16.07.2015 Views

AMERSFOORT

AMERSFOORT

AMERSFOORT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEOPEN MONUMENTENDAGJAARGANG 7, NUMMER 1 - SEPTEMBER 2004Amersfoort Vestingstad


OPEN MONUMENTENDAG 2004ZATERDAG 11 SEPTEMBER 2004, 10.00 TOT 16.00 UURDe routebeschrijving door de binnenstad vindt u vanaf pagina 9LIJST VAN OPEN MONUMENTEN1 Ø Museum Flehite, Westsingel 502 Mannenzaal, Westsingel 473 Davidsbolwerk4 Brouwerij de Drie Ringen, Kleine Spui 185 Koppelpoort, Kleine Spui/Grote Spui6 Waterpoort Spui7 Armandomuseum, Elleboogkerk, Langegracht 368 Ø Sint-Aegtenkapel, ‘t Zand 379 Ø Sint-Franciscus Xaverius, ‘t Zand 2910 Ø Oud-Katholieke Kerk van de Heilige Georgius, ‘t Zand 1311 Bloemendalse Binnenpoort12 Bloemendalse Buitenpoort13 Ø Ingang Flint14 Ø Hofje Armen de Poth, Sint-Rochuskapel, ingang Pothstraat15 Stadsmuur, Sint-Annastraat16 Kamperbuitenpoort17 Winkelpand, Kamp 8218 Stadsmuur Achter de Kamp19 ! Coninckstraat 15, Logies de Tabaksplant20 Kamperbinnenpoort21 ! Muurhuizen 80-8222 Dieventoren, Muurhuizen 9723 ! Monnikendam24 Burgerweeshuis, Regentenkamer, Zuidsingel 2525 Museum Jacobs van den Hof, Zuidsingel 1426 Muziekschool (RMA), ingang Zuidsingel27 Mondriaanhuis, Kortegracht 1128 Ø Kortegracht, Vismarkt29 Ø Evangelisch-Lutherse Kerk, Langestraat 6130 Ø Nieuwstraat 17 [theater]31 Opstapplaats de Waterlijn, KrommestraatDistributiepunt routebeschrijving32 Hof 39, Logement de Gaaper33 Sint-Joriskerk, Hof 134 Hof 11-1235 Archeologisch Centrum, Langegracht 1136 Kapelhuis, Krankeledenstraat 1137 Onze-Lieve-Vrouwetoren, Lieve Vrouwekerkhof38 Ø Lieve Vrouwekerkhof39 Ø Jorisplein40 Ø Johanneskerk, Westsingel 3041 Hellepoort42 Oude Stadhuis, Westsingel 4343 Ø Observant, Stadhuisplein 744 Logegebouw Jacob van Campen, Van Persijnstraat 945 De Zonnehof, Zonnehof 8A Wandeling over de Grebbeliniedijk-Hoogland-West (zie pag. 5)B Kapel Coelhorst, Coelhorsterweg 35 (zie pag. 5)C Rondwandeling Wagenwerkplaats, Parkeerplaats NS noordzijde(zie pag. 5)Ø Zie muziekprogramma op pagina 7Tijdens Open Monumentendag voor publiek toegankelijk! Primeur 2004!2


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADCOLOFONAmersfoort Magazine is een city-marketing magazine datbericht over de (economische) ontwikkeling van de stadAmersfoort.Jaargang 7Nummer 1 – september 2004Special Open Monumentendag 2004Deze special rondom de Open Monumentendag 2004is een initiatief van Uitgeverij Educom BV en kwam totstand in samenwerking met de gemeente Amersfoorten het comité Open Monumentendag Amersfoort.Het comité Open Monumentendag is een samenwerkingsverbandtussen de VVV Amersfoort, MuseumFlehite, ‘t Gilde Eemland, de NV AmersfoortseMaatschappij tot Stadsherstel, Uitgeverij Educom,Bureau Kunsteducatie en de gemeente Amersfoort(gemeentelijke archiefdienst, bureau monumentenzorg,bureau archeologie, bureau communicatie SOB enbureau toerisme, recreatie en sport).In het comité hadden in 2004 zitting: Wethoudermonumentenzorg en archeologie P. Jonkman,voorzitter, A.M.E. de Backer (Stadsherstel),H. Beckers (‘t Gilde), C. van den Braber (restauratiearchitect),J. van Brussel (sponsoring), M.A. Cramer(Monumentenzorg), R.P.H. Diederiks (Educom),L. Edelkoort (Flehite), H.M. Groenland (Toerisme),A. Groot (Kunsteducatie), J. Heukelom (Kunsteducatie),S. de Jong (Communicatie), F. van Kan (Archiefdienst),T. Reichgelt (Archiefdienst), S. Vrielink (VVV),N. Weewer (VVV), G. IJzereef (Flehite).Het Comité Open Monumentendag Amersfoortwerd inhoudelijk en organisatorisch ondersteunddoor de medewerkers van het gemeentelijk bureaumonumentenzorg: A. van Engelenhoven, A.L.M.Hovens, J.B. Vernhout en E. Vilsmeier.SponsorsDeze speciale uitgave werd mede mogelijk door eenfinanciële bijdrage van:Hoofdafdeling Stedelijk Beheer van de gemeenteAmersfoort en de Provincie Utrecht.ProductieUitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks, uitgeverPostbus 252963001 HG RotterdamMathenesserlaan 3473023 GB RotterdamTelefoon: 010 – 425 65 44Telefax: 010 – 425 72 25E-mail: info@uitgeverijeducom.nlInternet: www.uitgeverijeducom.nlHoofd- en eindredactieRobert Diederiks en Max CramerRedactieDit nummer werd - naast bijdragen vanuit UitgeverijEducom BV - samengesteld door het gemeentelijkbureau Monumentenzorg. Hiervoor werden bijdragenontvangen van: Cor van den Braber, Max Cramer,Jos Heukelom, Margriet Mijnssen, Ton Reichgelt enFrancien Snieder.AfbeeldingenBureau Archeologie AmersfoortBureau Monumentenzorg AmersfoortCor van den Braber, Amersfoort.CoverfotoTredmolen in de Koppelpoort.Foto: Max Cramer.Foto achterzijdeTekening van een waltoren door Jan Apeldoorn uit 1825.Museum Flehite Amersfoort, 1000-892.Distributie van deze specialVVV-Amersfoort, Stationsplein 9-11; Museum FlehiteWestsingel 50; De Observant, Stadhuisplein 7;OLV-toren, Krankeledenstraat 30 en De Zonnehof,Zonnehof 8.Dit nummer wordt toegezonden aan de abonnees vanhet Amersfoort Magazine en aan de abonnees van hetNieuwsblad Monumentenzorg en Archeologie, eengezamenlijke uitgave van de bureaus Monumentenzorgen Archeologie van de sector Stedelijke Ontwikkelingen Beheer.Adreswijzigingen ten aanzien van deNieuwsbladabonnees s.v.p. doorgeven aan: redactievan het Nieuwsblad Monumentenzorg en Archeologie,Sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer, Postbus4000, 3800 EA Amersfoort. Telefoon: 033-469.48.16,Max Cramer of ma.cramer@amersfoort.nlMet dank aan:Het Comité Open Monumentendag is de onderstaandepersonen zeer erkentelijk voor hun bijdrage:• Alex de Jonge, afdeling Landmeten Vastgoed, die deroutekaarten heeft vervaardigd;• Museum Flehite, Amersfoort; in het bijzonderGerard Raven en Karlijn Berends die bijzonderbehulpzaam waren bij het samenstellen van deoverzichtscatalogus.• Utrechts Archief, Utrecht.© Copyright september 2004Uitgeverij Educom BVISSN 1387-5701INHOUD2 Routekaart binnenstad3 Inhoud / Colofon4 Voorwoord5 Activiteiten Open Monumentendag20047 Muziekprogramma9 Routebeschrijving binnenstad15 Amersfoort Vestingstad16 De Stadsmuren vanAmersfoort32 De bolwerken van Adriaenvan Alcmaer19, 23-31 Overzicht van deAmersfoortse Stadspoorten35 Middeleeuws wapentuig39 Routebeschrijving binnenstad -vervolg41 Grebbelinie en Valleikanaal, eenSiamese tweeling48 Grebbelinie moet toeristische attractieworden49 Utrecht en zijn verdedigingslinies3


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADAmersfoort VestingstadHet Landelijke Comité Open Monumentendag heeft het jaar 2004 in het tekengesteld van de stadsverdediging. Hiermee wordt het driehonderdste sterfjaar van deberoemde Nederlandse vestingbouwer Menno van Coehoorn (1641-1704) herdacht.Na het Rampjaar 1672 maakte hij naam als vestingbouwer met een publicatie, waarinhij zijn Nieuw-Nederlandse Stelsel formuleerde. In 1695 werd hij aan het hoofd vande landelijke forticiacatiedienst gesteld. Onder zijn leiding werden veel Nederlandsevestingen gemoderniseerd.Het thema Stadsverdediging is Amersfoort ophet lijf geschreven. De stadsmuren en poorten,opgetrokken om de stad tegen aanvallen vanbuiten te kunnen verdedigen, vormen nogsteeds markante plekken in het Amersfoortsestadsbeeld. Vandaar dat in dit magazine veelaandacht wordt besteed aan de ontwikkelingsgeschiedenis van deze tot de verbeeldingsprekende monumenten. In Amersfoort speeldeaan het eind van de 16de eeuw de vestingbouwerAdriaen van Alckmaer (1541-1620) eenbelangrijke rol. In dit nummer wordt dan ookeen artikel aan zijn plannen gewijd.Het is geen toeval dat juist op deze dag eenmonografie over de Koppelpoort verschijnt.Tijdens de Open Monumentendag is dezeuitgave met korting bij deze unieke land- enwaterpoort verkrijgbaar.Daarnaast heeft Amersfoort zich eeuwenlangook moeten verdedigen tegen het water. Hetartikel over de Grebbelinie toont aan datAmersfoort op een wel heel strategisch gelegenplek, op het raakvlak tussen de UtrechtseHeuvelrug en de Gelderse Vallei, is ontstaan.Ongetwijfeld zal ook deze, door uitgeverijEducom zorgvuldig vormgegeven, aflevering vanhet Amersfoort Magazine weer een plaats in veelboekenkasten krijgen.Breed draagvlak | De Open Monumentendagheeft zich de afgelopen jaren een niet meerweg te denken plaats verworven binnende evenementen in Amersfoort. Dat blijktdit jaar ook uit particuliere initiatieven.Wandelvereniging Te Voet heeft een begeleidewandeling uitgezet over de Grebbelinie,Stichting Coelhorst heeft de pas gerestaureerdekapel voor het publiek opengesteld en overhet spoorwegemplacement heeft de StichtingIndustrieel Erfgoed Stad Amersfoort insamenwerking met de Nederlandse Spoorwegeneen wandeling langs de wagenwerkplaatsenuitgezet. Voor nadere informatie zie pag. 5-6.Tenslotte, ook dit jaar zijn er in het kader vande Dag van de Amateurkunst in verschillendemonumenten concerten georganiseerd . Oppagina 7 vindt u een volledig programmaoverzicht.Dank | Als voorzitter van het Comité OpenMonumentendag Amersfoort wil ik iedereendie aan deze dag heeft meegewerkt van hartebedanken. De auteurs ben ik zeer erkentelijkvoor hun bijdragen, die het de bezoeker mogelijkmaakt zich verder in dit thema te verdiepen.De Open Monumentendag kan echter geensucces worden zonder de medewerking vaneigenaren, beheerders, kerkbesturen enbewoners, die hun bezit met liefde aan debezoekers willen tonen.Daarnaast hebben ook de gidsen van ’t GildeEemland en de vrijwilligers van het BureauArcheologie de bezoekers van deze dagvakkundig rondgeleid. Veel dank daarvoor.Piet JonkmanWethouderMonumentenzorg enArcheologie/voorzitterComité OpenMonumentendagAmersfoort4


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADD EPROGRAMMA ZATERDAG 11 SEPTEMBER 2004, 10 - 16 uurBoek KoppelpoortIn de Koppelpoort is tijdens de OpenMonumentendag het rijk geïllustreerde boekover de Koppelpoort verkrijgbaar. UitgeverijTHOTH heeft voor deze dag een speciale prijsvastgesteld: € 12,50 (winkelprijs € 14,90). Aandit 132 pagina’s tellende boek heeft een grootaantal op dit terrein gespecialiseerde auteurssamengewerkt. Centraalstond de vraag wanneerde Koppelpoort exact wasgebouwd.Stap voor stap wordt deontwikkelingsgeschiedenisontrafeld. De tekstis van een groot aantalafbeeldingen in kleuren zwart-wit voorzien,waarbij veel aandachtaan de vormgeving isbesteed.K O P P E L-P O O R THart van de Amersfoortse stadsverdedigingA. Wandeling over de Grebbeliniedijk-Hoogland-WestTijdens de Open Monumentendagorganiseert Wandelvereniging Te Voet eenbegeleide wandeling over de normaalgesloten Grebbeliniedijk bij Amersfoort.Geïnteresseerden in geschiedenis en natuurworden van harte uitgenodigd. De liniedijk langsde Eem was onderdeel van de Grebbelinie, dieliep van Rhenen tot Spakenburg. Bij dreigingvan een buitenlandse inval werden grote delenvan de Gelderse Vallei met behulp van dezelinie onder water gezet. De linie functioneerdevan midden achttiende eeuw tot en met deTweede Wereldoorlog. Ten Noorden vanAmersfoort zijn meerdere restanten van deGrebbelinie te vinden, zoals het Werk aande Glashut (de Schans), de Grebbeliniedijken het Werk bij Krachtwijk. Een deskundigezal tijdens de wandeling hierbij uitleg geven.In 1940 werden voor een vrij schootsveldongeveer 60 boerderijen en huis Coelhorstafgebroken. Teruglopend richting Amersfoortpasseren we in Hoogland-West enkele vandeze in uniforme stijl herbouwde boerderijen.De groepsgrootte bedraagt maximaal 20personen, bij meer belangstelling zal dewandeling op 18 september worden herhaald.Startpunt is de Schans, tegenover toegangshekvan watersportvereniging de Eemkruisers.Geen parkeerplaatsen. Het beginpunt is goedKapel van Coelhorstte bereiken met de fiets. Of buslijn 2, halteIskanderpad (zaterdag 2 maal per uur), circa5 minuten vanaf het begin van de wandeling.Aanvang om 14.00 uur.Lengte ongeveer 10 kilometer.Opgave voor de wandeling via bgrd@hetnet.nl.Meer informatie over Te Voet en haar activiteitenop www.tevoet.nl.Fietsroutes+ ANWB Fietsroute Grebbelinie Noord: 36 km+ ANWB Fietsroute Grebbelinie Zuid: 38 kmBeide routes staan in de ANWB/VVV FietsgidsZuid Veluwe en Gelderse Vallei.Verkrijgbaar bij VVV Amersfoort, Stationsplein9-11, Amersfoort. Prijs € 7,50.Wandelroute:Grebbedijk Wandelroute. 14,5 km. Wandelrouteop en rond de Grebbedijk tussen Rhenen enWageningen. Een gedeelte van de route is ook zeergeschikt om te fietsen. Uitgave van WaterschapEem en & Vallei. Gratis. Verkrijgbaar bij VVVAmersfoort, Stationsplein 9-11 Amersfoort.B. Kapel van Coelhorst, beschermd tegen wateren ander geweldNa de restauratie van de kapel vanCoelhorst in 2003 heeft de Rijksdienstvoor de Monumentenzorg toestemminggegeven tot het aanbrengen van hetblauw-witte monumentenschildje.Dit schildje, dat goed zichtbaar aan de voorgevelis bevestigd, maakt duidelijk dat hier sprake isvan een belangrijk cultureel erfgoed dat in gevalvan een gewapend conflict gerespecteerd enbeschermd dient te worden. Het Verdrag van’s-Gravenhage, in mei 1954 in het Vredespaleisgesloten, ligt hieraan ten grondslag.De toekenning is op de volgende criteriagebaseerd: 1) Ouderdom, 2) Kunst- en cultuurhistorischebetekenis, 3) Architectonischebijzonderheid of constructie, 4) Uniciteit en5) Ligging. Aan de toekenning gaat dus eenheel proces vooraf waarbij ondermeer hetbetreffende monument op een stafkaart moetworden ingetekend en dit alles in overlegmet de Provinciale Militaire commandantof de Territoriale Bevelhebber. Maar ook inde vijftiende eeuw was er aandacht voor deeventuele gevaren welke de kapel zoudenkunnen belagen. Dit blijkt uit oude akten, waarinstaat vermeld dat de kapel is gewijd aan deHeilige Nicolaas, dé patroon en beschermervan zeevarenden. Deze werd ook geachtbescherming te bieden tegen overstromingenvan rivieren, in dit geval de Eem.Op deze wijze weet de kapel zich ookbeschermd tegen watergeweld! Tijdens de OpenMonumentendag is de kapel opengesteld enals onderdeel opgenomen in de wandelroutegeorganiseerd door de Wandelvereniging Te Voet.C. Rondwandeling WagenwerkplaatsTussen de Berg en het Soesterkwartier bevindtzich het afgesloten terrein van de voormaligeHoofdwagenwerkplaats Amersfoort. Het bedrijfis in 1903/1904 gesticht en in 2000 gesloten.De gebouwen van de werkplaats kunnengerekend worden tot het industriële erfgoedWaterlijnOok dit jaar biedt de Waterlijn de bezoekersvan de stad Amersfoort de gelegenheid mee tevaren met de schippers. Vanaf het water heeftu een prachtig zicht op de monumenten enhet beschermde stadsgezicht van Amersfoort.Van harte aanbevolen!Grebbelinie buiten de Kamppoort. (Tekening: Utrechts Archief)5


vervolg: PROGRAMMA ZATERDAG 11 SEPTEMBER 2004, 10 - 16 uurvan Amersfoort. De Stichting IndustrieelErfgoed in de Stad Amersfoort (Siësta) zetzich in om het gehele complex op de rijksdanwel gemeentelijke Monumentenlijst tedoen plaatsen. Eigenaar is NS Vastgoed. Inafwachting van de nieuwe ontwikkeling vanhet uitgestrekte terrein is een aantal gebouwendoor huurders tijdelijk in gebruik genomen.Tijdens de Open Monumentendag is ergelegenheid kennis te maken met dit voorveel Amersfoorters onbekende gebied. Ophet terrein is een route uitgezet, langs onderandere de Wagenloods en de Verensmederij.Een aantal huurders zal hun gebouw voorbezichtiging openstellen. Interessantegebouwen zijn bijvoorbeeld de Wagenloods ende Verensmederij. De Werkgroep Wagenwerkplaatstreedt voor deze dag op als begeleidervan de route. Routebeschrijvingen zijn verkrijgbaarbij de VVV op het Stationsplein enaan het begin van de route (parkeerplaats NSingang Noordzijde).Nadere informatie tel. 033-4611474.11 september tussen 10.00 en 16.00 uur.Uitgebreid muziekprogrammaOp veel plaatsen is ook dit jaar weer muziekin de monumenten te beluisteren; met namekoormuziek, soms in combinatie met de in dekerk aanwezige orgels. De organisatie hiervanis verzorgd door Anton Groot en Jos Heukelomvan het bureau Kunsteducatie. Op pag. 7-8 treftu het muziekprogramma aan, zoals dat bij hetter perse gaan bekend was. Tijdens de OpenMonumentendag worden aanvullingen c.q.wijzigingen per affiche kenbaar gemaakt.MUZIEKPROGRAMMA: zie pagina 7-8Tentoonstellingen en rondleidingenIn Museum Flehite (1)en het Armandomuseum(7) zijn speciaal voordeze dag apartetentoonstellingengeorganiseerd. In hetgemeente-archief, datzich in de Observant(45) bevindt, bestaat opdeze dag de mogelijkheidhet depot in de kelderte bezoeken. Nadereinformatie vindt u bij hetbetreffende monument in de routebeschrijvingvanaf pag. 9.KeistadfeestenIn het weekend van 10, 11 en 12 septembervinden in Amersfoort ook de Keistadfeestenplaats. Het thema is: muziek onder de titelDe stad swingt! Zaterdagmiddag en -avond is ermuziek op de pleinen.Voor meer informatie kunt u de websiteraadplegen: www.keistadfeesten.nl.Primeurs Open Monumentendag 2004!Coninckstraat 15, Logement de TabaksplantMuurhuizen 80-82, restauratie van een pakhuisMonnikendam, een prachtige waterpoortGrebbelinie, begeleide wandeling doorwandelvereniging Te VoetSpoorwegemplacement, wandeling langsindustrieel erfgoedConinckstraat 15, Logement de Tabaksplant 6


