Geïntegreerd jaardocument 2015 Groene Welle - Continuiteit in ontwikkeling

GEÏNTEGREERD JAARDOCUMENT 2015
Continuïteit in ontwikkeling
Versie: april 2016
Adres
Groene Welle
Postbus 552
8000 AN Zwolle
info@groenewelle.nl
www.groenewelle.nl
13US

Continuïteit in ontwikkeling
INLEIDING
2015 was het laatste jaar van ons strategisch uitvoeringsplan ‘De Groene Welle: Brug naar het
groene leven’. We hebben dit jaar daarom gebruikt om de nieuwe beleidsperiode voor te
bereiden en hebben gewerkt aan de doelen die we onszelf hadden gesteld. In dit document
zetten we op een rij wat we in 2015 hebben gedaan en presenteren we de ontwikkelingen die er
speelden binnen onze onderwijsinstelling. Ook geven we aan welke keuzes we hebben gemaakt
en op welke manier ontwikkelingen in de maatschappij invloed hebben gehad op ons
functioneren en presteren.
Het jaardocument voldoet aan de vereisten, die worden gesteld door de overheid en is het gebaseerd
op de inrichtingsvereisten, zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en nader uitgewerkt in de
richtlijn RJ660_Onderwijsinstellingen.
Leeswijzer
Het jaardocument kent een overzichtelijke opbouw, die aansluit bij ons nieuwe beleidsplan. Deze
indeling zullen we de komende jaren blijven hanteren, waardoor we ons op een overzichtelijke en
herkenbare manier verantwoorden.
Een beknopt overzicht van de behaalde resultaten van afgelopen beleidsperiode vindt u op pagina 9. In
een oogopslag leest u hier hoe wij de afgelopen jaren scoren op de voor ons belangrijke onderdelen. En
daarmee sluiten wij de vorige planperiode af.
Elk hoofdstuk van dit jaardocument staat voor een onderdeel uit het strategisch uitvoeringsplan ‘Jouw
brug naar het Groene Leven’. We beginnen met een toelichting op wie we zijn, wat onze strategie,
missie en visie zijn en welke kernwaarden en pijlers we kennen. In hoofdstuk 2 geven we een korte
schets van de belangrijkste ontwikkelingen in onze omgeving. Hoofdstuk 3 gaat in op onze leerlingen,
studenten, deelnemers en ons onderwijs. In hoofdstuk 4 geven we een beeld van onze medewerkers en
onze kennis. Hoofdstuk 5 gaat over onze organisatie en bedrijfsvoering, terwijl hoofdstuk 6 een
overzicht geeft van activiteiten met betrekking tot onze zichtbaarheid en onze trots. Tenslotte gaan we
in hoofdstuk 7 uitgebreid in op de financiële verantwoording. Voor begrippen die uitleg vragen hebben
we op het einde een verklarende woordenlijst opgesteld.
Dit document is de verbinding tussen de vorige en nieuwe planperiode. We presenteren aan het einde
van verschillende hoofdstukken de doelstellingen uit het strategisch uitvoeringsplan 2012-2015 en de
nieuwe doelen voor 2016 en verder. Daar waar mogelijk hebben wij, net als in 2014, onze concrete
resultaten op een rij gezet. We gebruiken hierbij drie kleuren, die staan voor het volgende:
gerealiseerd wordt nog aan gewerkt niet gerealiseerd
Horizontale verantwoording
Het document dat voor u ligt, is geschreven om ons verticaal te verantwoorden naar onder meer
Ministerie en Inspectie. Via onze website publiceren we ook een samenvatting met plannen voor het
komende jaar. Daarnaast wordt dit document integraal gepubliceerd. Met deze acties verantwoorden wij
ons horizontaal naar medewerkers, ouders/verzorgers, bedrijfsleven en regionale overheidsinstellingen.
Via nieuwsbrieven voor de diverse stakeholders worden onze belangrijkste partners uitgenodigd om
met ons in gesprek te gaan. De input uit de gesprekken gebruiken wij weer bij het opstellen van onze
jaarplannen. Uiteraard kunt u nu ook al via jaardocument@groenewelle.nl een reactie geven.
2

Continuïteit in ontwikkeling
INHOUDSOPGAVE
Inleiding .......................................................................................................................................... 2
Inhoudsopgave ................................................................................................................................ 3
Verklaring bevoegd gezag 2015 ......................................................................................................... 4
Verslag van het College van Bestuur .................................................................................................. 5
Verslag van Raad van Toezicht .......................................................................................................... 7
Prestatieafspraken 2012-2015 ........................................................................................................... 9
Onze passie voor groen .................................................................................................................. 10
Onze omgeving, ons beroepenveld .................................................................................................. 12
Onze leerlingen, studenten, deelnemers, ons onderwijs .................................................................... 16
Onze medewerkers, onze kennis ..................................................................................................... 29
Onze organisatie, onze bedrijfsvoering............................................................................................. 38
Onze zichtbaarheid, onze trots ........................................................................................................ 44
Financieel resultaat, besturing en verwachtingen .............................................................................. 46
Jaarrekening 2015 .......................................................................................................................... 54
Continuïteitsparagraaf..................................................................................................................... 82
Overige gegevens ........................................................................................................................... 86
Verklarende woordenlijst................................................................................................................. 89
Bijlage Overzicht van (neven)functies College van Bestuur en Raad van Toezicht ............................... 90
Bijlage Overzicht van opleidingen 2015 ............................................................................................ 91
Bijlage Jaarverslag Ondernemingsraad ............................................................................................. 92
Bijlage Jaarverslag Ouderraad ......................................................................................................... 93
3

Continuïteit in ontwikkeling
VERKLARING BEVOEGD GEZAG 2015
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verplicht het bevoegd gezag tot een
verklaring dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. De wettelijke vereisten definieert
De Groene Welle als alle relevante onderwijswet- en regelgeving. Dus:
Voldoen aan de zorgplicht informatievoorziening door het beschikbaar stellen van:
a) Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) aan vmboleerlingen
en ouders/verzorgers.
b) Het onderwijs- en examenreglement aan studenten in het mbo
inclusief individueel ondersteuningsplan (IOP).
c) Een opleidingsgids voor vo (vmbo-groen en Groene Lyceum) en mbo.
d) Het informeren van studenten over de arbeidsmarktperspectieven van de
opleiding waarvoor ze zich aanmelden en inschrijven (zorgplicht).
e) Het verhelderen van schoolkosten vo en mbo.
Het verstrekken van een geldige onderwijs- en BPV-overeenkomst aan de studenten in
het mbo.
Melden van voortijdig schooluitval via de daarvoor geldende procedures.
Uitvoeren en communiceren van klachtenregelingen met betrekking tot examens, BPV
en vertrouwenszaken.
Voldoen aan de wet BIO (Beroepen In het Onderwijs).
Voldoen aan de wettelijke minimum uren norm voor onderwijstijd in het vo en mbo.
Toegankelijkheid van de opleiding.
Systematische aandacht voor onze onderwijskwaliteit in vmbo en mbo.
Het voldoen aan de eisen van medezeggenschap van medewerkers en studenten.
Als organisatie hebben wij ons in 2015 gehouden aan alle relevante wet- en regelgeving. Ook
het toezicht is volgens de Governance Code uitgevoerd.
4

Continuïteit in ontwikkeling
VERSLAG VAN HET COLLEGE VAN BESTUUR
Continuïteit in ontwikkeling
In 2015 liep onze strategische planperiode af en hebben we nagedacht over de toekomst. Een toekomst
waarin we ons willen blijven ontwikkelen. We willen vanuit onze groene identiteit werken aan de
ontwikkeling van (jonge) mensen tot zelfbewuste, innovatieve en maatschappelijk betrokken individuen,
die met passie voor groen blijven werken aan hun (professionele) toekomst. Hoe we dit willen realiseren
hebben we vastgelegd in ons nieuwe strategische plan ‘Groene Welle: jouw brug naar het groene
leven’. Daarin continueren we de lijnen uit het vorige plan, maar voegen we toe dat we ons bij alles
afvragen wat het betekent voor de leerling/student.
Continuïteit in ontwikkeling was het jaarthema van 2015. Daar was alles op gericht en systematisch
werken stond hierin centraal. Systematisch werken aan de verbetering van ons onderwijs, aan onze
ondersteunende processen. Deze werkwijze is kenmerkend geweest voor 2015.
In 2015 hebben we ook geoogst als het gaat om de doelen van het strategische uitvoeringsplan 2012-
2015. Onze ambitie was om bij de beste drie AOC’s te horen. Die ambitie hebben we met elkaar
gehaald. De resultaten in het vo en de tweede plaats in de Keuzegids MBO zijn daar voorbeelden van.
Ook onze VSV-resultaten laten dat zien: we behoren tot de top 3 van groene onderwijsinstellingen in
Nederland.
In 2015 hebben we de meeste energie gestoken in de ontwikkeling van ons onderwijs, dat in 2016
anders wordt ingericht. Zo werkt het mbo dan met de vernieuwde kwalificatiestructuur en kent het vo
een nieuwe programmering en examinering. De uitdaging bij deze vernieuwingen was om het op te
pakken als een kans. Niet ‘oude wijn in nieuwe zakken’, maar nieuwe wijn ontwikkelen in de
wetenschap dat druiven altijd druiven blijven.
Waarde
Samenwerken is de afgelopen jaren een pijler geweest in onze strategie (en speelt ook de komende
jaren een belangrijke rol). We werken in de praktijk met veel mensen, organisaties en bedrijven samen
en zijn onderdeel van een netwerk dat (over en weer) toegevoegde waarde heeft.
De samenwerking met AOC Oost is in 2015 uitgebreid. In het kader van doelmatigheid hebben
docenten gewerkt aan een gezamenlijk grof ontwerp van de mbo-opleidingen, die na augustus 2016
worden aangeboden door beide instellingen. Op bestuurlijk niveau zijn voorbereidende en verkennende
activiteiten uitgevoerd, die in 2016 zullen leiden tot besluitvorming over de samenwerking en de
vormgeving hiervan. We hebben als doel om een robuust opleidingen aanbod in de regio ook in de
toekomst te kunnen continueren. Na besluitvorming zal dat leiden tot implementatie en uitvoering van
mogelijke gezamenlijke uitvoering van het mbo-onderwijs. Samenwerken heeft waarde.
Die toegevoegde waarde komt ook tot uitdrukking in het slagingspercentage van het vo. Op één leerling
na hebben we alle 117 eindexamenleerlingen geholpen om hun diploma te halen en daarmee de
toegang tot vervolgonderwijs. Natuurlijk is dit hoge slagingspercentage niet het doel op zich, maar we
laten hiermee wel zien wat de waarde is die onderwijs kan toevoegen aan (jonge) mensen. Een waarde
van belang voor bedrijven, scholen en leerlingen en studenten zelf. En daarvoor zoeken we de
voortdurende dialoog en de samenwerking met onze omgeving.
Onze basis van waaruit wij werken is in 2015 verstevigd. Dat is belangrijk, omdat om ons heen veel
gebeurt. Denk aan de ontwikkelingen in de positionering van groen onderwijs en de bezuiniging die in
2016 in het mbo zijn beslag vindt. We kunnen het aan, omdat we een stevige basis hebben. Een
stevige financiële basis, maar vooral een goede basis in de kwaliteit van mensen en in een platte
organisatiestructuur waarin veel medewerkers hun verantwoordelijkheid hebben. De basis wordt
verstevigd met twee Meeting Points, waarin we onze ambitie als Kenniscentrum kunnen waarmaken.
5

Continuïteit in ontwikkeling
Perspectief op 2016
Iets bereiken is een eerste fase. Vasthouden en ook in wat slechtere omstandigheden door ontwikkelen
is de uitdaging die in 2016 voor ons staat. Op een natuurlijke manier, vanuit kracht, de periode van ons
nieuwe strategisch plan ingaan; dat is wat we in 2016 gaan doen. We zijn en blijven ‘als brug naar jouw
groene leven’ daaraan werken. En bij alles wat we doen stellen we ons de vraag ‘en wat betekent dat
voor de leerloopbaan van onze leerlingen en studenten?’.
Het credo voor 2016 zal dan ook zijn: Eigenaarschap. Om je doelen als mens te bereiken, moet je je
verbinden. En door je te verbinden met medestudenten, collega’s en de organisatie word je eigenaar
binnen de Groene Welle. Passie en betrokkenheid zijn voorwaardelijk om in onderwijs eigenaar te
kunnen zijn en een bijdrage te kunnen leveren aan de doelen. Doelen van jezelf (als student of
medewerker) en doelen van de organisatie. Om een volgende stap te zetten als organisatie is het
belangrijk dat medewerkers zich mede-eigenaar voelen.
Als leer- en werkgemeenschap hebben we in 2015 stappen gezet. Daarvoor wil ik iedereen bedanken.
Frida Hengeveld
Voorzitter College van Bestuur.
6

Continuïteit in ontwikkeling
VERSLAG VAN RAAD VAN TOEZICHT
In 2015 is de Raad van Toezicht vijf keer bij elkaar geweest voor een formeel overleg met de
bestuurder. In die overleggen zijn steeds, vanuit de toezichthoudende rol, verschillende onderwerpen
besproken. In de Evaluatiesessie heeft de Raad een deel samen met de bestuurder gesproken en een
deel alleen. Ter voorbereiding van de remuneratiecommissie heeft de Raad ook apart overleg gevoerd.
De auditcommissie is voorafgaand aan de reguliere vergaderingen van de Raad bijeen geweest.
In 2015 is, wegens het vertrek van één van de leden van wie de termijn was verstreken, een vacature
ontstaan. De Raad heeft opnieuw bepaald welk profiel gewenst was voor deze vacature (verbinding met
de sectoren waarvoor wordt opgeleid). Netty Wakker is als nieuw lid tot de Raad van Toezicht
toegetreden. Tevens zijn Hein Dijkstra en Ellen Kruize herbenoemd door de Raad.
Werkwijze
De Raad van Toezicht werkt met een jaaragenda. In die jaaragenda wordt de Planning en Controle
cyclus van de instelling gevolgd. Daarnaast worden, indien nodig, relevante thema’s toegevoegd.
Belangrijk document in de vergaderingen van de Raad van Toezicht is de Instellingsrapportage.
In 2015 bestond de Raad van Toezicht uit drie vrouwen en twee mannen. De verschillende taken zijn
onder de leden verdeeld. Er wordt gewerkt met een auditcommissie en een remuneratiecommissie.
Voor onderwijskwaliteit is geen aparte commissie ingesteld, omdat dit een aandachtsgebied is voor alle
leden van de Raad. De Raad kent een voorzitter en een vicevoorzitter.
Remuneratie
De remuneratiecommissie voert op twee momenten in het jaar overleg met de bestuurder. Er heeft een
ontwikkel- en een beoordelingsgesprek plaatsgevonden. Hiervoor hebben de leden van de Raad input
geleverd. In deze cyclus heeft er geen sondering binnen de organisatie plaatsgevonden, dit was andere
jaren wel het geval.
Auditcommissie
De auditcommissie voert gesprekken met de bestuurder in aanwezigheid van de adviseur financiën en
het hoofd van de financiële administratie. Iedere vergadering wordt aan de hand van de
Instellingsrapportage gesproken over de financiële stand van zaken. Ook de concept jaarrekening, de
managementletter en de daaraan gekoppelde verbeteractiviteiten, de risico’s en het
meerjarenperspectief zijn in de auditcommissie besproken. Van iedere bijeenkomst wordt een verslag
gemaakt dat in de Raad van Toezicht wordt toegelicht.
Evaluatie
In het najaar heeft de jaarlijkse zelfevaluatie van de Raad plaatsgevonden. De basis hierbij is de
Governance Code en het handelen wat hieruit volgt. Ook de samenwerking tussen de Raad van
Toezicht en de bestuurder is in de evaluatie onderwerp van gesprek geweest. De Raad wil graag op
een meer structurele manier het functioneren evalueren. Daarom is besloten deel te nemen aan
‘BoardResearch’, een initiatief van de Rijksuniversiteit Groningen, dat Raden van Toezicht helpt met de
jaarlijkse zelfevaluatie.
Een aantal leden is in 2015 bij bijeenkomsten van het Platform Raden van Toezicht MBO geweest en bij
de dag voor bestuurders en toezichthouders, georganiseerd door OC&W.
Informatie
Elk kwartaal wordt de Raad geïnformeerd door de bestuurder middels de Instellingsrapportage. Hierin is
aandacht voor financiën, het personeel en de kwaliteit/opbrengsten in de organisatie. De Raad heeft in
2015 gesproken met de leden van de directie. Door in gesprek te gaan met de OR en een de
vergadering van de OR bij te wonen, heeft de Raad zich verder laten informeren over de stand van
zaken in de organisatie.
7

Continuïteit in ontwikkeling
Samenwerking AOC Oost
In 2014 heeft een interne en externe verkenning plaatsgevonden over mogelijke samenwerking tussen
de Groene Welle en andere onderwijsinstellingen in de regio. Uit deze verkenning is naar voren
gekomen dat AOC Oost een natuurlijke partner is. In 2015 is dit traject vervolgd. Er zijn twee
documenten gemaakt, waarin dat traject beschreven is: Verbinden in de regio (maart 2015) en
Verbinden in de regio: het vervolg (november 2015). Kenmerkend voor dit traject is dat de
samenwerking wordt opgebouwd vanuit de inhoud én het primair proces van voornamelijk het mbo.
Doelmatigheid is hierbij een belangrijke drijfveer. In 2016 zal een formeel traject voor besluitvorming
worden gestart met de Raad van Toezicht en de OR over deze samenwerking.
Kwaliteit van onderwijs
In de Instellingsrapportage wordt de Raad geïnformeerd over de opbrengsten en kwaliteit van het
onderwijs. In 2015 is er alleen een onderzoek van de Inspectie in het vo geweest die in de Raad
besproken is.
Nieuw strategisch beleidsplan voor 2016 tot 2020
Dit beleidsplan is met grote betrokkenheid van veel mensen tot stand gekomen, onder andere in
zogenaamde ontbijtsessies, waar (in wisselende samenstelling) afgevaardigden van studenten,
docenten, directie, Raad van Toezicht, ouderraad en overige medewerkers input hebben gegeven en
met elkaar het gesprek hebben gevoerd over de toekomstige koers. Vanuit de Raad van Toezicht is ook
geparticipeerd in het gesprek hierover met het bedrijfsleven. De Raad van Toezicht is van mening dat
het plan dat is goedgekeurd een goed perspectief biedt voor een toekomstig kwalitatief goed
onderwijsaanbod voor de groene sectoren in onze regio. De student is meer uitgangspunt geworden, de
continuïteit van de organisatie en de inbedding in de regio zijn hierin goed belegd.
Financiën
De meerjarenraming en de landelijke benchmark van de mbo-instellingen zijn aan de orde geweest. De
verantwoording van de jaarrekening en de managementletter van de accountant zijn in de voltallige
Raad met de accountant besproken, na voorbespreking in de auditcommissie. De Raad heeft haar
goedkeuring uitgesproken over de jaarstukken.
Er is in 2015 besloten om een nieuwe accountant te gaan zoeken. Na een aantal gesprekken met
verschillende accountantskantoren is er in het najaar 2015 een nieuw accountantskantoor door de Raad
van Toezicht gekozen.
Governance Code
In 2015 zijn de statuten aangepast en diverse reglementen gewijzigd. Het geheel van taken en
verantwoordelijkheden is nu in lijn met de wettelijke kaders en regelingen. De Raad van Toezicht
constateert dat de Governance code wordt toegepast.
Hein Dijkstra
Voorzitter Raad van Toezicht Groene Welle
8

Continuïteit in ontwikkeling
PRESTATIEAFSPRAKEN 2012-2015
9

Continuïteit in ontwikkeling
ONZE PASSIE VOOR GROEN
De Groene Welle is een groene onderwijsinstelling voor vo- en mbo-onderwijs. Vo-leerlingen
krijgen onderwijs in de groene context, mbo-studenten leiden we op voor beroepen in de groene
sectoren of voor doorstroom naar het hbo. Onze deelnemers volgen cursussen om zich als
medewerker te bekwamen in het kader van een leven lang leren.
Met locaties in Zwolle en Hardenberg richten wij ons op verschillende doelgroepen in Noordoost
Nederland. De kern van ons werk is het aanbieden van kwalitatief goed voorbereidend
beroepsonderwijs, kwalificerende mbo-opleidingen en maatwerkcursussen voor het groene
bedrijfsleven.
Vanuit onze groene identiteit werken we aan de ontwikkeling van (jonge) mensen tot zelfbewuste,
innovatieve en maatschappelijk betrokken individuen, die met passie voor groen blijven werken aan hun
(professionele) toekomst. We doen dit door een goede kwaliteit te leveren en met respect voor elkaar
en de groene omgeving om ons heen. Met uitdagend vo- en mbo-onderwijs, waarin leren met hoofd,
hart en handen een belangrijke plek inneemt, zorgen we er voor dat leerlingen, studenten en
deelnemers zich optimaal en zelfbewust kunnen ontwikkelen. In een veilige en vertrouwde omgeving
worden ze hierbij begeleid door vakkundige medewerkers, die zich professioneel ontwikkelen en feeling
hebben met de groene werkvelden.
Missie
Wij leiden (jonge) mensen op tot zelfbewuste, ondernemende en maatschappelijk betrokken individuen,
die met passie voor groen blijven werken aan hun professionele toekomst.
Visie
We doen dit door leerlingen, studenten en deelnemers in een vertrouwde en veilige omgeving meer
verantwoordelijkheid te geven voor de invulling van hun opleiding en dus voor hun eigen toekomst. Ze
kunnen leren op hun eigen manier, in een uitdagende groene leeromgeving en met hoofd, hart en
handen. En ze worden begeleid door vakkundige medewerkers, die aandacht hebben voor individuele
groei en ontwikkeling.
Strategie en jaarthema
In 2015 is ons nieuwe strategisch plan verschenen. Daarin continueren we de lijnen uit het vorige plan,
maar voegen we toe dat we ons bij alles afvragen wat het betekent voor de leerling/student. Het plan
‘Groene Welle: jouw brug naar het groene leven’ is tot stand gekomen met input vanuit vele
betrokkenen binnen en buiten de organisatie: studenten, medewerkers, Raad van Toezicht,
bedrijfsleven, collega-scholen en overheden hebben aan tafel gezeten. Er ligt nu een heldere koers, die
jaarlijks in jaarplannen zal worden vertaald in concrete activiteiten gericht op onze doelen. Voor 2016
staat het thema ‘Eigenaarschap’ op de planning; een logisch vervolg op de ontwikkelingen binnen de
organisatie.
Kernwaarde en pijlers
Respect is de kernwaarde van de Groene Welle.
Alles wat we doen, doen we met respect voor
onszelf, voor elkaar, voor elkaars mogelijkheden
en met respect voor onze groene omgeving. Wij
willen leerlingen, studenten en deelnemers
passie meegeven voor alles wat leeft en hen
laten zien dat iedereen verantwoordelijkheid
draagt voor de wereld om ons heen.
Binnen de Groene Welle staan vier pijlers centraal: vakmanschap, samenwerking, maatwerk en
ondernemendheid. Deze pijlers komen terug in het onderwijs, bij onze medewerkers en in onze
10

Continuïteit in ontwikkeling
organisatie. Kwaliteit is en blijft de basisvoorwaarde. Met het leveren van goede kwaliteit zorgen wij
voor een stevig fundament.
Juridische structuur
De Groene Welle is een samenwerkingsschool op basis van samenwerking tussen het openbaar,
algemeen bijzonder en protestants-christelijk onderwijs. De rechtspersoonlijkheid van De Groene Welle
is een stichtingsvorm met de naam Stichting Agrarisch Opleidings Centrum de Groene Welle. De
stichting is opgericht in 1991 en is gevestigd in Zwolle. Aan de stichting is een tweetal partijen
verbonden: het commanditaire vennootschap LOC Hardenberg en de Stichting Leerbedrijven. Deze
laatste maakt het mogelijk dat studenten activiteiten kunnen uitvoeren bijvoorbeeld op het vlak van
ondernemen.
Organisatiestructuur
De Groene Welle wordt bestuurd door mw. F.W.
Hengeveld, voorzitter College van Bestuur (CvB). In 2015
is gewerkt met een directieteam bestaande uit directeur
vo/mbo en directeur stafdiensten. Deze directeuren geven
leiding aan hun MT (managementteam) bestaande uit de
directeur en de teamleiders. Het CvB en de directeuren
hebben een twee wekelijks overleg vergadering.
Binnen het vo is er sprake van twee teams, het mbo kent
vier teams en binnen de stafdiensten zijn er twee teams
actief. De teamleider is hiërarchisch verantwoordelijk voor
zijn/haar team. Stafmedewerkers leveren in een expertrol
een bijdrage aan de strategische doelen van de
organisatie op het terrein van kwaliteit, innovatie,
marketing en communicatie, internationalisering,
personeel en organisatie, en zorg/leerlingbegeleiding.
Bestuurs- en vestigingsniveau
We werken met twee uitvoeringslocaties, die vallen onder
één directeur. Op deze manier is er geen onderscheid tussen bestuurs- en vestigingsniveau. In de
opleidingen en vestigingen werken we volgens dezelfde afspraken en binnen dezelfde kaders. Op beide
locaties wordt onderwijs verzorgd. In de vaksecties zijn mensen vanuit beide locaties actief. De
teamleider van de opleidingen in Hardenberg is ook verantwoordelijk voor de locatie en de externe
contacten met bijvoorbeeld het Alfa College en het Vechtdal College.
11

Continuïteit in ontwikkeling
ONZE OMGEVING, ONS BEROEPENVELD
Internationalisering, digitalisering, nieuwe economieën, flexibele arbeidsmarkt, specialistische
kennis en groeiende aandacht voor duurzaamheid. Dat zijn de komende jaren belangrijke
ontwikkelingen en trends in de samenleving. De Groene Welle is zich bewust van deze trends en
ontwikkelingen en realiseert zich dat ze de unieke positie heeft hieraan een positieve invulling te
geven. Een invulling die we vormgeven samen met verschillende regionale
samenwerkingspartners binnen het onderwijs, bedrijfsleven en (provinciale) overheden.
Meerjaren InvesteringsPlan (MIP)
In 2013 heeft de Groene Welle op verzoek van het ministerie van EZ een Meerjaren InvesteringsPlan
(MIP) geschreven. Hierin geven we aan op welke manier wij de komende jaren onze rol als ‘groen
kenniscentrum’ willen inrichten. Belangrijke aspecten zijn de intensivering van het onderwijs,
samenwerken tussen onze locaties en tussen vo en mbo én een goede samenwerking tussen de
onderwijsinstellingen van 4Groen. Door samen op te trekken, taken en kennis te (ver)delen en samen
onderwijs te ontwikkelen kunnen we onze maatschappelijke rol goed vervullen. Samenwerking met het
bedrijfsleven speelt bij alle teams een rol. Daarom zijn we gestart met het organiseren van Dynamische
Netwerken voor alle sectoren, waarin onderwijs en bedrijfsleven elkaar treffen (zie ook pagina 45).
Conform onze doelstelling in het strategisch uitvoeringsplan waren we in 2015 actief op de vier
terreinen genoemd in het MIP, namelijk 1) versterking kennisinfrastructuur, 2) doelmatigheid van het
opleidingsaanbod, 3) uitwerken van Leren in de Praktijk (LiP) als onderdeel van ons onderwijsconcept
en 4) inhoudelijke vernieuwing van de opleidingen. De bijlage ‘Besteding aanvullende bijdragen
Investeringsmiddelen 2014 en 2015’ geeft een beeld van de projecten die in dit kader zijn opgepakt.
Een aantal punten lichten we er graag uit. In 2015 is duidelijk geworden dat de innovatiemiddelen voor
groen onderwijs in 2016 wegvallen. Als instelling hebben we gekozen voor een ‘zachte landing’; we
laten de projecten wat meer gespreid doorlopen. De regelgeving is hierin geen belemmering. Een
aantal projecten loopt dus door in 2016; de genoemde resultaten in de bijlage zijn dan ook geen
eindresultaat, maar een tussenstand.
De betrokkenheid van externe partijen is in alle projecten belangrijk geweest. Dankzij hun input hebben
studenten projecten en onderzoeken kunnen doen naar onder andere de plantgezondheid van de
Gerbera, waarbij studenten samen met het bedrijf Bactiva onderzoeken wat het effect is van toediening
van goede schimmels en bacteriën in het groeimedium. Bij het project ‘van afval tot grondstof’ kijken
studenten samen met het bedrijf Mycelio of er eetbare paddenstoelen kunnen worden gekweekt op
versnipperde koffiebekers. En bij de het onderzoek naar paprikarassen kijken studenten naar de
verschillen tussen paprikarassen, de groei van de planten, de plantgezondheid, de opbrengst, etc.. De
planten worden geleverd door het bedrijf Jongerius. Daarnaast liggen er onderzoeksvragen als ‘is
eendenkroos dé nieuwe groente’ en ‘leveren crossovers in de aquaponics, zoals de combinatie vis- en
plantenteelt, bruikbare businessmodellen op’. Alle onderzoeken duren meer dan één schooljaar,
studenten moeten de onderzoeken dus ook overdragen aan hun opvolgers.
De ontwikkelde leermiddelen in het kader van het Meetingpoint Tuinbouw en Uitgangsmaterialen zijn
opgeleverd en worden gebruikt. Daarnaast zijn projecten als de Groene Karavaan, professionalisering,
samenwerking in 4Groen (met in het verlengde een intensieve samenwerking met AOC Oost) en ‘Leren
in de Praktijk’ verder uitgevoerd.
Kwaliteitsplan en excellentieplan
In het voorjaar van 2015 is een kwaliteitsplan en een excellentieplan opgesteld, waarin staat
beschreven welke maatregelen we nemen in de periode 2015-2018 om de onderwijskwaliteit te
verbeteren. Het plan is onderdeel van de kwaliteitscyclus en gekoppeld aan het nieuwe Strategisch
uitvoeringsplan. In 2015 zijn de door ons ingediende plannen gehonoreerd door en in werking getreden.
Volgens planning zijn in 2015 al verschillende maatregelen uitgevoerd en doelen gehaald. Deze
12

