Theo Witte - Lezen voor de Lijst
Theo Witte - Lezen voor de Lijst Theo Witte - Lezen voor de Lijst
Deel IAlgemene en een theoretische inleidingBeelden werden niet gemaakt, ze moesten ‘wordenbevrijd uit het marmer’ alsof ze er al waren,altijd al.Rutger Kopland (David)6
Hoofdstuk 1InleidingIn hoofdstuk 1 schets ik de belangrijksteontwikkelingen in de afgelopenveertig jaar in het onderwijs inhet algemeen en het literatuuronderwijsin het bijzonder. Vervolgensworden enkele structurele problemenvan het literatuuronderwijsbesproken. Sinds de invoering vande tweede fase in 1998/1999 werdeen nieuw examenprogramma voorliteratuur van kracht, dat ondermeer de ontwikkeling van de literairecompetentie van leerlingen alsdoel heeft. Dat is een mooi streven,maar niet eenvoudig te verwezenlijken,want er is weinig bekendover het literaire ontwikkelingsprocesvan adolescenten in de contextvan het literatuuronderwijs. Bovendienheeft het literatuuronderwijsgeen gestructureerd curriculum.Tegelijkertijd wordt in het onderwijsde noodzaak tot interne differentiatiesterker en wordt er van docentenmeer didactisch maatwerk verwacht.Dat is geen sinecure. Voorveel docenten is het niet duidelijkhoe zij recht kunnen doen aan devaak grote verschillen die zij in hunklassen aantreffen. Voor literatuuronderwijsontbreekt het aan een literatuurdidactischreferentiekaderdat helpt om verschillen tussenleerlingen te herkennen en ook omverschillende fasen in het ontwikkelingsprocesvan leerlingen te onderscheiden.Evenmin bestaat erkennis over welke teksten en leeractiviteitenin verschillende fasenhet literaire ontwikkelingsprocesstimuleren en welke didactische ingrepende ontwikkeling van literairecompetentie positief kunnen beïnvloeden.Behalve met deze didactischevragen kampt het literatuuronderwijsmet een maatschappelijk probleem.In de media is het literatuuronderwijsonderwerp van discussieen wordt er getwijfeld overhaar socialiserende taak om leerlingenvoldoende literaire bagage meete geven. Deze discussie ontbeertmeestal een empirische basis, omdater weinig bekend is over welkedoelen het literatuuronderwijs bijhavo- en vwo-leerlingen realiseert.Deze praktische en theoretischeproblemen vormen de achtergrondvan dit onderzoek naar de literaireontwikkeling van havo- en vwoleerlingen.Het eerste hoofdstukwordt besloten met de onderzoeksvragenen doelstellingen van hetonderzoek.Hoofdstuk 2Literaire ontwikkelingin theoretisch perspectiefIn dit hoofdstuk wordt een algemeenontwikkelingstheoretisch kadergeschetst. Ontwikkelingspsychologenlijken het erover eens datde kern van de theorievorming vanhun discipline wordt gedomineerddoor twee vragen: (1) Welke psychologischestadia doorlopen indivi-7
- Page 1 and 2: Theo WitteHet oog van de meesterDe
- Page 3 and 4: Introductie 4Deel IAlgemene en theo
- Page 5: Met het onderzoek naar de literaire
- Page 9 and 10: noeg zijn voordat de leerling desta
- Page 11 and 12: In deel II wordt het instrument ont
- Page 13 and 14: van de opdrachten: het doel van deo
- Page 16 and 17: Deel IIILiteraire ontwikkeling in d
- Page 18 and 19: worden waargenomen: 77% heeftgedure
- Page 20 and 21: de beginsituaties in de bovenbouwva
- Page 22 and 23: MotivatieDe ontwikkeling van motiva
- Page 24 and 25: Deel IVHet oog van de meesterJe gaa
- Page 26 and 27: worden ingeperkt tot het hoe (werkv
- Page 28 and 29: proces is het ook relevant naderond
- Page 30 and 31: BijlageZes niveaus van literaire co
- Page 32 and 33: Niveau 2Beperkte literaire competen
- Page 34 and 35: kwesties zetten hen aan tot reflect
- Page 36 and 37: TekstDe boeken die leerlingen van d
- Page 38 and 39: Curriculum Vitae38
Deel IAlgemene en een theoretische inleidingBeel<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n niet gemaakt, ze moesten ‘wor<strong>de</strong>nbevrijd uit het marmer’ alsof ze er al waren,altijd al.Rutger Kopland (David)6