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEBOERDERIJENVESTINGSTAD| Tekst en organisatie Jos Heukelom, medewerkster Bureau Kunsteducatie AmersfoortTraditiegetrouw openen de Amersfoortseamateurkunstverenigingen het nieuwe seizoenmet een openbare presentatie de “Dag van deAmateurkunst”. Deze dag wordt in samenwerkingmet het comité van de “OpenMonumentendag” georganiseerd.Op zaterdag 11 september is het woord aan deamateurs. In diverse panden die voor de “OpenMonumentendag” zijn opengesteld wordenkleine optredens verzorgd.Amersfoort is een actieve stad op amateurkunstgebieden herbergt ruim 60 koren, 14 korpsen,5 orkesten, 5 volksdansverenigingen,20 toneelverenigingen, 3 fotoclubs en 1 literaireclub binnen haar stadsmuren.De dag van de amateurs biedt dit jaar ruimteaan de koren, korpsen, muziekverenigingen,dans, fotoclubs en toneel om zich te presenteren.In een optreden van ca. 25 minuten geven zijeen impressie van hun nieuwe programma.Het publiek krijgt uitgebreid de gelegenheidom met de diverse groepen kennis te makenen kan zich laten informeren over de diversemogelijkheden die er in Amersfoort zijn om zichbij een vereniging aan te sluiten. Daarnaast biedthet programma alle ruimte aan de bezoekers vande “Open Monumentendag” om de panden tebezichtigen.Twintig koren presenteren zich met eenmiddagvullend programma in twee kerken diezich aan ’t Zand bevinden: de St. FranciscusXaveriuskerk en de St. Aegtenkapel. Tussen12.00 en 17.30 brengen zij een afwisselendprogramma. De diverse koren brengenreligieuze en wereldlijke liederen, film-, musicalenpopmuziek, en staan zo samen garant vooreen gevarieerde en verrassende dag.De foyer van de St. Aegtenkapel is ingeruimdals informatieruimte. Diverse koren gevenhier uitleg over het reilen en zeilen van hunkoor, maar ook andere verenigingen hebbeninformatiemateriaal neergelegd. Het publiekkan zich laten informeren over de diversemogelijkheden. Video’s van diverse optredenszijn aanwezig.In de foyer hangen tien prachtige foto’s die doorleden van de fotoclub Eemland zijn gemaakt.TangogroepCheecktoCheeckDe Amersfoortse muziekkorpsen formeren zichin de Johanneskerk. Tussen 14.00 en 16.00uur treden het harmonie-orkest Wilskracht, hetMallet & Percussion Ensemble van K.A.M.V. enVeluwe Brass Band afzonderlijk op en sluiten afmet een gezamenlijke finale.Ook andere korpsen en orkesten zijn tijdens deKeistadfeesten te beluisteren.In het sfeervolle pand Nieuwstraat 17 zalde toneelvereniging Tejaterthuis vier maalgelegenheid bieden om een korte voorstellingbij te wonen. Tijdens deze voorstelling wordt hetpubliek verzocht om niet in- en uit te lopen.De muziekvereniging Oranje biedt de jeugd degelegenheid om spontaan mee te oefenen opdiverse trommels. Dit vindt plaats op het LieveVrouwe Kerkhof.Het spraakmakende koor Voice Box treedtdriemaal buiten op: 11.30 bij de ingang van deFlint, 11.50 op de Korte Gracht (visafslag) en12.10 op het Jorisplein.Veluwe Brass BandVocal Challenge7


St. Rochuskapel, de Poth, Pothstraat11.00 – 11.20 uur Vrouwenkoor Allégresse11.30 – 11.50 uur Blokfluitensemble Regentesse11.50 – 12.10 uur Hemony Ensemble12.10 – 12.30 uur St. Joris Kamerkoor14.00 – 14.20 uur Amersfoorts Kamerkoor14.25 – 14.45 uur Vocal Group AkkoordOud Katholieke St. Georgiuskerk, ’t Zand 1312.30 – 12.50 uur Amstel Consort13.25 – 13.50 uur kamerkoor Chantatouille13.50 – 14.15 uur Amersfoorts Mannenkoor14.15 – 14.40 uur Blokfluitensemble RegentesseSt. Franciscus Xaveriuskerk, ’t Zand 2912.00 – 12.25 uur v/h Draadloos12.25 – 12.50 uur Vereniging van Huismuziek12.50 – 13.15 uur Oecumenisch koor Spirit13.15 – 13.40 uur On-Y-Chante13.40 – 14.05 uur Amstel Consort14.05 – 14.30 uur Omroep Jongenskoor14.30 – 14.55 uur Dwarsfluitensemble “Syrinx”14.55 – 15.20 uur Amersfoorts Kamerkoor15.20 – 15.45 uur Basic & Full Color15.45 – 16.10 uur Cantiamo16.10 – 17.00 uur Orkest Vereniging Amersfoort énAmersfoorts Mannenkoorpresentatrice: Heleen BarbasSt. Aegtenkapel, ’t Zand 3712.15 – 12.40 uur Peter Bruinsma (zang) en Garmt Knollema(piano)12.40 – 13.05 uur Vocaal Group Akkoord13.05 – 13.30 uur Hemony Ensemble13.30 – 13.55 uur TDK EigenWijs13.55 – 14.20 uur Vocal Challenge14.20 – 14.45 uur St. Joris Kamerkoor14.45 – 15.10 uur Amersfoorts Muziektheatergroep Totaal15.10 – 15.35 uur Vocaal Ensemble Sequens15.35 – 16.00 uur Kamerkoor Chantatouille16.00 – 16.15 uur Tangogroep CheecktoCheeck16.15 – 16.40 uur VGA Swing Close16.40 – 17.05 uur Amersfoorts Vocaal Ensemble17.05 – 17.30 uur Hallehuiskoor met de Wibra’spresentator:Guido de WijsMuseum Flehite, Van Buiningenzaal, Westsingel 5013.30 – 14.00 uur v/h Draadloos14.00 – 14.30 uur ander koor** onder voorbehoudDe Observant, Stadhuisplein 1, binnenplaats13.30 – 13.55 uur Vereniging van Huismuziek14.00 – 14.30 uur Tangogroep CheecktoCheeck (café)14.30 – 14.55 uur Popstones14.55 – 15.20 uur VGA Swing CloseJohanneskerk, Westsingel 3014.00 – 16.00 afzonderlijke optredens van:harmonie orkest WilskrachtMallet & Percussion EnsembleKoninklijke Amersfoortse Muziek Verenigingen Veluwe Brass afgerond met een finale.Tejaterthuis, Nieuwstraat 17Het succesvolle theatertje van Amersfoort “Tejaterthuis” opent haardeuren voor het publiek om gratis een voorstelling bij te wonen.Tussen de schuifdeuren wordt 4 maal een korte voorstelling gegeven:13.30 – 14.00 uur . 14.30 – 15.00 uur15.30 – 16.00 uur . 16.30 – 17.00 uurEvangelisch Lutherse Kerk, Langestraat 6111.00 – 12.00 orgelspel door Henk Veldman12.00 – 12.30 vrouwenkoor Allégresse13.00 – 13.20 orgelconcert Henk VeldmanVoor de argeloze voorbijganger die zich inhet kader van de Open Monumentendagnaar Amersfoort heeft begeven moet heteen aangename verrassing zijn om zoveelbedrijvigheid bij de monumenten aan te treffen.De monumenten kunnen rustig bezichtigdworden en de mooie muziek die in verschillendepanden te beluisteren valt zorgt voor een sfeervollecombinatie.Amersfoort een stad vol monumenten, maar ookvol mensen die amateurkunst beoefenen.Orkest Vereniging Amersfoort8


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADBESCHRIJVING ROUTEBINNENSTAD| Tekst en foto's Max Cramer, architectuurhistoricus bureau Monumentenzorg AmersfoortHet vertrekpunt van de OpenMonumentendag is traditiegetrouwMuseum Flehite, ingang via het poortjeen het bruggetje over de Westsingel.Hier vindt u de laatste informatie over deOpen Monumentendag. Aan de hand vande routekaart op de binnenzijde van deomslag (pagina 2) kunt u gemakkelijk uwweg door het beschermde stadsgezichtvan Amersfoort bepalen.Ook bij De Observant, de VVV, deZonnehof en het kantoor van de Waterlijnzijn exemplaren van het tijdschriftverkrijgbaar.1 Museum Flehite, Westsingel 50Dit stadsmuseum van Amersfoort is gevestigd inde drie muurhuizen Breestraat 76, 78 en 80/82.De drie panden zijn een wezenlijk onderdeelvan de historische museumcollectie. Hetneorenaissance uiterlijk van de panden is ruim100 jaar oud, maar bouwsporen binnen toneneen bewogen historie van bijna vijf eeuwen.Zeer recent is door Bureau MonumentenzorgAmersfoort dendrochronologisch onderzoekverricht in de eikenhouten kappen van depanden. Uit de datering van het hout in dekapconstructies van Breestraat 76 en 80/82 isgebleken, dat beide huizen omstreeks 1540 zijngebouwd. Dat bevestigt het vermoeden dat demuurhuizen relatief kort na 1501 tot stand zijngekomen. Toen mocht de vrijgekomen grond opde plaats van de eerste afgebroken stadsmuurworden bebouwd.1. Museum FlehiteEen topstuk in de vaste presentatie van MuseumFlehite is het stadsgezicht op Amersfoort uit 1670van de hand van de Amersfoortse schilder MatthiasWithoos. Het doek meet 4 bij 2 1 /2 meter en toontminutieus en zeer realistisch de bebouwing binnende middeleeuwse ommuring. De stadsmuur, hoewelals verdedigingswerk sterk verouderd, lijkt nog geheelin oorspronkelijke staat, met waltorens - en duidelijkop de voorgrond - de Koppelpoort.2 Mannenzaal en kapel, Westsingel 47In Nederland is dit de enige en in West-Europaéén van de drie overgebleven gasthuiszalen.Toch waren gasthuizen in de laatmiddeleeuwsesteden in Nederland geen bijzonderverschijnsel: zij namen de zorg op zich voor demindervermogende zieken en bejaarden. Debouw van gasthuizen was ook overal gelijk: aanhet uiteinde van de zaal lag een kapel, zodat de9


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTAD3. Davidsbolwerk 5. Roel van Eerden in zijn atelier in de Koppelpoort.bedlegerigen de diensten in de kapel kondenvolgen. Maar ook in Amersfoort zou geengasthuiszaal meer zijn, als de oorspronkelijkeplannen tot nieuwbouw van het St Pieters enBloklandsgasthuis in 1907 waren doorgegaanen de vervallen laatmiddeleeuwse Vrouwen- enMannenzaal zouden worden gesloopt. Maarenkele Amersfoortse notabelen, samen met degrondlegger van de monumentenzorg jhr mrVictor de Stuers en rijksbouwmeester dr P.J.H.Cuypers, grepen in en de nieuwbouwplannen vande Amersfoortse architect Herman Kroes werdenaangepast. Zo zijn de Mannenzaal en de kapelbewaard gebleven.Levende Geschiedenis in de Mannenzaal 1907tussen 12.00 en 16.00 uurHoe de gastelingen, bewoners van de Mannenzaal,de nieuwbouwplannen ervaren, kunt u nog altijdbij hen navragen. Rolspelers kruipen in de huid vanenkele Mannenzaalbewoners en met hen kunt u delaatste nieuwtjes uit 1907 bespreken!3DavidsbolwerkIn 1594 ontwierp vestingbouwer AdriaenAnthonisz ter versterking van de stadsmuureen bolwerk tussen de Utrechtsepoort enKamperbinnenpoort. Dit bastion staat prachtigafgebeeld op het stadsgezicht van MatthiasWithoos uit 1671, dat zich nu in Museum Flehitebevindt. In het begin van de 19 de eeuw werd hetbolwerk door tuinarchitect Hendrik van Lunterenin de plantsoengordel rond de stad opgenomen.Het gebogen lanenverloop is kenmerkend voorde Engelse Landschapsstijl. Gelijktijdig kreeghet bolwerk de bestemming van AlgemeneBegraafplaats. In 1974 werd de begraafplaatsgeruimd. Enkele monumentale grafzerkenverwijzen nu nog naar de vroegere bestemming.4 De Drie Ringen, Kleine Spui 18Waarschijnlijk was dit monumentje vroeger éénvan de vele stadsboerderijen binnen de muren.Na de restauratie van 1990 is het pand alsbrouwerij in gebruik genomen. Een gevelsteenmet de ‘drie ringen’, waarnaar de brouwerij enhet bier zijn genoemd, is na de restauratie in devoorgevel aangebracht.5 De Koppelpoort, Kleine SpuiDeze gecombineerde water- en landpoort dieonderdeel uitmaakte van de tweede ommuring,dateert uit circa 1425. De waterpoort heeft noghet oorspronkelijke takelmechaniek waarmeehet balkenschot, nodig voor het afsluitenvan de opening boven het water, op en neerkan worden bewogen. De landpoort met hetstadswapen aan de buitenkant en ook hetgedeelte aan de overzijde van het Spui zijn lateretoevoegingen. De Koppelpoort werd reeds in 1886gerestaureerd.Op de Open Monumentendag kunt u ook aan hetatelier van de Amersfoortse kunstenaar Roel vanEerden een bezoek brengen.5. Koppelpoort10


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTAD6Waterpoort bij het SpuiVanaf ’t Zand heeft u uitzicht op de Langegracht.Ter hoogte van de muurhuizen bevond zich naaralle waarschijnlijkheid vanaf het eind van de 13deeeuw een waterpoort, als onderdeel van de eersteommuring. Tijdens de restauratie van de pandenvan museum Flehite werden bij archeologischonderzoek sporen aangetroffen.7 Armandomuseum, Elleboogkerk,Langegracht 36Samen met de Sint-Franciscus Xaveriuskerkop het Zand behoort de Elleboogkerk tot deeerste ‘echte’ katholieke kerken die na dereformatie in Amersfoort werden gebouwd.In 1783 werd begonnen met de bouw van dehuidige Elleboogkerk, waarna in 1820 de torenwerd toegevoegd. In 1843 werd de kerk min ofmeer kruisvormig verlengd in de richting van deBreestraat. In 1998 werd in de gerestaureerdekerk het Armandomuseum ondergebracht.architectuur, civiel of militair, die de mensheid metachtenswaardige achteloosheid in het landschapheeft achtergelaten. Sublieme stillevens vaninmiddels gepasseerd vernuft, maar nog steeds vaneen onaanraakbare schoonheid voor wie het wil zien.Fons wil dat soort dingen zien. Het zijn, behalvereizen op zoek naar onverwachte schoonheid ookreizen in de tijd.’Het doel van dit project is dat wij niet alleen metons gebouw de Elleboogkerk deelnemen aan OpenMonumentendag maar ook met een extra activiteitdie bijzonder goed past bij het thema.Dit fotowerk van Fons Brasser is een heel mooivoorbeeld van Monumenten van Verdediging. Wezijn van mening dat we met deze tentoonstellingeen extra kwaliteit aan Open Monumentendaggeven. Het werk past heel goed bij het werkvan Armando, dat te zien is in de huidigetentoonstelling “De Verzameling II”. Niet voor nietsis tekst van Armando opgenomen in de bij OpenMonumentendag behorende publicatie. Als debezoekers dit met ons mee ervaren, is ons projectsuccesvol.8 Sint-Aegtenkapel, ‘t Zand 37Op de route passeert u de Aegtenkapel, hetenige restant van het vroegere kloostercomplexdat al vanaf 1399 bestond. Het betreft eendubbelkapel,: de westzijde was oorspronkelijkvoorzien van een tussenverdieping, waardoorkloosterlingen en leken gescheiden van elkaar dedienst konden bijwonen. Bij de restauratie van1972 werd de verdiepingsvloer doorgetrokkentot over de gehele lengte van de kapel. Tijdensde Open Monumentendag is in dit monumentregelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor hetprogramma op pagina 7-8.9 Sint-Franciscus Xaverius, ‘t Zand 29De Sint-Franciscus Xaveriuskerk, in 1816ontworpen door architect F. Wittenberg, iséén van de eerste Neoclassicistische kerken inNederland. Tijdens de Open Monumentendag7. Armandomuseum: speciale fototentoonstelling. 10. Schilderij Kamperbuitenpoort in de Oud-Katholieke Kerkaan 't Zand.is in dit monument regelmatig muziek tebeluisteren. Zie hiervoor het programma oppagina 7-8.10 Oud-Katholieke Kerk van de HeiligeGeorgius, ‘t Zand 13De Oud-katholieke Kerk is in 1927 gebouwd naarontwerp van de Amersfoortse architect W. vanGent. De ingangspartij met de paraboolvormigeboog is kenmerkend voor de architectuurvan de Amsterdamse School. Links staat eenasymmetrisch geplaatste, iets vooruit springendetoren, die is uitgevoerd in metselwerk metdecoratieve vlakken, banden en inspringingen.Ook het nog geheel authentieke kerkinterieuren de 17de-eeuwse schilderijen zijn de moeitevan een bezoek meer dan waard. Het orgelSpeciale expositieIn het kader van Open Monumentendag 2004organiseert het Armando Museum op het balkonvan het museum een kortlopende tentoonstellingvan een twaalftal zwart/wit foto’s van de HollandseWaterlinie en de Stelling van Amsterdam van debeeldend kunstenaar en fotograaf Fons Brasser.Fons Brasser is gefascineerd door vorm en maat.Fons Brasser werkt projectmatig waarbij deuitgangspunten van zijn fotografie onderzoek ensystematiek zijn. Het leeuwendeel van zijn projectenbevindt zich op de grens van beeldende kunsten geschiedenis. In dat kader fotografeerde FonsBrasser heel veel ‘militair landschap’. De schrijverLouis Ferron zegt over Brasser: ‘Het aardige vanFons Brasser is dat hij het maniakale systeemzoeken combineert met een andere manie: hetbetreft hier zijn liefde voor de stiefkinderen van de15. Stadsmuur Sint-Annastraat11