Continuïteit in ontwikkeling
opbrengsten zijn beschreven in de Tussenrapportage 2015. Met name op het gebied van
professionalisering zijn er stappen gezet, vooral binnen het project Opleiden in de School (OidS) (zie
ook pagina 34). Ook hebben we veel werk verzet rondom het ontwikkelen van een krachtige
leeromgeving (in het kader van HKS) met N@tschool daarbij als hulpmiddel. Daarnaast is hard gewerkt
aan het bevorderen van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming, door het vervolmaken van een
begeleidingshandboek en het betrekken van leerbedrijven bij het onderwijs. De examinering is gestart
met het inrichten van de examenorganisatie volgens de PE (Procesarchitectuur Examinering). Ook zijn
maatregelen ten aanzien van het behoud van het lage VSV-aantal gecontinueerd.
Ten aanzien van excellentie hebben studenten aan Skills-wedstrijden meegedaan. Op het gebied van
internationalisering zijn banden met partnerscholen verstevigd. In Hardenberg is een nieuw
studentbedrijf opgestart, zodat Stichting Leerbedrijven nu drie studentbedrijven kent: Successie in
Hardenberg, Green Projects en Groene Passie in Zwolle.
We mogen constateren dat de structuur, de inhoud en de middelen rondom kwaliteit en het proces van
kwaliteitsborging steeds verder op orde zijn. Er ontstaat steeds meer ruimte om te werken aan de
cultuur, oftewel: de manier waarop medewerkers met elkaar de organisatie en haar doelen willen
dragen en realiseren.
Samenwerking AOC Oost
Na besluitvorming in de formele organen is het voornemen om vanaf schooljaar 2016/2017 het mboonderwijs
van beide instellingen gezamenlijk aanbieden. In de voorbereiding daartoe zijn in 2015 al
activiteiten ondernomen en keuzes gemaakt, die nog geplaatst kunnen worden in een
partnerschapsrelatie zonder formele vorm. Zo vullen we gezamenlijk de elektronische leeromgeving van
waaruit het onderwijs door docenten wordt ondersteund met kwalitatief goed materiaal. De
standaardisatie die daarvoor nodig is maakt uitwisseling van materiaal, studenten en docenten mogelijk.
Ook werken we aan het zodanig organiseren van de uitvoering van de nieuwe opleidingen, dat
operationele uitwisseling vanzelfsprekend is (zelfde opbouw jaarplan, uitwisseling keuzedelen). Er is in
2015 gekozen voor eenzelfde periode indeling als planningsbasis. Daarnaast werken we aan het
opstellen van uniforme werkwijzen rond onderwijsovereenkomst, BPV-overeenkomst, BPV-begeleiding
en andere administratieve procedures. Ook is een plan voor praktijkleervoorzieningen in de regio in de
maak. Met deze intensieve samenwerking willen we het groene onderwijsaanbod voor de regio Oost
Nederland waarborgen.
Samenwerking bedrijfsleven
De Groene Welle werkt op verschillende niveaus samen met het bedrijfsleven. Zo is het bedrijfsleven
betrokken geweest bij de totstandkoming van ons nieuwe strategisch beleidsplan en heeft ze hiervoor
input gegeven. Samenwerking met het bedrijfsleven vindt ook plaats in samenwerkingsverbanden. Een
voorbeeld hiervan zijn de activiteiten gekoppeld aan het Cluster Agro en Food. Dit Cluster, waarin de
regionale innovatieagenda wordt uitgevoerd en waarin de CAH Vilentum voor ons een belangrijke
partner is, is in 2015 ingericht en vanaf de zomer actief . Vanuit de Groene Welle participeren we in de
stuurgroep en zorgt onze innovatiemanager voor de verbinding tussen de Groene Welle en het
bedrijfsleven.
Samen met de collega’s van 4Groen hebben we in 2015 gewerkt aan het benoemen van thema’s, die in
het onderwijsprogramma voor de verschillende sectoren aan bod moeten komen. In dit traject hebben
we de relatie gelegd met het georganiseerd bedrijfsleven (o.a. LTO) en de contacten in onze
dynamische netwerken. Met deze betrokkenheid van het bedrijfsleven creëren we een belangrijke
legitimering voor de inhoud van ons aanbod. We werken hierbij binnen de landelijke kaders van de
kwalificatiestructuur, waarbij de vertegenwoordigers van bedrijfsleven input hebben geleverd vanuit een
medeverantwoordelijkheid voor de inhoud en de examens in het mbo.
De bekendste samenwerking met het bedrijfsleven is nog steeds de BPV. Deze beroepspraktijkvorming
maakt integraal onderdeel uit van het opleidingsprogramma. In 2015 zijn 820 bedrijven aangemerkt als
13

Continuïteit in ontwikkeling
actief stagebedrijf voor onze studenten. Daarnaast werken we met projecten die worden uitgevoerd in
het kader van Leren in de Praktijk. Deze zogenaamde LIP- opdrachten bieden leerlingen de
mogelijkheid in een praktijksituatie ervaring op te doen, vaardigheden te oefenen en de beroepscontext
te leren kennen.
De kwaliteitsslag rondom de organisatie van de BPV is door de sterrolhoudersgroep BPV in 2015
verder doorgezet. In 2016 zal naast de organisatie ook aandacht worden besteed aan de inhoudelijke
verbinding tussen ‘Leren in School’ en ‘Leren in het Bedrijf’.
Samenwerking brancheorganisaties en andere AOC’s/onderwijsinstellingen
De Groene Welle is lid van de MBO raad, AOC raad en de VO raad. Binnen de AOC raad heeft de
bestuurder de portefeuille vmbo. In AOC raad verband is een Sectorplan opgesteld. In 2015 heeft met
name de bekostiging van het mbo veel aandacht gevraagd in dit overleg. Gezamenlijk is een lobby
gevoerd om de bezuinigingen in de bekostiging mbo te agenderen in de politiek.
In 2015 hebben we samen met het Alfa College in Hardenberg een gezamenlijke Open dag
georganiseerd en werken we samen op het gebied van onder meer VSV, rekenen en taaltoetsen. De
samenwerking met het Vechtdal College is gecontinueerd door de inzet van docenten van de Groene
Welle in hun lesprogramma. Datzelfde is (tijdelijk) opgepakt in Ommen. In Zwolle bezocht de Groene
Karavaan verschillende basisscholen met een aantrekkelijk educatief programma voor leerlingen uit
groep 7 en 8. Dit jaar werden voor het eerst ook vo-scholen bezocht om ook hen kennis te laten maken
met het groene onderwijs; mbo-studenten vervulden hierin een actieve rol.
Binnen 4Groen mbo werken we nauw samen op het gebied van kwaliteitszorg en het afnemen van
audits. In 2015 is gekozen voor een stimulerende vorm en is onderzoek naar de BPV uitgevoerd. In
2016 zal een audit naar Examinering worden uitgevoerd. De belangrijkste activiteit betreft het
afstemmen en ontwikkelen van gezamenlijke thema’s in de opleidingsprogramma’s. Op het vlak van
leerstof is er veel gedeeld. In 2015 hebben we als 4Groen op het vlak van internationalisering het VET
Mobility Charter (Erasmus+) gehaald: een keurmerk waardoor de aanvragen voor mobiliteit versneld en
met minder inzet kunnen worden gerealiseerd (zie ook pagina 35).
De relatie met Van Hall Larenstein (VHL) en de Aeresgroep is voor ons van groot belang. Zowel op het
vlak van innovatie als doorstroom naar het hbo. Beiden hebben, met AOC Oost en de Groene Welle,
het convenant getekend inzake het Overijsselse Associate degree (AD) aanbod. In 2016 wordt hier
actief op geworven. In de regionale agenda Agro Food trekken we samen op met de CAH om de
regionale kennisinfrastructuur te benutten met betrekking tot innovatie in de regio. In het kader van het
Kenniscentrum en het Meetingpoint Natuur en Leefomgeving (Groen Blauw Netwerk Oost) participeert
VHL. In 2016 leggen we de verbinding met lectoraten om zo een professionaliseringsslag voor
medewerkers en de vaksecties te realiseren door middel van participatie in kenniskringen.
Op het vlak van bedrijfsvoering hebben we ook in 2015 samengewerkt met het Clusius college; we
maken gebruik van hun controller. Voor Landstede verzorgen we onderwijs in ons gebouw op het vlak
van landbouwmechanisatie en met het Deltion College hebben we afspraken over het inhuren van
expertise rondom klachtenbehandeling en aanbestedingen. Sinds 2013 verzorgt het Nordwin College
onze salarisadministratie.
Samenwerking in de Groene Kolom
In de Groene Kolom is in 2015 gewerkt aan de afstemming van de Sectorplannen. Ook hier is veel
aandacht uitgegaan naar de bekostiging en positionering (blijven we bij EZ of gaan we naar OC&W).
Wat betreft de positionering: het ligt buiten onze mogelijkheid om hierin actief op te treden. Dat is een
zaak van de politiek. In 2015 is een motie aangenomen en overgenomen om een overgang mogelijk te
maken. De verwachting is dat dat bij een nieuwe kabinetsformatie wordt uitgevoerd.
We participeren daarnaast in een project van de Groene Kolom gericht op regionale verankering.
14

Continuïteit in ontwikkeling
Tevredenheid bedrijven
In 2015 is een landelijk onderzoek gestart naar de tevredenheid van bedrijven over BPV. Wij hebben
aan de landelijke pilot meegedaan; de resultaten worden in 2016 verwacht.
Tevredenheid ouders/verzorgers
In 2015 is er conform planning geen onderzoek uitgevoerd naar de tevredenheid van
ouders/verzorgers. Dit onderzoek staat voor 2016 op de agenda.
15

Continuïteit in ontwikkeling
ONZE LEERLINGEN, STUDENTEN, DEELNEMERS, ONS ONDERWIJS
De Groene Welle kent een grote diversiteit in de leerlingenpopulatie. Het grootste deel van de
leerlingen, studenten en deelnemers woont in de regio en reist met fiets, openbaar vervoer of
auto naar school. Onze vo-leerlingen komen voornamelijk uit de directe omgeving van Zwolle.
Voor het mbo geldt dat we Noord en Oost Nederland als voedingsgebied hebben. Voor een
aantal specifieke opleidingen komen studenten uit heel Nederland naar Zwolle. Alle leerlingen,
studenten en deelnemers hebben affiniteit met de natuur in de breedste zin van het woord. Ze
houden van dieren en/of planten, zijn graag buiten en werken graag met levende producten. Ze
willen (in de praktijk) de handen uit de mouwen steken en combineren dit met leren uit boeken of
met digitale lesstof.
Kernactiviteiten en aantal leerlingen en studenten
Groene Welle biedt vo-, mbo-opleidingen en cursus- en contractonderwijs in de groene sector. We
hebben vestigingen in Zwolle en Hardenberg. In de bijlage staat het overzicht van opleidingen in 2015.
In 2015 volgden 470 leerlingen een vo-opleiding (vmbo-groen en het Groene Lyceum) bij de Groene
Welle in Zwolle. Hiermee is onze doelstelling van minimaal 435 leerlingen gehaald. In het Groene
Lyceum zijn we gestart met 18 leerlingen. Het totaal aantal leerlingen binnen het Groene Lyceum ligt nu
op 50, tien minder dan het geplande aantal.
In samenwerking met het Vechtdal College bieden wij ook vmbo-groen aan in Hardenberg. In het
schooljaar 2015/2016 zaten er 14 leerlingen in klas drie en 7 leerlingen in klas 4. Deze leerlingen staan
ingeschreven bij het Vechtdal College.
Iedereen die volgens het onderwijskundig rapport vanuit het basisonderwijs een vmbo-diploma kan
halen, kan bij ons een opleiding volgen. Ook als leerlingen al in de brugklas of in de tweede klas van het
voortgezet onderwijs zitten, kunnen ze overstappen naar ons vmbo-groen. In 2015 maakten 13
leerlingen na het tweede leerjaar de overstap naar ons vmbo. Tien leerlingen stroomden uit naar een
andere school.
Het aantal mbo-studenten (BOL en BBL) in 2015 was 1298 (absolute aantallen); 17 studenten stonden
ingeschreven als symbiose leerling. Wanneer we kijken naar het gewogen gemiddelde (gewogen is
BOL= 1; BBL= 0,5) dan kunnen we 1278 studenten mbo noteren. Hiermee halen we onze doelstelling
van minimaal 1160 leerlingen in 2015
Het team Cursusonderwijs en Contractactiviteiten heeft voor circa 1200 personen op de commerciële
markt een bijscholing of cursus georganiseerd.
1800
1780
1760
1740
1720
1700
1680
Leerlingenaantal
(Groene Welle totaal)
1785
1726
1715
1721
2012 2013 2014 2015
Aantal
2000
1500
1000
500
0
Leerlingenaantal
(vmbo, mbo, symbiose)
39 44 31 17
1307 1291 1244 1298
380 424 446 470
2012 2013 2014 2015
symbiose
mbo
vo
16

Continuïteit in ontwikkeling
Opbrengsten vmbo
Het percentage geslaagde eindexamenleerlingen ligt in 2015 een fractie lager dan het jaar ervoor.
Hadden we in 2014 nog een slagingspercentage van 100%, in 2015 was dit 99,2%. Slechts één leerling
heeft het eindexamen niet gehaald. Met deze score halen we onze doelstelling van 95% en stijgen de
resultaten uit boven het landelijke gemiddelde. Daarnaast zijn de verschillen tussen het schoolexamen
(SE) en centraal examen (CE) verder gedaald tot voldoende niveau. Ook het komende jaar blijven we
werken aan goede examenresultaten van onze vmbo-leerlingen.
Leer
weg 1
N
GW
N
Ambelt
Teruggetrokken
Deelnemers
Gezakt
Geslaagd
% geslaagd
‘14/’15
% geslaagd
‘13/’14
% geslaagd
‘12/’13
% geslaagd
‘11/’12
LWT 3 0 0 3 0 3 100% 100% 100% 100%
BB 46 1 0 47 0 47 100% 100% 100% 100%
KB 46 4 1 49 1 48 97,8% 100% 97,4% 90,7%
GL 19 0 0 19 0 19 100% 100% 95,8% 76%
Totaal 114 5 1 118 1 117 99,2% 100% 98,2% 91,2%
Overzicht opbrengsten vmbo 2010-2015
2015 2014 2013 2012 2011 2010
N= 119 119 111 129 136 96
Teruggetrokken 1 0 0 4 2 3
Deelnemers 118 119 111 125 134 93
Gezakt 1 0 2 11 11 5
Geslaagden 117 119 109 114 123 88
% geslaagden 99,2% 100% 98,2% 91,2% 91,8% 94,6%
Diploma- en jaarresultaat mbo
Uit de gegevens van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) blijkt dat het jaarresultaat van de Groene Welle
structureel hoger ligt dan het gemiddelde van de vergelijkingsgroep. Ook met het diplomaresultaat
scoren we hoger dan gemiddeld. Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de definitieve bronfoto’s.
Het resultaat is conform onze doelstelling dat het diploma- en jaarresultaat gelijk of hoger is dan het
landelijke cijfer. Het resultaat van het jaarrendement (80,5%) is ook hoger dan de geformuleerde
prestatieafspraak van 73%.
2014-2015 2013-2014 2012-2013 2011-2012
eigen
instelling
Vergelijkings
groep
eigen
instelling
Vergelijkings
groep
eigen
instelling
Vergelijkings
groep
eigen
instelling
Vergelijkings
groep
Diplomaresultaat 82,1% 78,1% 77,9% 72,1% 79,8% 75,4% 77,7% 71,6%
Jaarresultaat 80,5% 77,2% 77,4% 74,6% 78,9% 74,7% 76,8% 71,1%
Kijken we naar het diplomaresultaat van de verschillende niveaus binnen de verschillende teams, dan
zitten alle niveaus, behalve niveau 1 binnen Groene ruimte, boven de landelijke norm 2 . Het blijkt dat in
deze Entree opleiding 16 studenten zitten, waarvan 15 BBL. Een aantal studenten raakte tijdens de
opleiding zijn/haar baan kwijt en is dus gestopt met de opleiding.
1
BB = basisberoepsgerichte leerweg, KB= kaderberoepsgerichte leerweg, GL = gemengde leerweg, LWT = Leerwerktraject,
Ambelt = diplomering leerlingen extern
2
Landelijke normen diplomaresultaat: entree 45,1%, niveau 2 45,2%, niveau 3 67,3% en niveau 4 67,3%.
17

Continuïteit in ontwikkeling
Het jaarresultaat per team en niveau geeft het volgende beeld 3 . Hierbij wijkt alleen niveau 3 binnen
team Dier af van de landelijke norm, maar slechts met 0,1%. Verschillende studenten zijn vanwege
motivatie en arbeidsmarktrelevantie in het eerste jaar doorverwezen naar andere opleidingen en
onderwijsinstellingen.
Diplomaresultaat per team en niveau
Team Niveau '11/'12 '12/ '13 '13/'14 '14/ '15
Hardenberg 2 79,30% 79,20% 61,90% 82,10%
3 96,40% 90,90% 78,60% 75,90%
4 84,40% 81,50% 94,10% 88%
Totaal 86,50% 83,60% 80,70% 81,70%
Agro 1 63,20% 100% 100% -
2 77,80% 88,30% 74,50% 92%
3 78% 89,80% 73,20% 82,20%
4 93,80% 78,30% 83,30% 77,80%
Dier 1 - - 100% -
2 70,60% 91,20% 74,20% 79,10%
3 67,30% 64,80% 72,40% 71,80%
4 60,40% 70,50% 68,30% 72,20%
Groen 1 93,30% 81,30% 100% 43,80%
2 82,40% 85% 81,60% 87,50%
3 79,20% 67,60% 85,40% 90,60%
4 80% 71,90% 79,10% 93%
Totaal 75,80% 79,20% 76,80% 81,20%
77,70% 79,90% 77,50% 81,30%
Jaarresultaat per team en niveau
Team Niveau 11/'12 12/ '13 '13/'14 14/ '15
Hardenberg 2 80,0% 81,5% 66,7% 84,4%
3 91,4% 88,0% 80,6% 74,4%
4 85,3% 81,5% 94,1% 88,0%
Totaal 85,9% 83,5% 82,0% 81,3%
Agro 1 58,8% 100,0% 100,0% -
2 76,4% 88,3% 78,6% 92,7%
3 76,9% 81,8% 72,1% 77,6%
4 90,9% 75,0% 80,0% 77,8%
Dier 2 74,4% 92,1% 76,3% 80,0%
3 70,0% 64,3% 71,4% 65,2%
4 60,4% 70,5% 65,1% 69,6%
Groen 1 95,2% 89,3% 100,0% 60,9%
2 80,3% 80,9% 82,1% 83,8%
3 67,7% 68,8% 77,3% 84,8%
4 75,6% 69,7% 73,9% 93,0%
Totaal 74,9% 78,1% 75,3% 79,4%
76,8% 78,9% 76,5% 79,8%
Extern rendement
De Groene Welle wil graag weten wat gediplomeerde leerlingen en studenten gaan doen na hun
diplomering. Wanneer we kijken naar het vmbo dan zien we dat het grootste deel van de geslaagde
eindexamenleerlingen is ingestroomd in een opleiding bij de Groene Welle (41 leerlingen). De
opleidingen bij het Deltion College en Landstede MBO scoorden respectievelijk een tweede en derde
plek. De meeste leerlingen die doorstroomden naar de Groene Welle kozen voor een opleiding binnen
dier (23 leerlingen), zoals Dierverzorging, Wildlife en Dierenartsassistent paraveterinair. De opleidingen
binnen groen (Hoveniers, Groenvoorziening en Sportvisacademie) scoorde 8 leerlingen en vee
(Veehouderij en Groen, grond en infra) scoorden 3 leerlingen. De interne doorstroom ligt in 2015
hiermee op 36%. Dit is vrijwel gelijk aan 2014. We blijven hiermee achter op onze doelstelling naar
stapsgewijze interne doorstroom van 50%.
Op dit moment hebben we geen cijfers over de verblijfsduur. Het percentage zittenblijvers wordt nog
niet structureel bijgehouden. De doelstelling is om dit mee te nemen in de ontwikkeling van ons
managementinformatiesysteem.
In 2015 hebben we conform het project School Ex geïnventariseerd wat onze afgestudeerde mbo’ers na
diplomering gaan doen. Van de 414 afgestudeerden hebben 345 studenten meegedaan aan het
onderzoek. Het merendeel van de respondenten gaat na diplomering werken; 33 studenten geeft aan
door te willen studeren naar het hbo. Dit komt overeen met 8% van de eindexamenleerlingen. Hiermee
3
Landelijke normen jaarresultaat: entree 60,7%, niveau 2 56,5%, niveau 3 65,3% en niveau 4 64,2%
18

Continuïteit in ontwikkeling
hebben we de doelstelling van 15% doorstroom naar het hbo niet gerealiseerd. Beperken we het tot de
studenten van niveau 4 dan is het 29%. In schooljaar 2014/2015 volgden een kleine 30 studenten de
module ‘doorstromen’, die voorbereidt op een vervolgopleiding bij het hbo. Een deel hiervan zal in 2016
ook daadwerkelijk doorstromen naar het hbo.
De doorstroom intern en extern is onder de in 2012 gestelde norm gebleven. De doelstelling was te
ambitieus in relatie tot de afhankelijkheden van externe partijen, die vragen om een langer
tijdsperspectief. Zo zijn AOC’s nog steeds bezig met de ontwikkeling van AD’s met het hbo en heeft het
Groene Lyceum een nieuwe positie gekregen als experiment in het kader van de doorlopende
leerlijnen. Deze ontwikkelingen maken dat de doelstellingen niet zijn gerealiseerd.
Overzicht interne doorstroom
‘15 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11
groen 8 8 18 8 15
dier 23 18 17 18 13
bloem 5 3 5 6 3
vee 3 8 2 6 4
plant 2 1 1 2 0
Doorstroom naar mbo-opleiding
‘15 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11
De Groene Welle 41 39 44 42 39
Deltion College 33 29 19 24 30
Landstede 17 22 19 33 46
Overige 23 7 8 15 12
Onbekend 0 0 1 0 2
paard 0 1 1 2 0
19

Continuïteit in ontwikkeling
Percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters (VSV'ers)
De Groene Welle heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in maatregelen om het voortijdig
schooluitval (VSV) te verminderen. Deze aanpak is succesvol; in schooljaar 2014/2015 lag het
percentage schoolverlaters bij de Groene Welle op 1,4% (15 studenten). Met deze score behoren we bij
de top 3 van mbo-scholen in Nederland met de laagste schooluitval. De score ligt ruim onder het
landelijk gemiddelde van 5% en binnen het onze doelstelling van maximaal 30 VSV’ers. Hoewel we
verwachten de grens te hebben bereikt in onze mogelijkheden om voortijdig schoolverlaten tegen te
gaan, blijven we acties uitvoeren om dit lage niveau te kunnen blijven handhaven. In het vo zijn de
cijfers voor het voortijdig schoolverlaten stabiel op circa 2%.
De cijfers laten zien dat investeren in de begeleiding en de persoonlijke relatie loont. Onze docenten en
begeleiders kennen hun studenten en dat helpt bij het tijdig signaleren van eventuele problemen.
Daarnaast zetten we ook in op goede voorlichting over de opleidingen en bieden we potentiële
leerlingen de kans om voorafgaand aan de studie al kennis te maken met een opleiding. Via het project
meelopenmbo.nl hebben in 2015 ruim 80 leerlingen kennis gemaakt met een groene opleiding. Via het
project Meeloopdagen MBO Zwolle, een samenwerking tussen de Zwolse mbo-instellingen, hebben 150
leerlingen een ochtend een kijkje genomen bij een (groep) opleiding(en). Beide projecten willen
bijdragen aan een goede beeldvorming van een mbo-opleiding om zo voortijdig schooluitval te
voorkomen.
Toelatingsbeleid en toegankelijkheid
De Groene Welle beoogt voor alle (potentiële) jongeren en volwassenen een passende plek op school
te realiseren. Dit doen wij door ons toelatingsbeleid zo helder en transparant mogelijk te formuleren. Wij
onderscheiden globaal vier fases in de toelatingsprocedures: aanmelding, onderzoek, inschrijving en
plaatsing.
Bij de intake van leerlingen werken we met een aannameprocedure. Op deze manier willen wij zorgen
voor een transparante en zorgvuldige toelating. We werken daarom met een Handboek Intake, waarin
onze procedures en criteria zijn vastgelegd. Dit handboek bespreken we jaarlijks met de collega’s van
de intake. Op onze website kunnen potentiële leerlingen en studenten informatie vinden over onder
andere toelatingscriteria en (voor het mbo) de arbeidsmarktperspectieven in de regio.
Alle nieuwe leerlingen en studenten die zich aanmelden krijgen een intakegesprek. Bij het vo is er
aandacht voor onder meer de motivatie voor groen, het niveau, gedrag en omgang met medeleerlingen
en docenten. Binnen het mbo richten we ons op de vooropleiding, het beroepsbeeld, de
arbeidsmarktmogelijkheden en de motivatie. Ook wordt er tijdens de intake bekeken welke (extra)
ondersteuning een student nodig heeft om de opleiding met succes te kunnen volgen en af te ronden.
We kijken dan ook of wij zelf de ondersteuningsbehoefte kunnen bieden. Wanneer blijkt dat een leerling
of student niet op de juiste plek terecht gaat komen, kijken we of er alternatieven zijn binnen onze eigen
onderwijsinstelling of daarbuiten. Zo nodig vindt een verlengde intake plaats.
Onderwijsprestaties vo
In 2015 volgden 470 leerlingen een groene vo-opleiding bij ons. We bieden hen een vertrouwde, veilige
leer- en werkomgeving met structuur, heldere kaders en een degelijke onderwijsbenadering. Binnen het
vo hebben we in 2015 op het gebied van onderwijs de volgende prestaties geleverd:
‣ Doorontwikkeling vmbo
Nadat in 2014 de doorontwikkeling van het vmbo is afgerond, is in 2015 gewerkt aan
continuïteit: de basiskwaliteit van ons groene vmbo-onderwijs op orde houden. Zo zijn voor alle
vaksecties het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) op orde en wordt er nadrukkelijk
gewerkt aan een goede aansluiting vanuit de onderbouw. Daarnaast zijn de toetsen inclusief de
normering en de cesuur ten opzichte van 2014 wederom doorgenomen en daar waar nodig
aangepast. Het MT vo heeft in 2015 twee keer met elke vaksectie de ontwikkelingen en
vernieuwingen van het vak besproken en er is uitvoer gegeven aan de inhoud van de
20

