DIABETES MELLITUS VRM COPD EN ASTMA
160608-Rapport-Transparante-Ketenzorg-20151 160608-Rapport-Transparante-Ketenzorg-20151
Overzicht 2: Mensen met HVZ, prevalentie en regie Totaal aantal mensen met HVZ N*=63 Prevalentie** N=63 In programma zorggroep N=68 % onder behandeling specialist N=60 gemiddelde 5.595 4,3 3.054 27,5 6,0 mediaan 4.103 4,3 2.435 28,9 3,9 minimum 265 1,9 105 0,1 0 maximum 30.523 7,2 17.479 56,1 39,7 % niet in programma zorggroep*** N=60 *N = aantal zorggroepen dat betreffende gegevens kon aanleveren; dit aantal kan per item verschillen. **Hier is het gemiddelde van de prevalenties per zorggroep genomen. Die kan afwijken van de gewogen prevalentie (rode streep in grafiek 1 van bijlage 2) die is berekend over alle patiënten van alle aanleverende zorggroepen. ***Een zorggroep heeft hier 0 als ze geen patiënten buiten programmatische zorg behandelt, maar ook als ze het aantal niet kan aanleveren. Daarom zijn hier alleen de zorggroepen meegenomen die de hele populatie in beeld hebben (aantal bij specialist en aantal bij huisarts). Net als bij diabetes en COPD neemt het aantal zorggroepen dat de hele populatie in beeld heeft toe. Daarmee komt er meer zicht op de werkelijke prevalentie. Ook wordt zo duidelijker welke patiënten niet in programmatische zorg zijn en wat de verdeling is van patiënten tussen eersteen tweedelijn. Een verantwoorde verschuiving van zorg van tweede- naar eerstelijn (substitutie) vereist een actieve opstelling van zorgverleners, ondersteund door transmurale afspraken. De door de zorggroepen aangeleverde gegevens geven echter geen inzicht in deze afspraken, noch in de eventuele effecten ervan op substitutie. Daarbij speelt dat niet alle zorggroepen de registratie van het hoofdbehandelaarschap op orde hebben. Substitutie is een proces van jaren en tevens afhankelijk van variabele factoren als lokale contacten, patiënt-karakteristieken, beleid van zorgverzekeraars, en de ontwikkeling en implementatie van transmurale afspraken. Grafiek 1. Vergelijking percentage patiënten met HVZ in 1 e lijn © InEen TRANSPARANTE KETENZORG RAPPORTAGE 2015 ZORGGROEPEN 20/92
Het percentage patiënten dat in de eerste lijn wordt behandeld is in Grafiek 1 vergeleken over vier jaren. Voor deze vergelijking zijn alleen die groepen geselecteerd die algemene populatiegegevens (totale populatie, aantal patiënten met diabetes type 2, aantal patiënten met hoofdbehandelaar specialist, aantal patiënten met hoofdbehandelaar huisarts, aantal patiënten niet in programmatische zorg) gedurende minstens twee jaar compleet konden aanleveren. © InEen TRANSPARANTE KETENZORG RAPPORTAGE 2015 ZORGGROEPEN 21/92
- Page 1 and 2: TRANSPARANTE KETENZORG RAPPORTAGE 2
- Page 3 and 4: INHOUDSOPGAVE Verantwoording 2 Same
- Page 5 and 6: SAMENVATTING EN AANBEVELINGEN Dit i
- Page 7 and 8: Aanbevelingen VRM bij patiënten me
- Page 9 and 10: Aanbevelingen COPD 1 De toets syste
- Page 11 and 12: INLEIDING Transparantie over de gel
- Page 13 and 14: WERKWIJZE Eind december 2015 werd d
- Page 15 and 16: alle zorggroepen die data hebben aa
- Page 17 and 18: RESULTATEN DIABETES INDICATOREN We
- Page 19 and 20: Grafiek 4: Percentage diabetespati
- Page 21: alle zorggroepen die data hebben aa
- Page 25 and 26: Toelichting bij de grafieken Grafie
- Page 27 and 28: alle zorggroepen die data hebben aa
- Page 29 and 30: RESULTATEN VVR-INDICATOREN We begin