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTAD16. Kamperbuitenpoortdateert uit 1870. In de kerk bevindt zich ook het16de-eeuwse schilderij met de vondst van hetmiraculeuze beeldje in 1444. Op dit schilderijstaat de Kamperbuitenpoort afgebeeld. Tijdensde Open Monumentendag is in dit monumentregelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor hetprogramma op pagina 7-8.Havickerpoort of11 BloemendalsebinnenpoortTer hoogte van de kruising met de Bloemendalsestraatbevond zich in de eerste stadsmuur deHavickerpoort. Dit rechthoekig torenachtiggebouw, later Bloemendalsebinnenpoortgenoemd, werd in het midden van de 17de eeuwgesloopt.12Bloemendalse BuitenpoortDeze poort werd gebouwd ter plaatse van dedoorgang naar de Bloemendalsestraat, bij deuitleg van de stad tussen 1380 en 1450. Het betrofeen rechthoekige toren met voorpoort op deSingel. Eind 17 de eeuw werd de poort omgevendoor een bastion, naar ontwerp van AdriaenAnthonisz. van Alckmaer. Hier werd in 1700 deJoodse begraafplaats aangelegd. De poort werd inhet tweede kwart van de 19de eeuw gesloopt. Uitdie tijd dateert ook het accijnshuis.13Ingang FlintBij de entree van dit theater treedt om 11.30 uurhet koor Voice Box op.19. Logies de Tabaksplant, Coninckstraat 15 20. Kamperbinnenpoort14 Hofje Armen de Poth/ Rochuskapel,Even buiten de eerste ommuring bezatende Heilige Geest- of Pothbroeders een stukgrond, voor het eerst vermeld in 1388. Dezegeestelijken brachten geld bijeen om de armente voorzien van voedsel. In de 15de eeuw werdde Pothhof ingericht voor het verplegen vanpestlijders. Rond 1500 verrees het kapelletjegewijd aan Sint Rochus, de beschermheilige vande pestlijders. In 1547 kwamen de Celzusterener wonen. Langzamerhand is het een echt hofjegeworden, waar tot 1975 wekelijks nog broodwerd uitgedeeld. Het pesthuis is 100 jaar geledenafgebroken. Het complex bezit 49 woninkjes. Opde Open Monumentendag zijn de Rochuskapelen de Celzusterenkamer voor publiek geopend.15Stadsmuur Sint-AnnastraatDeze muur vormt één van de weinigeoverblijfselen van de tweede ommuring.Hier is nog goed te zien hoe achter de bestaandemiddeleeuwse muur tussen 1561 en 1570 eenaarden wal werd opgeworpen. Dit werd gedaanomdat door de toename van de vuurkracht vanhet geschut (buskruit) de stenen muren geenafdoende bescherming meer boden. Vanuit deronde, naar voren geplaatste torens, kon men dedaartussen gelegen muren goed beschermen.Later werden tegen de stadsmuur aan een grootaantal hooibergen geplaatst.16KamperbuitenpoortOp de drukke kruising bevond zich tot in hetbegin van de 19de eeuw een monumentalestadspoort, bestaande uit een rechthoekigetoren met voorpoort. Aan het eind van de 16deeeuw werd ook deze poort omgeven door eenbolwerk naar ontwerp van Adriaen Anthonisz vanAlckmaer. In 1838 werd het complex gesloopt.17. Stadsmuur Achter de Kamp 17. Stadsmuur Beestenmarkt12


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTAD21. Muurhuizen 80-82 (rechts) met op de achtergrond de Dieventoren. 22. Dieventoren vanaf de Zuidsingel17Stadsmuur Achter de KampOp oude funderingen en bestaande restantenwerd na bestudering van oude afbeeldingenin 1978 een deel van de muur, inclusief eenmuurtoren, een arkeltorentje, kantelen eneen weergang herbouwd. De schildmuur metkantelen, kijksleuven en moordgaten metdaarchter een weergang op tongewelven metdaaronder opnieuw kijksleuven geven een goedbeeld van deze middeleeuwse stadsverdediging.Iets zuidelijker, langs het voormalig terreinvan de Beestenmarkt,v werden in 1975 defunderingen van de stadsmuur aangetroffen.Deze tweehonderd meter lange muur met driewaltorens werd vervolgens iets opgemetseld.18 Kamp 82, ThuiszorgwinkelBij archeologisch onderzoek onder het pandaan de Kamp 82 is een 15de-eeuwse stookplaatsaangetroffen, zoals er bij de archeologen al achtbekend waren elders in de stad. Deze stookplaatsechter, met in het midden een vuurgang bedektmet bakstenen rooster, is buitengewoon goedbewaard gebleven. Nauwkeurig onderzoek aande verkoolde granen die erbij zijn aangetroffenmaken het zeer aannemelijk dat het hier eenbierbrouwersoven betreft.!19 Coninckstraat 15, Logies de TabaksplantDit pand is dit jaar voor het eerst tijdens de OpenMonumentendag geopend. Het huis is gebouwdin het begin van de 17de eeuw. Kenmerkendvoor die periode zijn de ‘hanekammen’ in eenlichtrode baksteen boven de deuren en ramen.Midden in de kap bevindt zich een ‘hijskap’.20KamperbinnenpoortDe Kamperbinnenpoort, in het verleden Viepoortgenoemd, is één van de weinige resterendedelen van de eerste stadsmuur, die rond 1300werd gebouwd. De poort werd voor het eerstin 1381 genoemd. Pas na de stadsuitleg en debouw van de Kamppoort of Kamperbuitenpoortwerd de naam van de Viepoort gewijzigd in23. Monniekendam 25. Museum Jacobs van den Hof13


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTAD31. Waterspuwer tegeover de opstapplaats van de Waterlijn.41. Hellepoort, een moderne vertaling van een poortgebouw door de Belgische architect Jo Crepain.Kamperbinnenpoort. De poort bestaat uittwee achtkantige torens die door een boog enweergang met elkaar zijn verbonden. In 1827 isdit tussenlid zelfs gesloopt. Tussen 1931 en 1933werd de poort echter weer in ere hersteld.!21 Muurhuizen 80-82Door bouwbedrijf Ossendrijver worden dezetwee zeer bouwvallige pakuizen gerestaureerden verbouwd tot drie woningen. Deze rijksmonumentendateren vermoedelijk uit het eind vande 18de eeuw. Op deze markante plek in deMuurhuizen, vlak bij de Kamperbinnenpoort,vormen deze karakteristieke pakhuizen straksweer een belangrijke schakel in het historischstadsbeeld.Dieventoren22 Muurhuizen 97Het betreft hier waarschijnlijk een in de 14deeeuw aangebrachte woontoren. Lange tijddeed de toren dienst als stedelijk cachot. Dezware, met ijzer beslagen deuren herinnerenhier nog aan. Het daktorentje is afkomstig vande in 1860 afgebroken Latijnse School. Daarkomt ook het gerestaureerde zeer bijzondereuurwerk vandaan. Dit behoort tot de oudste vanNederland en is vermoedelijk 15de-eeuws. Detijd wordt aangegeven door één wijzer voor de14hele uren. Deze worden tevens door het slagwerkbekrachtigd. Pas na voltooiing van de restauratievan 1942 werd de toren een poortgebouw, meteen bruggetje over de singel.23Monnikendam, Plantsoen ZuidDoor de waterpoort Monnikendam stroomthet water, verzameld uit diverse beken, destad binnen. Monnikendam werd rond 1425gebouwd ter verdediging van deze watertoegangnaar de stad. De poort bestaat uit twee rondemuurtorens, die door een boog met elkaar zijnverbonden. De mogelijkheid om - net als bij deKoppelpoort - de opening onder de boog af tesluiten, is aanwezig geweest.24 Burgerweeshuis, Zuidsingel 25U betreedt het Burgerweeshuis via hethardstenen, classicistische toegangspoortje aande Zuidsingel. Na een kloosterbestemming kreegdit complex in 1611 de functie van weeshuis. In deloop van de tijd werden verschillende gebouweningericht tot lint- en bombazijnweverij. Voor deweeskinderen gaf dat gelegenheid tot het lerenvan een ambacht. Tot in het begin van de jarendertig van deze eeuw voorzag het Burgerweeshuisin de opvang van kinderen. Daarna kreeg hetgebouwencomplex verschillende bestemmingen.De regentenkamer behield haar oorspronkelijkekarakter25 Museum Jacobs van den Hof,Zuidsingel 15Museum Jacobs van den Hof is een particuliermuseum met een eigen collectie van circa 80werken van Gijs Jacobs van den Hof. Behalveexposities van de eigen collectie, aangevuld metplastieken in bruikleen (o.a. uit het Kröller-MüllerMuseum) verzorgt het museum ook anderetentoonstellingen.26 Muziekschool, ingang Muurhuizen 1-3Deze twee muurhuizen zijn beide middeleeuwsvan signatuur. Dit is onder meer te zien aan dedikke muren met groot formaat baksteen en aande zware balken. Beide huizen zijn in de 18deeeuw ingrijpend verbouwd. De toegangshalvanuit de tuin, met de rode Öland-vloer en debetimmeringen dateren uit die periode. Op deverdieping, in een van de leskamers, vindt Ueen middeleeuwse muurafwerking: gepleisterdenamaakbakstenen tegen écht metselwerk!27 MondriaanhuisIn 1869 werd het woonhuis 9a verbouwd totschool. Op 7 maart 1872 werd de befaamdeschilder Pieter Cornelis Mondriaan, zoon vande hoofdonderwijzer geboren op Kortegracht11. In 1890 werd het woonhuis nummer 11 ookverbouwd tot school, die toen bestond uit zeslokalen en een bewaarschool.>> lees verder op pagina 39


AmersfoortVestingstad| Cor van den Braber, Max Cramer, Ton Reichgelt, Francien Snieder


OverzichtscatalogusAmersfoortVestingstadTekst: Max CramerCOLOFONHet katern Amersfoort Vestingstad verschijnt alsonderdeel van het Amersfoort Magazine, specialOpen Monumentendag 2004.Jaargang 7,Special OMD – september 2004Productie / RealisatieUitgeverij Educom BVR.P.H. Diederiks, uitgeverPostbus 252963000 HG RotterdamTelefoon: 010 – 425 65 44Telefax: 010 – 425 72 25E-mail: info@uitgeverijeducom.nlInternet: www.uitgeverijeducom.nlAfbeelding 1: Hofstede in de 12de eeuw, aangegeven op de kaart van Jacob van Deventer uit circa 1560.Hoofd- en eindredactieRobert DiederiksMax CramerMet bijdragen vanCor van den BraberMax CramerTon ReichgeltFrancien SniederMet dank aanMuseum Flehite,Gerard Raven en Karlijn BerendsUtrechts ArchiefAfbeelding pagina 15Tekening Kamperbinnenpoort, 1729, A. de HaanMuseum Flehite, inv. nr. 1000-964LiteratuurCor van den Braber, Gezicht op Amersfoort vanMatthias Withoos, Amersfoort 2003Ayolt Brongers, Historische encyclopedie vanAmersfoort, Amersfoort 1998.Sandra Hovens, ‘Amersfoort monumentalevestingstad’, in Nieuwsblad Monumentenzorg enArcheologie nr 43, september 1995.© september 2004Uitgeverij Educom BVISSN 1387-570Afbeelding 2: Stedelijke bewoning in de 13de eeuw, aan de zuidwestzijde begrensd door de Korte- enLangegracht.16


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADDe stadsmuren van AmersfoortEen stad ontstaat op een plaats waar handel zich concentreert, waar kooplieden zichvestigen en waar zij hun handelsgoederen moeten opslaan. Door deze bedrijvighedenworden tevens ambachtslieden met hun werkplaatsen aangetrokken. Zo’n plaatsmoet verdedigd worden tegen plunderaars en daarom bouwt men een wal, een muuren graaft men een gracht.De meeste middeleeuwse steden waren versterkt. Een ommuring is zelfs één vande wezenlijke kenmerken van een stad. Kreeg een nederzetting stadsrechten, danverwierf de plaats tegelijkertijd het recht verdedigingswerken aan te leggen.Zo kon men ongewenste vreemdelingen buiten de stad houden. Het bood niet alleende stedelingen en hun bezit een veilige plek, maar ook de boerenbevolking uit deomgeving kon hier de wijk nemen.| Tekst Francien Snieder, stadsarcheoloog van de gemeente AmersfoortPrestedelijke versterkingen inAmersfoortAl bestonden er veel eerder steden zoalsMaastricht, Utrecht en Deventer, stadsvormingop grotere schaal komt in de Lage Landen pasop gang tegen het eind van de 12de eeuw. Inde 13de eeuw komt deze ontwikkeling tot vollewasdom en ontstaan tientallen steden. Zo ookaan de Eem: op een plaats waar verschillendebeken samen komen en in één bedding verderstromen. Hier bevindt zich dan al een voorde,een doorwaadbare plaats, door de rivier (Eem/Amer). Op deze plek worden handelsgoederenovergeslagen, van grotere schepen op kleinereof op karren en omgekeerd. De bisschop vanUtrecht had het strategisch belang van dezeplek al onderkend, toen hij hier, waarschijnlijkin de eerste helft van de 12de eeuw, eenhofstede stichtte. De Gelderse Vallei werd toenontgonnen en de hofstede te Amersfoort washet bestuurscentrum van waaruit de ontginningwerd georganiseerd. De hofstede was tevens deplaats waar de goederen, de opbrengsten van hetland, werden verzameld.(Afb. 1) Dit complex,waar een schout in dienst van de bisschophuisde, heeft een verdediging gehad. De restenhiervan zijn teruggevonden bij archeologischonderzoek. Van een wal (met palissaden) ofmuur, is niets teruggevonden, maar wel vaneen gracht. Deze was in de 12de eeuw gegravenaan de zuidzijde van de Sint Joriskerk en nogtegen het eind van die zelfde eeuw dichtgeraaktdoor een overstroming. De hofstede bevondzich hoogstwaarschijnlijk ter plaatse van dehuidige kerk, op een natuurlijke zandige hoogte.Aan de noordzijde, ter plaatse van de huidigeGroenmarkt, was in die tijd ook een verdediging;een niet gegraven maar natuurlijk water.Aan de zuidkant van de latere stad hadden zichvanaf de 11de eeuw al enkele boeren gevestigd.Hun boerderijen bouwden ze op het hogereland op de laatste uitloper van de stuwwal, maardichtbij het lagere stroomgebied van de Eem.Bij opgravingen op het Mooierplein, waar nu hetDrakennest is, zijn twee boerderijen gevondendie daar vanaf de eerste helft van de 11de eeuwtot circa 1200 stonden.Dichtbij de hofstede vestigden zich koopliedenen handwerkslieden. Zij bouwden hun huizenop de kleine zandige hoogtes in het natte, lagegebied bij de rivier. De vroegste tekenen vanstedelijke bewoning zijn opgegraven ten westenvan de Hof, tussen Havik en Krommestraat.Om het gebied bewoonbaar te maken en tevrijwaren van overstromingen, greep men al ineen vroeg stadium in de waterhuishouding vanhet gebied in. De eerste grootscheepse ingreepwas het graven van de Kortegracht. Dit zal alkort na 1200 hebben plaatsgevonden en diendetwee doelen. Ten eerste werd de afstroom vanhet water, dat uit het zuiden en oosten hetAmersfoorts gebied regelmatig onder waterzette, versneld. In plaats van de wijde bochtte maken, de natuurlijke meander die nu nogherkenbaar is in het noordoostelijk deel van deZuidsingel, de Weverssingel en het Havik, konhet water rechtstreeks het gebied in westelijkerichting verlaten. Ter plaatse van de Langegrachtwaren al vochtige omstandigheden, daar heeftmen de natuur alleen een handje geholpen, maarde Kortegracht is gegraven door een tamelijkhoog terrein. Het tweede belangrijke effect vande ingreep was van strategisch belang. Het watersloot zo aan de zuidkant de prille stedelijkenederzetting af en vormde daar een verdediging.Aan de noordkant was er nog steeds het watervan de juist genoemde meander: een natuurlijkebarrière . Of er bij de zuidelijke gracht ook eenwal hoorde, is niet bekend. Deze zou zich danmoeten bevinden onder de zuidelijke bebouwingvan de Krommestraat. (Afb. 2)Ten tijde van de stadsrechtverlening aan Amersfoortin 1259 bestond er waarschijnlijk wel eenverdediging rond de toenmalige stad, wantin de stadsrechtoorkonde wordt Amersfoortomschreven als een oppidum. Dit duidt op eenversterking in welke vorm dan ook. Het zoueen aarden wal ter plaatse van de Krommestraatkunnen zijn, waarop deze typering sloeg. Eenstenen muur in die periode mag niet verwachtworden, want stenen stadsmuren worden pas inde 14de eeuw gebruikelijk in onze streken.De eerste stadsmuur, wanneergebouwd?Na de stadsrechtverlening komt de ontwikkelingvan Amersfoort in een stroomversnelling. Inhet gebied ten westen van de Hof worden steedsmeer huizen gebouwd en ook ten zuiden hiervankomt de eerste stedelijke bewoning opgang.Het stedelijk areaal groeit en tegelijkertijd debehoefte dit te verdedigen. Hoe dit aangepaktis, weten we niet. Er zijn nauwelijks ofgeen geschreven bronnen uit die tijd, maararcheologisch onderzoek heeft hierover welenig licht laten schijnen en hierdoor weten weiets over het uiterlijk, ligging en datering vandeze muur. Een historisch feit, dat weliswaarniet veel onthult over een al dan niet bestaandeversterking, kan in dit verband genoemd: onderbevel van de graaf van Gelre wordt Amersfoort in1274 belegerd en verwoest. Als er toen al sprakevan verdedigingswerken was, voldeed deze nietaan de eisen. (Afb. 3)De eerste stadsmuur is nog steeds in het huidigestratenpatroon te herkennen. Dat komt doordatna afbraak, op de plek van de muur, huizen - demuurhuizen - zijn gebouwd. Het tracé van demuur volgt de straat met de naam Muurhuizen(oost-, noord- en westzijde) en vervolgens deBreestraat en de Krankeledenstraat (zuidzijde).In de muur bevonden zich, voor zover we weten,drie landpoorten en twee waterpoorten.De ommuring omsloot een bijna rond - appelvormigom precies te zijn - gebied, dat eendoorsnede van ongeveer 500 meter had.De muur is opgebouwd uit bakstenen met eenformaat van 27 tot 29 centimeter. Dit laatsteis een belangrijk detail, want het zegt wat overde datering. Het formaat van bakstenen wordtnamelijk vanaf het midden van de 13de eeuw,toen er voor het eerst op grote schaal bakstenenwerden gebruikt, steeds kleiner, naarmate deeeuwen verstrijken. Zodoende kan, met enigevoorzichtigheid een baksteen aan zijn formaat17