Continuïteit in ontwikkeling
gesprekken. Centraal hierbij staat het sectiejaarplan, die elke vaksectie inmiddels heeft
gemaakt en waarin speerpunten zijn benoemd. Voor 2016 is het van belang de goede
prestaties en kwaliteit van de examenklassen te handhaven. Daarnaast hebben we aandacht
voor het implementeren van passend onderwijs.
Als voorbereiding op de vernieuwing vmbo hebben we in 2015 vervolg gegeven aan het overleg
met vo-instellingen in Zwolle. Op kleine schaal willen we samenwerken aan de ontwikkeling van
keuzedelen in het vo, waarbij de Groene Welle wil zorgen voor de inhoud, vormgeving en
uitvoering van de groene onderdelen.
‣ Vergroten instroom derdejaars vmbo
In 2015 is de instroom in klas 3 bijna op peil gebleven (2014: 18 leerlingen; 2015:13). Hiermee
ontstaat een goede aanvulling op het leerlingenbestand van klas 2. De determinatie van
leerlingen klas 2 zorgt voor een goede doorstroom; leerlingen kunnen op het juiste niveau
starten met hun PTA. Doel blijft om de instroom in het derde jaar te vergroten voor die kinderen
die hun toekomst in het groene domein zien.
‣ Ontwikkelingen Groene Lyceum
In 2015 is een derde groep leerlingen gestart met het Groene Lyceum, waarmee we leerlingen
die goede scores halen op toetsen een alternatief bieden voor een route naar het hbo. De
lesurentabel voor klas 3 is vastgesteld en ook ligt er een blauwdruk voor klas 4. De intern
geworven docenten zijn inmiddels ingewerkt en blijven allemaal lesgeven aan leerlingen in klas
1 en 2. Ook is er ondertussen een groep ‘nieuwe’ docenten uit het mbo beschikbaar, die vanaf
het najaar deels is ingezet voor de lessen in de vakrichting. We werken dit jaar aan het Groene
Lyceum nieuwe stijl (de 6-jarige variant), waarin we samen met de andere zes AOC’s een
invulling geven aan dit onderwijs voor slimme doeners in de zogenaamde Technologieroute
(experiment doorlopende leerlijnen).
Onderwijsprestaties mbo
Binnen het mbo volgen 1298 studenten een mbo-opleiding. Om hen goed te kunnen blijven
voorbereiden op hun professionele toekomst hebben we binnen het mbo op het gebied van
onderwijs gewerkt aan de volgende onderwerpen:
‣ Ontwikkeling mbo-onderwijs
In augustus 2016 gaat de nieuwe kwalificatiestructuur (HKS) van start. De voorbereidingen voor
deze invoering zijn in 2014 gestart met onder meer het bepalen van de onderwijsvisie en het
vaststellen van het daaraan gekoppelde leerlijnenmodel van de Groene Welle, het
leerlijnenmodel van De Bie (zie hieronder). In 2015 heeft de ontwikkeling van het onderwijs een
verdere vlucht genomen. Er is een ontwikkelgroep in het leven geroepen, die zich bezig houdt
met de herontwikkeling van het onderwijscurriculum op basis van de vastgestelde kaders. Zo
kennen nu alle mbo-opleidingen 4 als ruggengraat de integrale opdrachten (IO); opdrachten
waarbij de student werkt aan een realistisch (beroeps)product of dienst. In iedere periode staan
de integrale opdrachten centraal. De uitvoering kan in de leervorm ‘Leren in de Praktijk’, ‘Leren
in School’ (in projecten) of ‘Leren in Bedrijf’ (BPV). De ontwikkelaars waren in 2015 aan zet en
informeerden hun vaksectie over de ontwikkelingen door (onderwijs)producten te presenteren
op de studiedag.
De HKS is met name voor de ontwikkelgroep concreter geworden. Tijdens het ontwikkelen
worden er nog kaders uitgewerkt, zoals de BPV. Dit heeft te maken met de intensieve
samenwerking met AOC Oost, maar ook met onduidelijkheden en wijzigingen in de wet. Zo zijn
4
Met uitzondering van de opleiding Groene detailhandel. Deze opleiding werkt op dit moment nog aan de invulling van de LIPopdrachten.
21

Continuïteit in ontwikkeling
er rondom het thema keuzedelen al verschillende wetswijzigingen geweest en is er bepaald dat
de keuzedelen vanaf 2018 meetellen met de zak/slaag regeling. Dit kan gevolgen hebben voor
het bepalen van het aanbod van keuzedelen. Tot nu toe is nog niet helder wat de
consequenties zijn van het maken van bepaalde keuzes. We streven er echter naar om
studenten voldoende keuzemogelijkheden te bieden om hun eigen toekomst in te kleuren.
Daarom zorgen we ervoor dat binnen de verschillende werkvelden van het mbo minimaal twee
arrangementen van keuzedelen worden aangeboden.
Op dit moment is er een werkgroep bestaande uit mensen van AOC Oost en de Groene Welle,
die de programmeringskaders uitwerkt. Deze kaders zijn gebaseerd op de wensen van
ontwikkelaars/vaksecties rondom de BPV en aan de hand van de inventarisatie keuzedelen
(strategie bottum up). We zullen het vanaf nu allemaal ‘gewoon’ moeten gaan uitproberen en de
komende jaren monitoren wat werkt en wat niet. We werken samen met AOC Oost aan het
zodanig organiseren van de uitvoering van de nieuwe opleidingen, dat operationele uitwisseling
vanzelfsprekend is (zelfde leerlijnen model, zelfde opbouw jaarplan, uitwisseling keuzedelen).
Zo is er gekozen voor eenzelfde periode indeling als planningsbasis.
In 2016 zijn de vaksecties aan zet om lesmaterialen te arrangeren ten behoeve van de
ontwikkelde integrale opdrachten en gaan de ontwikkelaars verder met het ontwikkelen van IO’s
voor leerjaar 2. Ook kijken we hoe we het aanbod van keuzedelen willen organiseren: wat
hebben we nodig, kopen we in, ontwikkelen we zelf, met wie kunnen we samenwerken.
Daarnaast staat het verkennen en toepassen van didactische mogelijkheden van N@tschool en
ict centraal. We werken ook hierin intensief samen met AOC Oost. We kijken naar het
gezamenlijk vullen van de elektronische leeromgeving, van waaruit het onderwijs door docenten
wordt ondersteund met kwalitatief goed materiaal. De standaardisatie die daarvoor nodig is
maakt uitwisseling van materiaal, studenten en docenten mogelijk. Afspraken hierover zijn
gemaakt.
Uiteindelijk moet in augustus het onderwijs klaar staan voor de eerste lichting studenten in de
HKS. Dat houdt in dat het (door)ontwikkelen van het onderwijsprogramma in 2016 hoog op de
agenda’s van de ontwikkelaars en vaksecties staat.
‣ Leerlijnenmodel en onderwijsconcept
In 2015 is het leerlijnenmodel van de Groene Welle als onderwijsconcept verder
doorontwikkeld. Het leerlijnenmodel heeft verschillende contexten voor studenten uitgangspunt:
Leren in School, Leren in Bedrijf (BPV) en Leren in de Praktijk. In 2015 is Leren in de Praktijk
geëvalueerd. Deze vorm van leren krijgt (met iets meer begeleiding als het jaar ervoor) opnieuw
een plek in de lesurentabel in de vorm van integrale opdracht.
Met het leerlijnenmodel als uitgangspunt is ook verder gewerkt aan het uit te voeren
visiedocument en plan van aanpak rond onderwijs en ict. Hierin komt tot uitdrukking hoe we met
ict willen omgaan in ons onderwijs en hoe we N@tschool willen inrichten (de gekozen ELO
(elektronische leeromgeving)). Het visiedocument past goed bij de ontwikkelingen tot 2020. De
sterrolhouders Onderwijs en ict zijn nauw betrokken bij de vervolgstappen van dit traject.
‣ Intensivering en verkorting mbo-opleidingen
In augustus 2015 zijn voor het 2 e jaar alle vierjarige mbo-opleidingen (behalve
Dierenartsassistent paraveterinair) gestart in de driejarige variant. Compacte én intensieve
opleidingen zijn aantrekkelijker voor studenten en vormen daarmee een goed alternatief voor de
‘havo-route’. Leerlingen kunnen eerder aan de slag of vlot doorstromen naar het hbo, terwijl ze
in vergelijking met de oude vierjarige opleidingen hetzelfde leren. De intensivering heeft geleid
tot forse uitbreiding van het aantal lessen in de eerste klas. Afgelopen jaar is ook het stageplan
22

Continuïteit in ontwikkeling
voor de eerstejaars geëvalueerd en is er voor 2016 een gezamenlijk stageplan klas 2
geïntroduceerd.
‣ Burgerschap
De Groene Welle werkt met een jaarplan rondom Burgerschap, gemaakt door de vaksectie. In
2015 is gewerkt aan het vergroten van het draagvlak voor Burgerschap bij collega-docenten.
Door te werken met een opleidingsplan is er meer onderlinge afstemming en liggen er strakke
afspraken over de toetsing. Op inhoud blijft er professionele vrijheid bestaan voor de individuele
docenten, om zo ook in te kunnen spelen op de actualiteit en de belevingswereld van de
studenten. In 2016 werkt de vaksectie Burgerschap aan de inrichting van de elektronische
leeromgeving in N@tschool en het inrichten van een ‘eigen lokaal’ in het kader van de
functionaliteit en beleving van het vak
‣ Loopbaanbegeleiding
In 2015 is de Groene Welle verder gegaan met de implementatie van Loopbaan Oriëntatie en
Begeleiding (LOB) van studenten. Elk onderwijsteam kent een sterrolhouder LOB, die
vraagbaak en expert is op het gebied van loopbaan oriëntatie en begeleiding. In 2015 hebben
alle coaches van klas 1 de training gevolgd over het voeren van loopbaan reflectiegesprekken.
De bedoeling is dat coaches de vaardigheden, die ze geleerd hebben in deze training, gaan
inzetten in hun coachgesprekken met hun studenten.
Eén van de doelen rondom LOB is het verankeren van loopbaanbegeleiding in de curricula van
alle mbo-opleidingen binnen de Groene Welle. LOB moet een integraal onderdeel worden van
het onderwijs. In het kader hiervan hebben in 2015 alle studenten van klas 1 één lesuur in de
week LOB gevolgd. Ook wordt er in de coaching uren meer aandacht besteed aan de loopbaan
van de student door loopbaanreflectie gesprekken te voeren. Vanaf september 2015 hebben
ook studenten van klas 2 één lesuur LOB op hun rooster. De lessen zijn geschreven gedurende
het schooljaar 2014/2015. In 2015 is er ook een begin gemaakt met het schrijven en
ontwikkelen van lessen LOB voor klas 3. Deze lessen worden ingepland in schooljaar
2016/2017.
In december 2015 is er een tweede studiedag geweest in het kader van LOB. Marinka Kuijpers,
bijzonder hoogleraar ‘Leeromgeving en Leerloopbanen in het (V)MBO’ heeft ons opnieuw
geïnspireerd en gemotiveerd om LOB verder te implementeren binnen de Groene Welle. In het
schooljaar 2015/2016 wordt de volgende groep coaches getraind in het voeren van loopbaan
reflectiegesprekken.
Onderwijstijd
De Groene Welle werkt volgens het wettelijk kader, waarbij we medewerkers en leerlingen duidelijk
maken wat het aantal uren BOT (Begeleide Onderwijstijd) per leerjaar is en het aantal uren BPV dat
moet worden gevolgd. Wij vullen de BOT tijd met twee leervormen: Leren in school (LiS) en het Leren in
Praktijk (LiP). De Groene Welle kiest er voor om 10% boven op de wettelijke norm rondom de BOT tijd
in te roosteren. We doen dit om de effecten op te vangen van lesuitval door weersomstandigheden,
ziekte of andere uitval. Voor de BPV rekenen we geen opslag. Dat betekent dat de student bij uitval van
BPV-uren of -dagen in overleg met het bedrijf de BPV moet inhalen.
Voor opleidingen op niveau 2 kiezen we voor een andere verhouding tussen BPV en BOT; studenten
voeren namelijk geen LiP-opdrachten uit. Voor deze afwijking op de urennorm is toestemming gevraagd
aan de studentenraad en aan het CvB en daarmee voldoen wij aan de regeling. Alle opleidingen vo en
mbo voldeden in 2015 aan de wettelijke urennorm en bijbehorende onderwijstijd.
Ondertussen is de regelgeving over onderwijstijd gewijzigd en is de noodzaak voor een systeem, dat op
individueel niveau registreert, komen te vervallen.
23

Continuïteit in ontwikkeling
Kwaliteit examinering
In 2015 is gewerkt aan het opstellen van een handboek Examinering volgens de procesarchitectuur en
is in het kader van de kwaliteitsbewaking door de leden van de examencommissie een aantal proeven
bezocht. In 2014-2015 zijn er veel aanvragen ingediend voor een finale herkansing. Bij alle aanvragen
is een motivatie gevraagd en vervolgens zijn de aanvragen goedgekeurd door leden van de
voorbereidingsgroep. Tijdens de vergaderingen van de examencommissie zijn de goedkeuringen
besproken en geaccordeerd. De examencommissie evalueert en maakt jaarlijks een actieplan.
Bij het onderzoek naar de mogelijkheden om de Procesarchitectuur Examinering (PE) in te bedden in
onze organisatie bleek dat het goed zou zijn om gebruik te maken van het aanbod van het Servicepunt
Examinering mbo. Dit aanbod houdt in dat de school een website krijgt met daarin een ‘lege’
procesarchitectuur, die gevuld kan worden met alle documenten van de Groene Welle. Met behulp van
een externe deskundige is een planning gemaakt voor de vulling van de PE. Op basis van de planning
is begonnen met het verzamelen en beoordelen van de bestaande documenten op hun bruikbaarheid in
de PE. Onder andere is de visie examinering opnieuw vastgesteld. Daarnaast is de kwaliteit van
assessoren (intern en extern) in 2016 een actiepunt.
Passend onderwijs
In 2015 zijn de maatregelen die voortvloeiden uit de wet op het Passend Onderwijs uitgerold. Het
beleidsplan ‘Passend Groen’ rondom leerling- en studentenbegeleiding vormt de basis voor de
realisatie. In het kader hiervan is onder meer aandacht besteed aan scholing en professionalisering van
docenten, die leerlingen en/of studenten met een zorgbehoefte begeleiden. Daarnaast is de intake
procedure aangescherpt en moet in de verdiepte intake duidelijk worden welke soort begeleiding nodig
is.
De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de efficiënte uitvoering van de begeleiding. Hij trekt hierbij
op met de sterrolhouders zorg en begeleiding, de leerlingbegeleiders, zorgspecialisten (voormalige
ambulante begeleiders), schoolmaatschappelijk werkers en orthopedagoog. Het interne zorgteam
(vmbo) en sterrolhoudersoverleg studentenbegeleiding (mbo) hebben de rol van het voormalige Zorg en
Adviesteam overgenomen.
Het Samenwerkingsverband VO23.05 heeft zich bestuurlijk en organisatorisch verstevigd. Onze school
is vertegenwoordigd in de Commissie Toelaatbaarheidsverklaring ten behoeve van leerlingen die
worden doorverwezen naar het Speciaal Onderwijs. In het kader van transitie Jeugdzorg zijn wij
gesprekspartner met de Gemeente Zwolle om de verbinding te leggen tussen alle Zwolse mboinstellingen
en de ketenpartners.
Binnen ons zorgbeleid werken we samen met verschillende instanties en maken we deel uit van een
uitgebreid netwerk dat zich inzet rondom jeugd en gezin. De contacten met het Sociale Wijkteam
Zwolle-Zuid zijn verder uitgebreid. In het kader van de transitie Jeugdzorg richting gemeente krijgt de
schoolmaatschappelijk werker (De Kern) een intermediërende rol.
Voor alle leerlingen en studenten met een complexe onderwijsbehoefte wordt een Individueel
Ondersteuningsplan (IOP) gemaakt. Dit plan bevat concrete en haalbare doelen (zowel cognitief als
sociaal-emotioneel), geformuleerd door school, leerling en ouders. Met het IOP willen we de
betrokkenheid van leerling en ouders vergroten en concrete en haalbare doelen in beeld brengen. Alle
leerlingen/studenten met een verdiepte hulpvraag hebben recht op een IOP. We evalueren de
begeleidingsactiviteiten structureel en houden resultaten bij. Zo worden de studieresultaten van
leerlingen en studenten met extra begeleiding en Remedial Teaching (RT) ingevoerd in Magister.
De extra voorzieningen voor het vo, die zijn doorontwikkeld tot de huidige A-klassen (klas 1-4), krijgen
vaste vorm. Deze leerlingen krijgen in een kleine setting (12-15 klassengrootte) de mogelijkheid een
vmbo-traject te doorlopen. In het derde en vierde leerjaar is ook begeleiding gecreëerd voor LWT
(Leerwerktraject) leerlingen.
24

Continuïteit in ontwikkeling
Aan alle vmbo leerlingen (klas 1 en 2) zijn hulplessen begrijpend lezen, spelling, wiskunde
rekenvaardigheid en Engels aangeboden. In 2015 is de huiswerkklas op de dinsdag- en
donderdagmiddag, bedoeld voor onderbouwleerlingen, goed bezocht. Leerlingen maken graag gebruik
van deze mogelijkheid om huiswerk op school te maken. Opgave (door ouders) is vrijwillig, maar na
aanmelding is de leerling verplicht te verschijnen en de huiswerkopdrachten te laten aftekenen door de
begeleider.
Zorg in cijfers 5
Wanneer we kijken naar het aantal leerlingen binnen het vo met een ondersteuningsbehoefte zien we
een lichte daling ten opzichte van 2014. Binnen het mbo is er echter sprake van een stijging van 631 in
2014 naar 690 in 2015.
Binnen het vo hebben 49 leerlingen gebruik gemaakt van extra ondersteuning; 28 leerlingen zijn
besproken met de schoolmaatschappelijk werker (SMW) en 45 leerlingen in het interne zorgteam. Voor
47 leerlingen is een IOP geschreven.
230
220
210
200
Ondersteuningsbehoefte - vo
226
218
198
700
680
660
640
Ondersteuningsbehoefte - mbo
690
659
631
190
620
180
2013 2014 2015
600
2013 2014 2015
Binnen het mbo hebben 56 leerlingen gebruikt gemaakt van extra ondersteuning. 30 Studenten zijn
besproken met de schoolmaatschappelijk werker (SMW) en 56 studenten in het interne zorgteam.
Cijfers zorg - vo
Cijfers zorg - mbo
60
50
40
30
20
10
0
49
45 47
28
2015
Extra
ondersteu
ning
SMW
Besproken
in intern
zorgteam
Individueel
ondersteu
ningsplan
60
50
40
30
20
10
0
56
30
2015
56
Extra
ondersteuni
ng
SMW
Besproken
in intern
zorgteam
5
Met de invoering van de wet op het Passend Onderwijs in augustus 2014 is de terminologie binnen de zorg gewijzigd. Het is
hierdoor lastig om een goed meerjarenoverzicht te creëren. Daarom starten we met ingang van dit verslagjaar met een nieuwe
presentatie van de verschillende soorten zorg. In deze presentatie zijn de voorgaande jaren niet meegenomen. Op deze manier
kunnen we voor de toekomst de gegevens helder en transparant houden.
25

Continuïteit in ontwikkeling
Tevredenheid leerlingen en studenten
In 2015 hebben de JOB-monitor en de LAKS-monitor niet plaatsgevonden. Wel is in
december 2015 de Keuzegids MBO verschenen, waarin de Groene Welle als eenna-beste
groene onderwijsinstelling uit de bus kwam. Bij het cluster Natuur en
Milieu, met de opleidingen Hovenier en groenvoorziening en Bloem & Styling, scoort
de Groene Welle het hoogst. Het resultaat kwam mede tot stand door de uitkomsten
van de JOB-monitor 2014. Conform planning zal in 2016 weer worden meegedaan
aan de beide landelijke tevredenheidsonderzoeken. In 2015 zijn we gestart met een
pilot waarin we studenten bevragen over het gevolgde onderwijs. Het instrument dat we
hierbij gebruiken is ‘Feedme’.
Ondernemerschap en ondernemendheid
We vinden het belangrijk dat mbo-studenten in hun opleiding ondernemerschap en ondernemendheid
meekrijgen. Al een aantal jaren werken onze opleidingen aan het project ‘Minionderneming’, waarbij
studenten nadenken over een product dat zij op de markt kunnen brengen. In 2015 zijn een aantal
miniondernemingen gekoppeld aan ondernemers in de regio, die hen feedback geven op hun product
en de manier waarop ze ondernemerschap invullen. Ook is in 2015 gewerkt aan een gezamenlijk model
voor de invulling van ondernemendheid en ondernemerschap in Zwolle met de andere
onderwijsinstellingen. Specifiek voor het mbo is een werkgroep actief in curriculum ontwikkeling.
26

Continuïteit in ontwikkeling
WAT BETEKENT DIT CONCREET?
Basiskwaliteit
Vakmanschap
Samenwerking
Ondernemendheid
Resultaat doelstelling 2015
uit strategisch uitvoeringsplan
In 2015 staan 435 leerlingen ingeschreven
bij het vo (vmbo en Het Groene Lyceum). Het
aantal leerlingen dat Het Groene Lyceum volgt
is 60.
In 2015 hebben 1160 studenten zich
ingeschreven bij het mbo. Hierbij gaan we uit
van zogenaamde gewogen deelnemers.
We willen stapsgewijs een interne
doorstroom realiseren van 50% in 2015.
De doorstroom naar het hbo neemt
stapsgewijs toe naar 15% in 2018. Voor 2015
willen we een hoger doorstoompercentage
realiseren dan in afgelopen jaar, dus meer dan
9%.
Doelen voor 2016 en verder
Uitvoeren van de landelijke
tevredenheidsonderzoeken LAKS en
JOB-monitor, waarin we streven naar
minimaal een 3,5 voor lesmateriaal,
toetsen en beroepsstages binnen de
LAKS; 60% van de mbo-studenten
waarderen de toetsen competenties,
stage/werkplek en lessen positief.
In 2020 hebben we binnen het vo 550
leerlingen en binnen het mbo 1400
studenten. Voor 2016 streven we naar
500 leerlingen in het vo (waarvan
minimaal 70 leerlingen zijn
ingeschreven bij het Groene Lyceum).
Binnen het mbo staan in 2016 1300
studenten ingeschreven. In 2016
moeten ook keuzedelen worden
ontwikkelt.
Minimaal 25% van de opleiding wordt
vanuit praktische beroepssituaties
ingevuld met projecten en BPV.
We richten ons op een interne
doorstroom tussen vo en mbo tot boven
de 50%. Voor 2016 betekent dit dat 40
% leerlingen intern doorstroomt.
We stimuleren leerlingen, studenten en
deelnemers om door te stromen naar
een hoger niveau. De doorstroom naar
mbo-4 groeit en de doorstroom naar het
hbo ligt boven de 15% in 2020 (incl.
Associate degree).
Mbo-studenten krijgen
ondernemerschap en
ondernemendheid mee.
Maatwerk Maximaal 30 VSV’ers in 2015. In 2016 hebben we een VSVpercentage
onder de landelijke norm.
Het jaarrendement mbo blijft stabiel en
minimaal 73%
Het slagingspercentage binnen het vo ligt
op minimaal 95%
Binnen het vo kennen we een
slagingspercentage van minimaal 95%
en een jaarrendement binnen het mbo
hoger dan het landelijk gemiddelde.
Resultaat doelstelling 2015
specifiek over onderwijs
Invoering van verkorting en intensivering
mbo continueren, evalueren en acties
uitzetten.
We starten met een laatste eerste klas van
circa 20 leerlingen in het Groene Lyceum in de
5-jarige variant.
We richten ons op de professionalisering
van docenten in het werken met digitale
hulpmiddelen. Ook zullen we mboleeractiviteiten
in blijven passen in de tweede
klas van het Groene Lyceum door mbodocenten
in te zetten.
Doelen voor 2016 en verder
80% Van de mbo-opleidingen wordt
ingevuld in samenwerking met AOC
Oost.
We starten met een 6-jarige variant
Groen Lyceum per augustus 2017.
In 2016 blijven we ons richten op de
professionalisering van docenten in het
werken met digitale hulpmiddelen. Het
document OidS (Opleiden in de School)
is ontwikkeld en zal als leidraad in 2016
praktisch worden uitgewerkt.
27

Continuïteit in ontwikkeling
Basiskwaliteit
Vakmanschap
Samenwerking
Basiskwaliteit
Vakmanschap
Samenwerking
Ondernemendheid
Maatwerk
Resultaat doelstelling 2015
specifiek over kwaliteit examinering
Opstellen van een handboek Examinering
volgens de procesarchitectuur.
Verduidelijken structuur rondom
diplomering.
Borgen kwaliteit afname examenproducten
door steekproefsgewijs bezoek Proeves van
Bekwaamheid.
Opnemen professionalisering
examencommissie in kwaliteitscyclus.
Inzetten externe surveillanten bij digitale
examens en examens vmbo.
Resultaat doelstelling 2015
specifiek over leerlingzorg
De afspraken in het ondersteuningsprofiel
(vmbo en mbo) van de Groene Welle zijn in
2015 uitgevoerd (2014-2017).
Doorontwikkeling van A klassen (leerjaar
1,2 3 en 4), de coördinator leerlingbegeleiding
heeft regelmatig overleg met de mentoren
over de schoolvorderingen.
De Groenplus voorziening, voor alle
leerlingen met multi problematiek /
huiswerkklas, heeft binnen de zorgstructuur
een vaste plek gekregen.
Meerjarenplanning (2014/2017) van
professionalisering van docenten met
betrekking tot leerlingen/studenten met een
specifieke zorgbehoefte in het kader van
Passend Onderwijs is ingepland.
LOB is als preventieve begeleidingsfaciliteit
in begeleiding door coach opgenomen.
Planmatige implementatie van Passend
Onderwijs op regionaal niveau naar aanleiding
van de ondersteuningsprofielen uit.
Afspraken in het kader van Passend
Onderwijs m.b.t. mbo zijn uitgevoerd. De
intakeprocedure is opnieuw aangescherpt; in
de ‘verdiepte intake’ moet duidelijk worden
welke begeleiding (licht of zwaar) nodig is.
De doorstroomdossiers dienen zo compleet
mogelijk te zijn en indien mogelijk digitaal
aangeleverd (OSO project).
Onderzoeksverslagen moeten in het dossier
aanwezig zijn om een label ‘’stoornis’’ toe te
kennen bij Kenmerken in Magister. Dit blijft
aandachtspunt.
Bepalen op welke manier projecten, zoals
toekomsttraject en meelopenmbo.nl, een
vaste plek in onze organisatie krijgen.
We hebben een systeem dat de
onderwijstijd snel en eenvoudig inzichtelijk
maakt. Op deze manier kunnen we bij
eventuele afwijkingen tijdig ingrijpen. Ook op
individueel niveau.
Doelen voor 2016 en verder
Afronden van het handboek
examinering en beschikbaar via het
intranet.
Borgen van de kwaliteit van
schoolassessoren en
praktijkassessoren.
Organiseren examinering in de HKS.
Professionalisering van de
examencommissie.
Samen met AOC Oost de processen
rondom de examinering ontwikkelen.
Doelen voor 2016 en verder
Aanbod basisondersteuning
consolideren.
A-klassen moeten een passende
onderwijsplek vormen. Beleid rondom
toelaatbaarheid wordt ontwikkelt.
Handboek Intake actualiseren. Cohort
17/18: toetsen/testen als toevoeging bij
aanmelding, pilot in 2016.
Intakeprocedure vmbo vastleggen in
protocol.
In overleg met OOZ (Openbaar
Onderwijs Zwolle) en Landstede,
Deltion College, Ambelt en Gemeente
Zwolle om ontwikkelagenda te
formuleren inzake doorlopende
leerlijnen en passend onderwijs.
Binnen het samenwerkingsverband
afstemmen met PO om ‘startfoto’ van
de leerling zo compleet mogelijk van de
toeleverende school aangeleverd te
krijgen.
28

