is zelfs één . . . . .<br />

– hoe bestaat het – die met mij op wil trekken. Gewoon,<br />

deel wil zijn, van mij !<br />

Wel vreemd zo'n regisseur, die me bij wil staan en . . .<br />

de stilte van mijn gedachten bezoekt.<br />

Wonderlijk. . . die Stilte . . .<br />

die Adem . . . die Heelheid . . .<br />

jij – mens – . . .<br />

Kom op, ervaar mijn tempel ;<br />

. . . de aarde . . ., de blijdschap . . ., die hier bloeit.<br />

Wijds openen de meren hun vreugde, bergen jubelen en<br />

rivieren klappen in hun handen.<br />

Laat dit Verbond, deze compositie, op ons inwerken als<br />

eeuwige hartslag !<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

71


Verborgene die adem geeft,<br />

Zich laat bestaan,<br />

En in mij leeft,<br />

Hoe wonderlijk verweven.<br />

Jij gaat de wegen van mijn nacht,<br />

Doorvoelt mijn pijn, verwarde hart,<br />

jouw ziel, wekt mij tot leven<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

72


Jij, eeuwigheid hartslag,<br />

open geest in mijn gedachtevelden, in jouw<br />

lichtkern mens te mogen zijn en in jouw alles<br />

omvattende zielsverbinding, verbondenheid te<br />

voelen.<br />

Jij, trouwe gedachtestem; leer mij mens,<br />

– jouw gaven – . . . . . dragen . . . . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

73


leer mij mens,<br />

– jouw gaven – . . . . . dragen . . . . .<br />

Jij, communicerend mysterie, die steeds mijn<br />

innerlijk bevraagt, mij weet te vinden in al m'n<br />

onheilspellende ervaringen. Jij weet mij te<br />

vangen in het ondoorgrondelijke.<br />

Je spreekt het goede en het kwade uit, in<br />

mijn gedachten.<br />

Jij, aanwezige in het ongekende,<br />

éénheidsmysterie, die mij leeft in dit<br />

ervaringsgeweld, . . . . overlaad mij,<br />

– in mijn menszijn – , met vertrouwen. . .<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

74


overlaadt mij,<br />

– in mijn menszijn – , met vertrouwen. . . . . .<br />

Jij, aanwezige, in mijn gedachten, jij trouwe Geest, maak<br />

mij wakker, uit dit isolement en leer mij, het feest in<br />

deze lichaamstempel te vieren in jouw hartslag.<br />

Leid mij naar jouw bewustzijnsvelden.<br />

Adem mij, . . . . . . . in . . . . en . . . . uit . . . . . . .<br />

Leer mij, m'n diepste ' Zijn ' , vinden en van jouw<br />

levensblijdschap genieten.<br />

Doorvoed mij, – mens – met Helende daadkracht.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

75


Doorvoed mij,<br />

– mens –, met Helende daadkracht.<br />

Jij, Geest van het begin, die zich leeft, in het noorden,<br />

zuiden, het oosten en het westen, leer mij de<br />

eeuwigheid betreden met hart en ziel.<br />

Leer mij op te staan, om jouw ademend licht te vieren in<br />

het ongekende.<br />

Jij, Levensmysterie, – leidende Heelheid –, laat jouw<br />

Verbond in mij spreken, op die men-sen-lange-weg door<br />

de eeuwigheid.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

76


Jij – levensmysterie, –<br />

ik roep je aan, nu mijn gedachtesnaren met stomheid zijn<br />

geslagen:<br />

“ Stem in mij de lichtdraden,<br />

in deze ecologische tempel ,<br />

tot een eeuwige harmonie<br />

en zuiver mij, in jouw compositie,<br />

zoals je mij wilt laten zijn . . . . .”<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

77


Getrouw laat jij je horen,<br />

Jij, Stille Stem in mij.<br />

Je doet: - mij zijn Herboren -,<br />

en zegt: “ Ik Ben Nabij”.<br />

Nu draagt: - Die Is Nabijheid -,<br />

mij op haar woorden mee.<br />

Beademt mij naar vrijheid,<br />

maar ‘k weet nog niet - waarheen-<br />

Al ben ik een ontheemde,<br />

Die Stille Stem in mij,<br />

geleid mij door de vreemde<br />

en laat mij dankbaar zijn.<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

78


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

79


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

80


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

81


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

82


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

83


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

84


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

85


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

86


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

87


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

88


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

89


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

90


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

91


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

92


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

93


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

94


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

95


Azemjend libben ; “ Wa bisto, diize yn myn tinzen<br />

Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

96


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

97


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

98


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

99


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

100


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

101


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

102


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

103


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

104


Prikkeldraad in mijn gedachten<br />

105

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!