02.03.2016 Views

De Sijpekerk

Beschrijving van de hervormde kerk te Nieuw-Loosdrecht

Beschrijving van de hervormde kerk te Nieuw-Loosdrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

Een korte beschrijving<br />

In tegenstelling tot wat het opschrift doet vermoeden heeft de <strong>Sijpekerk</strong><br />

een lange historie en is een korte beschrijving daarvan niet zo eenvoudig<br />

te geven. Zo’n zeshonderd jaar geschiedenis staat hier voor u. Daarmee<br />

is de <strong>Sijpekerk</strong> het oudste gebouw van Loosdrecht. In 1400 had de bisschop<br />

van Utrecht toestemming gegeven om op de plaats waar eerst<br />

slechts een kapel stond een kerk te bouwen. Het huidige koor aan de<br />

oostkant van de kerk was misschien die kapel.<br />

<strong>De</strong>ze kerk heeft in de loop van de geschiedenis door brand en<br />

oorlogshandelingen heel wat geleden. Niettemin staat de toren nog<br />

steeds fier overeind en is het kerkgebouw goed onderhouden.<br />

<strong>De</strong> kerkenraad van de hervormde gemeente van Nieuw-Loosdrecht<br />

biedt u dit boekje aan zodat u enige informatie krijgt over<br />

Loosdrechts oudste monument. U mag zelf bepalen wat deze informatie u<br />

waard is. Wij vragen u uw bijdrage in de daarvoor bestemde zuil aan de<br />

ingang van de kerk te deponeren.<br />

Vriendelijk dank.


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

<strong>De</strong> kerk<br />

In de vroege middeleeuwen bestond Loosdrecht nog uit ondoordringbare<br />

moerassen. Om deze veengebieden te ontginnen trokken veenarbeiders<br />

steeds verder het gebied binnen; men veronderstelt niet alleen vanaf de<br />

Vechtoever, maar ook vanaf de hoge Gooise gronden.<br />

In de dertiende eeuw wordt Loosdrecht voor het eerst genoemd<br />

en dan is er sprake van twee buurtschappen. Eén bij de driesprong (het<br />

huidige Oud-Loosdrecht) en een in Sijp aan de Gooise kant.<br />

Beide buurtschappen vielen onder de parochie van Loenen. <strong>De</strong> mensen<br />

moesten een lange weg afleggen om – ook bij slecht weer en in de winter<br />

– de kerk van Loenen te bereiken. Met het groeien van het aantal<br />

inwoners kwam ook de vraag naar een eigen dorpskerk, een eigen<br />

parochie dus.<br />

In 1332 werd ‘Loesdregt’ (= Oud-Loosdrecht) een zelfstandige<br />

parochie genoemd. Die kreeg rond 1350 een eigen kerkgebouw met een<br />

pastoor die ook de buurtschap Sijp bediende. Daar was inmiddels een<br />

kleine kapel gebouwd. Maar de pastoor had er ook moeite mee om bij<br />

nacht en ontij in Sijp te komen, dus werd er een verzoek aan de bisschop<br />

gedaan om te komen tot een eigen parochie aldaar.<br />

In 1400 werd op verzoek van Wouter van Mijnden door Frederik<br />

van Blankenheim, bisschop van Utrecht, de Zijpse kapel tot een zelfstandige<br />

parochiekerk verheven en onder bescherming gesteld van de<br />

apostel Paulus, van de heilige Antonius de Belijder en van Cornelius,<br />

paus en martelaar. Vanaf dat moment sprak men over de ‘Nieuwe’ kerk


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

en over de ‘Oude’ kerk. Zo ontstonden de dorpsnamen Nieuw- en Oud-<br />

Loosdrecht. <strong>De</strong> kerk heeft nooit de naam ‘Pauluskerk’ gedragen. <strong>De</strong> bevolking<br />

bleef spreken van de Sijp (of Zijpe) en Oûkerck (ook wel: Oudekerk<br />

of Ouderkerk).<br />

In notariële akten vinden we onze kerk zelfs beschreven als de<br />

“Zeipschen kerck”. Men had nog geen ‘groen’ boekje en men schreef een<br />

naam zoals men die hoorde.<br />

Op een kaart uit 1563 zien we “Die nieuwe kerck”, gelegen aan “<strong>De</strong>n<br />

zijpschen dijck”


