Gouda Waterstad - watererfgoed.nl
Gouda Waterstad - watererfgoed.nl Gouda Waterstad - watererfgoed.nl
Varen met motorRond 1920 deed de dieselmotor zijnintrede. Dat bleek een oplossing voorde beperkingen van de zeilvaart.Maar een motor in het ruim kosttewel veel laadruimte in de toch alkleine schepen. En minder vrachtleverde minder inkomsten op.Daarom kozen veel schippersaanvankelijk voor een hulpmotor inde vorm van een zijschroef, de‘lamme arm’. Dat was een lange asmet schroef die aan de zijkant vanhet schip in het water werd gelaten.Ook gebruikten ze een ‘opduwertje’,een klein bootje met sterke motorlangszij, of op de kont van het schip.De ‘lamme arm’ van de FrieslandScheepstypenIn de museumhavens zijn prachtigehistorische schepen te zien. Wegeven een summier overzicht vanscheepstypen. Voor die typologie isde vorm van de stevens (het voor- enachtereinde van een scheepsromp)bepalend.Globaal zijn de kenmerken van deverschillende scheepstypen:- Aken, tjalken en klippers zijn(zeilende) bedrijfsvaartuigen.- Aken zijn stevenloze schepen. Zezijn van voren wat rond en robuust.- Tjalken hebben een ronde steven- Klippers hebben een holle overhangendesteven. Het zijn redelijksnelle zeilers. Ze hebben eenvooruitstekende, holle voorstevenen een sterk ‘gepiekt’ achterschip.Ze kunnen minder vracht vervoerendan de aken. Daarom heten ze ookwel ‘vrachtschepen voor de rijken’.- Steilstevens hebben een rechtevoorsteven, maar een achterschip vaneen aak. Door de lichte bouw kan desteilsteven tot 20 ton meer ladingmeenemen dan een vergelijkbareLuxeMotor. Erg geschikt dus voor hetvaren in de veenkoloniën. Het roerheeft dezelfde vorm als dat van eentjalk. Vrij veel steilstevens zijn lateromgebouwd tot motorschip.- Motorschepen werden vanaf hetbegin van de twintigste eeuwgebouwd. De beurtmotor heeft geenverhoogd achterdek, de LuxeMotorwel.- Tot slot de sleepboten en opduwers,die dienden om bijvoorbeeld schepenzonder motor te verplaatsen.De stoomsleepboten werden ook wel‘ijzeren paarden’ genoemd. Evenalsde opduwers horen zij bij de historievan de vrachtvaart en zullen daaromin veel museumhavens niet ontbreken.14
Varende monumentenSinds 1 januari 1989 bestaat denieuwe Monumentenwet. Velehistorische schepen vallen er onderen worden daarom vanaf 1990varende monumenten genoemd. Zijmaken nu deel uit van hetNederlands cultureel varend erfgoed.Dit betekent dat onderkend wordtwelk belangrijk aandeel zij gehadhebben in onze cultuurhistorie.Gouda was de eerste gemeente dieeen schip op de eigen gemeentelijkemonumentenlijst zette Het is deVredebest, een oude boeieraak uit1883.De Vredebest kreeg enkele jarenligplaats in de Museumhaven Gouda.Thans staat het niet meer op degemeentelijke monumentenlijst.VredebestUnieke vaartuigen behoudenTegen het einde van de vorige eeuwvond men het jammer dat detraditionele zeilvaartuigen begonnente verdwijnen. Die hadden eenseen unieke rol gespeeld op derivieren, kanalen en binnenwaterenvan Holland. Op bijna alle oudeschilderijen die iets met het watergemeen hebben, komen zij voor.Ze konden in het begin van devorige eeuw niet meer concurrerenmet gemotoriseerde schepen. Zewaren te klein en te langzaam. Zijwerden daarop afgedankt en lagenher en der weg te rotten.Sommigen werden gered enkregen een nieuw leven alsdrijvende woningen. Maar velewerden eenvoudig gesloopt.Gelukkig waren er mensen dieinzagen dat een uniek stukgeschiedenis van de binnenvaartin Holland aan het verdwijnen was.Met veel enthousiasme endoorzettingsvermogen begonnenzij de oude bedrijfsvaartuigen weerop te bouwen. Anderen kochten deschepen op en verbouwden die totwoonboot.Aanvankelijk werden de nieuweeigenaren en hun schepenargwanend bekeken. Vooralhavenautoriteiten wilden deze‘oude rommel’ niet in hun haven.Later zagen ook provincies engemeenten in dat deze historischevaartuigen behouden moestenworden en niet mochtenverdwijnen en dat er ligplaatsen envaarmogelijkheden moestenkomen en daarnaast faciliteiten omde schepen te kunnen restaureren.15
- Page 2 and 3: VOORWOORDGouda ligt als een parel i
- Page 4 and 5: Groninger tjalk in Fries landschap4
- Page 6 and 7: dweilen waren mijn werk vanalledag.