- Page 31 and 32: Grafiek 4: Percentage VVR-patiënte
- Page 33 and 34: alle zorggroepen die data hebben aa
- Page 35 and 36: De gewogen 9 prevalentie van COPD i
- Page 37 and 38: 2 Resultaten over 2015 per indicato
- Page 39 and 40: Grafiek 8. Percentage COPD-patiënt
- Page 41 and 42: Interpretatie van de opgegeven cijf
- Page 43 and 44: Grafiek 4. Percentage astmapatiënt
- Page 45 and 46: BIJLAGE 1 | GRAFIEKEN DIABETES Graf
- Page 47 and 48: Grafiek 3: Percentage diabetespati
- Page 49 and 50: Grafiek 5: Percentage diabetespati
- Page 51 and 52: Grafiek 7: Percentage diabetespati
- Page 53 and 54: Grafiek 9: Percentage diabetespati
- Page 55 and 56: Grafiek 11: Percentage diabetespati
- Page 57 and 58: Grafiek 2: Percentage HVZ patiënte
- Page 59 and 60: Grafiek 4: Percentage HVZ patiënte
- Page 61 and 62: Grafiek 6: Percentage HVZ patiënte
- Page 63 and 64: Grafiek 8: Percentage HVZ patiënte
- Page 65 and 66: Grafiek 2: Percentage VVR patiënte
- Page 67 and 68: Grafiek 4: Percentage VVR patiënte
- Page 69 and 70: Grafiek 6: Percentage VVR patiënte
- Page 71 and 72: Grafiek 8: Percentage VVR patiënte
Overzicht 2: Mensen met HVZ, prevalentie en regie<br />
Totaal aantal<br />
mensen met<br />
HVZ<br />
N*=63<br />
Prevalentie**<br />
N=63<br />
In<br />
programma<br />
zorggroep<br />
N=68<br />
% onder<br />
behandeling<br />
specialist<br />
N=60<br />
gemiddelde 5.595 4,3 3.054 27,5 6,0<br />
mediaan 4.103 4,3 2.435 28,9 3,9<br />
minimum 265 1,9 105 0,1 0<br />
maximum 30.523 7,2 17.479 56,1 39,7<br />
% niet in<br />
programma<br />
zorggroep***<br />
N=60<br />
*N = aantal zorggroepen dat betreffende gegevens kon aanleveren; dit aantal kan per item verschillen.<br />
**Hier is het gemiddelde van de prevalenties per zorggroep genomen. Die kan afwijken van de gewogen<br />
prevalentie (rode streep in grafiek 1 van bijlage 2) die is berekend over alle patiënten van alle aanleverende<br />
zorggroepen.<br />
***Een zorggroep heeft hier 0 als ze geen patiënten buiten programmatische zorg behandelt, maar ook<br />
als ze het aantal niet kan aanleveren. Daarom zijn hier alleen de zorggroepen meegenomen die de hele<br />
populatie in beeld hebben (aantal bij specialist en aantal bij huisarts).<br />
Net als bij diabetes en <strong>COPD</strong> neemt het aantal zorggroepen dat de hele populatie in beeld heeft<br />
toe. Daarmee komt er meer zicht op de werkelijke prevalentie. Ook wordt zo duidelijker welke<br />
patiënten niet in programmatische zorg zijn en wat de verdeling is van patiënten tussen eersteen<br />
tweedelijn. Een verantwoorde verschuiving van zorg van tweede- naar eerstelijn (substitutie)<br />
vereist een actieve opstelling van zorgverleners, ondersteund door transmurale afspraken. De<br />
door de zorggroepen aangeleverde gegevens geven echter geen inzicht in deze afspraken, noch<br />
in de eventuele effecten ervan op substitutie. Daarbij speelt dat niet alle zorggroepen de<br />
registratie van het hoofdbehandelaarschap op orde hebben. Substitutie is een proces van jaren<br />
en tevens afhankelijk van variabele factoren als lokale contacten, patiënt-karakteristieken,<br />
beleid van zorgverzekeraars, en de ontwikkeling en implementatie van transmurale afspraken.<br />
Grafiek 1. Vergelijking percentage patiënten met HVZ in 1 e lijn<br />
© InEen TRANSPARANTE KET<strong>EN</strong>ZORG RAPPORTAGE 2015 ZORGGROEP<strong>EN</strong> 20/92