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

<strong>De</strong> toren<br />

Naar men aanneemt duurde het<br />

nog wel tot de tweede helft van de<br />

vijftiende eeuw voordat ook de<br />

kerktoren was gerealiseerd. <strong>De</strong> uit<br />

drie geledingen opgetrokken toren<br />

ligt gedeeltelijk ingebouwd en is<br />

een typische Utrechtse dorpstoren,<br />

zoals we die ook vinden in Loenen,<br />

Westbroek, Eemnes-Buiten en<br />

Soest. Ze zijn geïnspireerd op de<br />

Domtoren in Utrecht. Tot de rondgang<br />

is hij ongeveer 32 meter<br />

hoog; de spits meet ruim 15 meter.<br />

In de tweede geleding komen twee<br />

smalle blinde spitsboogvensters<br />

voor. <strong>De</strong> derde geleding heeft natuurstenen<br />

hoekblokjes en is voorzien<br />

van drie nissen, waarvan de<br />

middelste geopend is en de twee<br />

buitenste blind zijn. Onder de bakstenen<br />

gotische balustrade van de<br />

omloop onderscheidt men een archaïsche rondboogfries.<br />

Bij binnenkomst door de hoofdingang in de<br />

westgevel zien we in het plafond nog een viertal<br />

oude witgeschilderde consoles, gemaakt van zandsteen<br />

en in de vorm van gebeeldhouwde ridderhoofden.<br />

Zij ondersteunen de ribben van het gewelf.<br />

In dit kerkportaal hingen vroeger de klokkentouwen,<br />

waar – onder toezicht van de koster/schoolmeester<br />

– de oudere schoolkinderen wel eens de klok mochten<br />

luiden.<br />

Aan de zuidkant bevindt zich, naast het zogenaamde ‘stovenhok’, het<br />

traptorentje. Het heeft een nauwe opening en hoge treden. Eerst wordt de<br />

orgelgalerij bereikt, daarna komt men in de klokkenkamer. <strong>De</strong> daarin<br />

aanwezige klokken wogen oorspronkelijk maar liefst 6000 pond. In het<br />

rampjaar 1672 werden de dorpen Oud- en Nieuw-Loosdrecht door de<br />

Franse troepen bezet. Ook de kerk werd door hen niet ontzien. <strong>De</strong> grote<br />

klok werd geroofd en kapot geslagen. Toen zij in 1674 moesten vluchten<br />

is er een kar met brokstukken bezweken en moest worden achtergelaten.


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

Na de oorlog werden deze resten verzameld en werd er een minder zwaar<br />

exemplaar van gegoten. Daarin staat de volgende tekst:<br />

‘K WYERD VAN 6000 PONT DOOR ’T FRANS GEBOEFT TOT GRVYS;<br />

‘K WEECH 1700 NU EN DYEN OPNYEVW GODES HVYS. YAN<br />

ADRYAENS OVDENSTEYN ENDE YAN GERRYTS ROEYC, KERCK<br />

MESTERS YNDERTYT, ANNO 1675.<br />

In 1769 werd een tweede, kleinere klok aangebracht met het opschrift:<br />

“ME FECIT PIETER SEEST, AMSTELLODAMI” (Peter Seest uit Amsterdam<br />

heeft mij gemaakt).<br />

In al die jaren werd de toren vele malen door de bliksem getroffen. Vlak<br />

na 1900 sloeg de bliksem twee gaten in de muren en op 7 mei 1910 stond<br />

de spits in brand. Haan en kruis lagen brandend op de trans, terwijl een<br />

vuurpluim boven de spits uit sloeg. Ook in 1911 en 1912 werden balken<br />

geraakt en sloeg een rollaag stenen weg.<br />

In de Tweede Wereldoorlog werd er door de Duitsers afweergeschut op<br />

de toren geplaatst dat op 31 augustus 1941 voor het eerst in werking trad.<br />

Gelukkig heeft de toren daar geen nadelige gevolgen van ondervonden,<br />

maar….. de klokken werden opnieuw geroofd. Ze werden niet stukgeslagen,<br />

maar op 25 februari 1943 naar beneden getakeld, waarna zij<br />

werden afgevoerd. Groot was de blijdschap van de bewoners, toen na de<br />

oorlog de grote klok bij een klokkengieterij in Heiligerlee werd teruggevonden.<br />