Continuïteit in ontwikkeling
ONZE MEDEWERKERS, ONZE KENNIS
Om leerlingen, studenten en deelnemers op te leiden tot zelfbewuste, ondernemende en
maatschappelijk betrokken individuen, die met passie voor groen blijven werken aan hun
professionele toekomst, hebben we professionele medewerkers nodig. Medewerkers die
bekwaam zijn op hun vakgebied, maar ook vakkundig als docent, coach of begeleider. Om
professionele medewerkers te krijgen en te houden investeren wij op een planmatige manier in
onze medewerkers en onze medewerkers in zichzelf. Hierbij is een ‘leven lang leren’ een
belangrijke trend.
Aantal medewerkers
In 2015 waren er binnen de Groene Welle 194 medewerkers aan het werk in 156,7 full time equivalent
(fte). We zitten hiermee iets boven de door ons gestelde norm van 149 fte. De voornaamste reden van
deze overschrijding is het groeiende aantal leerlingen vo en de uitloop van projecten.
Aantal medewerkers Aantal fte’s per 31-12-2015
Aantal
Aantal onbepaalde bepaalde Flexibel
2015 2014 2013 2012
medewerkers
fte's tijd tijd extern
Vo 56 52 51 46 Vo 36,98 3,48 4,80
Mbo 98 91 87 86 Mbo 64,22 6,23 5,94
OOP 36 38 35 33 OOP 30,62 2,60 0,80
Directie 4 4 4 5 Totaal 132,85 12,31 11,54
Totaal 194 185 177 170
Flexibele formatie
Op 1 januari 2015 was deze flexibele formatie 15,2% van de totale formatie. Dit ligt iets hoger dan de
minimaal gewenste omvang van 15%. Van de 15,8% is 3,4% werkzaam in het onderwijs ondersteunend
personeel. We verwachten verandering in dit percentage gezien de gewijzigde wet- en regelgeving rond
de flexibilisering van de arbeid.
Flex formatie
in aantal fte
2015 2014 2013 2012
Groene Welle Breed 23,8 23,6 17,7 21,8
Mbo 12,1 11,5 8,3 11,8
Vo 8,2 7,2 6,6 6,9
OOP 3,4 4,9 2,8 3,1
Leeftijdsopbouw
De gemiddelde medewerker binnen de Groene Welle is
46 jaar en 9 maanden oud. In bijgaande grafiek (stand per
31 december 2015) geven we een meer detaillistische
weergave van de leeftijdsopbouw. Hierbij
vertegenwoordigt de roze grafiek de vrouwelijke
medewerkers en de blauwe grafiek de mannelijke
medewerkers.
Ziekteverzuim
Zoals de afgelopen jaren, was ook voor 2015 de
doelstelling om een ziekteverzuimpercentage van 5% te
realiseren. In het jaar 2015 is dit gerealiseerd. Met een
29

Continuïteit in ontwikkeling
verzuimpercentage van 4,69 % bleven wij onder de gestelde doelstelling en bereikten wij hetzelfde
percentage als in 2012, wat het laagste percentage van de afgelopen vijf jaar was. Voor de branche lag
het gemiddelde verzuim rond de 5,2%.
Voortschrijdend gemiddeld ziekteverzuimpercentage
8
6
4
2
0
6,49
5,26
5,57
4,69
4,69
2011 2012 2013 2014 2015
Wanneer we kijken naar de verdeling van het verzuim, dan blijkt dat wij vooral in begin van het jaar te
kampen hadden met de gevolgen van de griepepidemie. In januari en februari was het
verzuimpercentage aanzienlijk hoger dan in de rest van het jaar.
Naast het voortschrijdend
ziekteverzuimpercentage is
ook de verzuimfrequentie
(of meldingsfrequentie) een
belangrijke graadmeter.
Sinds twee jaar kunnen wij
via ons nieuwe personeelsen
salarisadministratiesysteem
ook beschikken
over deze informatie. In 2015 was de verzuimfrequentie 1,10. Dit betekent een lichte stijging ten
opzichte van 2014 (0,99). Het verschil is mede te verklaren door de eerder genoemde griepepidemie.
Wanneer we kijken naar de verzuimfrequentie voor de totale BVE-sector in 2015, dan zitten wij onder
het landelijk gemiddelde van 1,4.
Nul verzuim
Een nieuw gegeven is het percentage nul verzuim, dat
aangeeft hoeveel procent van de medewerkers zich
gedurende het kalender jaar niet ziek heeft gemeld. In
2015 was dit nul verzuim 40,48%. Hier doen wij het minder
goed dan de gemiddelde cijfers in de BVE branche; hier is
het nul verzuimpercentage namelijk circa 49%.
43
42,5
42
41,5
41
40,5
40
39,5
39
Percentage nulverzuim
42,65
40,48
2014 2015
30

Continuïteit in ontwikkeling
Tenslotte is de opbouw van het verzuim
van groot belang. De afgelopen jaren
hadden wij te maken met een vrij groot
percentage langdurig ziekteverzuim
(langer dan 1 jaar). Ook in 2015 is dit het
geval. Een analyse laat zien dat in dit
langverzuim ongeveer 70% niet werk
gerelateerd langdurig verzuim zit. Tevens
dient te worden opgemerkt dat waar het
langdurig verzuim medio februari 3,10 % bedroeg aan het eind van het jaar het percentage 0,77 % was.
Voor wat betreft de doelstelling voor het komend jaar liggen deze bij een verzuimpercentage van 5%,
een meldingsfrequentie van beneden de 1,0 en een nul verzuimpercentage liggend op het gemiddelde
van de BVE sector.
Bevoegdhedenbeleid
Ieder jaar screenen wij het personeelsbestand op bevoegdheden en worden bindende afspraken
gemaakt. In 2015 was 94% van onze docenten bevoegd en 6% bekwaam.
Arbo-beleid
Binnen de Groene Welle werken we met een dagelijks bestuur van de Arbocommissie (bestaande uit
drie leden). Het bestuur is in 2015 zes keer bij elkaar geweest. De Arbocommissie (bestaande uit acht
leden) heeft twee keer overlegd. In 2015 is er een ontruimingsoefening geweest en er is een
brandmelding plus ontruiming geweest. Het alarm was het gevolg van een student die een brandmelder
activeerde.
Door een Arbo-adviseur van Achmea Vitale is bij vier medewerkers een werkplekonderzoek geweest.
Tijdens dit onderzoek heeft de betrokkene tips gekregen om de werkplek ergonomisch verantwoord in
te richten. Doordat de bedrijfsarts spreekuur houdt op onze locatie in Zwolle kan ook sneller op Arbo
technische zaken worden ingespeeld.
Doelgroepenbeleid
Gezien de samenstelling van de directie en de managementteams heeft de Groene Welle geen
specifiek beleid ontwikkeld op het gebied van benoemen van vrouwen in leidinggevende functies. In het
kader van de participatiewetgeving willen wij mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt kansen
bieden om binnen de Groene Welle te werken. In 2015 hebben wij 5 medewerkers (3,6 fte) ingezet, die
met name actief zijn binnen de onderwijsondersteunende functies. Deze medewerkers voldoen aan de
criteria zoals opgesteld in de participatiewetgeving en assisteren in onderwijssituaties of helpen bij
conciërge- of keukenwerkzaamheden. Wij voldoen hiermee aan de norm.
Beëindiging arbeidsovereenkomst
In 2015 hebben 13 medewerkers (met in totaal 9,38 fte) de Groene Welle verlaten. Er is in 2015 geen
ontslagvergoeding uitgekeerd en er waren ook geen onvervulde vacatures.
Reden
2015 2014 2013 2012
Aantal
medewerkers
Aantal
fte
Aantal
medewerkers
Aantal
Fte
Aantal
medewerkers
Aantal
Fte
Aantal
medewerkers
Aantal
fte
Eigen verzoek 4 3,40 4 2,40 0 0,0o 7 5,70
Pensioen 4 2,40 6 4,40 7 5,02 2 1,35
Van rechtswege 3 1,58 0 0,00 4 3,30 5 3,47
Arbeidsongeschikt 0 0,00 1 0,60 1 0,42 0 0,00
Anderzijds 2 2,00 2 1,50 4 2,44 2 0,91
31

Continuïteit in ontwikkeling
De afgelopen jaren zien wij een stijging van het aantal medewerkers dat gebruik maakt van het
keuzepensioen. Dit is een gevolg van het ingezette leeftijdsbewuste personeelsbeleid en de
zogenaamde 60plus regeling. Deze regeling hebben we in het najaar van 2015 in samenspraak met de
Ondernemingsraad aangeboden aan medewerkers van 60 jaar en ouder. Zij kunnen met ondersteuning
van het ABP nadenken over de vraag om eerder dan de pensioengerechtigde leeftijd te minderen of te
stoppen met werken. In totaal maken 6 medewerkers gebruik van de 60plusregeling. De kosten van de
totale regeling bedroegen € 236.356,- (exclusief werkgeverslasten).
Overzicht resultaten 60plusregeling
Leeftijd op
31 december
2015
Aantal
medewerkers
FTE
Aantal
medewerkers dat
gebruik maakt van
de regeling
FTE
60 jaar 7 7,0 fte 0 0,0 fte
61 jaar 5 4,0 fte 2 1,8 fte
62 jaar 2 1,4 fte 1 0,6 fte
63 jaar 2 2,0 fte 1 1,0 fte
64 jaar 2 2,0 fte 2 2,0 fte
65 jaar
66 jaar
totaal 18 16,4 fte 6 5,4 fte
Wachtgeldverplichtingen
In het kader van het ‘eigen risico’- schap bij werkloosheid is
de Groene Welle in geval van werkloosheid verantwoordelijk
voor het begeleiden van medewerkers naar nieuw werk.
Daarnaast heeft de Groene Welle de verplichting de uitkering
voor haar rekening te nemen. De verplichting wordt namens
de Groene Welle uitgevoerd door het UWV en WW plus.
Binnen de Groene Welle worden deze acties gecoördineerd
vanuit de afdeling HRM. Een extern loopbaanadviesbureau
verzorgt voor ons de begeleiding van de medewerker naar ander werk. Formeel ligt de controle op de
uitvoering van de WW en BW (Bovenwettelijke uitkering) bij het UWV en de werkgever. Voor de
werkgever is het lastig relevante informatie te krijgen, zoals informatie over het voldoen aan
sollicitatieverplichting van oud-medewerkers. Een extern bureau ondersteunt ons bij deze vraagstukken.
In totaal hebben in 2015 vijf medewerkers gebruik gemaakt van de rechten op een
werkloosheidsuitkering en drie medewerkers van de bovenwettelijke uitkering.
Functiemix
De Groene Welle valt onder de CAO MBO. Daarom
zijn er voor ons geen landelijke normen voor wat
betreft de functiemix vastgesteld. De LC en LD
docenten zitten vooral in de leeftijdsgroepen boven
de 50 jaar. Dit maakt de doorgroei voor jongere
docenten lastig.
80
60
40
20
0
Functiemix per 31 december 2015
65,36
20,73
13,92
LB LC LD
32

Continuïteit in ontwikkeling
Voor 2015 was de doelstelling om 25% van de
docenten vo en mbo in een LC-functie te hebben.
Dit is deels gelukt. Wanneer we inzoomen op de
100 87,41
getallen en een splitsing maken tussen het vo en
53,01
het mbo blijkt, dat percentage mbo-docenten met 50
een LC-functie hoger is dan in het vo. Dit is te
verklaren door de leeftijd van het docentenkorps 0
mbo; zij zijn relatief ouder dan de docenten van
het vo en hebben zich in het kader van hun
loopbaan ontwikkeld tot een LC docent.
Daarnaast zorgen ook (individuele) afspraken uit
het verleden ervoor dat het percentage LC-docenten in het mbo hoger is.
Functiemix verdeling vo/mbo
29,30
17,68
7,09 5,5
LB LC LD
Het afgelopen jaar is het thema regelmatig gespreksonderwerp geweest tussen OR en directie. Er is
nog geen overeenstemming over toekomstig beleid gevonden. We hopen dit het komende jaar te
realiseren.
Inschaling medewerkers en personeelslast
Uit het onderstaand overzicht blijkt de verdeling van
het aantal medewerkers per functieschaal. Het betreft
hier de stand per 31 december 2015 en betreft alle
medewerkers, dus ook die medewerkers met een
dienstverband voor bepaalde tijd.
Uit het onderstaande overzicht blijkt de gemiddelde
personeelslast per onderdeel binnen De Groene
Welle.
VO
MBO
2015 2014 2013 2012 2011 2010
Groene Welle Breed € 65.898 € 67.211 € 65.706 € 64.767 € 62.929 € 60.928
OOP € 61.391 € 60.357 € 61.270 € 61.096 € 59.371 € 57.475
MBO € 68.815 € 70.465 € 69.909 € 66.906 € 65.017 € 62.940
VO € 64.551 € 67.729 € 65.940 € 63.750 € 61.950 € 59.991
Professionalisering medewerkers
De Groene Welle is een lerende organisatie. We vinden het belangrijk dat onze medewerkers zich
blijven ontwikkelen. In dat kader volgen jaarlijks verschillende medewerkers (op verzoek) een
opleiding/cursus en organiseren we diverse plenaire studiedagen. Daarnaast volgen medewerkers
vakgerichte bij- en nascholingen en verzorgen we trainingen over diverse onderwerpen. In 2015 is voor
deze activiteiten een bedrag van € 113.000,- uitgegeven.
In 2015 hebben drie medewerkers een lerarenbeurs aangevraagd en toegekend gekregen. Een aantal
medewerkers volgt een tweedegraads lerarenopleiding of een PDG-traject om hun lesbevoegdheid te
behalen. Elf medewerkers zijn in 2015 gestart met de Master module ‘Leidinggeven aan leren’, deze
wordt in company verzorgd door de Nederlandse School voor Onderwijsmanagement. Ook heeft er in
2015 een training beoordelingsgesprekken voor alle teamleiders plaats gevonden.
We streven er naar dat in 2020 15% van de LC-docenten werken op het niveau van een Masterdiploma.
Dat betekent dat in 2016 minimaal twee medewerkers een Masteropleiding moeten gaan volgen.
33

Continuïteit in ontwikkeling
Docenten en medewerkers kunnen ook veel van elkaar leren. Daarom organiseren we (steeds meer)
collegiale consultatie en momenten waarop (onderwijs)activiteiten worden geëvalueerd. In 2016 geven
we hier verder een vervolg aan en werken we zo aan individueel leren op dubbele professionaliteit:
professionaliteit in het geven van onderwijs en professionaliteit binnen het vak.
Opleiden in de School
In augustus 2015 is het project ‘Opleiden in de School’ in een nieuwe vorm van start gegaan. Doel van
het project is om stagiaires en eigen medewerkers meer van elkaar te laten leren. Het beroep ‘docent’ is
namelijk aan verandering onderhevig. Er ontstaat in veel opzichten een nieuw en ander beroep voor de
aanstaande en de zittende docent. De Groene Welle realiseert zich steeds meer dat het opleiden van
stagiairs binnen de school ook veel kansen kan bieden voor de eigen organisatie. Door het leren op de
werkplek ontstaat een nieuwe dynamiek: leren, werken, opleiden en professionaliseren komen als
functies in de school bij elkaar. Niet alleen de stagiairs leren van de docenten en medewerkers, maar zij
leren ook van de stagiairs. Met andere woorden: de gezel kan leren van de meester en de meester kan
leren van de gezel.
Met de Lerarenopleiding Windesheim, Stoas Vilentum en ArtEZ zijn afspraken gemaakt over de
plaatsing en begeleiding van studenten. In 2015 zijn er 20 stagiaires geplaatst. In ‘Opleiden in de
School’ wordt ook aandacht besteed aan de begeleiding van startende docenten. In 2015 hebben in
totaal 17 docenten op de één of andere manier aan het project deelgenomen. Er is een onderscheid
gemaakt in de mate van begeleiding. Zo is er voor vmbo-docenten, die recent een
onderwijsbevoegdheid hebben behaald, het project Begeleiding Startende Leraren. Dit is een
samenwerking met de Universiteit Wageningen, Stoas Vilentum en de Rijks Universiteit Groningen.
Daarnaast maken we onderscheid in de mate van begeleiding; van de categorie intensieve begeleiding
tot de categorie minimale begeleiding. Docenten in de laatste categorie kunnen begeleiding op
aanvraag krijgen.
Samenwerking tussen teams
Samenwerking tussen teams is belangrijk voor de organisatie. We faciliteren deze samenwerking door
structureel overleg tussen de teamleiders vo en mbo onderling en de werkwijze met vaksecties en
sterrolhouders. De laatste groepen bespreken onderwerpen die gelden voor de gehele organisatie,
bijvoorbeeld zorg en begeleiding, internationalisering en marketing en communicatie. Vaksecties zijn
verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs en de innovatie die gekoppeld is aan de beroepen
waarvoor wij opleiden. Vanuit de vaksecties zijn er verbindingen naar docenten in andere AOC’s van
onze samenwerkingspartners in 4Groen en naar het bedrijfsleven.
Door de gemêleerde samenstelling van de vaksecties en sterrolhoudersgroepen wordt inbreng vanuit
verschillende teams eenvoudiger en structureler. In 2015 hebben we verschillende stappen gezet, maar
we realiseren ons dat samenwerking vanuit verschillende culturen tijd en sturing nodig heeft. Daarom
zullen we hier ook in 2016 in de sterrolhoudergroepen en vaksecties aandacht aan besteden en zorgen
voor een nog effectieve schakelrol naar de teams.
Tevredenheid medewerkers
In 2015 is conform planning geen medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uitgevoerd. Dit staat
voor het voorjaar 2017 op de planning. Een belangrijk onderdeel uit het onderzoek van 2014 waren de
rolonduidelijkheden van de taken, verantwoordelijk en bevoegdheden van de teams, vaksecties en
sterrolhouders. Met trainingen voor onder andere de voorzitters van de vaksecties en sterrolhouders en
met besprekingen is in 2015 gewerkt aan vergroten van de rolduidelijkheid. Daarnaast zijn in de
teamplannen de aandachtspunten (zoals verwoord in het onderzoek van 2014) benoemd in concrete
actiepunten per team. De teams hebben hier in 2015 aan gewerkt. De effecten van deze acties zullen
bij het eerstvolgend medewerkers tevredenheidsonderzoek zichtbaar worden, waarbij het streven is dat
in 2020 medewerkers hun tevredenheid met minimaal een 7,0 waarderen. In het laatste MTO uit 2014
waardeerden de medewerkers de organisatie met 6,9.
34

Continuïteit in ontwikkeling
Verbinding met hbo lectoraat
Nu in het mbo de innovatielijnen via de Centra voor Innovatief Vakmanschap lopen, is het zaak de
expertise die daar en in de Centre of Expertise (HBO) worden ontwikkeld te verbinden aan ons
onderwijs. In 2015 hebben we een verkenning gedaan naar een versterking van de lijnen tussen de
vaksecties en de aanwezige lectoraten op die terreinen waar wij ons als Kenniscentrum profileren. Met
de CAH en VHL zijn hierover gesprekken gevoerd. In de scholingsplannen van de teams komt dit in
2016 terug met concrete invullingen: docenten participeren in kenniskringen van lectoraten.
Internationalisering
In de groene sector zijn bedrijven internationaal gericht. Denk aan de land- en tuinbouw en domeinen
als groene energie, watermanagement en duurzame groene leefomgeving. Bij het bedrijfsleven is er
een duidelijke vraag naar meer aandacht voor internationale competenties. Door in alle opleidingen
aandacht te hebben voor internationale competenties, kunnen leerlingen en studenten zich beter
staande houden in een steeds grenzeloze omgeving. Internationalisering binnen de Groene Welle
betekent dan ook het aanleren van een nieuwe ‘mindset’ (houding/attitude). Maar ook
kennisuitwisseling, het volgen van een deel van de opleiding in het buitenland (waar mogelijk
gecombineerd met een work based setting (Internationale BPV)), deskundigheidsbevordering bij
docenten en professionals in de regio, mobiliteit en een verbrede ‘mindset’ bij docenten,
leerlingen/studenten/deelnemers en regionale professionals en een netwerk van strategische partners
voor geprogrammeerde samenwerking in projecten.
Al deze onderdelen (en meer) komen aan de orde in het in 2015
vastgestelde beleid rondom internationalisering. Belangrijk onderdeel is
ook dat elk team een netwerk van partnerscholen ontwikkelt en de
samenwerking intensiveert. Alleen zo kunnen we onze studenten
zodanig opleiden dat ze in staat zijn om binnen een EQF functieniveau
1, 2, 3 en 4 (en daar waar gevraagd EQF functieniveau 5) in een
internationale context kunnen werken op de Nederlandse en Europese
arbeidsmarkt. Dat we onze internationale activiteiten goed aanpakken,
blijkt uit de toekenning van Vocational Education and Training (VET)-Charter in december 2015. Deze
Europese erkenning voor het internationaliseringsbeleid geeft blijk van bewezen kwaliteit in mobiliteit.
In 2015 gaven medewerkers en leerlingen uit het vo uitvoer aan activiteiten binnen het Comenius
partnerschapsprojecten ‘Health is Wealth’. Met 7 partnerscholen wordt gewerkt aan de onderwerpen
duurzame voedselproductie, gezond eten, gezond bewegen en gezond leven. Er wordt gebruik
gemaakt van E-Twinning en E-Space.
Ook zijn we gestart met een door de EU gesubsidieerde sector overstijgend strategisch partnerschap.
We werken hierin de komende drie jaar aan de ontwikkeling van internationale leereenheden,
internationaal assessment en kwaliteitsborging, digitale klaslokalen en Massive Open Online Courses.
Daarnaast zijn we samen met enkele Europese overheidsinstellingen, universiteiten en een vereniging
voor antroposofische opleidingsinstituten gestart met een driejarig door de EU gesubsidieerde traject.
Dit traject is gericht op Europese beleidshervorming ten aanzien van zorgboerderijen, het opleiden van
toekomstige medewerkers in groene zorgbedrijven en aan het ontwikkelen van een werk-gerelateerd
opleidingstraject binnen groene zorgbedrijven.
35

Continuïteit in ontwikkeling
Overzicht aantal mobiliteiten naar het buitenland in het kader van I-BPV of scholing
Mobiliteit
Aantal personen met subsidie
Leonardo da Vinci / Erasmus+
‘15 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ‘10
Studenten/leerlingen 44 38 35 34 34 12
Medewerkers 20 18 11 11 1 12
Mobiliteit
Aantal personen zonder subsidie
‘15 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ‘10
Studenten/leerlingen 92 59 89 94 93 72
Medewerkers 10 15 1 4 2 9
Overzicht aantal mobiliteiten naar het buitenland in het kader van partnerschapsprojecten
Projecten
Partnerschap
vmbo / Comenius
mbo / Leonardo da Vinci en Erasmus+
‘15 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ‘10 ‘15 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ’10
Medewerkers 6 10 10 10 10 10 4 12 14 18 18 12
Overzicht aantal personen naar Nederland in het kader van mobiliteit (I-BPV en scholing)
Mobiliteit
Partnerschapsprojecten
‘15 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ’10 ‘15 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ‘10
Studenten/
leerlingen
24 22 10 14 8 12 0 24 24 8 8 6
Medewerkers 12 12 16 12 24 10 14 20 14 24 38 22
36

Continuïteit in ontwikkeling
WAT BETEKENT DIT CONCREET?
Basiskwaliteit
Vakmanschap
Samenwerking
Ondernemendheid
Resultaat doelstelling 2015
uit strategisch uitvoeringsplan
Ziekteverzuimpercentage maximaal 5%
(organisatie breed).
Doelen voor 2016 en verder
Uitvoeren van de landelijke
tevredenheidsonderzoeken LAKS en
JOB-monitor, waarin we streven naar
minimaal een 3,8 voor docenten,
begeleiding en lesgeven binnen de
LAKS; 60% van de mbo-studenten
waarderen de studieloopbaanbegeleiding
positief. Ook de docent- en
vak evaluaties geven een positief beeld.
Voorbereiden MTO voor 2017
Ziekteverzuimpercentage maximaal
5% (organisatie breed).
In het kader van OidS bieden we
minimaal 15 stagiaires de gelegenheid
om praktijkervaring bij ons op te doen.
Vanaf 2017 houden docenten in het
Lerarenregister hun ontwikkeling bij.
15% van de LC-docenten werkt in
2020 op het niveau van een
Masterdiploma. Voor 2016 betekent dit
dat 2 docenten een Masteropleiding
gaan volgen.
Elke vaksectie heeft een verbinding
met een lectoraat in het hbo. In 2016
wordt hier in de scholingsplannen
concreet invulling aangegeven.
Organiseren van collegiale consultatie
en evaluatiemomenten.
Docenten mbo werken samen met
docenten AOC Oost aan ontwikkeling
en uitvoering mbo-opleidingen.
Medewerkers oriënteren zich steeds
meer internationaal.
Resultaat doelstelling 2015
specifiek voor overleg
Vakmanschap Vaksecties over de locaties heen (zowel
binnen als buiten Zwolle) faciliteren om zich
te ontwikkelen.
Ondernemendheid De sterrolhoudergroepen zijn
ondertussen beter neergezet en werken
effectief in de schakelrol naar teams. Niet
alleen als boodschapper, maar ook degene
die motiveert en als initiator.
Resultaat doelstelling 2015
Doelen voor 2016 en verder
specifiek over internationalisering
Basiskwaliteit Vaststellen internationaliseringsbeleid. Verankeren van
internationaliseringsbeleid in jaar- en
teamplannen vo en mbo.
Vakmanschap
Samenwerking
Ondernemendheid
Intensiveren rol van de Comenius club en
het Comenius team binnen het vo.
Per team vo en mbo een netwerk van
partnerscholen en de samenwerking tussen
de partnerscholen intensiveren.
Transparant maken van leerplannen,
assessments van de verschillende
partnerscholen.
Intensiveren rol van de Comenius
binnen het vo.
Gekoppeld aan de HKS ontwikkelen
van internationale leereenheden,
internationaal assessment en
kwaliteitsborging, keuzedelen en
leerarrangementen.
37

