Monumentenstudiedag verslag met een vleugje ... - watererfgoed.nl

Monumentenstudiedag verslag met een vleugje ... - watererfgoed.nl Monumentenstudiedag verslag met een vleugje ... - watererfgoed.nl

watererfgoed.nl
from watererfgoed.nl More from this publisher
17.07.2015 Views

Nederland is klein. Denk ruim!Herbestemming, herontwikkeling, gebiedsontwikkelingen intensivering zijn samenhangendebegrippen waarachter veel goeds, maar ookevenveel matigs schuil kan gaan. Eén ding isdaarbij zeker: in beginsel de aanwezigheid vanéén of meerdere gebouwen op de plek waariets staat te gebeuren. Wat, wanneer, door wie,hoe? Het antwoord op deze vragen hangt afvan het kennen en herkennen van kansen, mogelijkhedenen oplossingen.Vooral gebieden met industriële relicten blijkendikwijls een lastige opgave. Positievergeformuleerd wordt gesproken van industrieelerfgoed, of zelfs van industriële monumenten.Gelukkig worden zo langzamerhand inNederland ook succesverhalen verteld vanhoogwaardige nieuwe toekomstperspectievenvoor het wellicht meest maatschappelijke erfgoeddat ooit tot stand kwam. Het erfgoed vaniedereen, van hoog tot laag, producent en consument,werkgever en werknemer, ongeachtreligieuze of politieke overtuiging. Wij allen– en onze voorouders – zijn onlosmakelijkverbonden met de industriële ontwikkeling,en de voortdurende modernisering en dynamiseringvan onze levensomstandigheden.Koesteren van industrieel erfgoed als historischebasis van onze moderne samenleving,zou vanzelfsprekend moeten zijn. En dan nietalleen het aaibare romantische architectonischfraaie fabriekje, maar ook het esthetisch meerweerbarstige chemiecomplex. Niet alleen degemakkelijk te hergebruiken gebouwen, maarook productiehallen met sheddaken. Succesvan een evenwichtig hergebruik is in Nederlandnog niet verzekerd. Het cultuurhistorischbesef moge toenemen, de realiteiten blijvenvooralsnog hard en dikwijls onbuigzaam, allesuccesverhalen ten spijt.Altijd opruiming in NederlandNiet zelden liggen herontwikkelingslocaties jarenlangte wachten op aanpak. Gebouwen vervallenonnodig, potentiële kosten nemen toe,de rekensommen worden moeilijker kloppendte maken, de vernietiging op termijn is ingezet.Dikwijls is zelfs al op voorhand gesloopt.Te weinig wordt in het algemeen nog besefthoezeer het industriële erfgoed aan de basisvan de identiteit van de Nederlandse-Europesesamenleving ligt. Hoezeer de industriëleontwikkelingen medebepalend zijn (geweest)voor de inrichting van landschap en infrastructuur.Nederland is een land van opruimers.Alles netjes en schoon. Weg met die “aolepruttel”. Wat niet meer nodig is wordt verwijderd.Zowel het kleine als het grote. In Nederlandgeen Lelijke Eend als spontaan kippenhokop het erf. Geen fabriek waar bomen enstruikgewas door dak en ramen groeien. Voordergelijke romantiek van het verrassende gaanwe massaal op vakantie naar Frankrijk. In Nederlandwordt daarentegen zo weinig mogelijkaan het toeval overgelaten. Bijna niets staathier per ongeluk nog. Nog onlangs verdwenende oude fakkeltorens bij Slochteren als vanzelfsprekend.De zichtbare historische symbolenvan onze gasbelwelvaart werden voor oudijzer neergehaald. Wordt hierbij überhaupt welnagedacht? Nederland geeft zich gewoonwegte weinig tijd om over hergebruik in plaats vanopruiming na te denken. Talloze locaties metoude fabrieken werden de afgelopen decenniavoor de sloop gekocht. Nieuwe ontwikkelingenter plaatse hebben meestal geen enkele relatiemeer met het voorgaande. Wij zijn meesters28

in ontworteling. Monumentenzorg hobbeltniet zelden achter de feiten aan. Ook het doorbrekenvan historische samenhang lijkt eenvanzelfsprekende handeling. Een textielfabriekis kennelijk alleen nog te gebruiken zolang dehallen met sheddaken weggesloopt mogenworden. En bijna altijd mag dat. Onzin natuurlijk.Stuitend is verder de ouderwetse methodevan grondwaardeontwikkeling. “Mooie”nieuwbouwplannen verbloemen dan de realiteitvan opschonen, saneren, sporen vernietigenen grond uitgeven. Dobbelman Nijmegenis niet meer en wordt nooit meer. Evenminals Sphinx Maastricht, de Walzenmolen Sasvan Gent en vele andere bruikbare historischecomplexen. Er was nog zoveel moois mee tedoen…Cultureel landsbelangMaakt het gebrek aan visie en creativiteit onsdan helemaal kansloos? Daar moet ik natuurlijkneen op antwoorden. Ons bestuurlijke,maatschappelijke of professionele leven moettoch inhoudsvol en nuttig blijken? We doenhet toch voor meer dan alleen idealisme? Hetgaat om het landsbelang! Zolang er kansenzijn, is er hoop op verbetering. De komendejaren komt er nog heel wat voor de kiezen. Watgebeurt er met de industrie-landschappelijkestedenbouw van het Hembrugterrein (Zaandam)of het KNSF-terrein (Muiden)? Bewarenwe enkele parels of gaan we serieus aantonendat de intensieve herbestemming van zoveelmogelijk complexonderdelen relevant is vooreen optimale vastgoedexploitatie? Gaan weeindelijk eens toevoegen en consolideren inplaats van slopen en vervangen?Gewoon even doorzetten. Benut de historischestructuur, hergebruik de omvangrijkehistorische bouwmassa’s en voeg architectuurtoe die een echte relatie aangaat met het bestaande.Laat daarbij de plechtige begrippen “monumentenzorg”en “bescherming” herleven. Dit29

