sanitaire installaties edit
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bij gevaar van terugstroming, bijvoorbeeld wegens het vollopen van de openbare<br />
riolering, zal men steeds trachten de huisriolering boven het terugstroompeil<br />
van de riool aan te leggen. Indien dit niet mogelijk is, moeten de volgende<br />
voorschriften in acht genomen worden :<br />
geval van eengezinswoningen :<br />
– het regenwater mag niet met het afvalwater gemengd worden. De regenwaterafvoerleiding<br />
wordt hetzij afzonderlijk verbonden met de riool,<br />
hetzij aangesloten op de huisaansluiting stroomafwaarts van de keerklep.<br />
Bij een waterdruk overeenkomend met de terugstroomhoogte plus<br />
1 m moet de regenwaterafvoer waterdicht zijn tot 1 m boven het terugstroompeil.<br />
Bovendien bevat ze een overloop die boven het terugstroompeil<br />
uitmondt en op het privé-domein uitgeeft. Deze opstelling mag<br />
geen geurhinder veroorzaken<br />
– de huisaansluiting die het afvalwater afvoert, moet een doeltreffende keerklep<br />
hebben. Het gedeelte van de leiding stroomafwaarts van de klep moet<br />
waterdicht zijn bij een waterdruk overeenkomend met de terugstroomhoogte<br />
plus 1 m. Het gedeelte van de leiding stroomopwaarts van de klep moet<br />
eveneens waterdicht zijn bij de hoger aangegeven druk, indien mogelijk tot<br />
1 m boven de terugstroomhoogte. Het eventueel overlopen van deze leiding<br />
of van de erop aangesloten toestellen mag geen ontoelaatbare hinder veroorzaken<br />
andere gebouwen :<br />
– de huisaansluiting moet een doeltreffende keerklep bevatten<br />
– de stroomopwaarts van de klep gelegen installatie is zó opgevat dat ze<br />
het regen- en afvalwater afvoert naar een pompput, als de keerklep<br />
gesloten is<br />
– de afvoer van het water opgevangen in het reservoir van de pompput<br />
geschiedt met behulp van een pompinstallatie; het reservoir en de pompinstallatie<br />
worden ontworpen overeenkomstig de voorschriften terzake<br />
(aangegeven in het nog te publiceren deel 3 van deze reeks documenten<br />
over <strong>sanitaire</strong> <strong>installaties</strong>)<br />
– het gedeelte van de afvoerleiding stroomafwaarts van de klep moet waterdicht<br />
zijn bij een waterdruk gelijk aan de terugstroomhoogte plus 1 m.<br />
De dimensionering van de afvoerleidingen geschiedt volgens de voorschriften<br />
van hoofdstuk 5 (p. 22).<br />
Het gas aanwezig in de afvoerinstallatie mag zich niet verspreiden in het<br />
gebouw of op plaatsen waar het tot hinder aanleiding geeft.<br />
De gebruikte leidingen en verbindingen moeten in normale omstandigheden<br />
kunnen weerstaan aan een luchtoverdruk van minstens 0,01 bar (1 kPa) en<br />
aan een waterdruk van minstens 0,5 bar (50 kPa). Indien een terugslagtoestel<br />
aanwezig is, moet het leidinggedeelte dat onder druk kan komen staan, kunnen<br />
weerstaan aan een hogere druk, nl. deze die overeenstemt met het terugstroompeil<br />
in de openbare riolering plus 1 m.