Continuïteit in ontwikkeling
ONZE ORGANISATIE, ONZE BEDRIJFSVOERING
De Groene Welle kent een veilige, gezonde en duurzame leer- en werkomgeving, die leerlingen,
studenten, deelnemers en medewerkers uitdaagt om zich (professioneel) te ontwikkelen. De
groene uitstraling van het gebouw, de toegankelijkheid van de leeromgeving en de professionele
diensteverlening en facilitering zorgen er voor dat iedereen een beter (leer)resultaat neerzet.
Financiën
In 2015 zijn we binnen de onszelf gestelde financiële kaders gebleven met als gevolg een positief
resultaat. We hebben in 2015 een voorzichtig beleid gevoerd, omdat we verwachten dat er in 2016 in de
bekostiging en in de toedeling van additionele middelen wordt gekort. Dat deze verwachting waar blijkt,
werd duidelijk in het najaar 2015 toen de minister een korting van 28 miljoen euro op het mbo bekend
maakte. Het is nu binnen de instelling balanceren om de verplichtingen op het te verwachten niveau te
brengen en tegelijkertijd wel de inzet van middelen te doen die kwaliteit in het primaire proces mogelijk
maakt. We streven er naar om een stevige financiële basis te houden. Dit is namelijk noodzakelijk voor
het bieden van goed onderwijs. De financiën komen uitgebreid aan bod vanaf pagina 46.
Huisvesting
De Groene Welle kent twee locaties met mooie gebouwen, die zorgen voor een aangename werk- en
leeromgeving. In Hardenberg zit onze locatie in het LOC+, waarvan wij samen met een aantal partijen
eigenaar zijn. Het onderhoud van deze locatie vindt dan ook plaats vanuit de stichting, waarin onze
directeur stafdiensten zitting heeft in de Raad van Toezicht.
In 2015 hebben wij conform planning, in samenwerking met een externe partij, opnieuw een
meerjarenonderhoudsplan voor de komende drie jaren opgesteld. Vanuit dit plan wordt er een jaarlijks
onderhoudsplan opgesteld, waarin wij de stappen beschrijven om tot goede uitvoering te komen. De
afgelopen jaren hebben wij met succes deze methodiek gehanteerd; we zetten de werkwijze daarom
ook de komende jaren voort.
Voor 2015 waren er in het jaarlijkse onderhoudsplan zaken opgenomen, zoals als schilderen van
binnenwerk, vervangen van vloerbedekking, vervangen van het camerasysteem en vervangen van het
aansturingsmechanische van de lift. Alle werkzaamheden zijn binnen het budget gebleven. In totaal is in
2015 € 160.457,- aan groot onderhoud uitgegeven.
Voor 2016 is er wederom vanuit het meerjarenonderhoudsplan een nieuw jaarplan groot onderhoud
opgesteld. In dit plan zijn zaken als groot onderhoud aan meubilair en buitenschilderwerk opgenomen.
Europees aanbesteden
In maart 2015 hebben wij het traject rond het Europees Aanbesteden van de schoolboeken afgerond.
Verder kwamen er dit jaar geen zaken aan de orde, die binnen de kaders van de Europese
Aanbesteding vielen.
Nationaal aanbesteden
In het kader van de wet- en regelgeving passen wij sinds januari 2014 bij grotere aanbestedingen (die
ruimschoots binnen de norm van de Europese aanbesteding blijven) het principe van meervoudige
onderhandse aanbesteding toe. Er is dit jaar nadrukkelijk gewerkt aan de formele vastlegging, zodat
ook deze vorm van nationaal aanbesteden is gewaarborgd binnen de organisatie.
Gezonde school
De Groene Welle in Zwolle heeft de Schoolkantine Schaal 2015 van het Voedingscentrum gekregen.
Met deze schaal laat de groene onderwijsinstelling zien dat ze actief is in het gezonder maken van het
aanbod in de schoolkantine. Zo bestaat nu minimaal 75% van het aanbod uit producten van de Schijf
van Vijf, is de bereidingswijze van de weinige snacks verantwoord door gebruik van zonnebloemolie en
bevatten producten, zoals ijs en frisdrank, veel minder suiker. Daarnaast worden meer gezonde
38

Continuïteit in ontwikkeling
producten aangeboden, zoals fruit en broodjes. Het is voor de derde keer dat wij deze erkenning
kregen; in 2016 willen wij actie ondernemen op om het aanbod nog gezonder te maken.
Eco-school
Binnen het Groene Lyceum is in 2015 een vervolg gegeven aan het traject Eco-schools. Eco-schools is
het internationale keurmerk voor duurzame scholen om gezamenlijk te werken aan een duurzame
schoolomgeving. Het project wordt opgepakt en uitgevoerd door leerlingen van de 2 e en 3 e klas van het
Groene Lyceum. Aan de hand van een zevenstappen plan werken zij verschillende actiepunten uit
rondom water, energie, afval. Ook monitoren zij de gewenste effecten. In maart 2015 heeft de Groene
Welle het bronzen Eco-schools certificaat gekregen. Dit is de eerste stap richting het Eco-schools
certificaat: de groene Eco-schools vlag hopen we in 2017 te halen.
Kwaliteitszorg
Binnen de kwaliteitszorg staat het werken conform de PDCA-cyclus centraal: we formuleren onze
doelen, we plannen wat we doen, we evalueren wat we hebben gedaan en we stellen daarna bij op
basis van nieuwe speerpunten en prioritering. Alle jaar- en teamplannen worden volgens deze
systematiek beschreven en in 2015 is het werken met jaarplannen (conform de PDCA-cyclus)
geïntroduceerd voor vaksecties, sterrolhoudergroepen en andere werkgroepen binnen de Groene
Welle. In 2016 zal ook de studentenraad volgens deze methodiek gaan werken. De jaarplannen vormen
een logische afstemming met de teamplannen en het jaarplan mbo. Zo wordt het kwaliteitsdenken
steeds meer van ons allemaal.
In 2016 zal ook op individueel niveau een stap worden gemaakt om kwaliteitsbewust te handelen. We
maken dan een aanzet voor de invoering van docent- en vak evaluaties. Met deze evaluaties worden de
opleidingen en de lessen van docenten beoordeeld door docenten en studenten. Informatie uit de
evaluatie kan worden gebruikt in de functioneringsgesprekken.
Nu de structuur, de inhoud en de middelen rondom kwaliteit en het proces van kwaliteitsborging steeds
verder op orde komen, ontstaat steeds meer ruimte voor de cultuur binnen de organisatie. De manier
waarop medewerkers met elkaar, de organisatie en haar doelen willen dragen en realiseren. Wij vinden
het belangrijk dat iedereen binnen de organisatie zich eigenaar voelt van (een deel van) de kwaliteit en
zich bewust is van de eigen invloed op de verbetering ervan. Wat vind je als docent en als team
‘kwaliteit’? Welke concrete doelen kun je daar aan koppelen? Wat heb je nodig om die te bereiken? Dit
traject zal in 2016 verder worden opgepakt.
Daarnaast blijven wij in 2016 de interne audits in 4Groen verband uitvoeren. Na twee themagerichte
audits zullen we dit jaar waarschijnlijk weer kiezen voor het auditen van twee opleidingen.
Klachtenbehandeling en incidenten
Binnen de Groene Welle is de directiesecretaris verantwoordelijk voor de klachtenprocedure. Zij zorgt
ervoor dat de klacht bij de juiste persoon wordt neergelegd en dat de klacht binnen de afgesproken
periode wordt afgehandeld. De Groene Welle werkt met een interne klachtencommissie, die toezicht
houdt op de zorgvuldigheid van afhandeling en uitspraken doet over de inhoud. Het Deltion College
staat ons met hun externe klachtencommissie bij in situaties die een externe partij vragen.
In 2015 is het aantal interne klachten ten opzichte van 2014 stabiel gebleven. Betrokken collega’s
hebben voor de klachten en vragen in goed overleg en naar tevredenheid een oplossing geboden. Er
zijn geen klachten voorgelegd aan de externe klachtencommissie. Ook via de online ‘Ombudslijn MBO’
zijn in 2015 geen klachten binnen gekomen. De klachtenprocedure heeft een plek gekregen op onze
website en intranet.
39

Continuïteit in ontwikkeling
Overzicht klachten en incidenten
Afdeling Locatie Soort klacht/incident Relatie Aantal Afgehandeld Extern
vo
Zwolle Klacht: voorlichting
herkansing combinatie vak
Ouders leerling 1 Ja Nee
mbo
Zwolle
Klacht: Deelname pilotexamen
Nederlands
Student 1 Ja Nee
Zwolle
Klacht: beoordeling Proeve van
bekwaamheid
Student 1 Ja Nee
Totaal 3
Cursusonderwijs en Contractactiviteiten
Binnen Cursusonderwijs en Contractactiviteiten (C&C) van de Groene Welle worden activiteiten
aangeboden op het gebied van opleidingen en cursussen voor particulieren en bedrijven in de groene
sector. In de begroting van 2015 was, vanwege de mindere economische situatie, rekening gehouden
met een dalend aantal cursisten en dus ook met een dalende omzet ten opzichte van 2014. De
omzetdaling is echter hoger uitgevallen dan begroot (ca. € 49.000,- hoger). De gerealiseerde omzet in
2015 bedroeg € 236.000,-.
In 2015 is (net als in 2014) nadrukkelijk gekeken naar het efficiënter inzetten van personeel en middelen
binnen C&C. Het nieuwe softwaresysteem voor de cursusadministratie speelt hierin nog steeds een rol.
Daarnaast worden medewerkers efficiënter ingezet bij cursusactiviteiten. Daarnaast heeft de afdeling in
2015 deelgenomen aan twee vakbeurzen. In januari stonden ze op de Groene Sector Vakbeurs in
Hardenberg, waarin ze met verschillende andere onderwijsinstellingen een opleidingsplein vormden en
het podium boden voor de voorrondes van de Nationale wedstrijd Tuinaanleg. In oktober waren ze
vertegenwoordigd op de Dag van de Openbare Ruimte in Houten. Met deelname aan deze vakbeurzen
wil de afdeling zich presenteren aan en kennismaken met bedrijven en organisaties in de groene sector.
Medezeggenschap
De Groene Welle vindt medezeggenschap binnen alle geledingen van groot belang. Daarom gaan wij
op verschillende manieren met iedereen in gesprek. Uiteraard hebben wij de betrokkenheid met
stakeholders als medewerkers, studenten en ouders ook formeel geregeld, conform de Wet op de
Ondernemingsraden, aangevuld met specifieke regels voor onderwijs.
‣ Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad heeft in 2015 acht keer overleg gehad met het CvB. In deze
bijeenkomsten zijn verschillende onderwerpen aan de orde geweest, zoals begroting,
jaarrekening en vakantieregeling. Eind 2014 zijn er tussentijdse OR-verkiezingen uitgeschreven
onder andere door het vertrek van de voorzitter Ruud van Leeuwen. De nieuwe OR is per 1
januari 2015 aangetreden.
Ook voor 2016 houdt de OR actief de vinger aan de pols en zal ze zich in de nieuwe
samenstelling, naast de jaarlijks terug komende onderwerpen, vooral extra goed buigen over
het voortschrijdende proces van samenwerking met het AOC Oost. Uitgangspunt is om als OR
constructief in dit proces te participeren, waarbij de belangen van de Groene Welle goed in het
oog gehouden zullen worden. De OR informeert haar achterban via intranet over de notulen van
alle vergaderingen en organiseert ad hoc bijeenkomsten over een belangrijk thema als dat
40

Continuïteit in ontwikkeling
wenselijk wordt geacht. Tevens wil de OR na de zomervakantie van 2016 de achterban
periodiek bijpraten middels een digitale nieuwsbrief.
‣ Studentenraad
In 2015 is er een nieuwe groep studenten onder leiding van een nieuwe voorzitter gestart met
de studentenraad. Onder begeleiding van de kwaliteitsmedewerker is gestart met een
gestructureerde vergadercyclus. Eens in de vijf à zes weken komen in de vergadering onder
meer beleidsmatige onderwerpen aan bod. Zo heeft de studentenraad haar goedkeuring
gegeven op het afwijken van de urennorm voor niveau 2. Ook heeft zij meegedacht over de
invulling van het thema ‘ondernemendheid’ en heeft zij feedback gegeven op de visie rondom
examinering. Daarnaast heeft de studentenraad opnieuw een gala weten te organiseren. Het
komend jaar zal de studentenraad betrokken blijven bij beslissingen rondom de HKS. Een
belangrijk speerpunt is de continuïteit van de studentenraad. Vanaf schooljaar 2016-2017 zal de
studentenraad met een jaarplan gaan werken.
‣ Ouderraad
De ouderraad heeft in 2015 negen keer vergaderd en besprak onderwerpen als lesuitval,
ziekteverzuim, Passend onderwijs en pestprotocol. Ook is ze betrokken geweest bij de
totstandkoming van het strategisch uitvoeringsplan. De vergaderingen kenmerkten zich door
een goede sfeer en een open en constructief karakter. Bij de vergaderingen was ook een
directielid vertegenwoordigd en schoof wanneer relevant een teamleider aan. In mei woonde de
secretaris van de OR de vergadering bij en zijn onder meer de structuur van de
ondernemingsraad en de reglementen en statuten besproken. De samenstelling van de
ouderraad is in 2015 gewijzigd; twee leden hebben hun lidmaatschap opgezegd en drie nieuwe
leden zijn toegetreden. In 2016 wil de ouderraad de prettige samenwerking blijven voortzetten
en richt ze zich op de speerpunten communicatie, transparantie en structuur.
Actief in regionale initiatieven samenwerkingspartners
Bij onze bedrijfsvoering werken we adequaat samen met andere onderwijsinstellingen. Daar waar
mogelijk haken we actief aan bij initiatieven van onze samenwerkingspartners. Leidend hierbij is de
regionale agenda van onderwijsinstellingen. Op het vlak van mbo- en hbo-onderwijs in Zwolle
functioneert een bestuurlijk platform Zwolse8. Daar is ondernemerschap een belangrijk item, net als het
verbinden van studenten aan de stad en regio. Dat laatste gebeurt onder andere via de gezamenlijke
Bruisweek bij de start van de opleiding en de deelname in de Onderwijsbeurs Noordoost. In 2015 heeft
de Zwolse8 een nieuwe agenda opgesteld waar New Jobs als leidend thema is opgenomen. In het
kader van New Jobs ontwikkelen we ook Groene Technologie (van keuzedeel naar opleiding).
Daarnaast heeft de Zwolse8 zich expliciet verbonden aan de Economic Board, die werkzaam is voor de
brede regio (20 gemeentes).
41

Continuïteit in ontwikkeling
WAT BETEKENT DIT CONCREET?
Basiskwaliteit
Vakmanschap
Samenwerking
Ondernemendheid
Basiskwaliteit
Samenwerking
Resultaat doelstelling 2015
uit strategisch uitvoeringsplan
Resultaat doelstelling 2015
Specifiek voor cursus- en
contractonderwijs
Het softwaresysteem voor de
cursusadministratie werkt en draait.
Met de cursusafdeling van AOC Oost
worden de mogelijkheden onderzocht om bij
bepaalde standaardcursussen samen te
werken in de uitvoering.
We schenken aandacht aan het
adviseursteam, omdat de adviseur zich
regelmatig bevindt in een spanningsveld
tussen reguliere onderwijsactiviteiten,
cursusactiviteiten en adviseurswerk.
De invoering van het trekker rijbewijs is
uitgesteld naar 1 juli 2015. Binnen 4Groen
zal geen gezamenlijke oplossing komen. In
2015 zal de Groene Welle haar eigen
positie moeten bepalen in dit dossier. Uit
onderzoek blijkt dat het verzorgen van
lessen trekker rijden niet rendabel is.
Doelen voor 2016 en verder
Uitvoeren van de landelijke
tevredenheidsonderzoeken LAKS en
JOB-monitor, waarin we streven naar
minimaal een 4 voor leefbaarheid en
sfeer binnen de LAKS; 70% van de
mbo-studenten beoordelen de sfeer en
veiligheid positief.
We hanteren op de financiële
kengetallen jaarlijks vast te stellen
normen, goedgekeurd door de Raad van
Toezicht.
Uitvoeren van de landelijke
tevredenheidsonderzoeken LAKS en
JOB-monitor, waarin we streven naar
minimaal een 3,5 voor ict,
onderwijsvoorzieningen en faciliteiten
binnen de LAKS; 70% van de mbostudenten
beoordeelt de
onderwijsfaciliteiten positief en 50%
waardeert de organisatie positief.
Jaarlijks verschijnt ons geïntegreerd
jaardocument.
Wij hanteren de Governance Code.
Samen met AOC Oost borgen we een
robuust aanbod van groene opleidingen
voor de regio Oost Nederland. We
hanteren hierbij een passende juridische
vorm.
We werken aan een actief
ambassadeurschap van Ecoschool.
Actief in regionale initiatieven van
samenwerkingspartners.
Doelen voor 2016 en verder
In 2016 zal een verschuiving gemaakt
worden naar een landelijke
samenwerking van cursusafdelingen
van AOC’s. Er wordt een landelijk
keurmerk ontwikkeld, waarbinnen de
kwaliteit van een aantal
gestandaardiseerde cursussen (zoals
Flora en Fauna, Motorkettingzaag en
Bosmaaier) zal worden geborgd.
Onderzoeken hoe verder om te gaan
met het werken met adviseurs. Daaraan
kijken we of er een sterrolhoudersgroep
C&C kan worden opgericht om
verbinding naar alle vakrichtingen te
krijgen. Binnen de HKS zijn er namelijk
kansen op het gebied van cursorisch
onderwijs (denk aan keuzedelen en
certificeerbare eenheden).
42

Continuïteit in ontwikkeling
Basiskwaliteit
Vakmanschap
Samenwerking
Basiskwaliteit
Vakmanschap
Verschillende rijscholen in de directe
omgeving van Zwolle en Hardenberg
verzorgen dit wel. Studenten en cursisten
worden doorverwezen.
Landelijk wordt gekeken naar
samenwerking tussen afdelingen
cursusonderwijs met betrekking tot een
Leven Lang Leren in drie sectoren: Groene
Ruimte, Teelt en Food. Voor De Groene
Welle zal vooral Groene Ruimte interessant
zijn. Voor samenwerking blijkt hiervoor op
dit moment onvoldoende draagvlak te zijn.
Resultaat doelstelling 2015
specifiek voor kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg is zichtbaar voor de
medewerkers en ze zijn tevens eigenaar
van kwaliteitszorg. Les- en cursusevaluatie
door studenten is verankerd in de PDCAcyclus.
Opleiding Dierenartsassistent
Paraveterinair Hardenberg voldoet aan de
eisen uit het Toezichtkader Inspectie.
Opstellen kwaliteitsafspraken op het
gebied van professionalisering, excellentie,
BPV, voortijdig schoolverlaten, taal en
rekenen en studiesucces.
Afnemen audits op het niveau van
opleiding (4Groen audits) en
onderwijsklimaat (sociale veiligheid).
Resultaat doelstelling 2015
specifiek voor klachtenregeling
Klachtenprocedure inzichtelijker maken
voor interne doelgroepen door deze ook op
intranet te plaatsen. Aan het begin van het
schooljaar middels een online-campagne
aandacht vragen voor het onderwerp.
Klachten analyseren en verbeter- en/of
preventiemaatregelen communiceren aan
alle mogelijke betrokkenen.
Blijven realiseren dat klachten kansen zijn
om te verbeteren en hier in de
communicatie richting betrokkenen ook op
blijven wijzen.
Doelen voor 2016 en verder
Er is verder uitvoering gegeven aan de
maatregelen uit het kwaliteitsplan (op
het gebied van professionalisering, op
orde houden van het lage aantal
VSV’ers, intensivering taal- en
rekenonderwijs, verbeteren organisatie
en inhoud BPV, professionalisering
examineringsprocessen).
De kwaliteitsborging rondom de
invoering van de HKS is georganiseerd.
Examenprocessen zijn ingericht volgens
de PE en de betrokkenen bij de
examinering hebben zich
geprofessionaliseerd.
Er zijn minstens twee interne audits
gehouden op opleidingsniveau.
Doelen voor 2016 en verder
Aan het begin van het schooljaar
middels een online-campagne aandacht
vragen voor het onderwerp.
Incidenten in beeld brengen en
registreren.
Blijven realiseren dat klachten kansen
zijn om te verbeteren en hier in de
communicatie richting betrokkenen ook
op blijven wijzen.
43

Continuïteit in ontwikkeling
ONZE ZICHTBAARHEID, ONZE TROTS
De Groene Welle is trots op haar groene identiteit, de kwaliteit van het onderwijs, haar projecten
en activiteiten en haar leerlingen, studenten, deelnemers en medewerkers. Er zijn veel projecten,
activiteiten, wedstrijden en andere evenementen, die laten zien hoe groen we zijn en welke plek
onze pijlers innemen in het onderwijs. Door deze activiteiten meer zichtbaar te maken, willen we
ons meer verbinden aan potentiele, huidige en oud-leerlingen, (potentiele) medewerkers,
bedrijfsleven en samenwerkingspartners.
Vakmanschap voor het voetlicht
In het excellentieplan dat in 2015 van kracht is gegaan (zie ook pagina 12) geven wij aan op welke
manieren wij vakmanschap binnen de mbo-opleidingen willen laten zien. We doen dit door het
organiseren van schoolwedstrijden binnen de Groene Welle en deelname aan regionale en landelijke
vakwedstrijden. Binnen het mbo hebben we in 2015 meegedaan aan twee vakwedstrijden, namelijk
regionale en Nationale wedstrijden tuinaanleg en bloembinden. Voor 2016 willen we het aantal
vakwedstrijden uitbreiden met regionale en landelijke wedstrijden Melkveekeuring voor mbo-studenten.
Daarnaast willen we deelname aan de teamvakwedstrijden Skills Talent voor het vmbo bevorderen.
Tevredenheid bedrijfsleven
Onder regie van de MBO-raad doet de Groene Welle mee aan een pilot rondom de landelijke monitor
BPV. Dit landelijke onderzoek naar de tevredenheid van stagebedrijven geeft ons de mogelijkheid om
een benchmark uit te voeren en te zien hoe wij scoren ten opzichte van andere mbo-instellingen. De
pilot is in het najaar van 2015 opgestart; de resultaten worden in 2016 bekend gemaakt.
Meeting Points
De Groene Welle kent twee Meetingspoints, waarin wij willen fungeren als regionaal en internationaal
kenniscentrum voor de groene werkvelden. Allereerst kennen we Meeting Point Noord Nederland; een
ontmoetingsplek voor studenten, docenten en ondernemers voor de Tuinbouw en Uitgangsmaterialen.
Dit Meetingpoint is gekoppeld aan het Centrum voor Innovatief Vakmanschap. Voor het Meeting Point
Noord Nederland is in 2015 een businessplan gemaakt gericht op continuïteit, ook na de periode van
subsidiëren. Het bedrijfsleven is mede-eigenaar geworden van dit Meetingpoint en de activiteiten die
daar plaatsvinden. Ook is er een programmagroep gevormd, die meedenkt over de invulling van de
nieuwe HKS en de borging van de actualiteit en relevantie voor de beroepspraktijk. In het Meeting Point
Noord-Nederland zullen de komende jaren onderwijs en bedrijfsleven nog meer gaan samenwerken
aan innovatieve projecten in het Groene Domein. Hiervoor hebben we samen met het bedrijfsleven een
businessplan opgesteld (zie ook pagina 12).
Daarnaast kennen we sinds 2015 het Meetingpoint Groen Blauw Netwerk Oost, dat zich richt op de
sector Natuur & Leefomgeving en vooruitloopt op het besluit van het ministerie van EZ om het landelijk
Kenniscentrum (combi CIV en CoE) te steunen. Dit ‘virtuele’ Meetingpoint start met een tweetal
concrete projecten en sluit zich in 2016 als regio aan bij het landelijke Kenniscentrum. De gemeente
Hardenberg, Landschap Overijssel, Collectieve boeren en Educatiefcentrum De Koppel participeren in
dit Meetingpoint. Er is een externe regionale business developer aangetrokken
Natuurlijk willen we de innovatieve ontwikkelingen van alle sectoren koppelen aan onze opleidingen.
Maar door ons te richten op deze Meetingpoints willen we ons primair profileren als kennispartner in de
sectoren agribusiness & food en natuur & leefomgeving. Deze werkvelden spelen in onze regio een
belangrijke rol; de werkgelegenheid groeit, het innovatieve karakter is groot en de cross-overs in deze
werkvelden zijn bijna vanzelfsprekend. Door actief aan te haken bij deze werkvelden en de
bijbehorende regionale agenda’s en de verbinding te leggen met ons onderwijs, kunnen wij onze
leerlingen, studenten en deelnemers beter begeleiden naar een groene toekomst. We streven er naar
om binnen de Meeting Points jaarlijks acht bijeenkomsten te organiseren en faciliteren.
44

Continuïteit in ontwikkeling
Dynamische netwerken
In 2015 is er gewerkt aan het opstarten van Dynamische Netwerken binnen alle werkvelden van de
teams Agro, Groen en Dier . Deze netwerken hebben als doel om het onderwijs en het bedrijfsleven
meer met elkaar te verbinden, van elkaar te leren, elkaar te inspireren en gezamenlijk verantwoording te
nemen voor de inrichting van het onderwijs. Hoe een Dynamisch Netwerk wordt ingevuld, verschilt per
werkveld. We streven er naar om de Dynamische Netwerken over beide locaties (Zwolle en
Hardenberg) te organiseren; de vaksecties nemen hierin hun verantwoordelijkheid. Via intranet worden
medewerkers geïnformeerd over en betrokken bij de ontwikkelingen rondom Dynamische Netwerken.
Afgelopen jaar zijn er binnen de Dynamische Netwerken al verschillende LiP-opdrachten ontwikkeld en
hebben ondernemers de rol van gastdocent opgepakt.
In 2016 kennen alle werkvelden een operationeel Dynamisch Netwerk en zullen we ‘best practices’
uitwisselen om van elkaar te leren. Daarnaast werkt elk werkveld aan de invulling van een masterclass
voor bedrijfsleven, medewerkers en studenten van bijbehorende opleidingen. Per werkveld kijken we of
we dit zelfstandig doen, in samen werking met AOC Oost of met de vier noordelijke AOC’s. Uiteraard
blijven we samen met het bedrijfsleven werken aan het onderwijs en de ontwikkeling van keuzedelen.
Pijlers zichtbaar
De Groene Welle laat via website, social media en met free publicity zien welke activiteiten ze allemaal
uitvoert. In 2015 zijn circa 35 persberichten verstuurd en zijn er verschillende artikelen verschenen in
(vak)bladen over ontwikkelingen binnen ons onderwijs. Ook zijn via social media filmpjes over
opleidingen verspreid, die in sommige gevallen meer dan 1000 keer zijn bekeken. Voor 2016 willen we
structureler aandacht vragen voor het delen van nieuws uit de opleidingen. Hierbij kan het gaan om
verslag, foto’s of films, toepasbaar voor verschillende (sociale) kanalen.
Alumnibeleid
Een verbintenis met leerlingen, studenten en deelnemers stopt niet bij het behalen van een diploma.
Daarom werkt de Groene Welle in 2019 met een concreet, passend alumnibeleid, waarmee ze in ieder
geval een relatie onderhoudt met 50% van de leerlingen, studenten en deelnemers die in 2016 starten
met hun opleiding. In 2015 hebben we een voorzichtige verkenning uitgevoerd naar de wijze waarop we
alumnibeleid kunnen vormgeven. In 2016 zal hiervoor een plan van aanpak worden gemaakt.
WAT BETEKENT DIT CONCREET?
Resultaat doelstelling 2015
uit strategisch uitvoeringsplan
Doelen voor 2016 en verder
Vakmanschap
Samenwerking
Ondernemendheid
Maatwerk
Elk werkveld verbindt zich aan
deelname of organisatie van een
(beroepen)wedstrijd, evenement of
project rondom vakmanschap.
70% van het bedrijfsleven beoordeelt
de organisatie positief in de landelijke
BPV monitor.
We organiseren en faciliteren acht keer
per jaar een bijeenkomt in het kader
van onze rol als regionaal en
internationaal kenniscentrum voor de
groene werkvelden (Meeting Points).
Elk werkveld levert vier keer per
schooljaar een artikel, fotocollage of
film aan waarmee ze laten zien hoe de
pijlers terug komen in hun onderwijs.
Elk werkveld heeft een werkend
Dynamisch Netwerk en maakt plannen
voor een masterclass.
Plan van aanpak rondom alumnibeleid
is gerealiseerd.
45