Nederland is klein. Denk ruim!Herbestemming, herontwikkeling, gebiedsontwikkelingen intensivering zijn samenhangendebegrippen waarachter veel goeds, maar ookevenveel matigs schuil kan gaan. Eén ding isdaarbij zeker: in beginsel de aanwezigheid vanéén of meerdere gebouwen op de plek waariets staat te gebeuren. Wat, wanneer, door wie,hoe? Het antwoord op deze vragen hangt afvan het kennen en herkennen van kansen, mogelijkhedenen oplossingen.Vooral gebieden <strong>met</strong> industriële relicten blijkendikwijls <strong>een</strong> lastige opgave. Positievergeformuleerd wordt gesproken van industrieelerfgoed, of zelfs van industriële monumenten.Gelukkig worden zo langzamerhand inNederland ook succesverhalen verteld vanhoogwaardige nieuwe toekomstperspectievenvoor het wellicht meest maatschappelijke erfgoeddat ooit tot stand kwam. Het erfgoed vanieder<strong>een</strong>, van hoog tot laag, producent en consument,werkgever en werknemer, ongeachtreligieuze of politieke overtuiging. Wij allen– en onze voorouders – zijn o<strong>nl</strong>osmakelijkverbonden <strong>met</strong> de industriële ontwikkeling,en de voortdurende modernisering en dynamiseringvan onze levensomstandigheden.Koesteren van industrieel erfgoed als historischebasis van onze moderne same<strong>nl</strong>eving,zou vanzelfsprekend moeten zijn. En dan nietall<strong>een</strong> het aaibare romantische architectonischfraaie fabriekje, maar ook het esthetisch meerweerbarstige chemiecomplex. Niet all<strong>een</strong> degemakkelijk te hergebruiken gebouwen, maarook productiehallen <strong>met</strong> sheddaken. Succesvan <strong>een</strong> evenwichtig hergebruik is in Nederlandnog niet verzekerd. Het cultuurhistorischbesef moge toenemen, de realiteiten blijvenvooralsnog hard en dikwijls onbuigzaam, allesuccesverhalen ten spijt.Altijd opruiming in NederlandNiet zelden liggen herontwikkelingslocaties jare<strong>nl</strong>angte wachten op aanpak. Gebouwen vervallenonnodig, potentiële kosten nemen toe,de rekensommen worden moeilijker kloppendte maken, de vernietiging op termijn is ingezet.Dikwijls is zelfs al op voorhand gesloopt.Te weinig wordt in het algem<strong>een</strong> nog besefthoezeer het industriële erfgoed aan de basisvan de identiteit van de Nederlandse-Europesesame<strong>nl</strong>eving ligt. Hoezeer de industriëleontwikkelingen medebepalend zijn (geweest)voor de inrichting van landschap en infrastructuur.Nederland is <strong>een</strong> land van opruimers.Alles netjes en schoon. Weg <strong>met</strong> die “aolepruttel”. Wat niet meer nodig is wordt verwijderd.Zowel het kleine als het grote. In Nederlandg<strong>een</strong> Lelijke Eend als spontaan kippenhokop het erf. G<strong>een</strong> fabriek waar bomen enstruikgewas door dak en ramen groeien. Voordergelijke romantiek van het verrassende gaanwe massaal op vakantie naar Frankrijk. In Nederlandwordt daarentegen zo weinig mogelijkaan het toeval overgelaten. Bijna niets staathier per ongeluk nog. Nog o<strong>nl</strong>angs verdwenende oude fakkeltorens bij Slochteren als vanzelfsprekend.De zichtbare historische symbolenvan onze gasbelwelvaart werden voor oudijzer neergehaald. Wordt hierbij überhaupt welnagedacht? Nederland geeft zich gewoonwegte weinig tijd om over hergebruik in plaats vanopruiming na te denken. Talloze locaties <strong>met</strong>oude fabrieken werden de afgelopen decenniavoor de sloop gekocht. Nieuwe ontwikkelingenter plaatse hebben meestal g<strong>een</strong> enkele relatiemeer <strong>met</strong> het voorgaande. Wij zijn meesters28

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!