AA1A5A2A4A3gedateerd worden.Van de drie landpoorten, die bij de vroegstestadsmuur behoorden, zijn bakstenengevonden: van de Havickerpoort (Bloemendalsebinnenpoort) in het noorden, van de Viepoort(Kamperbinnenpoort) en van de Rodetorenpoort.De laatste twee sloten aan het begin en het eindde Langestraat af. De aangetroffen bakstenenhadden een veel groter formaat dan de stenenvan de muur zelf, waar ook fragmenten vanteruggevonden zijn bij archeologisch onderzoek.De poorten blijken te zijn opgebouwd vanstenen die gemiddeld 32 centimeter langwaren. Deze grote bakstenen kunnen gedateerdworden in de tweede helft van de 13de eeuwen de conclusie dat de poorten toen al zijngebouwd kan voorzichtig worden getrokken.Het is mogelijk dat zich tussen de poorten eenniet-stenen verdediging bevond. Misschien washet een haag van doornige struiken, want vaneen aarden wal of palissaden wand is nooit ietsteruggevonden bij archeologisch onderzoekonder de stadsmuur.Het is natuurlijk ook gewoon een logischeaanpak dat men bij de bouw van de stadsverdedigingbegint bij de poorten, want hiermoest het inkomend verkeer gecontroleerd entegengehouden kunnen worden.Afbeelding 3: Eerste stadsmuur, circa 1300, met: 1. Waterpoort aan einde Langegracht,2. Havickerpoort, 3. Viepoort, 4. Waterpoort bij Tinnenburg, 5. Rode Torenpoort.18BB1B10B9B2Afbeelding 4: Tweede stadsmuur, circa 1380-1450, met: 1. Koppelpoort, 2. BloemendalseBuitenpoort, 3. Coninckspoort, 4. Stadsmuur St. Annastraat, 5. Kamperbuitenpoort, 6. StadsmuurPlantsoen-Oost, 7. St. Andriespoort, 8. Monnikendam, 9. Slijkpoort, 10. Utrechtsepoort.B3B4B8B7B5B6De poorten van de eerste stadsmuur | De vroegstevermeldingen van de drie genoemde poortenstammen uit de late 14de eeuw (1378,1381 en1388), maar zoals gezegd moeten ze ruim 100jaar daarvoor al zijn gebouwd.In eerste aanleg zijn de landpoorten alledrietorenachtige gebouwen geweest in lijn liggendmet de muur. Op de vroege stadsplattegrondenvan Braun & Hogenberg (1588), Blaeu (1649) enJanssonius/De Wit (1657) staat de Havickertorenafgebeeld. Hierop afgaand was het een zware,vierkante toren met onderdoorgang. Tot ver in de17de eeuw staat de toren er dus nog. In die tijddroeg het gebouw al lang de naam Bloemendalsebinnenpoort. De Rodetorenpoort was in 1560,toen Jacob van Deventer de plattegrond van destad tekende, al afgebroken. De Viepoort staater nu nog steeds, maar in geheel gewijzigdegedaante en met een andere naam: de Kamperbinnenpoort.De torenachtige poort is in eenlatere fase, in de 15de eeuw waarschijnlijk,voorzien van een voorpoort, die bestond uit tweeachthoekige torentjes met daartussen een poort.Deze was waarschijnlijk gebouwd op de singel(strook grond) tussen twee verdedigingsgrachtenin. De nu nog bewaarde restanten maaktendeel uit van deze toevoeging. Met deze poortwas de binnengracht verdedigd; de buitenstegracht kreeg ook een versterking, deze is geheelverdwenen.Naast de drie landpoorten waren er ook tweewaterpoorten. Een versterking bevond zich waarhet water aan de oostkant de stad binnenkomt bijde Kortegracht, tussen Tinnenburg (Muurhuizennr.25) en Rommelenburg (afgebroken, nu staathier een pand uit 1902, Muurhuizen 23). In1414 was deze waterpoort er nog; in dat jaarwerd Tinnenburg, gelegen naast ‘onser statwaterpoerte’, verkocht. Ook aan de westkantvan de stad, zal de toegang tot de stad via derivier versterkt zijn geweest. Bij werkzaamheden>> lees verder op pagina 20


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADA3. Viepoort /KamperbinnenpoortDe Kamperbinnenpoort is één van de weinigeovergebleven delen van de eerste stadsmuur.Oude benamingen zijn Viepoort of Martenspoort.Door deze poort werd vee naar buiten gelatenom te grazen op het land dat aan de SintMaartens-abdij te Utrecht behoorde, vandaardeze benamingen. Oorspronkelijk was het eeneenvoudige rechthoekige poort. Na de bouw vande Kamppoort verloor de Kamperbinnenpoort zijnmilitaire functie. De hoofdpoort werd in de eerstehelft van de 16de eeuw afgebroken, waardoorthans alleen nog de later op de Singel gebouwdevoorpoort resteert. Dit bouwwerk bestaat uittwee achtkantige torens, die door een boog enweergang met elkaar zijn verbonden In 1827 werddit tussenlid gesloopt; tussen 1931 en 1933 werdde poort echter weer hersteld. De poort bezit eenmezekouw, een gemetselde uitkraging boven depoort met werpgaten voor hete pek en kokendeolie waarmee aanvallers werden geweerd.Aquarel, 1780, naar eentekening van Jordanus HoornMuseum Flehite inv.nr. 1000-981Gewassen tekening, 1729, L.P.Serrurier naar C. Pronk Utrechts Archief, inv.nr. UA 3791919


StadsplattegrondBraun enHogenberg, 1588vervolg van pagina 18in de jaren zeventig van de vorige eeuw vooreen aanbouw van Museum Flehite is zwaarmuurwerk waargenomen. Het werd toengeïnterpreteerd als restant van een waterpoort,behorend bij de eerste stadsmuur.In het tracé van de eerste stadsmuur tussende Muurhuizen staat de Plompetoren. Hetis aantrekkelijk deze toren als onderdeel vande eerste stadsmuur te zien, maar het lijkteen latere toevoeging (late 14de eeuw?) tezijn. De onderdoorgang in de toren is pas bijde restauratie in 1942 aangebracht. De torenwordt ook wel Gevangentoren of Dieventorengenoemd, omdat deze lange tijd als gevangenisin gebruik is geweest.De andere torentjes die nu nog tegen deMuurhuizen prijken hebben de functie vantraptorentje en behoren tot de bouwfase van deveelal 16de-eeuwse huizen.Naast de grote toegangspoorten waren er ookkleine poortjes. Bij archeologisch onderzoekonder Muurhuizen 179 is een smalle doorgangdoor de eerste stadsmuur gevonden. Het zaleen vluchtpoortje zijn geweest. Het ligt preciesin het verlengde van de Kerkstraat en geeftachter de muur toegang tot de Spieringsteeg,van oorsprong een pad dat naar tuinderijenof industrieterreinen leidde. Dit soort kleineuitvalspoortjes, ook wel ‘poterne’ genoemd, isgeen onbekend verschijnsel. Een ophaalbrugover de gracht kon ’s avonds en in tijden vangevaar worden opgehaald.De muur | Rond 1300 begint men met de bouwvan de muur zelf. Op verschillende plaatsen is demuur bij archeologisch onderzoek opgegraven.In sommige gevallen waren alleen de onderstesteenlagen bewaard en soms vormden die nogsteeds de fundering van de huidige voorgevel vande Muurhuizen, soms was latere bebouwing zoingrijpend dat er van een stadsmuur niets meerover was. Op een gedeelte van het tracé lag demuur niet ter plaatse van de voorgevel van delatere huizen. Dit was in de Krankeledenstraat,waar het bij de nrs. 22 en 24 waargenomenis. Hier lag de stadsmuur zes meter achter delatere rooilijn van de huizen. De muur was nietzo erg dik, hetgeen voor het geschut uit die tijdniet nodig was. Op funderingsniveau was debreedte 90 cm en bovengronds 70 cm. Bij deKrankeledenstraat is de muur tot een hoogte vanzo’n drie meter boven het toenmalige maaiveldbewaard gebleven, maar hoe hoog hij werkelijkwas weten we niet zeker. De in de buitengevelvan Tinnenburg bewaarde bogen van deweergang kunnen wel een idee hiervan geven:ongeveer zeven meter.De gracht | Direct achter de muur lag degracht. Op sommige plaatsen werd dezegevormd door een natuurlijke waterloop, zoalsde Weverssingel. Op de meeste plaatsen moestdeze echter worden gegraven, vooral aan dezuidkant van de stad was de natuurlijke bodemhoog en dus droog. Er heeft rond 1300 heelveel grondverzet plaatsgevonden. Niet alleende verdedigingsgracht werd gegraven, maarook het Spui en de Nieuwe Eem heeft men indie periode aangelegd. Deze laatste diende om20


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADA2 A3 B1 B2 B5B2B5B1A2A3B7B7B8B8B9B10B9Stadspoorten uit Jansonius 1657de bereikbaarheid over het water te verbeteren,omdat de Oude Eem hiertoe niet voldeed.Dit was een smal, ondiep en kronkelend riviertje,waarover de schepen moeilijk de stad kondenbereiken. De grachten van de stadsmuur haddennaast hun verdedigende functie ook een rol in dewaterhuishouding. De afwatering naar buiten toewerd er door verbeterd, want ongewenst waterkon sneller geloosd. Een bijkomend voordeelvan het graven van de nieuwe grachten enwaterwegen, was de grond die daarbij vrijkwam.Deze werd benut om het bewoonbaar areaalte vergroten. De nattere en drassige terreinenhoogde men er mee op, waardoor deze geschiktvoor bewoning werden. Juist in de 13de en14de eeuw zijn enorme ophogingspakkettenaangebracht.Van de gracht van de eerste stadsmuur is nogbijna de gehele loop intact; alleen het Zand, in delate Middeleeuwen Sint Aagtensingel geheten,heeft men gedempt. Dit moet gedaan zijn eind16de of eerste helft 17de eeuw, want op de kaartvan Blaeu (1649) staan er bomen op het Zand.Toen de verdedigingsgracht nog in functie was,was deze zeker twee keer zo breed als nu. Opde kaart van Jacob van Deventer uit 1560 is degracht van de eerste omwalling aan de zuid- enwestzijde dubbel getekend. Is dit een restantvan een dubbele gracht met een singel in hetmidden?Een dubbele gracht is uit defensief oogpunt veelbeter, omdat het belegeraars moeilijker maakt demuur via het water te bereiken.De tweede stadsmuur, bloei in de 14deeeuwDe groei en bloei van de stad, deed hetstadsbestuur omstreeks 1380 besluiteneen tweede stadsmuur te bouwen. In diebloeiperiode, dus in de 14de eeuw, vestigden zichnieuwe stedelingen en ook een aantal boerenin de nabijheid van de stad. Opgravingen tonendat de boerderijen vaak weer na een of enkelegeneraties verdwijnen, om plaats te maken voorde oprukkende stad. Soms zijn boerderijenB10gewoon binnen de stadsmuren in bedrijfgebleven. (Afb. 4)Aan de noordzijde van de stad begon men tebouwen. Wat was de reden dat men juist hierstartte en waarom is de uitbreiding aan deze kantvan de stad zo veel ruimer dan elders?Een mogelijkheid is dat het hier eenbelangrijke land- en tuinbouwgebied betrof, devoorraadschuur van de stad, die men binnen debescherming van de stadsmuur wilde brengen.Dit gebied had de naam ‘de Pothof’ en dit zou inverband met de betekenis van voorraad kunnenworden gebracht (‘het oppotten’).Op stadsplattegronden uit de 16de en 17de eeuwstaan hier bijzonder veel hooimijten getekend enook moestuinen en boomgaarden. De agrarischecomponent is dan nog duidelijk aanwezig.Wanneer hier stedelijke bebouwing ontstaat isniet precies te zeggen. De Kamp, voortzettingvan de Langestraat en beide onderdeel vaneen belangrijke route naar het noordoosten,zal waarschijnlijk betrekkelijk vroeg bebouwdzijn geweest. Al tijdens de bouw van de tweede21


Muur Achter de KampTekening Cor van den BraberBureau Monumentenzorg Amersfoortstadsmuur bleek de gehele onderneming te hooggegrepen voor de stad. De groei en bloei dieAmersfoort in de 14de eeuw kende, lijkt al in de15de eeuw te stagneren. Het reusachtige karweivan de bouw van deze muur met al haar torensen poorten kon slechts met heel veel inspanningvolbracht worden. Het lijkt of Amersfoort eente grote broek had aangetrokken, een broek diezelfs tot het einde 19de eeuw bleef passen.Het uiterlijk van de tweede stadsmuur kennenwe veel beter, dan dat van de eerste. Op 16de- en17de-eeuwse stadsplattegronden is de tweedemuur afgebeeld met al haar torens, poorten enbolwerken. Langs de Sint Annastraat, tussenConinck- en Pothstraatstraat, staat nog eenstuk muur met enkele torens overeind. Nazeventig jaar bouwen was in 1451 de tweedemuur gesloten. De eerste stadsmuur is toen nietdirect opgegeven. Vanaf ongeveer 1500 beginthet stadsbestuur met het uitgeven van grondgrenzend aan de eerste muur, dan worden demuurhuizen gebouwd, hoewel het nog geruimetijd duurt eer alle grond aan deze binnenste schilvolledig bebouwd is. De muurhuizen die dusmet hun voorgevel in veel gevallen op de eerstestadsmuur gefundeerd zijn, staan op gedemptegrond ter plaatse van de binnenste gracht.Poorten en torens | Het lijkt logisch dat ookbij deze muur de bouw van de poorten deeerste werkzaamheden waren. Hiertussen werdaanvankelijk een aarden wal opgeworpen metgrond uit de gracht.Bij de uitleg van de stad werden de poorten naarbuiten gezet, waarbij de plaats werd bepaalddoor wegen en waterlopen. In deze muur gavenvijf landpoorten toegang tot de stad en was ereen waterpoort en een gecombineerde land- enwaterpoort. Monnikendam was de vervangervan de poort bij Tinnenburg en de Koppelpoortverving de poort die waarschijnlijk ter plaatsevan Flehite stond. De Bloemendalse poortverdedigde de noordelijke toegang en vervingde Havickerpoort, de Kamppoort stond aanhet eind van de Kamp en verving de Viepoort;aan de zuidzijde van de stad kwamen tweepoorten in de plaats van de Rodetorenpoort:de Utrechtsepoort en de Slijkpoort. Nieuwis de poort waar de Heiligenbergerweg destad binnenkomt, hier bouwde men de SintAndriespoort. Tussen de poorten bevondenzich 22 halfronde uitspringende muurtorens,van waaruit de muur onder vuur kon wordengehouden, en 24 halverwege de muuruitkragende arkeltorentjes, die als wachtpostendienst deden. De poorten hebben in de loop dereeuwen vele aanpassingen, zoals voorpoortenen bastions, gekregen. De waterpoorten kondenworden afgesloten door een valdeur. Behalve eendefensieve functie speelde de afsluiting ook eenrol in de waterhuishouding van de stad. Dit wasbij de Koppelpoort het geval, maar waarschijnlijkniet bij Monnikendam. Bij hoog water in deEem kon men de deuren geheel sluiten. Devaldeur sloot aan op een houten vloer onder dewaterpoort.Muur en gracht | Evenals bij de eerste muur,was er aan de stadszijde een op bogen rustendeweergang. Aan de veldzijde werd de muur opsommige plaatsen geschraagd door steunberen.De dikte was ongeveer 80 cm en de hoogte 7 m.Het geheel was gefundeerd op spaarbogen, eenwijze van bouwen met ondergrondse bogenen poeren, die werd toegepast om stenen uit tesparen. Dit was een nieuwe methode, want defundering van de eerste muur bestond nog uitdoorlopend muurwerk. Ook deze stadsmuur hadeen dubbele gracht met een singel ertussen.Aanpassingen aan de tweede stadsmuur,eerste maatregelen | Door de toename van devuurkracht voldeed de stadsmuur betrekkelijkkort na voltooiing al niet meer. In 1561 begintmen daarom met het aanaarden van debinnenzijde van de muur. Hierdoor werden debogen van de weergang geheel aan het zichtonttrokken. Waarschijnlijk waren in die tijd depoorten al voorzien van barbacans (voorpoorten)met stenen boogbruggen over beide grachten.Ontwerpen van Van Alckmaer | Naar advies vande beroemde vestingbouwkundige Adriaen vanAlckmaar (1541-1620) werd de stadsverdedigingtegen het eind van de 16de eeuw opnieuwgemoderniseerd. Pas in 1613 werd de buitensteverdedigingsgracht verbreed, nadat in 1594 debinnenste gracht gedempt was. Bastions werdenaangelegd ter plaatse van de Bloemendalsebuitenpoort en de Kamperbuitenpoort en hetDavidsbolwerk werd opgeworpen.Verval en verlies van defensieve functie | Inde loop van de 17de en 18de eeuw raakt destadsmuur in verval. De verdediging wasniet bestand tegen aanvallen van vijandelijketroepen. Torens werden bij belegeringen kapotgeschoten en niet hersteld. In 1633 werdende arkeltorentjes afgebroken, want door hungewicht begon de muur naar buiten te hellen.Om de burgers ter wille te zijn, zodat zijzonder omwegen hun buiten de muur gelegentuinderijen konden bereiken, werden op diverseplaatsen poortjes gemaakt. In 1645 kreeg eendrapier toestemming voor het maken van hetPispoortje, achter het Sint Aagtenklooster omde met urine bewerkte wol op een vlot in destadsgracht te kunnen spoelen. In 1646 werd hetHeren- of Schoolpoortje (tussen Monnikendamen Andriespoort) door de muur gebroken, opdatmen sneller naar het Bleekerseiland kon gaan.In 1658 maakte men een poort aan het einde vande Coninckstraat, zodat de boeren uit de staddirect naar hun hooibergen tussen Bloemendalsebuitenpoort en Kamperbuitenpoort kondengaan. In deze periode begint men ook destadswallen en bastions te beplanten. Dezeontwikkeling zette zich voort in de 18de eeuw,toen zelfs wandelpaden werden aangelegd op ennaast de verdedigingswerken. Begin 18de eeuwkreeg de Joodse gemeente een terrein aan denoordwestkant van de Bloemendalsebuitenpoort,op het bolwerk tussen muur en gracht,ter beschikking voor de aanleg van eenbegraafplaats.Het slechten van de muur en aanleg van deplantsoenen | In de 19de eeuw heeft de muurhaar militaire betekenis geheel verloren. Deafbraak zette toen echt door: poorten en grotedelen muur werden afgebroken. Van Lunterenen Zocher legden mooie plantsoenen aan op deplaats van de voormalige verdedigingswerken.Op de wallen genoot men voortaan van deZondagse wandeling. Op het Davidsbolwerkwerd een begraafplaats gesticht.Door ingrijpen van Koning Willem II werdenniet alle vestingwerken afgebroken. Medegesteund door de inzet van de OudheidkundigeVereniging Flehite werden van de sloopgered: de beide waterpoorten, Koppelpoorten Monnikendam, de voorpoort van deKamperbinnenpoort en een stukje muur langsde Sint Annastraat.In de jaren vijftig van de 20ste eeuw is van derestanten van Amersfoorts verdedigingswerkennog wat verdwenen. Zoals in zoveel stedenbleek de verdedigingsgracht een uitgelezenplaats voor een rondweg. Om het westelijkeen zuidoostelijke deel van de binnenstadwerd de Stadsring aangelegd, waartoe destadsbuitengracht moest gedempt.Reconstructie van de tweede stadsmuur | Toenbij het bouwrijp maken van de Beestenmarktfunderingen van de tweede stadsmuurtevoorschijn kwamen, nam de gemeente hetbesluit deze restanten niet weg te breken.Enkele jaren later zijn deze zelfs boven hetmaaiveld opgebouwd. Tevens is in die tijd, naareen reconstructie door Cor van den Braber,toenmalig hoofd van bureau Monumentenzorg,een deel van de muur opgebouwd. Degereconstrueerde stadsmuur met weergang,muur- en arkeltorens staat langs het PlantsoenOost, tussen Kamp en Achter de Kamp.LiteratuurBraber, C. van den “Van stadsmuur naar wandeling”Flehite 14, nr.4 de. 1982Halbertsma, H. Zeven eeuwen Amersfoort, 1959Hovens, S. “Historie en ontwikkeling van deverdedigingswerken rond Amersfoort” NieuwsbladMonumentenzorg en archeologie nr.43, sept. 1995Renaud, J en G. van der Mark, “Middeleeuws Amersfoort,enige notities over zijn versterkingen en woonhuizen”Bulletin K.N.O.B. 12, 1959Muur Achter de Kamp22