Continuïteit in ontwikkeling
FINANCIEEL RESULTAAT, BESTURING EN VERWACHTINGEN
In dit deel van ons jaardocument leggen wij verantwoording af over de inzet van onze financiële
middelen. We kijken hier naar het vermogen en de schulden (balans), het behaalde resultaat
(staat van baten en lasten) en overige financiële verplichtingen en risico’s. Met toevoeging van
deze jaarrekening is ons jaarverslag een zogenaamd geïntegreerd jaardocument.
In 2015 zijn we binnen de onszelf gestelde kaders gebleven, met als gevolg een positief resultaat. Zoals
ieder jaar is er sprake van een aantal mee- en tegenvallers die bij het vaststellen van de begroting nog
niet bekend waren. Deze hebben echter het gewenste resultaat niet verstoord. Zowel in 2014 als in
2015 hebben we een voorzichtig beleid gevoerd, omdat we verwachten dat in de bekostiging en in de
toedeling van additionele middelen er in 2016 een neerwaartse lijn komt. Dat blijkt ook het geval te zijn
door de korting van 28 miljoen euro op het mbo die in het najaar van 2015 bekend werd. Het is binnen
de instelling balanceren om de verplichtingen op het te verwachten niveau te brengen en tegelijkertijd
wel de inzet van middelen te doen die kwaliteit in het primaire proces mogelijk maakt. Maar daarover
meer in ons volgende geïntegreerd jaardocument.
We hebben in 2015 onze werkprocessen nog verder uitgewerkt. Ook is de managementinformatie
verbreed en kunnen teamleiders beter sturen. Ten aanzien van projecten die gekoppeld zijn aan
additionele middelen, zoals het Meerjaren Investerings Plan, het Kwaliteits- en Excellentieplan, werken
we nu intern met projectplannen en begrotingen voorafgaand aan de activiteit. Pas na aantoonbare
inzet en uitgaven laten we de middelen vrijvallen. In 2015 is ten aanzien van de rapportage over inzet
van uren een flinke vooruitgang geboekt.
Ook dit jaar hebben er met budgethouders maandelijks control-gesprekken plaatsgevonden waarbij in
het bijzonder de personele inzet, de basis voor deze begroting, intensief is gevolgd.
In 2015 hebben we een nieuwe accountant gezocht en gevonden in BDO, na een onderhands
aanbestedingstraject met drie partijen. De aandachtspunten uit de managementletter van de vorige
accountant EY, zijn opgepakt.
46

Continuïteit in ontwikkeling
Financiële positie
Sector AOC's Wett.
2013 2014 2015 2014 norm
Financiële kengetallen
Solvabiliteit 61,93% 62,29% 61,65% 65% 20 - 60%
Liquiditeit 0,97 1,29 1,66 1,09 > 0,50
Rentabiliteit -1,49% 2,57% 2,38% 1,35% 0
Kapitalisatiefactor 26,28% 28,60% 36,56% max. 35%
2013 2014 2015
€ € €
Financiële analyse
Balanstotaal 15.502.451 15.517.000 16.466.173
Exploitatie resultaat -213.619 379.765 366.599
Netto resultaat -74.730 515.091 486.438
Begroting -412.107 -169.605 312.848
Verschillen netto resultaat - begroting 337.377 684.696 173.590
Solvabiliteit
De solvabiliteit (eigen vermogen / balans totaal) geeft aan of het bestuur op langere termijn aan haar
financiële verplichtingen kan voldoen. Een gezonde waarde van de solvabiliteit ligt tussen 20 – 60%. De
streefwaarde van de Groene Welle is een solvabiliteit die ligt tussen de 55 – 60%. In 2015 zijn zowel de
schuldpositie als ook het Eigen Vermogen gestegen, waardoor er een kleine daling van de solvabiliteit
ontstaat.
Liquiditeit
De liquiditeit (vlottende activa / kortlopende schuld) geeft aan of het bestuur op korte termijn aan haar
verplichtingen kan voldoen. Een gezonde waarde van de liquiditeit ligt boven 0,5.
In 2015 zijn de kortlopende schulden gestegen, maar is het totaal van de vlottende activa meer
toegenomen, waardoor er een stijging van de liquiditeit ontstaat.
Rentabiliteit
De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering / baten gewone bedrijfsvoering) geeft aan of het
bestuur de baten en lasten met elkaar in evenwicht kan houden. Een gezonde waarde van de
rentabiliteit heeft meerdere jaren een waarde van nul. De streefwaarde van de Groene Welle is een
rentabiliteit die ligt tussen 0 – 2%. In 2015 is een positief resultaat behaald, waardoor de rentabiliteit
boven de ondergrens is uitgekomen.
Kapitalisatiefactor
De kapitalisatiefactor signaleert of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficiënt benut.
Dit kengetal wordt berekend door het totale vermogen, minus gebouwen en terreinen (materieel en
financieel) te delen door de totale baten (incl. financiële baten). De totale baten van de Groene Welle
zijn meer dan 12 miljoen euro en valt hiermee onder de grote schoolbesturen. Als signaleringsgrens
wordt voor grote schoolbesturen een bovengrens van 35% gehanteerd.
47

Continuïteit in ontwikkeling
Notitie Helderheid
De thema’s uit de “Notitie Helderheid” in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de
volwasseneneducatie worden hieronder kort weergegeven:
Thema 1: Uitbesteding bekostigd onderwijs
Dit thema is niet van toepassing.
Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten
De rijksbijdrage is niet aangewend voor investeringen in activiteiten voor, of in samenwerking met een
derde, die op geen enkele wijze een relatie hebben met de kernactiviteiten onderwijs, onderzoek en
kennisoverdracht. Tevens wordt de regeling “beleggen en belenen” nageleefd, zoals uiteengezet in de
treasury paragraaf.
Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen
Vrijstellingen worden uitsluitend verleend op basis van eerder behaalde proeves voor het betreffende
onderdeel. Dit betreft een enkele vrijstelling per deelnemer.
Thema 4: Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf
Les- en cursusgeld wordt door de deelnemer zelf betaald. Na uitdrukkelijk verzoek van de deelnemer
kan de factuur voor het les- en cursusgeld gericht worden aan, en betaald worden door instellingen,
gemeenten of bedrijven.
Thema 5: In- en uitschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk.
Er zijn deelnemers die tijdens het schooljaar wisselen van uitstroomprofiel, dan wel de school verlaten
zonder diploma, of op een ander niveau dan de inschrijving per 1 oktober.
In 2015 waren er in totaal 61 uitstromers.
Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven
Er zijn deelnemers die tijdens het schooljaar van een voltijds variant overstappen naar een deeltijds
variant en omgekeerd. Redenen hiervoor zijn het aangeboden krijgen van een baan of ontslag.
Er zijn deelnemers die switchen van opleiding, uit oogpunt van werkgelegenheid of door persoonlijke
omstandigheden.
Er zijn deelnemers die een diploma uitgereikt krijgen op een lager niveau dan het hogere niveau
waarvoor ze ingeschreven zijn. Zij verlaten de school om diverse redenen. Deze deelnemers zijn
gekwalificeerd, waardoor ze niet worden aangemerkt als vroegtijdig schoolverlater.
In 2015 waren er in totaal 80 “ommezwaaiers”.
Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven
Dit thema is niet van toepassing, anders dan in activiteiten die vallen onder Cursus en Contract. Er vindt
geen koppeling plaats tussen maatwerkactiviteiten en inschrijving in de BBL.
Thema 8: Buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland.
Dit thema is niet van toepassing.
48

Continuïteit in ontwikkeling
Toekomstparagraaf
Hieronder treft u een korte toelichting op de begroting 2016 aan, waaronder de aanduiding van de
ontwikkelingen die hierop van invloed zijn, inclusief een meerjarenperspectief. Intern werken wij met de
kaderbrief die, voorafgaand aan het begrotingsproces, wordt opgesteld. Hierin zijn zowel het
inhoudelijke jaarplan voor de instelling als de kaders voor de begroting opgenomen. De hieronder
vermelde ontwikkelingen maken onderdeel uit van onze risicoanalyse, die we jaarlijks opstellen.
Strategische ontwikkelingen en de financiële meerjarenplanning
In 2015 zijn een aantal acties ingezet om inzicht te krijgen op de toekomstige positionering en
bekostiging van het mbo. Dit is gebeurd vanuit de AOC Raad.
In de Tweede Kamer is een motie aangenomen die door de regering niet aan de kant is gelegd en
waarin is uitgesproken dat de groene onderwijsactiviteiten overgaan naar OCW. Daartoe wordt in 2016
een project gestart waarin OCW en EZ participeren. Onze veronderstelling is dat pas bij een nieuw
regeerakkoord definitief duidelijkheid komt over de positionering.
Daarnaast is duidelijk geworden dat de bezuiniging eenzijdig bij het mbo wordt neergelegd. We zijn nu
in afwachting van de definitieve bekostigingsbrief en overwegen op basis hiervan verdere actie te
ondernemen. Er is sprake van rechtsongelijkheid als AOC’s moeten voldoen aan dezelfde wet- en
regelgeving maar niet gelijkwaardig bekostigd worden.
Voor 2016 begroten wij een tekort van € 40.000 euro, terwijl wij terug gaan in inkomsten met ongeveer
€ 500.000. Wij benutten de resterende middelen uit de MIP om een “zachte landing” te maken.
Tegelijkertijd realiseren we ons dat in 2017, bij uitblijven van compensatie ten opzichte van de andere
instellingen, er opnieuw een nog groter probleem ontstaat. Qua liquiditeit kunnen we ons dit
veroorloven, maar het is nodig dat al snel duidelijk wordt of en hoe er gecompenseerd c.q. herstel op
niveau van gelijkwaardigheid zal plaatsvinden. Daarbij speelt dat de Groene Welle in verhouding veel
mbo-studenten heeft waar andere AOC’s vooral vo-leerlingen tellen.
Risicomanagement
Het risicomanagement wordt verderop in deze jaarrekening beschreven. In iedere instellingsrapportage
(vier keer per jaar) gaan we in op de risico’s en de ondernomen activiteiten in dat kader. Hetzelfde doen
we met de aandachtspunten uit de managementletter van de accountant.
Onze ambitie om in 2015 systematisch te werken hebben we, naast andere resultaten, gerealiseerd.
Dat is voor ons de basis om in een onzekere toekomst toch de goede acties te ondernemen en te
anticiperen op ontwikkelingen.
Meerjarenperspectief
Het meerjarenperspectief wordt beschreven in de continuïteitsparagraaf. In april 2016 maken we
opnieuw een meerjaren scenarioanalyse en in iedere vergadering van de auditcommissie wordt de
ontwikkeling op de voet gevolgd. Dit kan in mei leiden tot een aanpassing van de inzet van personeel
na de zomer. Dat terwijl in 2016-2017 de investering hoog zal zijn als gevolg van de intensivering van
het mbo waar we vanaf 2014 in zitten en die pas in 2017 leidt tot minder instroom.
Onderwijs in relatie tot investeringen
We staan aan de vooravond van twee grote operaties in ons primaire proces: in 2016 voeren we de
Hernieuwde Kwalificatie Structuur voor het mbo in. Daarnaast hebben we de voorbereiding opgestart
om vanaf 2016 in ons vo met een andere programmering en examinering te werken. Voor beiden geldt
dat meer maatwerk voor leerlingen en studenten in de context van de regio mogelijk zal worden. De
investering in de kwaliteit van personeel, zowel op onderwijskundig als vakinhoudelijk vlak, blijft een
punt waarop gestuurd wordt, gekoppeld aan deze operaties. Omdat maatwerk alleen ondersteund door
ict-systemen uitgevoerd kan worden, wordt hierin geïnvesteerd: er wordt een Elektronische Leer
Omgeving geïmplementeerd en docenten worden getraind en ondersteund in het werken hiermee.
49

Continuïteit in ontwikkeling
Doelmatigheid
Wij zien op drie niveaus mogelijkheden om meer doelmatig te werken.
1. Organisatiedoelmatigheid:
Dit hebben wij al voor 2015 gerealiseerd door vaksecties te vormen over de locaties heen.
2. Ontwikkeldoelmatigheid:
Met 4Groen (AOC Oost, Nordwin, Terra en de Groene Welle) is afgesproken welke thema’s in
de opleidingen aangeboden worden. Met AOC Oost zijn we nog een stap verder gegaan: in
buddy groepjes is gewerkt aan een grof ontwerp van de aan te bieden opleidingen vanaf 2016-
2017. De expertise van twee instellingen is zo gebundeld.
3. Uitvoeringsdoelmatigheid:
AOC Oost en de Groene Welle hebben afspraken gemaakt over het gezamenlijk uitvoeren van
keuzedelen en delen van het programma bij kleine opleidingen. We vullen gezamenlijk een ELO
(elektronische leeromgeving) die docenten ondersteund met kwalitatief goed lesmateriaal.
Daartoe zijn op systeem niveau afspraken gemaakt. In de ondersteunende sfeer wordt tussen
beide instellingen steeds meer in gezamenlijkheid opgepakt en van elkaar geleerd. De
kwetsbaarheid van de instellingen wordt op deze manier verminderd.
De investering van de afgelopen vier jaar, dus ook voordat er sprake was van vermindering van
inkomsten, maken dat de samenwerking krachtig ingestoken is en ervaren wordt als een natuurlijk
proces dat in 2016 geborgd zal worden door de keus voor een juridische vormgeving van de
samenwerking.
Toekomstige ontwikkelingen
Er is een nieuwe strategische agenda opgesteld voor de periode 2015-2020. Deze kent een aantal
operationele doelstellingen die we in de vorm van jaarplannen verwerken in onze Planning & Controlcyclus.
50

Continuïteit in ontwikkeling
Risicomanagement
In 2015 heeft er binnen de Groene Welle een risico-inventarisatie en –analyse plaatsgevonden.
De bestuurder heeft samen met de controller een lijst opgesteld van voor de Groene Welle mogelijk
relevante risico’s. Dit heeft geresulteerd in een lijst met risico’s verdeeld over de categorieën toezicht,
budget, communicatie, facilitair, omgeving, onderwijs, organisatie en personeel.
De risico’s die als meest urgent werden herkend in de organisatie zijn in onderstaand overzicht
weergegeven. Per risico is aangegeven welke actie ondernomen is om het risico te beheersen.
In het voorjaar van 2016 vindt er voor de vierde keer een risico-inventarisatie en -analyse plaats, onder
de volgende groepen: Raad van Toezicht, College van Bestuur, directie, teamleiders en OR.
2015
2015 2014 Verschil Categorie Risico
Relevant
Kans *
Top 10
(aantal)
impact
1 3 2 Budget Vermindering budget als gevolg van overheidsbeleid 19 15 69
2 1 -1 Budget Vermindering leerlingen- en studentenaantallen (vmbo en mbo) 17 13 50
3 4 1 Budget Vermindering (aanvullende) subsidies en overige inkomsten 15 11 56
4 17 13 Toezicht Toenemende eisen verantwoordingslast 17 11 39
5 18 13 Budget Concurrentie met AOC's en ROC's (vmbo en mbo) 14 10 28
Nadat de uitkomst van de risico-inventarisatie bekend is, zijn er beheersmaatregelen beschreven.
Onderstaande beheersmaatregelen kunnen worden getroffen om de oorzaak of het gevolg te
verkleinen:
Risico 1 t/m 3 :
De Groene Welle vaart een behoudende koers met betrekking tot de formatieplanning, waarbij er
maandelijks gestuurd wordt op de formatie. Met deze werkwijze wordt getracht in te kunnen spelen op
de onzekerheid rondom het overheidsbeleid.
Risico 4 :
Systematisch werken, voortdurend verbeteren van informatiemanagement.
Risico 5 :
Om de concurrentie met andere AOC’s en ROC ’s aan te kunnen gaan, heeft de Groene Welle actie
ondernomen richting AOC Oost om op diverse vlakken samen te gaan werken.
Een aanvullend risico wat de Groene Welle raakt is de borgstelling (€ 150.000) voor Hippisch Centrum
de Haerst. Door het faillissement van Hippisch Centrum de Haerst, eind 2015, zal de Rabobank in 2016
een beroep gaan doen op de borgstelling.
In 2015 is er een interne audit uitgevoerd op de interne administratieve processen. Het betrof hier de
controle op leerlingen- en studentendossiers, basisschooladvies leerlingen leerjaar 1 vo en onderwijstijd
mbo en vo.
51

Continuïteit in ontwikkeling
Overige rapportages
Voor de rapportages met betrekking tot: - rapportage aanwezigheid en werking van het interne
risicobeheersings- en controlesysteem en de beschrijving van de belangrijkste risico’s en
onzekerheden, verwijzen wij u naar de eerder vermelde risicomanagement.
Voor de rapportage toezichthoudend orgaan verwijzen wij u naar het verslag van de Raad van Toezicht
in het jaarverslag.
Treasurybeleid
Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de regeling van het ministerie van OCW.
Bij het aantrekken, respectievelijk uitzetten van alle benodigde en niet direct benodigde middelen
wordt gehandeld in overeenstemming met de in de regeling gestelde verplichtingen. In 2015 hebben er
geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De zogenaamde vrije liquide middelen
staan op een bedrijfsspaarrekening bij de Rabobank. Er hebben zich in 2015 geen liquiditeitsproblemen
voorgedaan.
52

Continuïteit in ontwikkeling
Verwachtingen 2016
De begroting is als volgt vastgesteld:
Baten
Rijksbijdragen
Overige bijdragen
Totaal
2016
€
13.571.683
1.202.700
14.774.383
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten
Resultaat
Resultaat LOC+
Netto resultaat
-10.940.100
-689.510
-1.174.170
-2.067.529
-14.871.309
-96.926
-63.000
-159.926
120.000
-39.926
53

Continuïteit in ontwikkeling
Jaarrekening 2015
Balans per 31 december 2015 (voor resultaatbestemming)
1 Activa
31 december 2015 31 december 2014
€ €
Vaste activa
1.1 Materiële vaste activa 9.541.942 10.050.565
1.2 Financiële vaste activa 2.393.524 2.426.841
Totaal 11.935.466 12.477.406
Vlottende activa
1.3 Vorderingen 355.841 337.904
1.4 Liquide middelen 4.174.866 2.701.690
Totaal 4.530.707 3.039.594
Totaal activa 16.466.173 15.517.000
2 Passiva
2.1 Eigen Vermogen 10.151.835 9.665.397
2.2 Voorzieningen 2.011.514 1.789.539
2.3 Langlopende schulden 1.579.069 1.702.421
2.4 Kortlopende schulden 2.723.755 2.359.643
Totaal passiva 16.466.173 15.517.000
54

Continuïteit in ontwikkeling
Staat van baten en lasten
3 Baten
2015 Begroting 2015 2014
€ € €
3.1 Rijksbijdragen 14.126.981 13.659.742 13.134.031
3.2 Overige overheidsbijdragen
3.3 Les- en examengelden 283.399 290.052 285.357
3.4 Cursusgelden en baten werk in opdracht van derden 236.263 285.000 420.322
3.5 Overige baten 773.604 779.490 864.223
Totaal baten 15.420.247 15.014.284 14.703.933
4 Lasten
4.1 Personeelslasten -11.008.018 -10.702.441 -10.479.278
4.2 Afschrijvingen -683.525 -670.000 -651.022
4.3 Huisvestingslasten -1.185.719 -1.203.300 -1.141.040
4.4 Overige lasten -2.119.102 -2.160.695 -1.978.358
Totaal lasten -14.996.364 -14.736.436 -14.249.698
Saldo baten en lasten 423.883 277.848 454.235
5 Financiële baten en lasten -57.284 -85.000 -74.469
Resultaat 366.599 192.848 379.766
6 Resultaat LOC+ 119.839 120.000 135.325
Netto resultaat 486.438 312.848 515.091
55

Continuïteit in ontwikkeling
Kasstroomoverzicht
Kasstroom uit operationele activiteiten
2015 2014
€ €
Saldo baten en lasten 366.599 379.766
Resultaat LOC+ 119.839 135.325
Netto resultaat Groene Welle 486.438 515.091
Aanpassing voor:
Afschrijvingen 683.525 651.022
Mutaties voorzieningen 221.975 103.553
905.500 754.575
Verandering in vlottende middelen:
Vorderingen -17.937 174.002
Schulden 364.105 -232.635
346.168 -58.633
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 1.738.106 1.211.033
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa -174.903 -158.398
Overige (des)investeringen in financiële vaste activa 33.317 17.831
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -141.586 -140.567
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Aflossing langlopende schulden incl. kortlopend deel -123.344 -380.844
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -123.344 -380.844
Mutaties liquide middelen 1.473.176 689.622
56

Continuïteit in ontwikkeling
Grondslagen voor de jaarrekening
Algemeen
De activiteiten van de Groene Welle zijn juridisch ondergebracht in Stichting AOC de Groene Welle. De
statutaire vestigingsplaats van deze stichting is Zwolle. De voornaamste activiteiten van de stichting
bestaan uit het verzorgen van onderwijs.
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW
en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad
voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling
Jaarverslaggeving Onderwijs (RJ 660). De jaarrekening is opgesteld in euro’s.
Voor zover van toepassing zijn, ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar,
en de cijfers van de goedgekeurde begroting van 2015. De gehanteerde grondslagen van waardering
en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
Verbonden partijen
Als verbonden partijen worden aangemerkt, alle rechtspersonen waarover overheersende
zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend.
Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen, statutaire directieleden en
nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Van betekenis zijnde transacties met verbonden partijen
worden toegelicht, voor zover deze niet onder de normale marktvoorwaarden hebben plaatsgevonden.
Hiervan worden toegelicht, de aard en de omvang van de transactie en de andere informatie die nodig
is voor het verschaffen van inzicht.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. De geldmiddelen in het
kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen.
Schattingen
Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig
dat het management van de instelling zich over verschillende zaken een oordeel vormt, en dat het
management schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen
bedragen. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen worden
voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de
schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd volgens de aanschafwaarde, verminderd met lineair
berekende afschrijvingen, gebaseerd op de economische levensduur. Op terreinen wordt niet
afgeschreven.
Financiële vaste activa
Deelnemingen worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde.
57

Continuïteit in ontwikkeling
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige
financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. De stichting maakt geen
gebruik van derivaten.
De overige vorderingen worden na de eerste opname gewaardeerd tegen historische kostprijs op basis
van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
De langlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd
tegen historische kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.
Vorderingen
De vorderingen worden opgenomen tegen reële waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een
voorziening voor het risico van oninbaarheid.
Liquide middelen
De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van het bestuur.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en de bestemmingsreserves en/of –fondsen.
De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de school en wordt
opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten die ontstaan uit het verschil tussen de
toegerekende baten en de werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten
laste van de algemene reserve gebracht. De reserves zijn publieke middelen.
Bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, die door het bestuur
zijn aangebracht. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, wordt dit
deel aangemerkt als bestemmingsfonds.
Bestemmingsreserves
De bestemmingsreserve Kwaliteit is in 2012 gevormd met als doel de kwaliteit van het onderwijs te
verbeteren en wordt de komende jaren uitgevoerd. De lasten, voortvloeiend uit de kwaliteitsverbetering,
worden vanuit de bestemmingsreserve ten gunste van de algemene reserve geboekt.
58

Continuïteit in ontwikkeling
Voorzieningen
Algemeen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de
balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en
waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd
tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum
af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van
de voorziening jubilea, deze wordt gewaardeerd tegen de contante waarde.
Voorziening jubilea
De voorziening jubilea is gevormd voor de toekomstige kosten voor jubilea. De hoogte van de
voorziening wordt bepaald door het aantal fte, in dienst van de Groene Welle per balansdatum, te
vermenigvuldigen met € 550.
Voorziening wachtgelduitkeringen
De voorziening wachtgelduitkeringen is gevormd voor de toekomstige kosten voor wachtgeld.
De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van een per ex-werknemer vastgestelde
weging, wat het percentage uitkeringsrisico bepaald, in relatie tot de totale wachtgelduitkering. Het
uitkeringsrisico en daarmee ook de dotatie, wordt jaarlijks geactualiseerd.
Voorziening groot onderhoud
De voorziening groot onderhoud is gevormd voor de toekomstige kosten voor groot onderhoud aan de
bedrijfsgebouwen. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag
van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt,
gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan.
59

Continuïteit in ontwikkeling
Langlopende schulden
Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden opgenomen onder langlopende
schulden. De op korte termijn (binnen één jaar) verschuldigde aflossingen worden opgenomen onder de
kortlopende schulden. De waardering van de langlopende schulden is toegelicht onder de financiële
instrumenten.
Kortlopende schulden
Schulden met een resterende looptijd van maximaal één jaar worden aangeduid als kortlopend.
Schulden worden niet gesaldeerd met activa. De waardering van de kortlopende schulden is toegelicht
onder de financiële instrumenten. Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen
(waaronder geoormerkte subsidies) en nog te betalen bedragen die aan een verstreken periode zijn
toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede
gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar
rato van de besteding.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en alle aan het verslagjaar toe te rekenen
lasten. De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde
waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze
betrekking hebben.
Rijksbijdragen OCW en EZ
Onder de rijksbijdragen worden de vergoedingen voor personele en materiële kosten opgenomen.
De rijksbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar.
Overige baten
Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het ministerie
van OCW en EZ, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden
toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Personeelsbeloningen en pensioenen
Voor de medewerkers van de organisatie geldt een middelloon pensioenregeling.
Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt, overeenkomstig
de Richtlijn Jaarverslaggeving Onderwijs (RJ 660), in de jaarrekening verwerkt als toegezegde
bijdrageregeling. Dit betekent dat het over het boekjaar verschuldigde, als kosten worden verantwoord.
In 2015 was de dekkingsgraad van het ABP 97,2% en zijn de pensioenen niet geïndexeerd. De risico’s
van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk
leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico's
komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening.
Afschrijvingen
De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende materiële vaste
activa. In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven, waarbij de volgende
afschrijvingstermijnen worden gehanteerd:
Gebouwen
Inventaris, apparatuur en installaties
Vervoersmiddelen
Computers en intranet
30 jaar
5 en 15 jaar
5 jaar
5 jaar
60

Continuïteit in ontwikkeling
Toelichting op de balans per 31 december 2015
ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa
Gebouwen en terreinen
In maart 1999 is in Zwolle het nieuwe schoolgebouw opgeleverd (stichtingskosten € 11.109.937).
De afschrijvingstermijn is 30 jaar, met ingang van 1 januari 1999.
In 1996 is in Zwolle op gepachte grond een smederij gebouwd (stichtingskosten € 111.930) ten
behoeve van de opleiding hoefsmid. De afschrijvingstermijn is 20 jaar, met ingang van 1 januari 1997.
Inventaris en computers
Inventaris
In 2015 bestaan de investeringen voornamelijk uit de aanschaf van projectoren, schoolmeubilair,
printers, (koel)vitrines en een ontruiminstallatie. De totale investering is € 109.068.
Computers
In 2015 bestaan de investeringen voornamelijk uit het vervangen en uitbreiden van computers, laptop’s
en een nieuwe firewall. De totale investering is € 65.835.
61

