Deltaweekend Magazine 2016

www.deltaweekend.nl
www.deltaweekend.nl
1 juli t/m 3 juli 2016 1 juli t/m 3 juli 2016
De Oosterschelde, een uniek vaargebied
De Oosterschelde is het grootste en natste nationaal park van
Nederland. Het is een wereld van getij, wind en vooral water,
veel water. Duizenden vogels vinden hier ruimte om te eten, te
rusten en te broeden. Bijzondere planten en dieren hebben
onder water, op de dijken en in de aangrenzende gebieden een
plekje gevonden. Voor de watersporter is het vooral een uniek
vaargebied.
De getijdebewegingen maken de Oosterschelde voor (wedstrijd)zeilers
een interessant vaarwater. Het wedstrijdvaren op
stromend water geeft een extra dimensie aan de onderlinge
strijd. Bij de wedstrijdtactiek is niet alleen de wind met al zijn
grillen een factor van belang, ook de stroomsterkte en -richting
moeten worden meegenomen in de beslissingen van de
bemanning. Op de Oosterschelde met al zijn bochtige stroomgeulen
en variërende dieptes komen dan ook nog de ervaring
en het oordeelsvermogen van de schipper om de hoek kijken.
Hoe dicht durft hij of zij langs een zandplaat met ondieptes te
varen om zodoende maximaal stroomvoordeel te behalen, met
gevaar om voortijdig vast te lopen? Dat zijn allemaal aspecten
die het wedstrijdvaren op het Oosterscheldebekken uniek en
uitdagend maken. Dat is voor veel zeilers altijd de aantrekkingskracht
van de Deltaweek geweest. En dat is met de nieuwe
opzet van het Deltaweekend niet anders geworden.
Natuurpark
De getemde zeearm beslaat een oppervlakte van 370 km² en
heeft een oeverlengte van 179 km. De gemiddelde diepte
bedraagt -9 meter NAP en de grootste diepte is -42 meter NAP.
Met het getij stroomt 800 miljard liter water de Oosterschelde in
en uit en de getijdeslag bedraagt 3,25 meter. Met het gereedkomen
van de stormvloedkering in 1986 als onderdeel van de
Deltawerken, is niet alleen de veiligheid van de omringende
kwetsbare Zeeuwse eilanden vergroot. Het heeft ook een
positieve impuls gegeven aan de ontwikkeling van het ecosysteem.
Watertoeristen genieten tegenwoordig weer volop
van de aanwezigheid van een uitgebreide zeehondenkolonie op
de Roggenplaat en op de kop van de Vondelingsplaat. Behalve
de zeehond komt nog een ander zoogdier voor in de Oosterschelde:
de bruinvis. Van een zwemmende bruinvis zie je
meestal niet meer dan het bovenste deel van de rug met de
rugvin, als het dier even boven water komt om te ademen.
Kraamkamer en wegrestaurant
De kraamkamer van de Noordzee wordt de Oosterschelde wel
genoemd. Van veel vissen, zoals geep, ansjovis en puitaal,
worden de jongen hier geboren. Inktvissen komen speciaal van
de Engelse zuidkust om hier te paren. Er zijn planten die goed
tegen zout water kunnen zoals lamsoor en zee-aster. En als je
goed kijkt naar het schorrenzoutgras kun je de zoutkristalletjes
zien schitteren. Zeekraal is door zijn zilte smaak een heerlijke
delicatesse. Bij laag water zoeken veel vogels voedsel op de
drooggevallen zandplaten en slikken. Bij hoogwater rusten ze in
de binnendijkse gebieden. Sommige vogelsoorten, zoals de
tureluur komen speciaal naar het Oosterscheldegebied om er te
broeden. Andere verblijven er een korte periode tijdens de
trektocht naar het zuiden (om daar te overwinteren) of naar het
noorden (om er te broeden).
Doordat in de Oosterschelde anders dan in andere deltawateren
de getijdebewegingen zijn behouden, zijn de typische landschapskenmerken
van schorren en slikken niet verdwenen.
Daardoor heeft de unieke fauna en vegetatie zich staande
kunnen houden. Van de verminderde getijdeverschillen en
daarmee de lagere stroomsnelheden profiteren ook de talloze
sportduikers die de onderwaterwereld van de Oosterschelde
graag verkennen. Kortom: het Oosterscheldebekken is in vele
opzichten een uniek gebied, aantrekkelijk voor natuurliefhebbers
en niet in de laatste plaats voor de watersporter.
Bron: Nationaal Park Oosterschelde www.np-oosterschelde.nl
32 33