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADB1. KoppelpoortKopergravure, 1725, situatieomstreeks 1660, A. RademakerNadat het stadsbestuur van Amersfoort in 1380besloot om het stedelijk gebied door middelvan een geheel nieuwe ommuring te vergroten,werd aan de noordzijde in 1425 gestart met debouw van de Koppelpoort. Het middelste deel,de waterpoort, bezit nog het oorspronkelijketakelmechaniek, waarmee het balkenschot, datdiende om de opening boven het water af tesluiten, op en neer kon worden bewogen. Nadatplannen tot afbraak ter nauwer nood kondenworden voorkomen, werd de Koppelpoort in1886 ingrijpend gerestaureerd. Hierbij warenstadsarchitect W.H. Kam en rijksbouwmeesterDr. P.J.H. Cuypers betrokken. Uit die tijdstammen de kantelen en de gereconstrueerdemezekouw. Tussen 1996 en 1998 werd de poortopnieuw gerestaureerd, waarbij de muurplantenzoveel mogelijk werden ontzien. Deze aanpakkreeg internationale waardering door detoekenning van de Europa Nostra Award.Aquarel, 1770, E. GrolmanMuseum Flehite, inv.nr. 1001-008Museum Flehite, inv. nr. 1000-997Gravure naar tekening Jan Weissenbruch,1861 door I.S. WeissenbruchGravure, uitgave doorJ. Schuitemaker, PurmerendMuseum Flehite, inv. nr. 1001-012Museum Flehite, Inv. nr. 1001-01423


B2. BloemendalsebuitenpoortOost-indische inkt, 1777,Jordanus HoornDeze poort werd gebouwd ter plaatse van dedoorgang naar de Bloemendalsestraat, bij deuitleg van de stad tussen 1380 en 1450. De poortbood toegang vanaf de stad tot de weg naarHoogland. Het betrof een rechthoekige torenmet voorpoort op de Singel. Eind 16de eeuwwerd de poort omgeven door een bastion. Ditbolwerk was met een vaste houten brug met hetland buiten de stad verbonden. Op het bastionstond aan het begin van de brug een houten boogmet schoren. Op het bolwerk werd in 1700 deJoodse Begraafplaats aangelegd. De poort werdin het tweede kwart van de 19de eeuw gesloopten vervangen door een hek en het thans nogaanwezige accijnshuis.Museum Flehite, inv. nr. 1000-974Gewassen tekening,1730, L.P. SerrurierUtrechts Archief, inv. nr. UA 356Oost-indische inkt,18de eeuw,B3. ConinckspoortAan het eind van de Coninckstraat werd in1658 een extra doorgang in de stadsmuuraangebracht om de veehouders binnen de stadde mogelijkheid te geven hun hooi rechtstreekste betrekken van de hooibergen, die hier aande buitenzijde van de stadsmuur stonden. Depoort werd in het tweede kwart van de 19deeeuw gesloopt tezamen met grote delen van destadsmuur.Museum Flehite, inv. nr. 1000-89824


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADPen over potlood, lateringekleurd en zwarte pen,ca. 1730, Abraham de HaanB5. Kamppoort ofKamperbuitenpoortOp de drukke kruising bevond zich nog tot hetbegin van de 19de eeuw een stadspoort, gevormddoor een rechthoekige toren met een voorpoort.Aan het eind van de 16de eeuw werd deze poortomgeven door een bastion naar ontwerp van deNederlandse vestingbouwer Adriaen Anthonisz.van Alckmaer. In 1838 werd dit geheel gesloopt.Museum Flehite, inv. nr. 1000-972Museum Flehite, inv. nr. 1000-894Gewassen tekening,1729, L.P. Serruriernaar C. PronkUtrechts Archief, inv. nr. UA 378Aquarel, 1823Gewassen tekening,1730 naar toestand1640, L.P. SerrurierUtrechts Archief, inv. nr. UA 34825


B4. Stadsmuur metHooibergenAan de buitenzijde van de stadsmuur bij de SintAnnastraat stond vanaf het midden van de 17deeeuw en groot aantal hooibergen. In 1658 werdeen extra doorgang in de stadsmuur gemaakt(Coninckspoort), waardoor de eigenaren van destadsboerderijen gemakkelijker de hooibergenkonden bereiken. De stadsplattegronden vande landmeters Slits (1824) en Thomkins (1846)brengen deze situatie nauwkeurig in beeld.Museum Flehite, inv. nr. 1000-976Tekening, Hooibergen bijde Sint-Annastraat, circa1930, Dirk BoodeMuseum Flehite, inv. nr. 1000-891Tekening, 1825, Jan ApeldoornB6. StadsmuurPlantsoen OostOp de oude funderingen en bestaande restantenwerd, na bestudering van oude afbeeldingen,in 1975 een deel van de muur, inclusief eenmuurtoren, arkeltorentje, kantelen en weergang,herbouwd (zie afb. pag. 22). Het geeft ons thanseen uitstekend beeld van de oorspronkelijkemiddeleeuwse situatie: een schildmuur metkantelen, kijksleuven en moordgaten metdaarachter een weergang op tongewelven,waaronder zich opnieuw kijksleuven bevonden.Iets zuidelijker werden de in 1975 aangetroffenfunderingen van de stadsmuur iets opgemetseld.Het betrof hier tweehonderd meter muur metdrie torens.De tekening van Jan Apeldoorn toont eenwaltoren in de omgeving van de Kamppoort.De afbeelding is niet betrouwbaar; er bestaatnamelijk een tweede tekening, waarin deKamppoort aan de andere zijde van dezewaltoren is afgebeeld; blijkbaar ter verfraaiing(zie achterpagina).26


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADMuseum Flehite, inv. nr. 1000-904Ingekleurde tekening,begin 18de eeuw,G. LambertsMuseum Flehite, inv.nr. 1000-948Aquarel, ca. 1800, F.A. MilatzB7. Sint AndriespoortDeze poort, bestaande uit een eenvoudigerechthoekige toren met een doorgang, werdtussen 1380 en 1450 gebouwd aan het begin vande Sint Andriesstraat. De naam verwees naar deSint Andrieskamp of de Sint Andreaskapel, die viaeen landweggetje vanuit deze poort bereikbaarwas. Aan de veldzijde bevond zich aan dewestzijde van de toren een huisje met een hogeschoorsteen op de kop. Ook deze poort werd eenaantal malen in prent vastgelegd.Ets, XVIIIc,H. SpilmanMuseum Flehite, inv. nr. 1000-90227


B8. WaterpoortMonnikendamMet de Koppelpoort is Monnikendam éénvan de twee overgebleven poorten uit detweede ommuring. Het betreft een bescheidenwaterpoort, waardoor het water, verzamelduit de diverse beken, de stad binnenstroomt.Op de stadsplattegrond uit 1560 is slechts eenboogvorm in de stadsmuur zichtbaar, aanbeide zijden geflankeerd door een waltoren.Monnikendam werd rond 1425 gebouwd enbestaat uit twee ronde muurtorens, die dooreen boog met elkaar zijn verbonden. Demogelijkheid om de opening onder de boogaf te sluiten is aanwezig geweest. Op de prentuit 1730 is een stenen opbouw getekend waarinvermoedelijk een eenvoudige hijsinstallatievoor het op en neer bewegen van een niet tezwaar hek of schot was ondergebracht. Wellichtwas ook hier de functie van verdedigingswerken regeling van de waterhuishoudinggecombineerd. De poort is vermoedelijkgenoemd naar de Augustijner monniken, diesinds 1394 op de Sint Andrieskamp huisden.In het begin van de 19de eeuw kreeg dezewaterpoort een belangrijke plaats binnen hetdoor tuinarchitect J.D. Zocher jr. in Engelselandschapsstijl ontworpen plantsoen.Museum Flehite, inv.nr. 1003-029Tekening, 18de eeuw, anoniemTekening in inkt, 1780, C. PronkTekening, 1730, anoniemMuseum Flehie, inv.nr. 1003-028Museum Flehite, inv.nr. 1003-04228


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADB9. Slijkpoort /ArnhemsepoortGewassen pentekening, 1729,L.P. Serrurier naar C. PronkDe Arnhemsepoort heette vroeger Slijkpoort,een verwijzing naar het drassige karakter van ditdeel van de stad; ook wel Leusderpoort genoemd.Aan de stadszijde stond een rechthoekig,torenachtig gebouw bekroond door eenhoogopgaand schilddak. Aan de veldzijde werdde poort versterkt door een vooruitgeschoventoegangspoort op de Singel. Deze poort werdtussen 1837 en 1844 gesloopt.Utrechts Archief, UA 350Gewassen tekening, 1821, J.A. TopferMuseum Flehite, inv.nr. 1000-967Tekening, 1794, Warner HorstinkMuseum Flehite, inv.nr. 1000-96529


Museum Flehite, inv.nr. 1000-910Potloodtekening,17de eeuw, Janvan GoyenB10. UtrechtsepoortDe Utrechtsepoort, ook wel Sint Jorispoort ofSint Joostenpoort genoemd, bevond zich vanafhet begin van de 15de eeuw aan het begin van deUtrechtsestraat. Het bouwwerk bestond uit eenrechthoekige poort, ongetwijfeld voorzien van eenhoog schilddak en een voorpoort op de singel.Op de kaart van Blaeu is de poort, wellicht dooreen belegering of brand beschadigd, afgebeeldmet een lessenaarsdak. Ook deze poort werdaan het eind van de 16de eeuw van een bastionvoorzien. Aan de veldzijde bevond zich eenhouten poort, met een stadswapen. Vervolgenseen ophaalbrug over de buitengracht, waarmeede toegang tot de stad kon worden geblokkeerd.Aan de stadszijde stond de hoofdpoort. In 1835werd de poort afgebroken en vervangen door eenhek. Dit hekwerk werd later verplaatst naar deentree van Park Randenbroek.Ingekleurde tekening, 18de eeuw, anoniemMuseum Flehite, inv.nr. 1000-91230


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADMuseum Flehite, inv.nr. 1000-913Museum Flehite, Inv.nr. 1000-911Tekening, 18de eeuw, anoniemTekening, 1729, anoniemGewassen tekening, 1729 L.P. Serrurier naar C. PronkUtrechts Archief, inv.nr. UA 35731


De bolwerken vanAdriaen Anthonisz van AlckmaerPlan A met vijf bolwerken. Universiteits Bibliotheek Leiden.32


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADAan het eind van de middeleeuwen (1500) bestonden de verdedigingswerken vande stad uit de buitenste ommuring, de stadspoorten, uitspringende muurtorens enarkeltorentjes. De totale aantallen torens die op de drie oudste plattegronden - VanDeventer (1565), Braun & Hogenberg (circa 1580) en Blaeu (1648) - van de stad tezien zijn, verschillen niet zo erg veel. Bij de eerste twee is meestal niet goed te zienof het gewone muurtorens zijn of arkeltorentjes. Blaeu geeft daarentegen dat verschilwel duidelijk aan.| Tekst Ton Reichgelt, archivaris bij de gemeentelijke archiefdienst AmersfoortVan 1561-1569 heeft men de stadsmuren aan debinnenkant aangeaard om meer stevigheid aande stadsmuren te geven 1 . Dit was noodzakelijkomdat de stenen stadsmuren vanaf de veertiendeeeuw door het gebruik van kanonnen enbuskruit veel kwetsbaarder waren geworden.Een mooi voorbeeld hiervan in Amersfoort isde stadsmuur langs de Sint Annastraat, waarde aanaarding bewaard is gebleven. Een nadeelvan het aanaarden was dat de muren vanbinnenuit onder grote druk kwamen te staan.Een oplossing hiervoor was om ook aarde tegende buitenkant op te werpen. Een bijkomendvoordeel was dat hierin de kanonskogelssmoorden.doer die swacke mueren die het gewichte endetdringen vande aerde niet en cunnen verdragen,is geresolveert dat mits bij die vande stadtAmersfoort tot heuren last nemende, bij haerselven ofte tbehulp der provincie van Utrecht defortificatie wercken vande selve stadt te makensulcx als die bij de voers. Mr. Adriaen besteeckenende begroet zijn. Datmen van wegen dergeneraliteyt daer toe sal assisteren mette desomme van drie duijsent guldens eens voordenachsten penning daer omme gedestineert endehaerluyden belaeft, te betalen deen helft vandesomme gereet ende dander helft als die werckenhalff volmaeckt sullen sijn’. Met andere woordenals de stad overeenkomstig de plannen deversterkingen uitvoerde kreeg ze een subsidievan 3000 gulden, in twee termijnen te betalen,de eerste helft direct, de andere helft als hetwerk half af was. Het stadsbestuur ging tenslotteoverstag 4 .Naspeuringen naar het rapport en het bestekin de archieven van de Staten-Generaal en deRaad van State in het Den Haag bij het NationaalArchief hebben niets opgeleverd. Wel zijn detwee bijbehorende tekeningen bewaard gebleven.Het uitgebreide plan A had vijf bastions ofbolwerken: bij de Koppelpoort, de BloemendalsePoort, de Kamppoort, Swaensdijck (bij de GroteHaag) en de Utrechtse Poort 5 . De bolwerkenwaren vijfhoekige uitbouwen aan de stadsmuurvanwaar de verdedigers de aanvallers diede stadsmuur genaderd waren onder vuurkonden nemen, wat vanaf de stadsmuur danniet meer mogelijk was. ( Afb. 1 ) Het minderuitgebreide plan B voorzag in drie bolwerken,het Davidsbolwerk, bij de Bloemendalse Poorten bij de Kamppoort en zeven uitspringendemuurtorens omgewerkt tot kleine bolwerken,aangeduid met de letters a tot en met f. 6( Afb. 2 ) De Utrechtse en Arnhemse Poortbehielden hun oude vorm, zij het dat zij evenalseen aantal torens werden voorzien van bastionsmet een meer rechthoekige vorm. Voor eendeel van de torens moesten kleinere vijfhoekigebastions komen. De buitenkant van de muurwerd nu ook aangeaard volgens de aangegevenstippellijn. De kleine bolwerken zijn niet terugTijdens de tachtigjarige oorlog (1568-1648)heeft het katholieke stadsbestuur lang geaarzeldom partij te kiezen. Maar in 1579 werd de stad,toen een legertje onder Jan van Nassau vanuitUtrecht voor de muren verscheen, gedwongenzich bij de opstand aan te sluiten. De stad wasvan strategisch belang want de Spanjaardenzaten nog achter de IJssel. Pas in 1591 kwamende IJsselsteden Zutphen en Deventer in handenvan het Staatse leger. De Staten van Utrechten de Staten Generaal oefenden daarom drukuit op het stadsbestuur van Amersfoort deverdedigingswerken te versterken. In 1583schreef de vestingbouwer Adriaen Anthoniszvan Alcmaer, in dienst van de Staten Generaal,een brief in verband met zijn komst om devestingwerken te inspecteren 2 . Hoe hieropgereageerd is, blijft onduidelijk. In 1584 spoordede legeroverste Philips van Hohenlohe namensWillem van Oranje de stad nogmaals aan werkte maken van die versterkingen. Hij beloofdetevens zijn best te doen een bijdrage in de kostente regelen 3 .Pas in 1594 werd met de plannen een begingemaakt. Anthonisz verbleef van 16 tot 23augustus in de stad en diende een rapporten bestek in bij de Staten-Generaal met tweeontwerpen, een uitgebreide en een minderuitgebreide versie. De Staten besloten: ‘gehoerthet rapport van Mr. Adriaen, ingenieur, vande gesteltenisse der fortificatie wercken vanAmersfoort ende gesien het besteck byden selvenMr. Adriaen daer van gemaeckt, daer mede debegonste wercken bestendich souden moegenblijven daer zij anderssints souden instortenPlan B met drie bolwerken. Nationaal Archief 's-Gravenhage. Het renvooi links luidt: Die Chaerte van Aemsfoordt sodie geconcipieert is om den middel cingel uut te graven ende den stadts grachten te diepen. Overgelevert den E.heeren Generale Staten tot verclaringe van mijne onderschreven gedaen rappoort beneffens seeckere schriftelickebesteck ende die tauxatie van die costen, den xx e Septembris xv c vier ende tnegentich. Bij de schaal staat: Dit sijnRoeden elx van xii middelbare voeten.33


te vinden op de kaart van Blaeu uit 1648.(Afb. 3) Dit doet de vraag rijzen of ze dus welzijn uitgevoerd. Wel zien we op die kaart aande overkant van de gracht verdedigingswerkenDavidsbolwerkAfbeelding 4: Detail Thomkins 184634bij de Utrechtse Poort, de Arnhemse Poort,Swaensdijck en bij Monnikendam. Ook ophet schilderij van Withoos is een hiervan bijde Utrechtse Poort te zien. Het is mogelijkdat deze werken later zijn toegevoegd, bijvoorbeeld na het beleg van de stad in 1629. Debesluiten van het stadsbestuur in de periode1629-1633 7 wijzen echter meer in de richtingvan het normale onderhoud, herstel en reinigen(de wallen werden als ‘secreten’ of openbaretoiletten gebruikt) en herstel van de beplanting.Verder verpachtte het stadsbestuur de wallenmet de bepaling dat in tijd van oorlog de wallenmoesten worden geruimd en de contractenvervielen. In 1632 is wel sprake van het slopenvan een ‘schiltwachtstorentje’ of arkeltorentjebij de Kamppoort, de muur lager te makenvan ‘Davidshoff nae de Utrechtschepoort’en de stadsmuren te ontlasten van de aarderondom. In 1633 besloot men ‘sentinelhuisjes’of arkeltorentjes af te breken in verband methet wijken van de muren en de muren te doenherstellen.De drie grote bolwerken diezijn uitgevoerd, Davidsbolwerk,Bloemendalsepoort en de Kamppoort zijnop de negentiende-eeuwse plattegrondenvan de stad nog te herkennen. HetDavidsbolwerk werd opgenomen in deplantsoenengordel die door Van Lunterenin de eerste helft van de negentiende eeuwop de plaats van de gesloopte stadsmurenis aangelegd. Hier werd de AlgemeneBegraafplaats gesitueerd. Iets dergelijkswas al eerder gebeurd. In 1700 werdbolwerk bij de Bloemendalsepoort alsJoodse Begraafplaats in gebruik genomen.(Afb. 4) De plantsoenengordel uit denegentiende eeuw heeft een eeuw latergrotendeels weer plaats moeten makenvoor de Stadsring. Hierdoor is van hetbolwerk bij de Kamppoort niets meer teherkennen. Op de kaart van Thomkinsvan 1846 is bij de Kokjesboomgaard nogde omtrek van het verdedigingswerk bijSwaensdijck te zien.1 Bemmel, A. van. Beschryving der stad Amersfoort. 2dln. Utrecht, 1760; pp. 35-38.Halbertsma, H. Zeven eeuwen Amersfoort.Amersfoort, 1959; pp. 106-107.Hovy, J. Amersfoort in Prent; een historisch overzichtin woord en beeld. Zaltbommel, 1975. 3e dr 1986; pp.91-94.Renaud, J.G.N. en G. van der Mark. MiddeleeuwsAmersfoort. Enige notities over zijn versterkingen enwoonhuizen. Overdruk uit: Bulletin van de KoninklijkeNederlandse Oudheidkundige Bond, 6e serie jg 12 afl3 (juni 1959) kolom 193-226.Nieuwsblad Monumentenzorg en archeologie,september 1995 nr 43.2 Stadsarchief inv nr 1616.3 Stadsarchief inv nr 1617.4 Stadsarchief inv nr 17 f° 2 v° – 3 v° .5 UB Leiden; collectie Bodel-Nijenhuis, P 40 – N 127.6 Nationaal Archief VTH 3516.7 Stadsarchief inv nr 23.Eerentfesten Vroomen Wijsen VoorsienigeHeerenIck hebbe Uwer E. missive van date den 7efebruarij stilo veteri (17 februari) ontfangenende voughe Uwer E. voor antwoort als dat ickop morgen vrooch aengenomen hebbe naarDelft te varen, waer op Burgemeesteren vanAmsterdam veradverteert sijn ende mijn aldaerten bescheijdene daghe sullen waernemen endeverwachten, die ick in desen niet can te leursetten. Hopende dies niettemin den chaertevan Aemsfoort met mijn te nemen omme sowel metten Advocaet Buijs als met sijner Extie(Willem van Oranje) die selve noch eens incommunicatie te leggen ende mijnen advijsevoor haerlieden te verclaren. Dat welck gedaensijnde wil ick voorder metten advocaet sprekenomme bij sijnen rade ende verwilliginge (de wijlick mijn heeren Staten in dienste verbondenben) eenen dach te ramen om mijn eens over inhaeste binnen uwe stadt te transporteren. UwerE. mits desen in Protectie vanden AlmogendenHeere bevelende, haestelick uut Alckmaer den xxiifebruarij 1583 stilo novo.Uwer E. DienstwilligeAdriaen AnthoniszIk heb uw edele brief van de 17e februariontvangen en antwoord u hierop dat ik beloofdheb morgen vroeg naar Delft te varen waar ikafgesproken heb met de burgemeesters vanAmsterdam. Ik zal daar verscheidene dagenblijven. Ik kan deze afspraak niet ongedaanmaken. Niettemin hoop ik het ontwerp voorAmersfoort mee te nemen om zowel met delandsadvocaat van Holland, Paulus Buijs, alsmet zijne excellentie de prins van Oranje nogeens daarover van gedachten te wisselen en mijnadvies aan hen toe te lichten. Vervolgens wil ikmet de landsadvocaat, omdat ik in dienst ben vande Staten van Holland, overleggen om een kortbezoek aan Amersfoort te brengen. U Edelenin de bescherming van de almachtige Heeraanbevelend, in haast te Alkmaar, de 22e februari1583.Uwer Edele DienstwilligeAdriaen Anthonisz