- Page 8 and 9: Hoofdstuk 3MuseumhavensEen Museumha
- Page 10 and 11: Vaak is dat een beeld van ruimvijft
- Page 12 and 13: Samen met de LVBHB maken nogenkele
- Page 16 and 17: Hoofdstuk 5Gouda HavenstadHoe ontst
- Page 18 and 19: in karren of op hun rug naar depakh
- Page 20 and 21: ‘Inboorlingen’ van GoudaOoit ge
- Page 22 and 23: In het parkje naast hetSchipperswac
- Page 24 and 25: Toen in 1913 ten behoeve van deopsl
- Page 26 and 27: Nieuwe vormen van vrachtvervoerTot
- Page 28 and 29: Reclametekenaar Pim Sekerismaakte d
- Page 30 and 31: Hoofdstuk 6Van Gouda Havenstad naar
- Page 32 and 33: Hoofdstuk 7Binnenhavenmuseum Turfsi
- Page 34 and 35: Ambitieuze plannenOp die Open Monum
- Page 36 and 37: Het publiek moest naar de schepenku
- Page 38 and 39: Het ging hierbij ‘om het beheer v
- Page 40 and 41: Van historische haven naarMuseumhav
- Page 42 and 43: In 1923 kreeg de NederlandseVerenig
- Page 44 and 45: Aan de buitenzijde van de loodsplaa
- Page 46 and 47: twee jaar, in de zomermaandenvanuit
- Page 48 and 49: Overzicht toegelaten schepen1990De
- Page 50 and 51: 2000 Viering tienjarig bestaan van
- Page 52 and 53: 90- Ime de Boer90 - JanPieter Janse
- Page 54 and 55: Commissie Bouw Werf/terrein ( 1997
- Page 56: InhoudsopgavePaginaVoorwoord 2Hoofd
Varen met motorRond 1920 deed de dieselmotor zijnintrede. Dat bleek een oplossing voorde beperkingen van de zeilvaart.Maar een motor in het ruim kosttewel veel laadruimte in de toch alkleine schepen. En minder vrachtleverde minder inkomsten op.Daarom kozen veel schippersaanvankelijk voor een hulpmotor inde vorm van een zijschroef, de‘lamme arm’. Dat was een lange asmet schroef die aan de zijkant vanhet schip in het water werd gelaten.Ook gebruikten ze een ‘opduwertje’,een klein bootje met sterke motorlangszij, of op de kont van het schip.De ‘lamme arm’ van de FrieslandScheepstypenIn de museumhavens zijn prachtigehistorische schepen te zien. Wegeven een summier overzicht vanscheepstypen. Voor die typologie isde vorm van de stevens (het voor- enachtereinde van een scheepsromp)bepalend.Globaal zijn de kenmerken van deverschillende scheepstypen:- Aken, tjalken en klippers zijn(zeilende) bedrijfsvaartuigen.- Aken zijn steve<strong>nl</strong>oze schepen. Zezijn van voren wat rond en robuust.- Tjalken hebben een ronde steven- Klippers hebben een holle overhangendesteven. Het zijn redelijksnelle zeilers. Ze hebben eenvooruitstekende, holle voorstevenen een sterk ‘gepiekt’ achterschip.Ze kunnen minder vracht vervoerendan de aken. Daarom heten ze ookwel ‘vrachtschepen voor de rijken’.- Steilstevens hebben een rechtevoorsteven, maar een achterschip vaneen aak. Door de lichte bouw kan desteilsteven tot 20 ton meer ladingmeenemen dan een vergelijkbareLuxeMotor. Erg geschikt dus voor hetvaren in de veenkoloniën. Het roerheeft dezelfde vorm als dat van eentjalk. Vrij veel steilstevens zijn lateromgebouwd tot motorschip.- Motorschepen werden vanaf hetbegin van de twintigste eeuwgebouwd. De beurtmotor heeft geenverhoogd achterdek, de LuxeMotorwel.- Tot slot de sleepboten en opduwers,die dienden om bijvoorbeeld schepenzonder motor te verplaatsen.De stoomsleepboten werden ook wel‘ijzeren paarden’ genoemd. Evenalsde opduwers horen zij bij de historievan de vrachtvaart en zullen daaromin veel museumhavens niet ontbreken.14