Continuïteit in ontwikkeling
VA Vaste activa
1.1
1.1.1
Materiële vaste activa
Gebouwen en terreinen
Smederij
Koggelaan
Aanschaf Afschr. Boekwaarde
Desinvest.
waarde
Afschr.
Boek-
Invest. Desinvest. Afschr.
Aanschaf Afschr.
prijs Cum.
1-1-2015 31-12-2015
€ € € € € € € € € €
340.279 -210.782 129.497 -16.600 340.279 -227.382 112.897
15.128.100 -6.394.782 8.733.317 -417.712 15.128.100 -6.812.494 8.315.605
15.468.379 -6.605.564 8.862.814 -434.312 15.468.379 -7.039.876 8.428.502
1.1.2 Inventaris en computers
LOC Hardenberg
114.256 -73.318 40.938 -11.426 114.256 -84.744 29.512
Inventaris
2.938.859 -2.093.974 844.885 109.068 -132.683 3.047.927 -2.226.657 821.270
Computers
565.540 -387.196 178.344 65.835 -76.723 631.375 -463.919 167.456
Intranet
119.931 -71.768 48.163 -13.680 119.931 -85.448 34.483
1.1.3 Installaties
95.343 -34.959 60.384 -6.356 95.343 -41.315 54.028
1.1.4 Vervoersmiddelen
41.730 -26.693 15.037 -8.346 41.730 -35.039 6.691
3.875.659 -2.687.908 1.187.751 174.903 -249.214 4.050.562 -2.937.122 1.113.440
Materiële vaste activa
19.344.038 -9.293.472 10.050.565 174.903 -683.526 19.518.941 -9.976.998 9.541.942
OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen
OZB-waarde gebouwen en terreinen
Verzekerde waarde gebouwen
2015 2014
€ 14.360.000 € 14.415.000
€ 32.168.200 € 25.576.500
Toelichting 1.1.1
De kosten voor groot onderhoud worden genomen in de vorm van een dotatie aan de voorziening groot onderhoud, de uitgaven worden als onttrekking van
de voorziening verwerkt.
62

Continuïteit in ontwikkeling
Financiële vaste activa
1.2
Financiële vaste activa
Boekwaarde
1-1-2015
Kapitaal
storting
Uitkering op
kapitaal
storting
Resultaat
deelnemingen
Boekwaarde
31-12-2015
€ € € € €
1.2.1 Deelnemingen 2.426.841 -153.156 119.839 2.393.524
Deelnemingen
In 2005 hebben de gemeente Hardenberg, het Alfacollege en de Groene Welle een stichting opgericht voor de nieuwbouw en het beheer van het Lokaal
Opleidingscentrum te Hardenberg.
De doelstelling luidt volgens uittreksel van de Kamer van Koophandel te Zwolle, d.d. 31 januari 2006: Het ontwikkelen, realiseren, beheren en exploiteren van
het Lokale Opleidingscentrum Plus. Het betreft publiekgerichte diensten op het gebied van onderwijs en cultuur die bij elkaar worden gebracht, waardoor
onderlinge samenwerking en versterking van functies worden gestimuleerd.
Per kwartaal wordt van de oorspronkelijke kapitaalstorting € 38.289 terug betaald aan de Groene Welle. Jaarlijks neemt de Groene Welle voor 9,66% deel in
het netto resultaat van C.V. Beheersmaatschappij LOC+. Voor 2015 is dit € 119.839. De boekwaarde van de deelneming is derhalve het aandeel van
de Groene Welle in het eigen vermogen van C.V. Beheersmaatschappij LOC+.
De Groene Welle heeft de deelneming gewaardeerd volgens de netto vermogenswaarde. Dit overeenkomstig met de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs (RJ 660)
welke voorschrijft dat deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid worden gewaardeerd tegen de netto
vermogenswaarde.
63

Continuïteit in ontwikkeling
Vorderingen
1.3 Vorderingen 31 december 2015 31 december 2014
€ €
1.3.1 Debiteuren 213.174 221.323
1.3.2 Nog te ontvangen bedragen 76.950 74.768
1.3.3 Ministerie OCW
1.3.4 Overlopende activa 65.717 41.813
Vorderingen 355.841 337.904
Uitsplitsing
1.3.4.1 Vooruitbetaalde kosten algemeen 18.874
Vooruitbetaalde kosten leerlingen/studenten
Vooruitbetaalde kosten projecten
1.3.4.2 Overige overlopende activa 65.717 22.939
Overlopende activa 65.717 41.813
Liquide middelen
1.4 Liquide middelen 31 december 2015 31 december 2014
€ €
1.4.1 Kas 3.110 2.943
1.4.2 Bank 4.171.756 2.698.747
4.174.866 2.701.690
Uitsplitsing
1.4.1.1 Kas Koggelaan 2.277 1.936
1.4.1.2 Kas Hardenberg 833 1.007
Kas 3.110 2.943
1.4.2.1 Rekening courant Rabobank 799.853 904.180
1.4.2.2 Bedrijfsspaarrekening Rabobank 3.371.903 1.794.567
Bank 4.171.756 2.698.747
De Rabobank heeft een kredietlimiet afgegeven ad € 150.000.
64

Continuïteit in ontwikkeling
Eigen vermogen
2.1 Eigen Vermogen (voor resultaatbestemming)
Stand per Resultaat Overige Stand per
1-1-2015 2015 mutaties 31-12-2015
€ € € €
2.1.1 Algemene reserve 9.528.750 486.438 10.015.188
Bestemmingsreserves (publiek)
2.1.3 Bestemmingsreserve Kwaliteit 136.647 136.647
Eigen Vermogen 9.665.397 486.438 10.151.835
Voorzieningen
2.2 Voorzieningen
Stand
Stand
Dotaties Onttrekking Vrijval
1-1-2015 31-12-2015
€ € € € €
2.2.1 Personeel
Jubilea 75.804 9.889 -6.599 79.094
Wachtgeld 481.334 64.495 -146.526 -31.826 367.477
60plus-regeling 303.000 303.000
2.2.2 Groot onderhoud 1.232.401 190.000 -160.458 1.261.943
Voorzieningen 1.789.539 567.384 -313.583 -31.826 2.011.514
Toelichting voorzieningen
Stand Looptijd Looptijd
31-12-2015 1 jaar > 2 - 5 jaar
€
2.2.1 Jubilea 79.094 3.600 75.494
Wachtgeld 367.477 78.322 289.155
60plus-regeling 303.000 129.509 173.491
2.2.2 Groot onderhoud 1.261.943 114.950 1.146.993
2.011.514 326.381 1.685.133
65

Continuïteit in ontwikkeling
Langlopende schulden
2.3
Langlopende schulden
Stand Aangegane
Stand Looptijd Looptijd
1-1-2015 leningen Aflossingen Kortlopend
31-12-2015 deel >1 jaar > 5 jaar
€ € € €
Rentevoet
2.3.1 Rabobank 3257915136 1.338.275 -73.340 1.264.935 73.340 293.360 898.235 2,25%
2.3.2 Rabobank 3312912393 487.482 -50.004 437.478 50.004 200.016 187.458 2,45%
Langlopende schulden 1.825.757 0 -123.344 1.702.413 123.344 493.376 1.085.693
Rabobank 3257915136
In verband met de financiering van het LOC+ te Hardenberg is in maart 2006 een hypothecaire lening bij de Rabobank afgesloten. De rente staat voor 3 jaar
vast en is in maart 2016 herzien. Er is een aflossingsverplichting tot en met 2036.
Rabobank 3312912393
In verband met meerwerk activiteiten rondom de bouw van het LOC+ te Hardenberg, is er in juni 2009 een lening aan het LOC+ verstrekt van € 750.000. Dit
geldbedrag was in eerste instantie gefinancierd met een rekening-courant krediet. In juni 2010 is dit rekening-courant krediet omgezet naar een hypothecaire
lening ter grootte van € 750.000. De rente staat voor 3 jaar vast en is in juli 2015 herzien. Er is een aflossingsverplichting tot en met 2025.
Voor beide hypothecaire leningen geldt als onderpand het schoolcomplex met toebehoren, ondergrond, erf en tuin, staande en gelegen te 8017 JN, Zwolle,
Koggelaan 7.
In verband met de leningen o/g RABOBANK U.A. zijn per balansdatum de volgende zekerheden gesteld:
een hypothecaire inschrijving van € 5.000.000 op de onroerende zaken te Zwolle.
Er is een positieve / negatieve hypotheekverklaring op Parkweg 1 te Hardenberg.
66

Continuïteit in ontwikkeling
2.4 Kortlopende schulden 31 december 2015 31 december 2014
€ €
2.4.1 Aflossingsverplichting langlopende schuld 123.344 123.336
2.4.2 Crediteuren 385.151 398.142
2.4.3 Nog te betalen bedragen 212.150 97.331
2.4.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen 435.338 425.931
2.4.5 Schulden ter zake van pensioenen 122.922 132.650
2.4.6 Overige kortlopende schulden 334.786 315.479
2.4.7 Overlopende passiva 1.110.064 866.774
Kortlopende schulden 2.723.755 2.359.643
Uitsplitsing
2.4.4.1 Loonheffing 429.832 425.931
2.4.4.2 Omzetbelasting 5.506
Belastingen en premies sociale verzekeringen 435.338 425.931
2.4.6.1 Salaris personeel 14.738 4.713
2.4.6.2 Vakantiegeld, eindejaarsuitkering en bindingstoelage 304.112 299.743
2.4.6.3 Overige 15.936 11.023
Overige kortlopende schulden 334.786 315.479
2.4.7.1 Vooruit ontvangen lesgelden 163.338 169.446
Vooruit ontvangen cursusgelden 9.490 13.847
Overig 80.604 180.171
2.4.7.2 Vooruit ontvangen subsidies OCW/EZ 856.632 503.310
Overlopende passiva 1.110.064 866.774
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Grondsanering
In verband met de mogelijke grondsanering aan de Piet Heinstraat te Hardenberg is de gemeente
Hardenberg in 2010 schriftelijk met de Groene Welle overeengekomen, dat zij tot maximaal € 25.000
(met jaarlijkse indexering van 3%) verantwoordelijk gesteld kan worden voor de saneringskosten.
Leasecontract
Er is een leasecontract met BNP Paribas betreffende lease van kopieermachines. Dit contract loopt
van 1 maart 2011 tot 1 maart 2017. De verplichting is per jaareinde in totaal € 23.736.
Waarborgfonds
Als uitvloeisel van de aansluitovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds BVE, kent elke
aangesloten instelling, zo ook de Groene Welle, een voorwaardelijke verplichting van 2% van de
jaarlijkse Rijksbijdrage.
67

Continuïteit in ontwikkeling
Toelichting op de staat van baten en lasten
In dit hoofdstuk lichten we de realisatie van 2015 van de Groene Welle toe en maken we een
vergelijking met de begroting van 2015 en de realisatie van 2014.
Baten
De baten bestaan voornamelijk uit Rijksbijdragen. De totale baten zijn in 2015 met € 716.000
toegenomen ten opzichte van 2014. De Rijksbijdragen zijn gestegen, de les- en examengelden,
cursusgelden en baten in opdracht van derden en overige baten, zijn gedaald.
Rijksbijdragen
De Rijksbijdragen zijn in 2015 € 467.000 hoger dan begroot.
De Rijksbijdragen bestaan naast de lumpsum uit overige subsidies (geoormerkt en niet-geoormerkt)
en ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV.
Lumpsum
De baten uit de lumpsum zijn in 2015 € 487.000 hoger dan begroot.
Het aantal leerlingen begroot en gerealiseerd was voor het vo in 2015 gelijk. De stijging van de
rijksbijdrage wordt enerzijds veroorzaakt door een door het Rijk bijgesteld macrobudget voor het vo
(+ € 123.000) en mbo (+ € 364.000) en anderzijds doordat er behoudend begroot is voor het mbo,
door het ontbreken van gegevens ten tijde van het opstellen van de begroting. Door de wijziging in de
bekostigingsmethodiek van het mbo, is de rijksbijdragebrief met daarin de hoogte van de lumpsum,
pas in het voorjaar van 2015 door DUO verzonden.
Overige subsidies
De baten uit overige subsidies zijn in 2015 € 176.000 lager dan begroot.
Onder de overige subsidies vallen de geoormerkte en niet-geoormerkte subsidies van OCW en EZ.
De OCW en EZ geoormerkte subsidies zijn in totaal € 127.000 hoger dan begroot.
De OCW niet-geoormerkte subsidies zijn € 303.000 lager dan begroot (zie onderstaand afwijkingen
> € 5.000).
Realisatie > begroot:
Zij-instroom + € 8.600 niet begroot
Excellentie + € 14.600 niet begroot
Prestatiebox VO + € 27.500 toename aantal leerlingen en tarief per leerling
SchoolEx afrekening 2014 + € 15.300 niet begroot
Prestatiebox vsv variabel MBO en VO + € 129.000 niet begroot
Wachtgeld + € 13.800
Praktijkleren Box 2 + € 55.800 vrijval restant voorgaande jaren
Realisatie < begroot:
Kwaliteitsafspraken - € 246.400 minder vrijval dan begroot
Passend Onderwijs MBO - € 38.500 bijstelling budget Ministerie
MIP - € 159.300 minder vrijval dan begroot, latere start projecten
68

Continuïteit in ontwikkeling
Cursus- en lesgelden
De baten uit cursus- en lesgelden zijn in 2015 € 7.000 lager dan begroot.
Cursus- en lesgelden bestaan uit gelden die elk schooljaar bij studenten/leerlingen in rekening worden
gebracht voor activiteiten die niet door de overheid (via de rijksbijdrage) worden gefinancierd.
De studentenbijdrage mbo is € 6.000 lager dan begroot en de leerlingenbijdrage vo is € 1.000 lager
dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in het aangeboden lesprogramma.
Baten in opdracht van derden
Cursusgelden contractonderwijs
De baten uit cursusgelden voor contractonderwijs zijn in 2015 € 49.000 lager dan begroot.
De daling wordt voornamelijk veroorzaakt door een grote afname van cursussen in de categorie
“Veiligheid en Arbo” (€ 51.000) en “Boomverzorging” (€ 33.500). Daar staat een toename tegenover in
de categorie “Beheer begraafplaatsen” (€ 16.000) en “Maatwerk” (€ 11.000).
Overige baten
De overige baten zijn in 2015 € 29.000 hoger dan begroot (zie onderstaand afwijkingen > € 10.000).
Realisatie > begroot:
Detachering personeel + € 123.300 deelname medewerkers in diverse activiteiten
Wettelijk lesgeld BBL + € 17.000
Realisatie < begroot:
VO Groen Hardenberg - € 13.000 aangepast contract i.v.m. afname aantal leerlingen
Overige baten - € 105.900 herrubricering SWV en start stichting leerbedrijven
69

Continuïteit in ontwikkeling
Lasten
De lasten bestaan voornamelijk uit personeelslasten. De totale lasten zijn in 2015 met € 746.000
toegenomen ten opzichte van 2014.
De afwijking wordt veroorzaakt door:
Toename personeelslasten + € 529.000
Toename afschrijvingen + € 32.000
Toename huisvestingslasten + € 44.000
Toename overige lasten + € 141.000
Personeelslasten
De totale personeelslasten zijn in 2015 € 340.600 hoger dan begroot.
Deze afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt door een overschrijding van de loonkosten P-flex en
dotaties aan personele voorzieningen.
In de eerste maanden van het jaar hadden we te maken met een hoog percentage kort verzuim. Ook
bleef het percentage langdurig ziekteverzuim (niet werk gerelateerd) hoog. Ter vervanging van deze
medewerkers is er een groter beroep gedaan op flex- en tijdelijke krachten. Hierbij is als uitgangspunt
gehanteerd, dat alleen de lestaken zijn vervangen.
Na de zomervakantie was de groei van het leerlingenaantal vo goed merkbaar. Met name in het
najaar zijn de loonkosten P-flex sterk gestegen.
Eind 2015 is de zogenaamde 60plus-regeling geëffectueerd. De dotatie aan de gevormde voorziening
was in totaal € 303.000.
Ook heeft veranderde wetgeving op het gebied van Flex en Zekerheid invloed op de totale
personeelslasten. Door het terugdringen van de duur van een tijdelijk contract, van 36 naar 24
maanden, is de Groene Welle genoodzaakt eerder medewerkers in dienst te nemen.
70

Continuïteit in ontwikkeling
Lonen en salarissen
De lonen en salarissen zijn in 2015 € 138.500 lager dan begroot (zie onderstaand afwijkingen
> € 10.000).
Realisatie > begroot:
Bruto loonkosten + € 189.700
Sociale lasten + € 13.900
De afwijking van de bruto loonkosten wordt o.a. veroorzaakt doordat er medewerkers in dienst zijn
gekomen na de vaststelling van de begroting, als gevolg van wetgeving. Daarnaast zijn de bruto
loonkosten in het najaar opgelopen door een éénmalige uitkering aan ambtenaren ad € 500,00 per
persoon, bij een fulltime aanstelling en een met terugwerkende kracht doorgevoerde cao-verhoging
(per 1-1-2015 + 0,8% en per 1-9-2015 + 1,25%).
Realisatie < begroot:
Reiskosten woon-werkverkeer - € 11.300
Afvloeiingsregeling personeel - € 207.600 geringe uitputting, omgezet in andere regeling
Pensioenlasten - € 139.600 verlaging premie na opstellen begroting
Overige personeelslasten
Dotaties personeelsvoorzieningen
De dotaties aan de personeelsvoorzieningen zijn in 2015 € 375.000 hoger dan begroot.
De afwijking wordt veroorzaakt door:
Dotatie voorziening wachtgelduitkeringen + € 32.700
Dotatie voorziening jubilea + € 3.300
Dotatie voorziening 60plus-regeling + € 339.000
Personeel niet in loondienst
De lasten voor personeel niet in loondienst zijn in 2015 € 238.500 hoger dan begroot.
Realisatie > begroot:
Loonkosten inhuur gastdocenten + € 18.200
Loonkosten P-flex en uitzendkrachten + € 220.300 toename leerlingen/studenten en grotere flexibele schil
Overig
De overige personeelslasten zijn in 2015 € 114.500 lager dan begroot.
Realisatie > begroot:
Scholingskosten + € 28.700 bevordering kwaliteit en PDG's
Dienstreizen + € 21.700
Realisatie < begroot:
Overige personeelskosten - € 166.800 ww-uitkering via voorziening, wel begroot
71

Continuïteit in ontwikkeling
Afschrijvingen
De afschrijvingslasten zijn in 2015 € 13.500 hoger dan begroot.
De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de investeringen in inventaris en computers
hoger zijn dan begroot.
Huisvestingslasten
De huisvestingslasten zijn in 2015 € 17.500 lager dan begroot (zie onderstaand afwijkingen
> € 5.000).
Realisatie > begroot:
Klein onderhoud + € 8.500
Huur en exploitatiekosten LOC+ + € 7.800 afrekening maatwerk schoonmaak 2014 en 2015
Warmte + € 8.300 seizoensinvloeden
Onderhouds- en beveiligingscontracten + € 9.500
Realisatie < begroot:
Elektriciteit - € 5.800
Dotatie voorziening groot onderhoud - € 50.000 dotatie aangepast aan geactualiseerd onderhoudsplan
Overige lasten
De overige lasten zijn in 2015 € 41.500 lager dan begroot (zie onderstaand afwijkingen > € 7.500).
Binnen de verschillende paragrafen van de overige lasten zijn de afwijkingen zeer divers.
De administratie en beheerslasten, inventaris, apparatuur en leermiddelen, algemene kosten, kosten
sector VO/BVE, kosten voor contractonderwijs en de kosten additionele middelen in totaal € 211.800
lager dan begroot. Daar staat tegenover dat de algemene kosten € 170.000 hoger zijn dan begroot.
Realisatie < begroot:
Automatisering supplies - € 7.800
Magister - € 24.300 kosten geboekt per schooljaar i.p.v. kalenderjaar
Kleine inventaris - € 14.300
Huldeblijken en attenties - € 10.900
VO Groen Hardenberg - € 23.900 afname aantal leerlingen
Internationalisering - € 14.600
Uitgaven kantine - € 12.500
Kosten sector VO/BVE - € 50.400 afname kosten licenties en repro
Kosten contractonderwijs - € 28.900 afname omzet
Realisatie > begroot:
Leermiddelen en gereedschap + € 10.200 aanschaf microscopen en leasecontracten tractoren
Exact en Scansys + € 13.600 implementatie digitalisering inkoopfacturen
Zorgkosten + € 78.700 inhuur ambulant begeleiders
PR & Communicatie + € 14.800 nieuwe huisstijl en strategisch plan
Borgstelling De Haerst + € 150.000 faillissement De Haerst
72

Continuïteit in ontwikkeling
Financieel resultaat
In 2015 is een netto resultaat begroot van € 312.850 positief. Inclusief rente en het resultaat
deelneming bedraagt het netto resultaat in 2015 € 486.438 positief.
Het resultaat blijft ruim binnen de begroting, de belangrijkste verklaringen hiervoor zijn:
Rijksbijdragen, overige subsidies en doorbetalingen Rijksbijdrage SWV
Doordat de hoogte van de lumpsum (mbo) niet bekend was ten tijde van het opstellen van de
begroting, heeft de Groene Welle ervoor gekozen behoudend te begroten. Ook heeft het Ministerie
eind 2015 meer geld beschikbaar gesteld, door een verhoging van het macrobudget van het vo en
mbo. In totaal bedraagt het verschil ten opzichte van de begroting + € 487.000.
Mee- en tegenvallers veroorzaken een verschil op het vlak van overige (niet)-geoormerkte subsidies.
In totaal bedraagt het verschil ten opzichte van de begroting - € 176.000.
Er is een herrubricering doorgevoerd van de doorbetalingen Rijksbijdrage SWV van de overige baten
naar de Rijksbijdragen. In totaal bedraagt het verschil ten opzichte van de begroting + € 156.000.
Personeelslasten
In 2015 is er een voorziening personeel gevormd, de zogenaamde 60-plusregeling. Hierdoor heeft er
een éénmalige dotatie plaatsgevonden, die niet begroot was. In totaal bedraagt de dotatie € 303.000.
73

Continuïteit in ontwikkeling
Overheidsbijdragen
31 december 2015 31 december 2014
€ €
3.1.1 Rijksbijdragen OCW/EZ 12.126.211 10.587.673
3.1.2 Overige subsidies OCW/EZ 1.844.831 2.411.133
3.1.3 Doorbetalingen Rijksbijdrage SWV 155.939 135.225
Overheidsbijdragen 14.126.981 13.134.031
Uitsplitsing Overige subsidies
OCW
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 268.959 151.165
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 795.301 1.385.976
Overige subsidies OCW 1.064.260 1.537.141
EZ
3.1.2.1.2 Geoormerkte subsidies 780.571 873.992
Overige subsidies EZ 780.571 873.992
Totaal 1.844.831 2.411.133
Andere baten
3.3 Cursus- en lesgelden 31 december 2015 31 december 2014
€ €
3.3.1 Lesgelden sector VO 61.604 57.519
3.3.2 Cursusgelden sector BVE 221.795 227.838
Cursus- en lesgelden 283.399 285.357
3.4 Baten in opdracht van derden
3.4.1 Contractonderwijs 236.263 312.570
3.4.2 Overige baten werk in opdracht van derden 107.752
Baten in opdracht van derden 236.263 420.322
3.5 Overige baten
3.5.1 Verhuur 18.515 17.228
3.5.2 Detachering personeel 252.657 229.147
3.5.3 Overige 502.432 617.848
Overige baten 773.604 864.223
74

Continuïteit in ontwikkeling
Lasten
4.1 Personeelslasten 31 december 2015 31 december 2014
€ €
4.1.1 Lonen en salarissen -9.419.954 -9.271.165
4.1.2 Overige personeelslasten -1.643.042 -1.284.792
4.1.3 Af: uitkeringen 36.117 56.873
4.1.4 Af: ontvangen uitleen personeel 18.861 19.806
Personeelslasten -11.008.018 -10.479.278
Uitsplitsing
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen -7.555.405 -7.323.721
4.1.1.2 Sociale lasten -914.377 -878.569
4.1.1.3 Pensioenpremies -960.061 -1.078.697
4.1.1.4 Onttrekking personele voorzieningen 9.889 9.822
Lonen en salarissen -9.419.954 -9.271.165
4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen -375.024 -213.693
4.1.2.2 Personeel niet in loondienst -963.485 -819.662
4.1.2.3.1 Overig -227.880 -190.679
4.1.2.3.2 Dienstreizen -76.653 -60.758
Overige personeelslasten -1.643.042 -1.284.792
In loondienst 143,8 140,3
Niet in loondienst 12,1 6,8
Gewogen aantal fte 155,9 147,1
75

Continuïteit in ontwikkeling
4.2 Afschrijvingen 31 december 2015 31 december 2014
€ €
4.2.1 Materiële vaste activa -683.525 -651.022
Afschrijvingen -683.525 -651.022
4.3 Huisvestingslasten
4.3.1 Huur -365.594 -351.027
4.3.2 Verzekeringen -22.404 -22.378
4.3.3 Klein onderhoud -101.112 -81.756
4.3.4 Energie en water -243.031 -242.406
4.3.5 Schoonmaakkosten -146.445 -148.898
4.3.6 Heffingen -117.133 -104.575
4.3.7 Overig
4.3.8 Dotatie groot onderhoud -190.000 -190.000
Huisvestingslasten -1.185.719 -1.141.040
4.4 Overige lasten
4.4.1 Administratie en beheerslasten -304.791 -328.790
4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen -310.990 -213.920
4.4.3 Overige (algemeen, VO/BVE,
contractonderwijs, werk in opdracht van
-1.503.321
-1.435.648
derden en additionele middelen)
Overige lasten -2.119.102 -1.978.358
Uitsplitsing
4.4.3.1 Algemeen -967.357 -710.128
Sector VO -74.968 -55.147
Sector BVE -164.691 -158.651
Contractonderwijs -61.086 -81.045
Werk in opdracht van derden -44.495
Additionele middelen -235.219 -386.182
-1.503.321 -1.435.648
Financiële baten en lasten
5 Financiële baten en lasten
5.1 Rentebaten 16.318 18.279
5.2 Rentelasten -73.602 -92.748
Financiële baten en lasten -57.284 -74.469
Honorarium externe accountant
Honorarium onderzoek jaarrekening
Honorarium andere controleopdrachten
-32.755 -42.350
-3.025
-32.755 -45.375
76

Continuïteit in ontwikkeling
Model E Verbonden Partijen
Naam Juridische Statutaire Code Eigen Resultaat Artikel Deelname Consolidatie
vorm 2014 zetel activiteiten vermogen jaar 2:403 BW
31-12-2015 2015
€ € Ja / Nee % Ja / Nee
C.V. Beheersmaatschappij LOC+ CV Hardenberg 3 - 119.839 Ja 9,66 Nee
Stg. Leerbedrijven Groene Welle Stichting Zwolle 4 3.514 4.239 Nee - Nee
Samenwerkingsverband VO (IJssel-Vecht) Stichting Zwolle 4 - - Nee - Nee
Code activiteiten: 1. Contractonderwijs, 2. Contractonderzoek, 3. Onroerende zaken, 4. Overige
Verbonden partijen
In 2005 hebben de gemeente Hardenberg, het Alfacollege en de Groene Welle een stichting opgericht voor de nieuwbouw en het beheer van het Lokaal
Opleidingscentrum (LOC+) te Hardenberg.
In 2006 heeft de Groene Welle de Stichting Leerbedrijven opgericht. Binnen de Stichting Leerbedrijven doen leerlingen praktijkervaring op door het oprichten
en beheren van miniondernemingen.
In 2014 is het Samenwerkingsverband VO (regio IJssel-Vecht) opgericht. Het samenwerkingsverband is opgericht om passend onderwijs voor elke vo-leerling
aan te kunnen bieden. Elk schoolbestuur is zelf verantwoordelijk voor het opstellen van een zorgplan en een schoolwerkplan, wat voldoet aan de minimale
eisen van basiszorg die worden gesteld binnen de regio.
77