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADMiddeleeuws wapentuig| Tekst en afbeeldingen Cor van den Braber, restauratie-architect, tot 2002 hoofd van het gemeentelijk bureau MonumentenzorgMuren en belegeringen | In de periode tussenomstreeks 1380 en 1460 werd Amersfoortvoorzien van een nieuwe ommuring. Dezebestond, naar het gangbare principe, uit eenschildmuur van ongeveer zeven meter hoogtemet daarachter een weergang op bogen. Demuur was aan de bovenkant afgewerkt met eenreeks kantelen. Op regelmatige afstanden werdde muur onderbroken door ronde uitspringendetorens, met daartussen wachttorentjes, die alsruiters te paard schrijlings over de muur warenaangebracht.Op de plaatsen van de uitvalswegen stondenpoortgebouwen die in tijden van gevaar, enook ’s nachts, werden gesloten. Bij troebelenkwamen belegeringen voor. Dan verschenener legers voor de poort, die toegang tot destad eisten. Wanneer onderhandelingen geenresultaat hadden hielden de stedelingen depoorten gesloten en volgde er een beleg dat langetijd kon duren.Amersfoort werd verschillende keren belegerd.Zo sloeg in 1427, op een tijdstip dat de nieuwemuren nog niet waren voltooid, Filips vanBourgondië zijn bivak voor de stad op. Vergeefs,hij slaagde er na een overigens kortstondigebelegering niet in Amersfoort in te nemen. In1457 had de stad opnieuw, tot tweemaal toe,met een beleg te maken. Deze keer was hetde stad Utrecht die, op grond van politiekeverwikkelingen, verhaal kwam halen. Ook toenkon de stad behouden blijven. In 1543 lukte datniet, de Gelderse hertog Maarten van Rossumkon de stad tot overgave dwingen. Voordater versterkingen kwamen maakte hij zichweer uit de voeten, met medeneming van deafgedwongen kostbaarheden.Rond het einde van de Middeleeuwen was debewapening, van zowel de belegeraars als van debelegerden, en hoewel de techniek vorderingenhad gemaakt, voor een belangrijk deel nog steedsvan een primitieve eenvoud. Men bediendezich van allerlei slag- en steekwapens en vanpijl en boog. Vuurwapens waren in opkomsten de stedelingen pakten daarbij alles wat maarbruikbaar was om de tegenstander letsel toe tebrengen. Buiten werden er constructies ingezetom de poorten te rammeien.Hieronder volgt een globaal overzicht van dewapens die in die periode werden gehanteerd enin de strijd werden gebracht.Helmen | Deze onderdelen van het krijgstenue waren bijzonder waardevol,konden zelfs als “hoofdzaken” worden aangemerkt. In de tijd dat de stadbelegeraars voor de muren had, waren er verschillende typen helmen ingebruik. De bascinet (1) ontstond in de loop van de 14de eeuw, als verbeteringvan de bekkeneel (2), waarbij de eenvoudige ijzeren kap werd voorzien van eenverlenging die niet allen het hoofd, maar ook de hals bescherming bood.De ketelhoed (3) uit dezelfde tijd, die het overigens in het krijgsbedrijf lang zouvolhouden, heeft een rondgaande brede rand die in de loop van de tijd zo breedwerd dat de voorzijde moest worden voorzien van een kijkspleet. Een andergebruikelijk type was de salade (4), die gedragen werd als een zuidwester. Dezehelm bood een redelijke bescherming van de nek. Alle helmen werden voorzienvan een voering van textiel en/of leer.Maliënkolder | Deze kostbare krijgshemden (5) bestonden uit soms wel40.000 aan elkaar gesmede ringetjes. Ook werd deze manier om het lichaamte beschermen wel aangewend om het hoofd en de hals een extra voorzieningte geven.Zwaarden en dolken | In de 15de eeuw waren er zwaarden van uiteenlopendegrootte in gebruik. De allergrootste, die met twee handen dienden te wordengehanteerd, waren in gevechten van man tegen man niet voor de hand liggend.Men was aangewezen op zwaarden die desondanks een lengte hadden diemeestal varieerde van 100 cm. tot 70 cm. (6,7 en 8) en om en nabij 1 kilogramwogen. Ook waren er dolken van uiteenlopende lengte in gebruik (9). Hetvervaardigen van een zwaard heeft zich in de loop van de tijd ontwikkeld toteen hoogwaardig en gespecialiseerd vak. Door de toepassing van smallestroken ijzer en staal en het zorgvuldig aan elkaar smeden ontstonden klingendie taai en veerkrachtig waren en in de strijd een stootje konden velen. Eenpareerstang diende de hand enigszins te beschermen en een knop aan hetgevest gaf tegenwicht aan de kling, wat de hanteerbaarheid ten goede kwam.12345Pijl en boog | Ook dit wapen is lang in gebruik geweest. Men onderscheidt dehandbogen (10,11 en 12) van de kruisboog (13). De grote handboog had eenlengte die overeenkwam met die van de schutter zelf. Het spannen vereistenogal wat kracht zodat alleen ervaren en regelmatig trainende schutters instaat waren het maximum aan doeltreffendheid te bereiken. In volle strijdslaagde hij er dan in per minuut wel 13 schoten af te geven. Vooral bij het totstand brengen van een “pijlenregen” was dat noodzakelijk. De boog maaktemen van taxushout en de pezen van hennep. Voor de pijlschachten gebruiktemen meestal essenhout. Om paarden ernstig te verwonden werden deze pijlenvoorzien van brede platte punten. Om de maliënkolders te kunnen doordringen101112678935


kregen andere pijlen naaldvormige spitsen. Tot op een afstand van ongeveer100 m. was het mogelijk zuiver te schieten, althans voor bedreven schutters.Vanuit het oosten, de techniek was meegebracht van de kruistochten, was dereflexboog (12) in onze streken terecht gekomen, evenzeer een boog die veelwerd toegepast.Kruisboog of voetboog | Dit wapen was vooral op de korte afstandzeer effectief, hoewel zij ook op 100 m. voor de tegenstander een niet teonderschatten gevaar inhield. Het maximale bereik was 350 m.Men spreekt in vakkringen niet meer over pijlen voor de kruisboog (13), maarover bouten. Ook kruisbogen, de eerste mechanische handwapens, behoordentot de kostbare zaken. Bij het vervaardigen leverden verschillende specialistende onderdelen, zoals het mechaniek dat het spannen van de boog mogelijkmoest maken. Alles bij elkaar moet het maken van een kruisboog zeker tweeweken intensieve arbeid hebben betekend. Snel na elkaar schoten afgeven wasniet mogelijk, met het spannen van de boog en het plaatsen van een bout waseen halve minuut gemoeid!141315Pavese | Dit standschild (14) behoorde ook tot de persoonlijke uitrusting.Het werd op de rug meegedragen, in het bijzonder door met kruisbogenbewapende voetsoldaten. De hoogte bedroeg 110 cm. en was van, in de regel,drie houten planken gemaakt. Een afwerking met gips en leer, dat beschilderdwas, voltooide het beeld.Stormwand | Deze verplaatsbare, soms verrijdbare en meer dan manshogeverschansing (15) werd gebruikt door belegeraars die dekking moesten zoekentegen een regen van pijlen die vanaf de stadsmuren werd afgeschoten door debelegerden, die hun vijand een bestorming zagen uitvoeren.Goedendag en hellebaard | Deze wapens worden gerekend tot de z.g.stokwapens. De goedendag (16), ongeveer 150 cm. hoog, is voorzien vaneen vlijmscherpe stalen punt. Het is bij uitstek een wapen voor voetsoldaten.De scherpe punt is geschikt om tussen de schilden van de harnassen door,en dwars door het vlechtwerk van een maliënkolder heen, een tegenstanderkwetsuren te bezorgen. Hellebaarden (17 en 18) zijn iets meer dan manshoog.Zij bestaan uit een stok waarop een ijzeren bijl, en in de meeste gevallen eenhaak is aangebracht.Pollax | Verwant aan de hellebaard is deze pollax (19) een deugdelijk wapen inde handen van een geoefend voetsoldaat.Krijgsvlegel | Hij doet enigszins aan een dorsvlegel denken, deze krijgsvlegel(20). Ook van dit stuk wapentuig is de werking duidelijk en spreekt het tot deverbeelding. Het aantal schakels van de korte ketting garandeert een optimaalgebruik. Stalen punten aan de uiteinden bevorderen de effectiviteit.Strijdkolf en strijdhamer | Strijdkolven(21) en strijdhamers (22) behoren bijuitstek tot de bewapening van ruiters. Door hun beperkte afmetingen, ongeveer60 cm, kon een soldaat te paard zich weren tegen voetvolk en andere ruiters.Tijdens belegeringen hadden ruiters niet direct een gevechtstaak. Hun aandeellag voornamelijk in het doen van verkenningen en het begeleiden van deaanvoer van foerage.Belegeringen waren vooral een zaak voor het voetvolk, daarbij ondersteunddoor de artillerie van die dagen.Morgenster | De morgenster kent enkele varianten. De vaste morgenster (23)is ontstaan uit de gewone houten knots en bestemd voor het bewapenen vanhet lagere voetvolk. Het was mogelijk om eenvoudige exemplaren zonder alte veel moeite zelf te maken. Dan konden in tijden van nood ook burgers enboeren zich weren.Kettingmorgenster | Verwant aan de krijgsvlegel is de kettingmorgenster(24 en 25). Dit wapen was iets lastiger te hanteren bij de wat zwaardereexemplaren, ook al door het gewicht van rond de drie kilogram.161718192025Stormram | Bekend van de goede verhalen uit de lessen geschiedenis is destormram (26). Dit aanvalswapen bestaat uit een verrijdbaar houten huiswaarin een boomstam is gehangen. Door langdurig en krachtig beuken op degesloten poorten werd bereikt dat deze het uiteindelijk begaven. Om die redenwerd de ruimte direct achter de houten poort wel volgestort met aarde en wat222123 2436


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADverder daarvoor in aanmerking kwam. Deze belegeraars mochten evenwelenig weerwerk verwachten. Vanaf de muren en vanuit de mezekouwen, ziede Kamperbinnenpoort, werden de belagers bestookt met stenen, kokendemodder en brandend materiaal. Daarom had de stormram een degelijk dak dateventueel werd voorzien van natte huiden die zouden moeten voorkomen datde constructie in de brand zou vliegen.Lepelblijde of katapult | Blijden, men kende ook slingerblijden, werden nietter plaatse gemaakt maar met de legertros meegenomen naar het te belegerenkasteel of de stad. Met de hier afgebeelde lepelblijde (27) konden zwareveldkeien over de muur worden geworpen, ook wel rottende krengen die ziektein de stad moesten veroorzaken. Wanneer het wapen krachtig genoeg wasen een vlakke baan bereikt kon worden kon men er bressen mee in de muurschieten. Het bereik bedroeg enkele honderden meters. Het personeel dat deblijde moest bedienen bevond zich achter een beschermend schotwerk, zodatniet alleen het kostbare werktuig maar ook de mensen zelf minder gevaarliepen.Haakbussen | Dat men met het bouwen van de Amersfoortse muren in deperiode 1380-1460 rekening hield met het gebruik van het inmiddels in zwanggeraakte buskruit kan worden opgemaakt uit de oplegbalkjes in de schietgatenvan het gedeeltelijk gereconstrueerde muurgedeelte Achter de Kamp.Haakbussen (28 en 29) behoorden tot de eerste vuurwapens van hun tijd. Zijbestonden uit een gesmede loop met een uiteinde. Het waren zogenoemdevoorladers met aan de achterzijde van de loop een zundgat waar doorheen meteen smeulende lont of een gloeiende staaf ijzer het kruit tot ontbranding werdgebracht. Aan het wapen was aan de onderzijde een reculhaak aangebracht.Deze werd om een balkje gehaakt zodat bij het afgaan van het schot deterugslag werd opgevangen. Haakbussen hadden een gewicht van ongeveertien kilogram en waren daardoor niet zo geschikt om daarmee in het veld teopereren. Tot een afstand van 100 m. kon min of meer gericht vuur wordenafgegeven.Bombarde | Een zwaardere vuurmond was de bombarde(30), ook wel“pothond” genoemd. Daarmee konden stenen kogels worden afgevuurd.Vanwege de terugslag bij het afgaan van het schot werd de constructie, doormiddel van een aantal in de grond gedreven palen, stevig verankerd. Het bereikwas ongeveer 50 m. Het is niet bekend of dit wapen ooit voor de poorten vanAmersfoort in de strijd is gebracht.26272829Mortier | In tegenstelling tot de bombarde, die werd ingezet wanneer mende voorkeur gaf aan een vlakke baan van het projectiel, is de mortier (31)ontwikkeld om stenen kogels met een grote boog in de stad te werpen. Vanafhet laatste kwart van de 15de eeuw krijgen deze vuurmonden een plaats op hetkrijgsterrein. Ook van de mortier is niet bekend of hij ooit een Amersfoortse“carrière” heeft gehad.30Wapentuig voor de weerbare mannen en vrouwen | Het is niet aan tenemen dat een middeleeuwse stad van een niet te grote omvang, zoals hetAmersfoort van die tijd met zijn drieduizend inwoners, beschikte over eengeweldig militair apparaat. Evenmin zal men hebben kunnen putten uit eenwapenarsenaal annex kruitopslagplaats van grote omvang. Meer moet wordengedacht aan voor de hand liggend wapentuig in de handen van een aantaldaartoe aangewezen kerels. Helmen, zwaarden en dolken, hellebaarden, bogen,misschien enkele kruisbogen en natuurlijk de haakbussen, te oordelen naar deteruggevonden oplegbalkjes. Daarmee zal men het hebben moeten doen. Alshet echt ging spannen kwam natuurlijk de hele bevolking in het geweer. Danhanteerden de stadsboeren hun dorsvlegels, rieken en sikkels, dan bracht eenieder die handen aan zijn lijf had stenen naar de muur om daarmee de vijandte bekogelen. Timmermansbijlen konden in de strijd geduchte wapens worden(32).Afbeeldingen van andere steden die een beleg moesten doorstaan tonenhet oorlogsbedrijf in hun volle omvang, met verrijdbare gevechtstorens,stormladders, schanskorven, aangeplempte grachten, in brand geschotenstadsdelen, pijlenregens en massa’s omgekomen strijders.De media van onze tijd laten laten evenzeer de meest gruwelijke beelden zien.Toch zouden wij opkijken van de verbetenheid waarmee de mensen van huntijd opkwamen voor de stad en hun eigendommen. Althans, wanneer we instaat zouden zijn dat beeld terug te roepen.31 32Geraadpleegd werden het Fibulaboekje Middeleeuws Wapentuig van R.B.F.van der Sloot en deEncyclopedie van Wapens, uitgegeven in 1981 door de Uitgeverij Helmond. Gewaardeerde hulpwerd ondervonden van de heer J.P.Puype, voorheen conservator bij het Legermuseum in Delft.37


De Koppelpoort stamt uit 1425 en is één van de belangrijkstebeeldmerken van Amersfoort. De combinatie van water- enlandpoort is uniek in Nederland. Vooral voor treinreizigers vormt ditmiddeleeuwse poortgebouw een markant punt op hun reis. Maarhet is vooral de dubbele tredmolen die het meest tot de verbeeldingspreekt. Over het ontstaan van deze belangrijke poort was vreemdgenoeg weinig bekend. In dit boek wordt de lezer door deskundigenstap voor stap meegenomen op hun speurtocht naar het ontstaan vandit monument.Paperback met flappen / 22 x 22 cm132 pagina’s met 140 illustraties, voor de helft in kleurUitgeverij THOTH te BussumISBN 90 6868 374 8 / 648Verkrijgbaar vanaf 11 september 2004 in de boekhandelPrijs € 14,9038Tijdens de Open Monumentendag 2004 geldt een speciale prijs: € 12,50 (alleen bij de Koppelpoort)