<strong>De</strong> kleine klok was waarschijnlijk reeds in de smeltoven terecht<br />

gekomen om verder verwerkt te worden in de wapenindustrie.


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

In 1973 werd besloten een nieuwe kleine klok te laten gieten, de<br />

zogenaamde “papklok”. Dat werd gedaan op 17 augustus in de fabriek<br />

van de klokkengieterij Petit & Fritsen in Aarle-Rixtel, vlak bij Helmond. <strong>De</strong><br />

klok kreeg het opschrift:<br />

“TWEEMAAL GING IK REEDS VERLOREN, MAAR UIT GLOEIEND<br />

BRONS GEBOREN, KLINKT MIJN STEM VOOR ’T EERST WEER<br />

KLAAR, IN JULIANA’S ZILV’REN JAAR, 1673 – 1943 - 1973” (Koningin<br />

Juliana herdacht in dat jaar haar zilveren regeringsjubileum).<br />

<strong>De</strong> klok werd op 30 augustus 1973 op zijn plaats gebracht. Hij weegt 500<br />

kg en heeft een doorsnee van 101 cm.<br />

<strong>De</strong> toren is eigendom van de burgerlijke gemeente sinds Napoleon<br />

aan het begin van de negentiende eeuw de kerktorens vorderde voor<br />

militaire doeleinden. Regelmatig werd er grootonderhoud gepleegd aan<br />

de kerk, maar de toren werd te lang ongemoeid gelaten. In 1937 was de<br />

toren sterk in verval geraakt door blikseminslag, plantengroei en doorwaterende<br />

muren. Restauratie daarvan kwam slechts met de grootste<br />

moeite tot stand, omdat de provinciale bestuurders meenden dat de toren<br />

van niet veel meer dan plaatselijke betekenis was. In dat jaar werd een<br />

nieuwe ijzeren klokkenstoel aangebracht en de elektrisch verlichte klok in<br />

de spits geplaatst.<br />

Eind jaren tachtig was het voegwerk van de toren door invloeden<br />

van o.m. zure regen zodanig ingevreten, dat restauratie weer noodzakelijk<br />

was. Daarom werd in 1990 de toren nog eens grondig onder handen<br />

genomen, waarbij o.a. de koperen haan opnieuw werd verguld met bladgoud.<br />

In 2001 stonden er wéér steigers rond de toren: toen werden er<br />

nieuwe Engelse leitjes op het dak van de toren gelegd.<br />

Het interieur<br />

Via de toreningang komen we door een tweede deur de kerk binnen.<br />

Direct valt de iets hoger gelegen koorruimte op, die door een grote<br />

triomfboog is omsloten. Daar staat in een halve cirkel de avondmaalstafel<br />

opgesteld onder hoge spitsboogvensters met zacht groene, in lood<br />

gevatte ruitjes. Opvallend is het groen-blauw geschilderde eikenhouten<br />

plafond van koor en kerkruimte. <strong>De</strong> vensters in de zijbeuken zijn lager dan<br />

die in het koor. Dit komt doordat de buitenmuren vrij laag zijn. Tussen de<br />

acht hoge witgepleisterde pilaren hangen zes antieke petroleumlampen.<br />

In de kerk hangen verder drie kaarsenkronen, twee in de grote ruimte van<br />

het middenschip en een in het koor.


