sanitaire installaties edit
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zoals in § 5.5.2.3 (p. 25) aangeven wordt, moet men het piekdebiet bepalen dat afkomstig<br />
is van alle verzamelleidingen aangesloten op de kopverluchtingsstandleiding :<br />
Qp 0,5x 7x3,6 2,5 l/s.<br />
Uit tabel 7 leidt men dan af dat men hiervoor een afvoerstandleiding nodig heeft met<br />
DS = 90 mm en dat de erbij horende verluchtingsleiding een diameter van 50 mm moet<br />
hebben. Dit is dan ook de nominale rekendiameter die moet aangehouden worden voor de<br />
kopverluchtingsstandleiding van ons voorbeeld.<br />
In ons voorbeeld wordt de secundaire verluchtingsstandleiding<br />
gecombineerd met de primaire verluchtingsleiding.<br />
Dit vereist geen aanpassing van de diameter van de primaire<br />
verluchting : de diameter van de secties 0-K2.1 en<br />
K2.1-K2.2 blijft gelijk, omdat de secundaire verluchtingsstandleiding<br />
apparaten bedient die aangesloten zijn op de<br />
afvoerstandleiding verlucht door de betrokken primaire<br />
verluchting (§ 5.5.1.3, p. 24).<br />
Zouden alle aansluit- en verzamelleidingen kopverlucht<br />
zijn, met alle eindverluchtingsleidingen op dezelfde secundaire verluchtingsstandleiding,<br />
dan zou men de in tabel A7 opgenomen diameters hebben.<br />
Het piekdebiet dat deze leiding moet verwerken, wordt met formule 1 (p. 23) berekend<br />
uitgaande van de totale aansluitwaarde die de standleiding K2 en de stroomopwaartse<br />
collectorsectie belast :<br />
DU = 48,3 + 44,8 = 93,1 l/s<br />
zodat het piekdebiet wordt :<br />
Qp 0,5x 93,1 4,8 l/s.<br />
De diameter nodig om dit af te voeren bij een helling van 1,5 % bedraagt dan volgens<br />
tabel 8 (p. 25) : DS = 125 mm.<br />
Aldus is de ganse installatie berekend.