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADvervolg van pagina 1432. Logement de Gaaper 35. Archeologisch Centrum 36. Kapelhuis28 Kortegracht, VismarktIn 1656 werd de vishal gebouwd op het pleintjedat toen ‘Vis merct’ heette. In 1900 werdde overkluizing geheel vernieuwd. Preciestweehonderd jaar later werd de vismarkt endus ook de vishal verplaatst naar het Lieve-Vrouwekerkhof. Na de herinrichting van dit pleinin 1987 werd de vishal met de zes hardstenenvisbanken in 1988 weer teruggeplaatst op zijnoorspronkelijke plaats. Dit betekende in feite derestauratie van een stedelijke plek.Om 11.50 uur treedt hier het koor Voice Box op.29 Lutherse Kerk, Lange-straat 61Op de plaats van de tegenwoordige Lutherse Kerkstond in de middeleeuwen de Heilige Geestkapel.Het gebouw werd in 1686 ter beschikking gesteldaan de Lutherse gemeente. In 1837 werd het panddoor waarnemend stadsarchitect B. Ruitenbergnagenoeg geheel vernieuwd. In de Langestraatmanifesteert de voorgevel zich in klassiekevormen. Het basement draagt een hoofdgestelmet vier, nauwelijks uit het muurvlak naarvoren komende pilasters, ionische kapitelen,opnieuw een hoofdgestel en een fronton. Degevel is voorzien van een pleisterlaag. Banden enkamwerk hierin suggereren echter dat bewerktenatuursteen werd toegepast. Het achthoekigeklokkentorentje op het dak wordt bekroond dooreen windvaan in de vorm van een zwaan, hetsymbool van de Lutherse Kerk. Ook de gevelsteenis voorzien van een zwaan. Het Bätzorgel in dekerk, daterend uit 1766, is het oudste van de stad.30 Nieuwstraat 17In dit huis wordt tussen 13.30 en 17.00 uur eenaantal keer een korte theatervoorstelling gegevenHet pand bezit een monumentale entree met eenprachtig gesneden eind 18de-eeuws bovenlicht inLodewijk XVI-stijl.31 Opstapplaats Waterlijn.Vanaf dit punt starten de reguliere rondvaartenvan de Waterlijn. Voor de Open Monumentendagvan dit jaar heeft de Waterlijn een extra rondvaartgeorganiseerd, die vertrekt vanaf de steiger bijmuseum Flehite en/of de Koppelpoort.Hof 3932 Logement de GaaperDit pand is vermoedelijk het oudste stenen woonhuisvan Amersfoort en dateert in oorspronguit de 13de eeuw. De zijmuren zijn opgetrokkenuit grote kloostermoppen. Mogelijk maakte ditpand deel uit van de bisschoppelijke hof. Na destadsbrand van 1340 werd het pand vergrooten voorzien van een trapgevel. In 1822 volgdeopnieuw een verbouwing: het pand kreeg eenEmpire-lijstgevel, de enige in Amersfoort. Degaper op de gevel toont dat hier lange tijd eenapotheek was gevestigd.33 Sint-Joriskerk, Hof 1De kerk bezit een ingewikkelde bouwgeschiedenisvan wel 300 jaar. De toren is het oudste gedeelte,ooit geplaatst aan de westkant van een kleinéénbeukig kerkje. Vervolgens werd het eenkruiskerk en nog weer later de hallenkerk diewe nu kennen met drie evenhoge beuken,voorzien van met leien gedekte zadeldaken. Integenstelling tot veel andere kerken, waar deuitbreidingen aan de oostzijde plaatsvonden, ofwaar ten behoeve van de vergroting van de kerkeen nieuwe toren iets verder naar het westenwerd gerealiseerd, werd bij de Sint-Joriskerk detoren gehandhaafd en ingebouwd in de steedsmaar verder groeiende kerk. Ook binnen is veel tezien: het oxaal van rond 1500, het grafteken vanJacob van Campen en het Naber-orgel uit 1845.34 Hof 11-12De restauratie van de panden Hof 11-12 kwamin 1992 gereed. De oude slagerswinkel, met deossenkoppen aan de pui, en het bedrijfspand zijnveranderd in een galerie en ateliers. Hof 11 beziteen hardstenen plint en een stoep, afgewerkt meteen frijnslag. De tuin aan de achterzijde wordtgebruikt als buitenexpositieruimte.35 Archeologisch Centrum, Langegracht 11In het Archeologisch Centrum aan de Langegrachtzal tijdens de Open Monumentendag informatieworden gegeven over de recente opgravingen.Met name over de boerderij-plattegronden dieafgelopen maanden in Wieken/Vinkenhoef zijngevonden.36 Kapelhuis, KrankeledenstraatOmstreeks 1500 werd het huis met kenmerkenvan de baksteengotiek gebouwd voor de‘Broederschap van Onze-Lieve-Vrouwe’. Hetpand werd in 1905 ingrijpend gerestaureerd,waarbij veel details zijn gereconstrueerd, zoalsde zandstenen kruisbloemen op de overhoeksgeplaatste pinakels, de deurgehengen en hetsmeedijzeren ‘kijk-uit’-venstertje in de voordeur.37 Onze-Lieve-Vrouwetoren, LieveVrouwekerkhofNB. toegang alleen door middel van kaartreserveringin torenportaalDe tussen 1993 en 1996 gerestaureerde Onze-Lieve-Vrouwetoren, gebouwd in de tweedehelft van de 15de eeuw, behoort tot de fraaistegotische torens van ons land. De vondst vaneen miraculeus Mariabeeldje in 1444 was erde oorzaak van dat Amersfoort een belangrijkebedevaartplaats werd. Dit gaf aanleiding totde bouw van de imposante toren. Ook de toen39


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTAD41. Johanneskerkreeds bestaande kapel op het Onze-Lieve-Vrouwekerkhof werd in die periode aanzienlijkvergroot. Bij een buskruitontploffing in 1787 gingdeze kapel verloren. Sindsdien resteert alleende toren. In de 17de eeuw werd de toren verrijktmet een Hemony-carillon. Ook dit klokkenspel(35 klokken) werd onlangs gerestaureerd engeplaatst in een nieuwe houten klokkenstoel. In1997 is in deze klokkenstoel een tweede, moderngestemde beiaard aangebracht (58 klokken). Eenaantal jaren geleden is de beiaard gecompleteerdmet een zevengelui, waardoor het totale aantalklokken op precies honderd is gekomen.38 Lieve VrouwekerkhofMuziekvereniging Oranje bevindt zich deze dagop het plein en biedt de jeugd de gelegenheidspontaan mee te oefenen op diverse trommels.39 JorispleinOm 12.10 treedt hier het koor Voice Box op.Hellepoort40In 1989 ontwierp de Belgische architect JoCrepain, op de plaats van een schoolgebouw, eencomplex woningen. De bijzondere plek, die viaeen bruggetje toegang geeft tot de binnenstad,was voor hem aanleiding een moderne versievan een poortgebouw te maken. Grijze torens -langs een smalle steeg - bepalen het beeld aan deWestsingel. De oranje gekleurde baksteen van dewoningen sluit goed aan bij de kleurstelling vande OLV-toren.41 Johanneskerk, Westsingel 30Op de hoek van de Westsingel en de Molenstraatstaat sinds 1960 de Johanneskerk, ontworpendoor de architecten S. van Woerden enH.J. Schneider uit Soestdijk. De kerk is een goedvoorbeeld van de functionalistische architectuuruit de jaren zestig. De gevels van dit kerkgebouwworden bepaald door metselwerk binnen eenbetonnen constructie. Een monumentale trapleidt vanaf de Westsingel naar de door eengewelfde luifel geaccentueerde entree. Tijdensde Open Monumentendag is in dit monumentregelmatig muziek te beluisteren. Zie hiervoor hetprogramma op pagina 7-8.42 Oude StadhuisWestsingel 43 / Stadhuisplein 5Omstreeks 1780 liet de joodse koopmanAbraham Cohen aan de Westsingel, in LodewijkXVI-stijl, een indrukwekkend huis optrekken.De voorgevel is volledig uitgevoerd inhardsteen. Het bovenlicht van de hoofdingangaan de Westsingel behoort door het rijkehoutsnijwerk in Lodewijk XVI-stijl tot de fraaistevoorbeelden van Amersfoort. Na de in 1994voltooide restauratie heeft Westsingel 43 eenrepresentatieve functie gekregen met tweetrouwzalen en monumentale vergaderkamers.Het interieur is bijzonder gaaf. De vloeren enlambrisering zijn uitgevoerd in marmer, terwijlde wanden van fraaie stucwerkvoorstellingenzijn voorzien. Het trappenhuis, halverwege degang, is zeer monumentaal van uiterlijk. Op deeerste verdieping bevindt zich de oorspronkelijkefeestzaal van het huis.43 De Observant, Stadhuisplein 7In 1472 kregen de Franciscaner-Minderbroedersde beschikking over een stuk grond langs deWestsingel. Aangezien zij de regels van hetkloosterleven strikt wilden naleven (observeren)werden zij dan ook Observanten genoemd.Na de Reformatie en de toetreding van Amersfoorttot de Unie van Utrecht verdwenen deObservanten uit de stad. In de gebouwen werdenandere functies ondergebracht. Nadat zelfseen sloopvergunning was verleend, bleef hetgebouw toch behouden en kon het voormaligeklooster in 1982 worden gerestaureerd. In deperiode 1997-2000 werd het pand verbouwd totinformatiecentrum. In het vernieuwde interieurvan het STADSCAFÉ kunt u onder het genot vankoffie of een drankje uitrusten van de wandelinglangs de panden in de binnenstad. Ook kunt uvandaaruit de STADSGALERIJ bezichten.In een van de andere vleugels van de Observant is degemeentelijke archiefdienst gevestigd.Het Archief is Regionaal Historisch Centrumvan Amersfoort en Eemland. Hier zijn dearchieven te vinden van Amersfoort, de meesteEemlandse gemeenten en het waterschap Vallei& Eem. Het centrum beschikt over een grotecollectie Amersfoortse bouwtekeningen vanaf1856. De beeldcollectie bevat ruim 30.000 foto’smet voornamelijk Amersfoort en Hoogland alsonderwerp. Voor onderzoek naar Amersfoortseen Eemlandse voorouders biedt het Archief allemogelijkheden.Tijdens Open Monumentendag verzorgtde Archiefdienst van 11-15.30 uur ieder halfuur een rondleiding door de ondergrondsearchiefbewaarplaats. Dit depot kan je beschouwenals het geheugen van Amersfoort en Eemland.Er wordt historische informatie over stad en regiobewaard, onder andere de akte waarbij Amersfoortin 1259 stadsrecht kreeg. In totaal ligt hier driestrekkende kilometer archief opgeslagen, uit de tijdvan de middeleeuwen tot heden. Als de verschillendebladzijden archief achter elkaar worden gelegd, danbestrijkt het lint aan papier en perkament tenminstede route Groningen-Parijs.”“Een digitale tentoonstelling over Amersfoortseverdedigingswerken is te vinden onderwww.amersfoort.nl/archiefdienst.”44 Logegebouw Jacob van CampenVan PersijnstraatLogegebouw van de Vrijmetselarij rondAmersfoort, in 1900 door architect W. van Schaikin Jugendstil gebouwd voor VrijmetselaarslogeJacob van Campen. Het gebouw kent een Voorhofvoor ‘gewone’ bijeenkomsten. Daarnaast iser de Tempel, waar de broeders ceremonieelbijeenkomen. De artefacten in deze tempelhebben een symbolisch karakter overeenkomstigde aard van de Vrijmetselarij die veelvuldiggebruik maakt van symbolen en rituelen uit demiddeleeuwse kathedralenbouw. Maçonniekesymbolen treft men ook in de glas in lood ramendoor het gehele gebouw.45 De Zonnehof,Zonnehof 8, N.B. open vanaf 12.00 uur!Het tentoonstellingsgebouw De Zonnehofwerd in 1958 ontworpen door architect GerritRietveld. Burgemeester Molendijk speelde eenbelangrijk rol bij de totstandkoming van ditgebouw, waarvan de eerste plannen uit 1956dateren. In het gebouw is gebruik gemaakt vaneen maatsysteem van drie meter, dat zowel in deplattegrond als in de gevels is terug te vinden.De gevels zijn opgebouwd uit witte en zwartegeglazuurde baksteen.40


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADGrebbelinie en ValleikanaalGrebbelinie en Valleikanaal, een Siamesetweeling in de Vallei, of hoe wateroverlastten dienste van de landsverdediging kanworden gebruikt| Tekst Margriet Mijnssen-Dutilh, archivarisWaterschap Vallei & Eem.Gedeelte van de 16eeeuwsekaart van Christiaan‘sGroten: duidelijk is tezien dat er geen verbindingis tussen de watergangenten zuiden en ten noordenvan ‘Ymmichuisen’ op deEmminkhuizerberg.De Grebbelinie is een waterlinie. Waterlinieswerden aangelegd langs een aaneenschakelingvan lage punten in het landschap, zodat aaneen vijandelijk leger door een breed waterde pas kon worden afgesneden. Water looptimmers van boven naar beneden en hetverzamelt zich daar op het laagste punt.Hetzelfde geldt voor de normale afwateringvan een gebied en het is daarom niet toevallig,dat de hoofdafwateringsleiding of boezemvan het Valleigebied - het Valleikanaal - langsde Grebbelinie loopt. Beide hebben eengemeenschappelijke voorgeschiedenis, die onsterugvoert naar de 16e eeuw. Maar eerst moetenwe nog iets verder teruggaan in de tijd om eenbeeld te krijgen van het landschap.De waterscheiding in de Vallei bij deEmminkhuizerberg | De Vallei behoorde in devroege middeleeuwen tot het Almeregebied.De ontginning begon hier pas relatief laat, wanthet was een zompig, ontoegankelijk gebied,niet aantrekkelijk voor bewoning, omdat deafwatering niet goed te regelen was. Alleen op deranden van de stuwwallen, tussen droge en nattegebieden in, vestigden zich mensen.41


Overzicht Grebbelinie1629 Tijdens de Tachtigjarige Oorlog geven GedeputeerdeStaten van Utrecht opdracht te onderzoekenwelke mogelijkheden er zijn tot de aanleg van eendoorlopende verdedigingslinie tussen de Grebbedijk bijRhenen en de Zuiderzee. Deze plannen werden slechtsgedeeltelijk uitgevoerd met de aanleg van de Schans tennoorden van Veenendaal.1685 Na het Rampjaar 1672 wordt opnieuw eenhaalbaarheidsonderzoek gedaan, nu in opdracht vande vestingbouwer Menno van Coehoorn, directeurFortificatiën.1745 In dit jaar wordt het besluit genomen tot de aanleg vande Liniedijk tussen de Roode Haan bij Veenendaal enAmersfoort. De Grebbesluis wordt geschikt gemaaktvoor inundatiedoeleinden en wordt vanaf dat momentbeschermd door een hoornwerk.1785-86 De linie ten noorden van Amersfoort wordt uitgebreidmet nieuwe keerkades of komkeringen, zoals deGlashutterkade, de Coelhorsterkade en de Vuydijk.Ten zuiden van Amersfoort wordt de linie eveneensversterkt met de aanleg van fort Buursteeg, de linie vanJuffrouwdijk en een lunet en redoute bij de Slaperdijk.1799 De linie wordt ten noorden van Amersfoort opnieuwversterkt door de aanleg van het Werk te Krachtwijk enhet werk van de Glashut.1809 De militaire belangstelling voor de linie vermindert. In1809 wordt de linie als verdedigingswerk opgeven.1845 De linie wordt weer als verdedigingslinie aangemerkt.1881 Opnieuw vermindert de militaire betekenis van deliniedijk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog speelt de liniegeen enkele rol.1926 De linie wordt bij Koninklijk Besluit als duurzaamverdedigingswerk opgeheven.1935 Na de aanleg van het Valleikanaal neemt de militairebelangstelling weer toe. Enerzijds door betereinundatiemogelijkheden, anderzijds doordat hetValleikanaal als tankgracht kan functioneren.1939 De Valleistelling wordt in staat van verdediging gebrachten in de Meidagen van 1940 wordt er zwaar gevochten.1944 De Duitse bezetter brengt de linie onder de naamPantherstellung weer op sterkte als verdediging tegende uit het oosten oprukken geallieerden.1951 De laatste werken worden bij Koninklijk Besluitopgeheven als verdedigingswerk.Uit het hiernaast opgenomen overzicht blijkt dat de Grebbelinie alsmilitaire verdedigingslinie van ondergeschikte betekenis is geweest. Ditkwam mede, omdat de waterstand in de Rijn een groot deel van het jaarte laag was. Daarentegen was de linie binnen de waterhuishouding van deregio van groot belang, zoals uit nevenstaand artikel van de archivaris vanhet Waterschap Vallei en Eem blijkt.Literatuur: Anne Visser, De Grebbelinie in Vogelvlucht, Utrecht 2003(speciale uitgave van de Utrechtse Fortenstichting.42


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADLengteprofieltekening van het verval – het hoogteverschil – tussen de Grebbedijk, de Slaperdijk, Amersfoort ende Zuiderzee bij Spakenburg. Bijlage bij W.B. van Goor, Nota betreffende de Afwatering der Geldersche Vallei inverband met kanaalaanleg. (1917)Men vond hier uitgestrekte wouden:moerasbossen van wilgen, elzen en berken inmoerassig veen, waar allerlei veenstroompjeszonder vaste bedding doorheen siepelden. Diestroompjes ontwikkelden zich later tot eenbekenstelsel.Het zijn laaglandbeken, een beektype, datgeen bron heeft, maar een oorsprongsgebiedvan sloten en greppels. De waterafvoer isdaarbij sterk afhankelijk van de neerslag in hetstroomgebied: bij veel regen stijgt het waterpeilsnel, bij droogte vallen de bovenlopen periodiekhelemaal droog. De benedenlopen liggen inkwelgebieden en worden daar ook gevoed dooropwellend grondwater.Rond het jaar 1000 bericht een kroniekschrijverons over de Eem (de Heiligenbergerbeek) alseen modderige rivier die langs de Heiligenbergstroomt. Volgens hem lag er rond de bergeen altijd stilstaand moeras van zéér grote uitgestrektheid.Meer naar het zuiden lag tegende Emminkhuizerberg aan een onbewoondhoogveengebied, dat een natuurlijke waterscheidingvormde: ten noorden ervan liep hetwater af naar de Eem bij Amersfoort, ten zuidennaar de Rijn bij Rhenen. Eind 15e eeuw lietbisschop David van Bourgondië de naar hemgenoemde grift naar de Rijn aanleggen om in hethoogveen gewonnen turf te kunnen vervoeren.De onderneming mislukte echter door deStichtse burgeroorlog (1481-1483), uitgebrokenomdat de bisschop bij zijn streven naar eeneenheidsstaat naar Bourgondisch model de ouderechten van de steden Utrecht en Amersfoortwilde aantasten. Grote verwoestingen waren hetgevolg: in Amersfoort en omgeving was in 1485nog maar een kwart van de bevolking over en diewas geheel verarmd.Ruim een halve eeuw later keerde de rust terugna de vereniging van de Nederlanden onderKeizer Karel V. De vraag naar energie leefdeop en turfwinning werd weer commercieelinteressant. De Keizer gaf hiervoor ‘octrooien’(vergunningen) en in rap tempo werd hethoogveen in het midden van de Vallei volledigweg gegraven. Niemand dacht aan de gevolgen:door het weggraven van de waterscheiding ende sterke daling van het maaiveld werd hetafwateringssysteem blijvend verstoord.Het zuidelijk deel van de Vallei kon niet meerafwateren naar de Rijn, mede omdat de beddingdaarvan bij Rhenen hoger was komen te liggendoor een rivierverlegging bovenstrooms.Voortaan liep de natuurlijke helling in hetValleigebied vanaf de Emminkhuizerberg nietmeer deels naar het zuidoosten (naar de Rijn) endeels naar het noordwesten (naar de Eem), maarwas er nog maar één afwateringsrichting: vanafde Grebbedijk naar Amersfoort.Overstromingen vanuit de Rijn | Door hetafnemen van de waterafvoer in de Rijnverminderde eerst ook de aandacht voorhet onderhoud van de Grebbedijk. Datonderhoud moest worden uitgevoerd doorde grondeigenaren in de buurt van de dijk.Vroeger waren er wel doorbraken geweest,waardoor de Nude was opgehoogd met rivierklei.Maar het water kwam dan niet ver, omdathet werd tegengehouden door het hoogveenbij de Emminkhuizerberg en vanwege hetachtergebleven vruchtbare slib had zo’noverstroming ook wel een gunstige kant.Nu echter kon het overstromingswater de heleVallei door lopen tot Amersfoort. De eerste keergebeurde dit in 1595, maar in de loop van de43


Kaart weergevende het gebied, ondergelopen na de laatste doorbraak van deGrebbedijk in 1855.Plattegrond van Fort Daatselaar, gelegen in een bocht van de Lunterse beek aanhet noordelijk uiteinde van de Slaperdijk onder Renswoude. Deze kaart is eenonderdeel van het ‘Plan der Rijks militaire gronden behoorende tot de Grebbelinie’,vervaardigd door de Genie te Amersfoort in 1848.44