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

<strong>De</strong> herenbank<br />

Bij binnenkomst ziet men rechts tegen de torenmuur de zogenaamde<br />

‘herenbank’. Die is in 1727 in opdracht van ambachtsheer Gillis Graafland<br />

vervaardigd. Boven deze dubbele zitbank voor zijn<br />

gezin is het familiewapen aangebracht met<br />

zinspeling op de familienaam: ‘hij graaft het land’:<br />

drie molshopen, uit één kruipt een mol. Vaak heeft<br />

hij er niet gezeten, want nog in datzelfde jaar is hij<br />

overleden.<br />

Hij was in 1710 gehuwd met<br />

Anna de Haze, toen een van<br />

de rijkste vrouwen van ons<br />

land. Zij had in 1725 de<br />

ambachtsheerlijkheid ‘de beide<br />

Loosdrechten’ geërfd van haar<br />

oom en tante Jeronimus de<br />

Haze (1652-1725) en Magdalena<br />

Clara de Haze (1651-1725).<br />

Uit dankbaarheid voor deze<br />

schenking liet zij twee grote<br />

rouwborden vervaardigen. Het<br />

ene hangt aan de noordzijde,<br />

boven de zijuitgang, het ander<br />

aan de zuidmuur. <strong>De</strong> beide middelste wapens zijn gelijk (<strong>De</strong> Haze), de<br />

zogenaamde ‘kwartieren’ daaromheen zijn van hun beider voorouders.


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

<strong>De</strong> belleman<br />

Links naast de toren (aan de noordkant) bevindt zich het zogenaamde<br />

‘doophok’, een ruimte die nu gebruikt wordt voor tijdelijk verblijf van<br />

kinderen en begeleiders. Het is afgesloten door een eikenhouten hek met<br />

twee koperen doopboogjes uit 1655.<br />

In deze ruimte vinden we, tegen de torenmuur bevestigd, de<br />

belleman. <strong>De</strong>ze zat oorspronkelijk in de houten wand achter het orgel en<br />

was verbonden met het uurwerk in<br />

de toren. Hij was de opvolger van<br />

de zandloper. Dit mannetje, dat een<br />

luide slag op een bel kon geven,<br />

was ooit verbonden met het uurwerk<br />

in de toren en liet dus luid en<br />

duidelijk tijdens een (lange) preek<br />

horen hoe laat het was en dat de<br />

dominee er nu maar eens een punt<br />

achter moest zetten. <strong>De</strong>ze belleman<br />

draagt als opschrift: “Ik ben<br />

uijt Liefd’ en tot dit werk, alhier gestelt in dese kerk”. Vermoedelijk<br />

werd later zijn werk niet meer zo op prijs gesteld, waarna de verbinding<br />

met de torenklok werd verbroken.<br />

Predikantenborden<br />

In dezelfde ruimte<br />

als de belleman<br />

hangen twee predikantenborden<br />

met daarop de<br />

naamlijst van de<br />

voorgangers vanaf<br />

de reformatie,<br />

te beginnen met<br />

ds. Nicolaas Johannes<br />

Thol, ook<br />

wel Claes Jansen<br />

genoemd. Hij was<br />

eerder pastoor te<br />

Oud-Loosdrecht.


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

Het doopvont<br />

Rechtsvoor in de kerk staat het<br />

doopvont. Dit uit zandsteen gemaakte<br />

vroeggotische vont is<br />

een van Loosdrechts oudste<br />

monumenten. Het wordt al genoemd<br />

in de stichtingsakte van<br />

de <strong>Sijpekerk</strong> in 1400. Het verhaal<br />

gaat dat het na de<br />

reformatie ruim 250 jaar begraven<br />

heeft gelegen in de pastorietuin<br />

tot het rond 1840 daar<br />

werd ontdekt bij het rooien van<br />

oude fruitbomen in de boomgaard.<br />

Bij de kerkhervorming<br />

van 1578 zou het, tezamen<br />

met twee heiligenbeelden, uit<br />

de <strong>Sijpekerk</strong> zijn verwijderd en<br />

zijn begraven in de tuin achter<br />

de pastorie. Het vont kwam<br />

terecht bij de ambachtsheer<br />

Hacke van Mijnden die het in<br />

zijn tuin zette. Daar heeft het<br />

gestaan tot 1928. Toen heeft<br />

Hacke het doopvont geschonken aan jonkheer Van Sypesteyn die het óók<br />

weer dienst liet doen als bloembak bij zijn kasteel! Dat het nu weer als<br />

doopvont voor in de kerk staat en als zodanig gebruikt wordt is te danken<br />

aan de Van Sypesteynstichting, die ter gelegenheid van de voltooide kerkrestauratie<br />