Continuïteit in ontwikkeling
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
Leidinggevend topfunctionaris
Functie
Voorzitter
J/N
Naam
Ingang
dienstverband
Einde
dienstverband
Omvang
dienstverband
Beloning
in
voorgaand
boekjaar
Beloning
2015
Belastbare
vaste en
variabele
onkostenvergoedingen
2015
Voorziening
beloning op
termijn 2015
Uitkering
beëindiging
dienstverband
Fte € € € € €
Bestuurder J F.W. Hengeveld 1-6-2010 onbepaalde tijd 1 127.587 101.536 9.070 15.178
Toezichthouders
Functie
Voorzitter
of lid
J/N
Naam
Ingang
dienstverband
Einde
dienstverband
Beloning
in
voorgaand
boekjaar
Beloning
2015
Belastbare
vaste en
variabele
onkostenvergoedingen
2015
Voorziening
beloning op
termijn 2015
Uitkering
beëindiging
dienstverband
€ € € € €
Raad van Toezicht J H. Dijkstra 20-6-2011 - 8.152 11.737
Raad van Toezicht N R.M.B. Grefelman 1-1-2007 - 4.304 7.719
Raad van Toezicht N H.F. Kruize 1-1-2012 - 5.208 7.719
Raad van Toezicht N H. Verweij 1-1-2014 - 5.208 8.012
Raad van Toezicht N N. Wakker 22-6-2015 - - 5.789
Raad van Toezicht N G. Naber 1-1-2007 31-12-2014 5.208
Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semi-publieke Sector (hierna :WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is
als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in
de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd.
78

Continuïteit in ontwikkeling
Model G Verantwoording subsidies
G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
Ontvangen
Omschrijving Jaar Kenmerk Bedrag van t/m
toewijzing boekjaar
€ €
De prestatie is ultimo
boekjaar conform de
subsidiebeschikking
geheel
uitgevoerd
nog niet
geheel
uitgevoerd
Groene Impuls School Kenniscentrum 2013 483015-5 86.707 86.707 √
Groene Impuls Internationalisering 2013 483015-5 17.341 17.341 √
Landelijke agenda en Authentiek onderwijs 2013 483015-5 91.297 91.297 √
Praktijkleren Box 1 2014 573692-1 437.010 437.010 √
Praktijkleren Box 2 2014 573692-1 212.038 212.038 √
Meerjaren investeringsplan (MIP) 2014 573692-1 251.747 251.747 √
Zij-instroom 2014 655062-1 20.000 20.000 √
Kwaliteitsafspraken 2015 702291-1 394.487 394.487 √
Excellentie 2015 706401-1 59.170 59.170 √
Praktijkleren Box 1 2015 655758-1 469.062 469.062 √
Landelijke agenda en Authentiek onderwijs 2015 655758-1 427.100 427.100 √
Zij-instroom 2015 709889-1 20.000 20.000 √
Lerarenbeurs 2015 708076-1 18.919 18.919 √
Lerarenbeurs 2015 709706-1 7.966 7.966 √
Totaal 2.512.844 2.512.844
Per abuis is de subsidie zij-instroom 2014 met kenmerk 655062-1 niet opgenomen in model G1 van de jaarrekening 2014.
Voor de juiste beoordeling van de verantwoording van deze subsidie is deze alsnog opgenomen in model G1 van de jaarrekening 2015.
79

Continuïteit in ontwikkeling
G2A Verantwoording van subsidie met verrekeningsclausule, aflopend per ultimo verslagjaar
Ontvangen
Omschrijving Jaar Kenmerk Bedrag van Saldo t/m Kosten Totale Saldo
toewijzing 1-1-2015 boekjaar boekjaar kosten 31-12-2015
€ € € € € €
Schoolmaatschappelijk Werk 2014 602342-1 27.596 15.945 27.596 15.945 27.596 0
Totaal 27.596 15.945 27.596 15.945 27.596 0
G2B Doorlopend tot in volgend verslagjaar
Bedrag
Ontvangen
Omschrijving Jaar Kenmerk van Saldo t/m Kosten Totale Saldo
toewijzing 1-1-2015 boekjaar boekjaar kosten 31-12-2015
€ € € € € €
Schoolmaatschappelijk Werk 2015 666480-1 31.553 31.553 12.451 12.451 19.102
Totaal 31.553 31.553 12.451 12.451 19.102
80

Continuïteit in ontwikkeling
(Voorstel) bestemming van het resultaat
2015 2014
€ €
Saldo baten en lasten 423.883 -133.670
Resultaat LOC+ 119.839 138.889
Renteresultaat -57.284 -79.949
Vrijval bestemmingsreserve BAPO 205.639
Vrijval bestemmingsreserve niet bestede niet-geoormerkte subsidies 33.396
Naar de algemene reserve 486.438 164.305
Gebeurtenissen na balansdatum
Na afloop van het boekjaar hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die belangrijk zijn voor de
interpretatie van de cijfers in de jaarrekening.
81

Continuïteit in ontwikkeling
Continuïteitsparagraaf
Bezuinigingen
De Groene Welle heeft in 2016 500.000 euro minder rijksbijdrage kunnen begroten ten opzichte van
2015 als gevolg van de bezuinigingen. Het wegvallen van de middelen met betrekking tot Groene plus
en Praktijkleren leidt tot een ongelijkwaardige bekostiging in het MBO in Nederland. Voor de
meerjarenraming betekent dit dat niet meer uitgegaan kan worden van een rentabiliteit die gelijk is
aan de nullijn, zonder dat er ingeboet wordt aan kwaliteit. De veronderstelling is dat binnen een
aantal jaren er een correctie/compensatie wordt uitgevoerd. Zolang dit niet het geval is zal de Groene
Welle interen op het vermogen.
Kengetallen
De komende jaren wordt als belangrijkste sturingsvariabele de liquiditeit genomen. Deze dient boven
het instellingsminimum van 1,5 miljoen euro plus 1 miljoen euro voor geplande onderhoudsactiviteiten
te liggen: 2,5 miljoen euro in 2016 en 2017. Tegelijkertijd wordt gezorgd dat de solvabiliteit niet onder
de 60% komt. Het effect hiervan is dat de rentabiliteit niet meer leidend zal zijn. Dat geeft de
instelling de ruimte om op een verantwoorde manier kwaliteit te blijven leveren zonder dat er risico's
ontstaan. Half jaarlijks (bij het opstellen van de begroting en de jaarrekening) worden deze
kengetallen opnieuw bekeken en bepaald. In de meerjarenraming wordt uitgegaan van een stabiele
situatie waarbij, zonder het gemis van op termijn 500.000 euro per jaar, er sprake zou zijn van een
rentabiliteit die rond de streefwaarde ligt van 2%.
De Groene Welle stelt jaarlijks een meerjarenraming op. Deze meerjarenraming wordt middels drie
scenario’s doorgerekend (worstcase-, bestcase- en neutraal-scenario).
Onderstaande instrumenten hebben input geleverd bij de totstandkoming van de meerjarenraming:
- Meerjaren prognose leerlingen- en studentenaantallen
- Meerjaren onderhoudsplan
- Meerjaren formatieplan
- Begroting 2016
Jaarlijks wordt er een risico-inventarisatie en analyse uitgevoerd, hiervoor verwijs ik u naar het eerder
in deze jaarrekening beschreven risicomanagement.
82

Continuïteit in ontwikkeling
Kengetal (31-12) 2015 2016* 2017* 2018*
Aantal studenten MBO 1.277 1.300 1.200 1.150
Aantal leerlingen VO 470 490 471 462
Totaal 1.747 1.790 1.671 1.612
Personele bezetting in FTE
- Bestuur / Management 2,9 2,9 2,9 2,9
- Personeel primair proces 110,1 103,5 107,1 107,1
- Ondersteunend Personeel 30,8 29,8 30,0 30,0
Totaal 143,8 136,2 140,0 140,0
* prognose
Toelichting kengetallen
Personele bezetting
Ondanks de intensivering van het onderwijs, neemt de (vaste) bezetting af. De flexibele schil neemt
toe.
Leerlingen- en studentenaantallen
De verwachting is dat de leerlingen- en studentenaantallen komend jaar stijgen. De verwachting is dat
de leerlingen- en studentenaantallen in de daaropvolgende jaren afnemen. In het mbo is vooral de
intensivering van het onderwijs hierop van invloed.
Huisvesting
Het schoolgebouw in Zwolle is in eigendom. Jaarlijks wordt er groot onderhoud gepleegd aan het
gebouw. Er is een voorziening groot onderhoud, waaraan jaarlijks gedoteerd wordt. Er zijn geen
plannen voor nieuwbouw
83

Continuïteit in ontwikkeling
Balans
2015 2016* 2017* 2018*
€ € € €
Activa
Vaste activa
- Materiële vaste activa 9.541.942 8.952.000 8.443.000 7.888.000
- Financiële vaste activa 2.393.524 2.360.000 2.297.000 2.234.000
Totaal 11.935.466 11.312.000 10.740.000 10.122.000
Vlottende activa
- Vorderingen 355.841 356.000 356.000 356.000
- Liquide middelen 4.174.866 4.712.000 4.800.000 4.500.000
Totaal 4.530.707 5.068.000 5.156.000 4.856.000
Totaal activa 11.935.466 16.380.000 15.896.000 14.978.000
Passiva
Eigen vermogen
- Algemene reserve 10.015.188 9.975.000 9.860.000 9.563.000
- Bestemmingsreserve publiek 136.647 137.000 137.000 137.000
- Bestemmingsreserve privaat
Voorzieningen 2.011.514 2.088.000 1.843.000 1.345.000
Langlopende schulden 1.579.069 1.456.000 1.332.000 1.209.000
Kortlopende schulden 2.723.755 2.724.000 2.724.000 2.724.000
Totaal passiva 16.466.173 16.380.000 15.896.000 14.978.000
* prognose
Toelichting balans
Financieringsstructuur
Er vinden geen wijzigingen plaats in de huidige financieringsstructuur. Er zijn geen nieuwbouwplannen
voor de komende jaren, waardoor er geen sprake is van het aangaan van een nieuwe lening.
De bestaande leningen worden jaarlijks afgelost.
Huisvestingsbeleid
Het schoolgebouw in Zwolle is in eigendom, jaarlijks wordt er groot onderhoud gepleegd.
Het schoolgebouw in Hardenberg wordt gehuurd, daarnaast is er een deelneming in CV
Beheermaatschappij LOC+ Hardenberg.
Mutaties reserves, fondsen en voorzieningen
De bestemmingsreserve Kwaliteit loopt de komende jaren af.
De voorzieningen bestaan uit: groot onderhoud en personeel (o.a. jubilea, wachtgelduitkeringen en
60plus-regeling).
In 2015 is een voorziening voor de 60plus-regeling gevormd.
84

Continuïteit in ontwikkeling
Staat van baten en lasten
2015 2016* 2017* 2018*
€ € € €
Baten
- Rijksbijdrage 14.126.981 13.572.000 14.201.000 14.030.000
- Overige subsidies
- Lesgelden VO 61.604 72.000 69.000 68.000
- Cursusgelden BVE 221.795 212.000 196.000 188.000
- Cursus- en Contractonderwijs 236.263 300.000 308.000 315.000
- Overige baten 773.604 619.000 634.000 650.000
Totaal 15.420.247 14.775.000 15.408.000 15.251.000
2015 2016* 2017* 2018*
€ € € €
Lasten
- Personeelslasten -11.008.018 -10.940.000 -11.578.000 -11.564.000
- Afschrijvingen -683.525 -690.000 -699.000 -704.000
- Huisvestingslasten -1.185.719 -1.174.000 -1.192.000 -1.210.000
- Overige lasten -2.119.102 -2.068.000 -2.088.000 -2.109.000
Totaal -14.996.364 -14.872.000 -15.557.000 -15.587.000
Saldo baten en lasten 423.883 -97.000 -149.000 -336.000
Saldo financiële bedrijfsvoering -57.284 -63.000 -56.000 -50.000
Saldo buitengewone baten en lasten 119.839 120.000 90.000 90.000
Totaal resulaat 486.438 -40.000 -115.000 -296.000
* prognose
Toelichting staat van baten en lasten
Leerlingen- en studentenaantallen
De verwachting is dat de leerlingen- en studentenaantallen komend jaar stijgen. De verwachting is dat
de leerlingen- en studentenaantallen in de daaropvolgende jaren afnemen. In het mbo is vooral de
intensivering van het onderwijs hierop van invloed.
Andere bekostigingsrelevantie variabelen
In 2016 zullen de praktijkleergelden verdwijnen, dit is van grote invloed op de Rijksbijdragen.
Contractactiviteiten
Contractactiviteiten zijn een klein onderdeel van de omzet. De verwachting is dat dit de komende jaren
niet zal veranderen als gevolg van verschuiving van taken tussen landelijke overheid, provincies en
gemeenten. Er wordt verwacht dat het huidige omzetniveau gehandhaafd blijft. De organisatie kiest
hier bewust voor in het kader van relatiebeheer met bedrijven.
Personele bezetting
Jaarlijks wordt het meerjaren formatieplan geactualiseerd. Er wordt gestuurd op een personele
bezetting die in overeenstemming is met de leerling- en studentenaantallen en de beschikbare
middelen. Ondanks de intensivering van het onderwijs, neemt de (vaste) bezetting de komende jaren
af. De flexibele schil moet eventuele fluctuaties opvangen.
Huisvesting
De verwachting is dat de huisvestingskosten de komende jaren zullen stijgen met de jaarlijkse
prijsindex. Er worden geen grote extra uitgaven verwacht, aangezien er geen nieuwbouwplannen zijn
en er voor groot onderhoud een voorziening is gevormd.
85

Continuïteit in ontwikkeling
Overige gegevens
Gegevens over de rechtspersoon
Algemeen
Naam
: Stichting Agrarisch Opleidings Centrum de Groene Welle
Adres
: Koggelaan 7, 8017 JN Zwolle
Telefoon : (038) 467 11 20
Fax : (038) 422 34 36
Naam contactpersoon : Mevrouw Drs. F.W. Hengeveld
Bestuursnummer : 40097
Brinnummer
: 13US
KvK nummer : 41024625
E-mail
: info@groenewelle.nl
Internet
: www.groenewelle.nl
86

Continuïteit in ontwikkeling
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
87

Continuïteit in ontwikkeling
88

Continuïteit in ontwikkeling
Verklarende woordenlijst
4Groen
BBL
BOL
BPV
CAO BVE
CIV
Diplomaresultaat
E-Twinning en E-Space
EZ
Groene Kolom
Groene Lyceum
HKS
Jaarresultaat
N@tschool
OC&W
OOP
PDCA-cyclus
Symbiose leerling
Samenwerkingsverband van Nordwin College, Terra, AOC Oost en
Groene Welle
Beroeps Begeleidende Leerweg
Beroeps Opleidende Leerweg
BeroepsPraktijkVorming (ook wel stage)
Collectieve arbeidsovereenkomst beroepsonderwijs en de
volwasseneneducatie
Centrum voor Innovatief Vakmanschap
Het aantal gediplomeerden in het jaar als percentage van hetzelfde
aantal gediplomeerden plus de ongediplomeerde instellingverlaters in
hetzelfde jaar.
Internationaal communicatieplatform voor leerlingen en internationale
werkruimte voor docenten
Economische Zaken
Scholen in het groene onderwijs van voortgezet tot universitair onderwijs
Zesjarige groene leerroute naar het hbo voor slimme doeners
Herziene Kwalificatiestructuur mbo
Aantal studenten dat succesvol een mbo-opleiding afrondt
Elektronische leeromgeving voor het mbo-onderwijs in de HKS
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Onderwijs Ondersteunende personeel
De PDCA-cyclus of kwaliteitscirkel van Deming is een creatief
hulpmiddel voor (proces)besturing, ontwikkeld door de Amerikaanse
statisticus William Edward Deming. De cirkel bestaat uit vier stappen:
Plan, Do, Check en Act.
een leerling die is ingeschreven op een (v)so-school en lessen volgt op
een andere school waarmee de (v)so-school een overeenkomst gesloten
heeft. Dit kan een school zijn voor regulier (voortgezet) onderwijs, maar
ook een mbo-school.
89

Continuïteit in ontwikkeling
Bijlage Overzicht van (neven)functies College van Bestuur en Raad van Toezicht
Mw. F.W. Hengeveld
Naam organisatie Functie Jaar van aftreden
Stuurgroep Vernieuwing VMBO Lid -
Stuurgroep Kenniscentrum Natuur en Lid -
Leefomgeving
St. PROO voorzitter Raad van Toezicht 2018
LAG (leader actie groep) lid 2019
Dhr. H. Dijkstra
Koninklijke Vereniging De Friesche
Elfsteden
vicevoorzitter / secretaris
Onbetaald
ROC Aventus voorzitter Raad van Toezicht Betaald
Stichting Odyssee Training & Advies voorzitter Raad van Commissarissen Betaald
Nederland Vlaamse Accreditatie
Organisatie
voorzitter Instellingsauditcommissie Betaald
Stichting Orthopedagogisch Centrum De
Ambelt
Voorzitter Raad van Toezicht
Betaald
Verian, zorgorganisatie extramurale zorg vicevoorzitter Raad van Toezicht Betaald
MarketingOost lid Raad van Toezicht Betaald
Zwolse Theaters Odeon en De Spiegel lid Raad van Toezicht Onbetaald
Werkgeversberaad Hardenberg voorzitter Betaald
It Sil Heve’ voorzitter Onbetaald
Rekenkamercommissie gemeente
Hattem
Mw. R. Grefelman
Functie | Fa. Grefelman
(Loonwerkbedrijf)
voorzitter
directeur/eigenaar
Betaald
Betaald
Stichting Quo Vadis te Deventer lid Raad van Toezicht Betaald
Cumela Nederland lid commissie sociale zaken Betaald
Mw. E. Kruize
Functie | Conel directeur Betaald
OSG Hengelo voorzitter College van Bestuur a.i. Betaald
SWZ commissaris Betaald
OOZ voorzitter Raad van Toezicht Betaald
Driezorg lid Raad van Toezicht Betaald
Dhr. H. Verweij
Afrika commissie van de Vlaamse
universitaire ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie
VLIR UOS in
Brussel
NUFFIC Niche programma American
University of Cairo, Egypte
NVAO (Nederlands Vlaamse
Accreditatie Organisatie)
lid
projectcoördinator
Lid audit commissie
Betaald
Betaald
Betaald
Mw. N. Wakker
Functie | LTO Noord Manager Vereniging & Informatie Betaald
Melkveebedrijf Back mede-ondernemer Onbetaald
NCR Coöperatie Academie Lid van de programmaraad Onbetaald
Beter Wonen Vechtdal Lid Raad van Commissarissen Betaald
90

Continuïteit in ontwikkeling
Bijlage Overzicht van opleidingen 2015
Vmbo Mbo Cursussen en
contractactiviteiten
Basisberoepsgerichte Leerweg Lifestyle design Kroonsnoei jonge bomen
Kaderberoepsgerichte Leerweg Bloemist Klim- en afbreektechnieken
Gemengde Leerweg, waarbinnen
ook de mogelijkheid bestaat om
via het staatsexamen Duits of
geschiedenis de Theoretisch
leerweg te behalen.
Experiment Technologische route:
het Groene Lyceum
Hoveniers en Groenvoorziening
Sportvisacademie Zwolle
(Sportvisserij & aquacultuur)
Bos- en natuurbeheer
Sier- en boomteelt
Dierverzorging
Dierenartsassistent
(paraveterinair)
Dierentrimmer
Wildlife
Hoefsmid
Paardensport
Paardenhouderij
(Glas)groenteteelt
Veehouderij
Groen, grond en infra
Werkbegeleider zorgbedrijf
Groene (detail)handel
Dierendetailhandel
Entree opleiding
Snoeien, basis, laan- en
straatbomen
Motorkettingzaag, basis, lichte en
zware velling
Uitvoeren boomverzorging
Boomveiligheidscontrole (VTA &
IBA-methode)
Werkvoorbereiden boomverzorging
Werken in bomen met
klimuitrusting, basis en vervolg
Verschillende maatwerktrajecten
Werken volgens gedragscode
Flora en Faunawet, niveau 1, 2 en
3
Plantenkennis, basis en vervolg
Tuintekenen, basis en vervolg
Beheer landschappelijke
beplanting
Bosmaaier
Onderhoud kleine tuin- en
parkmachines
Maatwerk toolboxbijeenkomsten
Begeleiden voortplanting paard
DFA 1, DFA 1 + 2 (Bloem)
Gespecialiseerd Bloemwerk ´Eigen
stijl´
Praktijkopleider
Effectief leidinggeven
VCA basis en VCA VOL
BHV en BHV-herhaling
Veilig werken langs de weg
Trekkerrijbewijs (tot 1 juli 2015)
Heftruck
Beheer begraafplaatsen
Verlengingsbijeenkomsten licenties
Uitvoeren en Bedrijfsvoeren
gewasbescherming
Licentie Uitvoeren
gewasbescherming
Licentie Bedrijfsvoeren
gewasbescherming
Licentie knaagdierbeheersing
(KBA)
Boomveiligheid Examentraining
Veilig werken met de hoogwerker
Beheer inheemse flora
Toepassen inheemse flora
Plantenkennis basis en vervolg
91

Continuïteit in ontwikkeling
Bijlage Jaarverslag Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad (OR) heeft in 2015 acht keer overleg gehad met het CvB. In deze
bijeenkomsten zijn verschillende onderwerpen aan de orde geweest, zoals begroting, jaarrekening en
vakantieregeling. Door aandacht te geven aan deze structurele onderwerpen, middels een
dynamische jaaragenda, borgt de OR instellingsprocessen, die belangrijk zijn voor een goede
voortgang. Veel processen bezitten namelijk een continu karakter en keren regelmatig terug.
Daarnaast is een belangrijke taak van de OR het plegen van overleg namens de werknemers met de
schoolleiding over de gang van zaken in de school. Niet alleen personele zaken, maar ook algemene
zaken worden meegenomen. Dit allemaal in het belang (voortbestaan) van de onderwijsinstelling.
Eind 2014 zijn er tussentijdse OR-verkiezingen uitgeschreven onder andere door het vertrek van de
voorzitter Ruud van Leeuwen. De nieuwe OR is per 1 januari 2015 aangetreden. De samenstelling
van de OR sinds 1 januari 2015 is als volgt:
Martin Mulder (voorzitter) MBO
Tjeerd Keizer (secretaris) VO
Beate Koning - Ter Heege OOP
Wilco Struiksma MBO
Hans Klok MBO
Ilse Dullemond VO
Johan Schuppert Hardenberg
Terugblik en doorkijk
Het overleg met de schoolleiding heeft vier invalshoeken: instemming, advies, informatie en initiatief.
Op basis van deze vier invalshoeken worden de kaders waarin de OR kan functioneren helder. In
2015 zijn onderstaande onderwerpen aan de orde gekomen:
Strategisch beleidsplan 2015-2020: “Jouw brug naar het groene leven”
De financiële situatie van de school: een terugkerend onderwerp waar de OR zich sterk voor
maakt en waarbij de insteek is om financieel gezond te blijven. Het AOC begint financieel
sterker te worden, maar er komen ook bedreigingen aan, zoals het verdwijnen van de
praktijkleergelden van ongeveer €1000,- per mbo-leerling per jaar. De vraag is of dat
gecompenseerd gaat worden. Daarnaast speelt de onzekerheid van het blijven onder het
ministerie van EZ of het overgaan naar OC&W een belangrijke rol in de bekostiging.
Opstarten van verdere samenwerking met AOC Oost.
Voor 2015 stonden ook nog andere onderwerpen geagendeerd. Een aantal hiervan zullen in 2016
weer aan de orde komen, omdat ze nog nader uitgewerkt gaan worden.
De doelen voor 2015 die we ons voorgenomen hebben zijn door ons waargemaakt:
Een scholing (zowel zelfstandig als OR, als samen met de bestuurder) ten behoeve van
verdere professionalisering.
De relatie met de RvT verder uitbouwen door middel van informele en formele bijeenkomsten.
De relatie met de bestuurder verder uitbouwen.
Doorkijk 2016:
Kijken naar een andere werkwijze binnen de OR en de vergaderingen met als doel om meer
organisatiegericht te werken.
Contact met de achterban uitbouwen door middel van een nieuwsbrief.
Verder uitwerken van een functiemix voor de Groene Welle.
92

Continuïteit in ontwikkeling
Facilitering van de OR door de Groene Welle
Voor de OR is een materieel richtinggevend budget opgenomen in de begroting 2015 ten behoeve
van scholing (etc.) van € 3.000,-. Daarnaast wordt een deel van de loonkosten van de leden
toegerekend aan de OR.
De loonkosten zijn begroot op € 24.000,-. In totaal komt de begroting 2015 van de OR daarmee uit op
een bedrag van € 27.000,-. In 2015 is er in totaal € 5.370,- uitgegeven aan scholing, etentje etc.
Er is meer uitgegeven dan het geraamde budget in verband met de opstart van de nieuwe OR en de
gezamenlijke scholing van de OR met het CvB.
Bijlage Jaarverslag Ouderraad
Samenstelling Ouderraad (OUR)
De samenstelling van de OUR bestond in januari 2014 uit de volgende personen: Jan Snippe, Sigrid
Jonker, Gekelien Gelderman, Han Hubers, Robin Langevoort en Berry Koens. Tijdens het jaar hebben
2 leden van de ouderraad te kennen gegeven te willen stoppen, waarna een 3tal nieuwe leden de
ouderraad zijn komen versterken te weten: Gerald Batterink, Anneke Schenk en Düzgün Yildirim.
Gedurende het kalenderjaar heeft Berry Koens de functie van voorzitter vervuld. De notulen werden
afwisselend door de overige leden verzorgd.
Cursus/trainingen
In maart heeft de ouderraad een training “ouderraad”gevolgd. Dit betrof een algemene en
opfristraining. Deze is door alle leden als zeer positief ervaren.
Vergaderingen 2015
In 2015 is totaal negen keer vergaderd. Deze vergaderingen kenmerkten zich door een goede sfeer
en een open en constructief karakter.De directie van de Groene Welle werd vertegenwoordigd door
Eimert Fikse. Een enkele keer schoof ook bestuurder Frida Hengeveld en/of 1 van de teamleiders
aan.
Directie en OUR waren het niet altijd met elkaar eens, maar dat hoeft en moet ook niet. Juist door
tegenstellingen bereik je discussie en door discussies kom je tot nieuwe of andere inzichten, maar
steeds met respect voor elkaar en ieders standpunt. De OUR vertrouwt erop dat we deze
samenwerking in 2016 weer op dezelfde manier kunnen voortzetten.
Informatieverstrekking
Door de directie is de OUR op tal van zaken geïnformeerd. De informatie was duidelijk en actueel. In
een enkel geval bleef tijdige informatie achterwege en werd, na constatering, achteraf bijgepraat.
Ondernemingsraad
In mei is de secretaris van de ondernemingsraad aangeschoven bij de OUR-vergadering. Tijdens
deze vergadering zijn een aantal onderwerpen besproken, waaronder structuur ondernemingsraad,
lesuitval en reglementen en statuten. De wederzijdse wens is uitgesproken om minimaal 1x jaarlijks te
overleggen met de ondernemingsraad; dit wordt geplaatst op de OUR jaaragenda.
Behandelde onderwerpen
Een aantal onderwerpen die in 2015 aan de orde zijn gekomen: lesuitval, ziekteverzuim, passend
onderwijs, strategisch uitvoeringsplan, reglementen OUR, pestprotocol en kwaliteitsindicatoren.
Diverse onderwerpen zullen nog een vervolg krijgen in 2016.
Doelstelling 2016…..en verder
Enkele speerpunten voor 2016: Communicatie; transparantie en structuur. Daarnaast vindt de OUR
het van grote betekenis om een juist evenwicht te houden tussen het belang van de school met haar
93

Continuïteit in ontwikkeling
medewerkers en het belang van de ouders en leerlingen, met als doel: kwalitatief goed onderwijs in
een prettige schoolomgeving. Een goede overlegsituatie met de directie acht de OUR hierbij van
wezenlijk belang.
In een steeds veranderende maatschappij, is het ook voor de OUR- leden een noodzaak om “bij te
blijven”. De OUR zal in de toekomst mogelijk gebruik willen maken van opleidingsmogelijkheden, en
binnen de OUR zullen specifieke aandachtsgebieden worden ondergebracht bij personen die zich
daar verder in willen verdiepen.
Tenslotte een woord van dank aan alle leden van de ouderraad die zich het afgelopen jaar op een
belangeloze manier heeft ingezet om de belangen van de leerlingen en ouders samen met de directie
van de Groene Welle naar beste kunnen en vermogen te behartigen.
94