in 1963 toestemming gaf om het vont in bruikleen weer in de<br />

<strong>Sijpekerk</strong> te plaatsen.<br />

Gezien de afmetingen van het vont vermoedt men dat het indertijd<br />

nog is gebruikt voor de immersio, de doop door onderdompeling. <strong>De</strong> voorstellingen<br />

op de kom, omsloten door koraallijsten, zijn achtereenvolgens<br />

(van rechts naar links): een mensfiguur (Mattheus), de arend (Johannes),<br />

de leeuw (Marcus), de os (Lucas), een pelikaan (Christus-symbool), een<br />

vierbladige vulling, een wijnrank met druiventros en een hert.


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

Uit de tijd van vóór de reformatie stamt nog het<br />

restant van een wijwaterbakje, rechts naast de<br />

noordelijke kerkdeur. Verder linksachter in het<br />

koor een kleine spitsbogige nis die vrij zeker als<br />

bewaarplaats van het Heilig Sacrament heeft<br />

gediend. Ook de twee grotere rondbogige nissen<br />

aan de zuidoostelijke en zuidwand stammen<br />

uit die periode en werden mogelijk gebruikt als<br />

zitplaats voor dienstdoenden op het altaar. <strong>De</strong><br />

altaartafel zelf is vermoedelijk de grote blauwhardstenen<br />

plaat die in het koor ligt. Bij de<br />

laatste restauratie van de vloer bleek, dat deze<br />

steen een geprofileerde zijkant heeft, wat betekent dat die in het zicht is<br />

geweest en dus niet als grafzerk heeft gediend.<br />

<strong>De</strong> preekstoel<br />

Tijdens de grote restauratie<br />

van 1962 werd de oude<br />

preekstoel, door jkvr. A.M.E.<br />

Elias in 1834 aan de kerk<br />

geschonken, vervangen door<br />

een afkomstig uit de oude<br />

gereformeerde kerk van Bergambacht.<br />

Voor één gulden<br />

werd de kerk eigenaar, maar<br />

er moest nog veel aan veranderd<br />

worden om hem goed op zijn plaats te<br />

krijgen. Op de oude massief koperen lezenaar,<br />

waarin het wapen van Loosdrecht is<br />

verwerkt, ligt de kanselbijbel uit 1686.<br />

<strong>De</strong> knielbankjes<br />

In de <strong>Sijpekerk</strong> staan twee bijzondere knielbankjes<br />

die gebruikt worden voor de huwelijksinzegening<br />

en voor de belijdenis. Ze zijn<br />

ontworpen door de Amsterdamse meubelontwerper<br />

en binnenhuisarchitect Willem Penaat<br />

(1875 -1957).


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

Het orgel<br />

Tot 31 december 2008 heeft er in de <strong>Sijpekerk</strong> een prachtig orgel gestaan,<br />

in 1884 geplaatst door Bakker & Timmenga uit Leeuwarden. Het<br />

was afkomstig uit het Friese Âldtsjerk (Oudkerk) en zou al gebouwd zijn<br />

omstreeks 1646 door Gijsbert Harmens Havinck en Harmen Jansz. Er is<br />

ontzettend veel aan gerenoveerd en vernieuwd, maar er ontstonden zo<br />

veel gebreken dat besloten werd tot de aanschaf van een ander orgel. Het<br />

mooie orgelfront heeft 125 jaar lang de <strong>Sijpekerk</strong> gesierd.<br />

Het oude orgel werd verkocht aan de Ontmoetingskerk op Schiermonnikoog<br />

waar het inmiddels al weer vanaf 12 maart 2009 te bewonderen en te<br />

beluisteren valt.<br />

Een mooi historisch orgel werd gevonden in de Servisch Orthodoxe<br />

Kerk van de H. Nicolaas van Myra, de z.g. Stationsstraatkerk, te<br />

Zaandam. Het bouwjaar en de bouwer<br />

van dit orgel zijn onbekend, maar het<br />

dateert uit het midden van de negentiende<br />

eeuw. Rond 1845 zou het in een<br />

rooms-katholieke kerk in Roermond hebben<br />

gestaan en in 1889 werd het door<br />

de Roermondse gebroeders Franssen in<br />

de toen nog Christelijk Gereformeerde


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

Kerk te Zaandam geplaatst. Van deze gebroeders Franssen is bekend,<br />

dat zij bestaande orgels opkochten en nieuwe samenstelden uit oudere<br />

onderdelen. Zo werd reeds in 1890 door hen een eerste ombouw gerealiseerd.<br />

Een volgende restauratie vond plaats in 1940 en werd<br />

uitgevoerd door Hendrik Wicher Flentrop uit Zaandam. Kleinere ingrepen<br />

volgden in 1956 en 1975 door zijn zoon Dirk Andries Flentrop. In 1985<br />

werd in eigen beheer door Bergsma en Woudstra een nieuwe kas<br />

gemaakt, waarna in 1986 een grote restauratie werd uitgevoerd door<br />

Flentrop Orgelbouw.<br />

PKN-orgeldeskundige Peter<br />

van Dijk en architect/organist Paul<br />

van Vliet hebben gedurende de<br />

opbouw van het orgel de diverse<br />

veranderingen zorgvuldig begeleid.<br />

Niet alleen het inwendige, maar ook<br />

het aanzicht en het schilderwerk. Zo<br />

werd definitief gekozen voor een<br />

orgelfront in dezelfde zwarte kleur<br />

als het balkon, het houtsnijwerk in<br />

ivoorkleur en het lofwerk in goudbrons<br />

en bladgoud. Meesterschilder<br />

Gerard de Jongh en zijn medewerkers<br />

van het gelijknamige schildersbedrijf<br />

uit Waardenburg hebben met<br />

groot vakmanschap het schilderwerk<br />

gedaan. Zij zijn gespecialiseerd in dit restauratiewerk en het<br />

opbrengen van bladgoud.<br />

In maart en april 2010 volgde het langdurige intoneren en stemmen<br />

van de meer dan elfhonderd (!) pijpen om tot een harmonieus geheel<br />

te komen. Dit kan met recht ‘monnikenwerk’ genoemd worden. Het resultaat<br />

mag er zijn: een magnifiek orgel, veel groter dan het oude van Bakker<br />

& Timmenga en fantastisch passend in de beschikbare ruimte. Het lijkt<br />

alsof dit orgel speciaal voor de <strong>Sijpekerk</strong> is ontworpen. Kenners spreken<br />

van een orgel dat aan alle eisen voldoet voor duurzame en kwalitatief<br />

hoogstaande hedendaagse orgelbouw en van een oorstrelende klankkwaliteit<br />

die in de goede akoestiek van de <strong>Sijpekerk</strong> geheel tot zijn recht<br />

komt.<br />

Inmiddels is een COM-missie (Cantus, Organum et Musica –<br />

Zang, Orgel en Muziek mèt een missie) opgericht, die ten doel heeft het<br />

orgel meer toegankelijk te maken voor een breder publiek door enkele<br />

malen per jaar orgelconcerten te organiseren en een afwisselend programma<br />

te bieden.


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

Dispositie (met dank aan Peter van Dijk, orgeldeskundige):<br />

Hoofdwerk I, C-f3 - lade 1889<br />

Prestant 8 - C grenen, 1889; Cis-a2 front, 2009; b2-f3 op lade, 2009<br />

Bourdon 8 - C-c grenen, gedekt; af cis metaal, roergedekt, oud<br />

Octaaf 4 - oud<br />

Fluit 4 - C-f2 gedekt, fis2-f3 open, conisch; oud, in 1986 geplaatst<br />

Quint 3 - 1986<br />

Octaaf 2 - oud<br />

Mixtuur III-IV - 1940; in 2009 herzien<br />

Cornet IV discant - 1890<br />

Trompet 8 - 2009; naar voorbeeld Müller-orgel (1848) St. Lambertus, Kerkrade<br />

Bovenwerk II, C-f3 - lade 1986<br />

Fluit douce 8 - C-c grenen, gedekt; af cis metaal, gedekt; oud<br />

Salicionaal 8 - C-H i.c.m. Fluit Douce 8' (2009; naar Müller-orgel (1848) St. Lambertus, Kerkrade)<br />

Roerfluit 4 - oud<br />

Nasard 3 - C-H gedekt; af c open, conisch; in 1975 geplaatst<br />

Woudfluit 2 - open, conisch; 1914<br />

Terts 1 3/5 - C-h roergedekt, in 1986 geplaatst; af c1 open, cilindrisch, fluitmensuur (in 1975<br />

geplaatst)<br />

Dulciaan 8 - 2009; naar Rijnlandse voorbeelden<br />

Pedaal C-d1- lade 2009<br />

Bourdon 16 - C-h grenen, gedekt; af c1 metaal, gedekt; oud<br />

Bourdon 8 - C-d i.c.m. Bourdon 16'; af dis zelfstandig; metaal, gedekt; oud<br />

Fagot 16 - 2009; naar analogie van de Dulciaan 8'<br />

Tremulant – 1986 / Koppeling Hw-Bw / Koppeling Ped-Hw / Koppeling Ped-Bw /<br />

Winddruk 65 mm wk / Stemtoonhoogte a = 440 Hz / Gelijkzwevende stemming


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

Buiten de kerk<br />

Tegen de zuidmuur van de <strong>Sijpekerk</strong> staat de wit marmeren graftombe<br />

van ds. Heirmans (Heirman betekent: legerman/soldaat/strijder). Hij was<br />

predikant van 1653 tot 1684). Op de voorzijde<br />

daarvan is een afbeelding aangebracht<br />

van een gewapende man met een strijdhamer<br />

over de schouder (de christenstrijder<br />

uit Efeze 6:10). <strong>De</strong>ze afbeelding diende als<br />

voorbeeld voor het huidige kerkzegel.<br />

Achter de kerk staat nog een groot,<br />

oud gebouw, ook een rijksmonument. Dit is<br />

de zogenaamde ‘Oude Pastorie’. Alweer<br />

een huis met een historie. <strong>De</strong> Franse troepen<br />

hebben in de jaren 1672-’74 zeer gewelddadig<br />

opgetreden in heel Loosdrecht.<br />

<strong>De</strong> kerk was in gebruik als onderkomen van<br />

soldaten en zelfs de paarden kregen een plaatsje binnen.<br />

Bij het vertrek van de Fransen was de pastorie zo ernstig verwoest<br />

en mogelijk vebrand, dat een nieuw huis gebouwd moest worden.<br />

Maar er was geen geld en de bouw van dit nieuwe ‘Predikants Huys’ startte<br />

pas in 1696. <strong>De</strong> toenmalige predikant (ds. Heyblom, zijn grafsteen is<br />

nog te vinden in het koor van de kerk) heeft er tot aan zijn dood in 1718<br />

gewoond.<br />

Boven de ingang is een gedenksteen aangebracht met de<br />

volgende tekst: “In’t eerste Vrede jaar. P.Heyblom, V.D.M. – K.Mr<br />

W.P. Moen, P.P. Cos – Anno MDCXCVIII”. In Rijswijk werd in 1697<br />

de vrede met Frankrijk gesloten, vandaar ‘in het eerste vrede jaar’.<br />

V.D.M. betekent: Verbi Divini Minister = Dienaar van het Goddelijke Woord


<strong>De</strong> <strong>Sijpekerk</strong> te Nieuw-Loosdrecht<br />

Tekst, fotografie en lay-out: Ferry Brand

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!