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTAD17de eeuw herhaalde het euvel zich regelmatig.Bovendien kwam het nogal eens voor, dat eendoorbraak van de Grebbedijk samenviel met eenhoge waterstand op de Zuiderzee, waardoor deEempolders onderliepen en Amersfoort dus vantwee kanten werd bedreigd. Deze hoedanigheidvan het Valleigebied viel ook de militairestrategen op. Al vóór 1595 werd de aandachtgevestigd op de defensieve mogelijkheden diehier aanwezig waren. In 1629 lieten de Statenvan Utrecht de eerste verdedigingswerkenaanleggen, waaronder de schans bij (herberg) DeRoode Haan net ten noorden van Veenendaal, ineen mislukte poging de Spaanse troepen buitende provincie te houden.De overstroming van 1595 was het begin vaneen patstelling. De Amersfoorters waren boosvanwege de grote nadelen, die de nieuwewaterstaatkundige situatie voor hen meebracht.Niet alleen de overstroming zelf bracht ernstigeschade, ook werd met het water veel zandaangevoerd, dat in de Eem neersloeg en het opdiepte houden van de rivier was toch al lastigen duur. Het zuiden van de Vallei had minderlast van de overstromingen, maar des te meervan de verstoorde afwatering. Het gevolg wasruzie. De grondeigenaren in het zuiden wildeneen nieuwe afwatering naar het noorden endie in het noorden wilden zekerstelling van dewaterkering langs Rijn. Niemand wilde betalenvoor een voorziening, die de ander diende.Onder het oude waterstaatsrecht waren zulkezaken niet afdwingbaar. Ze konden alleenvrijwillig worden toegestaan door de groep metde oudere rechten. Daar kwam nog bij, dat hetzuiden van de Vallei grotendeels in Gelderlandlag en dat was onder de Republiek (die nietmeer was dan een statenbond) eigenlijk eenandere staat. Er was veel onderling wantrouwentussen Stichtenaren en Geldersen. De oudewaterscheiding bij de Emminkhuizerberg werddan ook door de noordelijke (Utrechtse) partij,voor wat de afwatering betreft, kunstmatig instand gehouden door er zorgvuldig op te lettendat er geen verbinding gemaakt werd tussen destelsels van watergangen aan de noord- en dezuidzijde van de berg.De Slaperdijk en de afwateringsproblemen | Inde eerste helft van de 17e eeuw deden zich heelwat (bijna) doorbraken van de Grebbedijk enoverstromingen in de Vallei voor (1601/02,1607/08, 1619, 1629 militaire inundatie,1634/35, 1644, 1651). De gemoederen raaktensteeds verder verhit. Het zuiden probeerde elkekeer een recht tot afwatering af te dwingen doorte dreigen de dijk niet te herstellen. Het noordenging zich geleidelijk noodgedwongen meerbemoeien met het dijksherstel, maar het bleef deafwatering weigeren. In januari 1651 viel er weereen grote doorbraak in de Grebbedijk: het waterkwam tot de poorten van Amersfoort, mensen enveel vee verdronken. In maart van hetzelfde jaardeed zich een stormvloed voor op de Zuiderzee:nu werd Eemland overstroomd en Amersfoortopnieuw bedreigd vanuit het noorden. De Statenvan Utrecht en Gelderland gingen zich metde zaak bemoeien. Bijna kwam men tot eenovereenkomst, maar de Geldersen aarzeldente lang. Bovendien wilde niemand beginnenmet de uitvoering van de werken voor de ander.Eind 1651 was het weer hoog water op de Rijn.De Utrechters verloren hun geduld en gaventoestemming voor de aanleg van de Slaperdijkop de oude waterscheiding en langs de Utrechts-Gelderse grens. Het doel was te verhinderen, dathet Rijnwater bij doorbraak van de Grebbedijkhet Utrechtse gebied kon bereiken. De dijk werdin drie maanden gelegd in de winter van 1652/53.Het was maar gedeeltelijk een succes, want voorbestaande watergangen als de Munnikebeek ende Fliertse beek moesten er duikers of sluizenin de dijk worden gelegd, die uiteraard bijoverstroming water doorlieten. Bovendien wasde provinciegrens uit waterstaatkundig oogpuntniet de beste plek om de dijk te leggen. De dijkeindigt daardoor bij Renswoude een beetje ‘inhet niets’, zodat het overstromingswater bijfort Daatselaar nog om de ‘kop’ van de dijkheen kan lopen. Het effect was veel grotervoor de afwatering van het zuiden: die liepnatuurlijkerwijs naar de Lunterse beek, maarwas door de dijkaanleg nu vrijwel geblokkeerd.In 1711 brak de Grebbedijk weer eens door en deGeldersen waren inmiddels zo woedend over deslechte afwatering, dat zij niet alleen weigerdende dijk te herstellen, maar zelfs dreigdenhem helemaal af te graven. Na moeizameonderhandelingen kwam er tenslotte in 1714 eenakkoord tot stand over herstel en verzwaring vande Grebbedijk en eindelijk ook de aanleg van eenwaterlozing door de Slaperdijk. Daarvoor werdendrie heulen (duikers) gelegd bij de Roode Haanen het water werd van daar door de Broekslootnaar de Lunterse beek bij Lambalgen geleid.Deze beek stroomde verder langs de grensvan Woudenberg en als Heiligenbergerbeeklangs Leusden naar Amersfoort. Maar hetrecht tot waterlozing werd wel aan strengebeperkingen gebonden. Kwam de waterstandboven een bepaald peil, dan moesten de heulenonmiddellijk worden gesloten. Dit kwam vaakvoor, want bij noordwestenwind werd hetZuiderzeewater de Eem opgestuwd, waardoorde lozing vanuit de Vallei naar Amersfoort werdgeblokkeerd. Deze situatie deed zich natuurlijkjuist voor, als de landen boven de Slaperdijktussen Veenendaal en de Grebbedijk ook veelwaterbezwaar hadden. Door het blokkeren vande afwatering op zo’n moment kwamen daar danal gauw zo’n 1100 hectare onder water te staan.De Franse inval in 1672 had de belangstellingvoor de Vallei als militair inundatiegebied weerdoen opleven, maar de kosten van aanleg vaneen waterlinie werden in de verarmde Republiekte hoog gevonden en het idee verdween weer inPlattegrond van dePost aan de RoodeHaan, gelegen aande zuidkant van deEmminkhuizerberg.Hier werden in 1714de drie heulen gelegdvoor de afvoer van hetwater uit de landenboven de Slaperdijk.Nu ligt er een stuwin het Valleikanaal.Ook deze kaart iseen onderdeel vanhet ‘Plan der Rijksmilitaire grondenbehoorende totde Grebbelinie’,vervaardigd door deGenie te Amersfoortin 1848.45


Kaart van de Grebbelinie vanaf de Roode Haan in de Slaperdijk tot aan deZuiderzee (1825). Bijlage bij het rapport van de Commissie tot onderzoek der besterivierafleidingen, benoemd bij Koninklijk besluit van 15 maart 1821 nr 105.Het waterschapshuis vanVallei & Eem, gezien vanafhet Valleikanaal.de kast tot er een nieuwe Franse inval dreigdetijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748). De aanleg van de Grebbeliniedijk vanafde schans De Roode Haan aan de Slaperdijktot de schans bij de boerderij Krachtwijk aan deEem in Hoogland en van de dwarskaden voorde vorming van de inundatiekommen begonin 1745. Maar waar de natuur kan kiezen vooroverstroming, is dat voor de mens niet zomaarweggelegd. In normale tijden bleek het vaakmoeilijk om een kunstmatige inundatie in deVallei tot stand te brengen. In 1794 lukte het welde inval van het Franse leger zo te stoppen, maartoen door de strenge vorst in januari 1795 allesdichtvroor, kon generaal Pichegru toch verdertrekken. Tien jaar later lukte het zelfs helemaalniet de Linie onder water te krijgen.De afwatering van de Vallei in de 19de en 20deeeuw | De hele 18de en 19de eeuw door warener conflicten over de afwatering, die somszo hoog opliepen, dat de zuidelijke boerende heulen bij de Roode Haan met geweldopenbraken. In 1829 moest zelfs gedreigdworden met inkwartiering van soldaten om ditte voorkomen. Daarna liet men de heulen welaltijd op een kiertje open, maar voor een goedeafwatering was dat geheel onvoldoende. Hetprobleem werd bovendien steeds nijpendernaarmate er meer grond in gebruik werd46


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADOverzichtskaart van het plan totaanleg van het Valleikanaal uit 1933. Dedoorlopende blauwe lijn volgt bestaande,gekanaliseerde watergangen. Deblauwe stippellijn geeft nieuw gegravengedeelten aan. De groene lijn loopt langsde Slaperdijk en de Grebbeliniedijk.Foto Kim Slaats (Waterschap Vallei & Eem)genomen en er dus steeds meer water moestworden afgevoerd. Hiervóór is al gezegd, dat hetbekenstelsel in de Vallei gekenmerkt wordt dooreen sterk wisselende afvoer, die problemen geeftin extreme situaties. In normale tijden ging hetechter meestal redelijk goed en dan bestond deneiging om het beekonderhoud te verwaarlozen.Er waren daarom geen waterschapsorganisatiesin het Valleigebied boven Amersfoort, die zichdaarmee bezig hielden. Alleen het heemraadschapvan de Rivier de Eem, beken en aankleve van dienvoerde schouw over de beken, die hun water naarAmersfoort afvoeren, voor zover die op Utrechtsgebied liggen, maar het hield zich vooral bezigmet het op diepte houden van de Eem, zowelvoor de waterafvoer als voor de scheepvaart. Netals het Slaperdijkscollege werd het beheerst doorAmersfoorters, die in de eerste plaats de belangenvan hun stad voor ogen hadden.Toch was het intussen aan iedereen duidelijk,dat de waterhuishouding in het Valleigebiedsinds de afgraving van het veen in de 16de eeuwéén geheel vormde en dat de problemen alleenop te lossen zouden zijn als dat erkend werd.Toen na 1840 plannen werden gemaakt voorhet herstel van de Grebbelinie kwam dan ookdirect de gedachte op om deze werken mede tebenutten voor verbetering van de afwatering.De Rijkscommissie die in 1852 was benoemd omhet herstel van de Grebbelinie te onderzoeken,kwam daarom in 1855 ook met een uitgewerktplan voor aanleg van een afwaterings- enscheepvaartkanaal van de Grebbe naar de Eemen voor oprichting van een waterschap voor dehele Gelderse Vallei. Maar men kon het nieteens worden over de kostenverdeling en erkwam niets van. Een echte verbetering van deafwatering was bovendien pas te verwachten, alsook de afvoer van het water vanaf Amersfoortdoor de Eem kon worden zeker gesteld. Daarvoorwas beheersing van de waterstand op deZuiderzee nodig en dat werd pas mogelijk na deafsluiting daarvan voor de Noordzeevloeden. Dehele 19de eeuw werden ook daarvoor plannengemaakt, maar ze werden niet uitgevoerdvanwege de hoge kosten en de schade voorde visserij. Tot het minister van waterstaatir. C. Lely na de grote overstroming rond deZuiderzee in januari 1916, toen de schrik eralom goed inzat, lukte zijn plan door de TweedeKamer te krijgen. In 1932 kon de Afsluitdijkworden voltooid. Door de sluizen in de dijk isnu een redelijke beheersing van het peil vanhet IJsselmeer mogelijk en daarmee ook van dewaterstand op de Eem.De staatscommissie, die in 1931 een plan moestmaken voor verbetering van de afwatering van deGelderse Vallei, kwam met twee mogelijkheden:de aanleg van een scheepvaart- annexafwateringskanaal van de Rijn naar de Eem, óf hetaanpassen van bestaande watergangen tot alleeneen afwateringskanaal vanaf de Grebbe door deSlaperdijk (waar de heulen nu zijn vervangendoor een stuw) en langs de Grebbelinie buitende binnenstad van Amersfoort om naar de Eem.Het was crisistijd en men koos de laatstgenoemdeen goedkoopste oplossing. De aanleg van hetValleikanaal door Provinciale waterstaat vanUtrecht begon in 1937. Het graafwerk mocht eerstalleen met werklozen worden uitgevoerd, maarde oorlogsdreiging maakte dat het kanaal tochweer bij een inundatie betrokken moest kunnenworden en dus werd meer materieel gebruikt,zodat in de herfst van 1939 de Grebbelinie onderwater kon worden gezet. Het Valleikanaal werdpas in 1948 helemaal voltooid en het bleef daarnaonder beheer van de Provincie Utrecht. De Liniehad toen elk militair belang verloren en werd in1970 eveneens overgedragen aan de Provincie.Nu is een deel eigendom van Staatsbosbeheer.De gemeente Leusden heeft echter een deel vande Liniedijk afgegraven bij de aanleg van hetindustrieterrein ‘De Horst’ en op die grond staatnu – aan het Valleikanaal – het waterschapshuisvan het waterschap dat sinds 1997 dewaterhuishouding in het hele Valleigebiedbeheert onder de voor de hand liggende naamVallei & Eem.47


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADJan van Bergen en het cultuurhistorische erfgoedDe Grebbelinie moet eentoeristische attractie wordenEen rijk cultuurhistorisch verleden is een lust maar ook een last. Met beide aspectenheeft Jan van Bergen te maken. Het lid van het college van gedeputeerde staten vande provincie Utrecht heeft zowel cultuur als financiën in zijn portefeuille. Of de tweewel eens botsen? “De ambities zijn altijd groter dan de middelen.”| Tekst Jos van der BurgJan van Bergen moet je horen praten. Een beterecultuurpromotor kan de provincie zich nietwensen. Luistert u even mee? “We hebben deambitie om de provincie Utrecht het cultuurhistorischehart van Nederland te laten zijn”,zegt Van Bergen zonder met de ogen te knipperen.En waarom zou hij ook? Hij heeft de windin de zeilen, want het besef dat de provincie eenrijk cultuurhistorisch verleden heeft, begint goeddoor te dringen. Het werd tijd, vindt van Bergen,die erop wijst dat geen enkele provincie buitenUtrecht drie oude verdedigingslinies op zijngrondgebied heeft. Hij noemt de linies “eencultuurhistorisch geraamte, waarmee goed moetworden omgesprongen.” Hij wil niet zuur doen,maar in het verleden heeft het daaraan nogaleens ontbroken. Neem Amersfoort, waar van deGrebbelinie vrijwel niets is terug te vinden.De restanten verdwenen in het verleden onderwegen en nieuwbouwwijken. Geen haan dieernaar kraaide. Het is maar één voorbeeld, maarVan Bergen kan er meer noemen. Hij verwijt hetDe Grebbelinie en de provincieDe provincie Utrecht initieert en steunt eenscala aan activiteiten rond de Grebbelinie1 Toeristische folder2 Informatiepanelen in het liniegebied3 Reconstructie van een deel van de stoplijnuit 19404 Toeristische gids5 Informatiepunten6 Dvd over de Grebbelinie7 Educatief project ‘Open Vuur’.8 Theatervoorstelling in het Werk aan deGlashutVeel informatie over de Grebbelinie is tevinden op www.grebbelinie.nlZie ook: www.utrechttoerism.nl enwww.fortenmaand.nlniemand, want decennia lang was de tijdgeest decultuurhistorie niet goed gezind. Ook deprovinciale overheid stond niet op de barricade,geeft hij toe. In bestuurstaal: “In het vorigeprovinciale streekplan kreeg de cultuurhistorischehoofdstruktuur te weinig aandacht.”Tot zover het slechte nieuws. Van Bergenheeft ook goed nieuws: “In het nieuweprovinciale streekplan is de cultuurhistorischehoofdstruktuur veilig gesteld.” De overheid isniet langer de cultuurbarbaar, die niets van degeschiedenis wil weten. We chargeren, zodatVan Bergen kan nuanceren. “De overheidrealiseert zich beter dat je het rijke erfgoedmaar één keer kan vernielen en verkwanselen.Daarom krijgen de drie linies in het nieuwestreekplan een goede bescherming. Het kan nietmeer gebeuren dat stukken van de linies zomaarverdwijnen.”Likkebaarden | Voor levende cultuurhistorie ismeer nodig dan beschermende maatregelen,zegt Van Bergen. “Je bent er niet metverbodsbepalingen, maar moet ook belangstellingkweken voor het verleden. Je moet opzoek gaan naar interessante kanten. In hetalgemeen geldt dat je iets boeiender vindt als jeer meer van weet. Je moet dus kennisoverdragen. Neem als voorbeeld de RomeinseLimes. Daarvan is bijna niets terug te vinden,zodat je het weinige dat er is aansprekend moetpresenteren. De Limes wordt plotselinginteressant als er in Leidsche Rijn een schipwordt opgegraven. Of als je, zoals wij hebbenlaten doen, met behulp van puncties langs deKromme Rijn een oude Romeinse weg metversterkingen en vestigingen vindt. Het zijn nietmeer dan een paar verrotte palen, maar voorarcheologen is het likkebaarden. Met een goedverhaal gaat het ook voor leken leven.” Het lichtniet onder de korenmaat doen schijnen, is VanBergens motto. “Je moet zaken zichtbaar maken.Een bord met een tekstje is niet genoeg. Je kuntdenken aan het presenteren van objecten, maarook aan educatieve projecten.” Hij noemt hetproject ‘Onder Vuur’, dat het Erfgoedhuis inopdracht van de provincie ontwikkelt voormiddelbare scholen. “Het richt zich op dedilemma’s rond ruimtelijke ordening. Hoe ga jeom met de ruimte? Welke afwegingen maak jein streek- en bestemmingsplannen? Leerlingenworden in de rol van de overheid gezet. Ze lerendat de geschiedenis een grote rol behoort tespelen in de ruimtelijke ordening. Een rijkverleden spoort ertoe aan om voorzichtig met hetlandschap om te springen. Je kunt sommigezaken uit het verleden doortrekken naar hetheden. Denk aan inundatie. Vroeger werdengebieden als verdedigingsstrategie onder watergezet, maar in de nabije toekomst als waterberging.Het is leerzaam en leuk om zulkeparallellen te trekken.”Voortouw | Van Bergen heeft een duidelijkeopvatting over hoe groot de rol van de overheidmoet zijn. “Ze moet faciliterend optreden.Ze is geen geschiedenisleraar, maar moet welaandacht vragen voor het historische erfgoed.In dat kader past de Open Monumentendag.Mensen kunnen op die dag historische pandenen monumenten bezoeken. Voor sommigen zalhet een eyeopener zijn om de geschiedenis vaneen bepaald pand te horen. Zulke kennis draagtbij aan het cultuurhistorisch bewustzijn. Als jeweet dat iets bijzonder is, word je er trots op enwil je het behouden.”Terug naar de Grebbelinie, die meer aandachtverdient, vindt Van Bergen. “De HollandseWaterlinie is meer in the picture, maar watmij betreft gaat dat veranderen. We stellen hetkomende half jaar 220 duizend euro beschikbaarom de Grebbelinie steviger te positioneren.Daarmee nemen wij als provincie het voortouw,maar ik vind dat gemeenten moeten volgen.Ik wil best voorop lopen, maar het moet hunook iets waard zijn. Ik verwacht een samenspelmet gemeenten als Spakenburg, Amersfoort enLeusden. We moeten er samen voor gaan.”Het heeft tijd nodig, beseft Van Bergen, maar deGrebbelinie zal uitgroeien tot een toeristischeattractie. “Er zit een interessant historischverhaal in dat tot de verbeelding spreekt. Veelmensen kennen dat niet, maar als ze het horen,worden ze enthousiast. Die mentaliteit moetenwe op gang krijgen. Je krijgt dan een spin off,een nieuwe dynamiek in het landelijke gebied.Ik denk aan boeren die bread bed and breakfastaanbieden.”Realistisch of slaat de fantasie bij Van Bergenop hol? Lachend zegt hij geen tegenspraak tedulden. “Ik ben er enthousiast over en vind dat48


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADanderen het ook moeten zijn. Daarom investerenwe in educatieve projecten. Ook komt er een dvdover de Grebbelinie, een theatervoorstelling eneen toeristische gids.”Ambities | Van Bergen benadrukt nogmaals hetbelang van geschiedenisonderwijs.“Het klinkt als een open deur, maar het is welzo: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.” Overde belangstelling van jongeren heeft Van Bergenoverigens geen klagen. “Je moet ze op een goedemanier benaderen. Succesvol zijn schoolreisjesnaar Fort Vechten, want dat spreekt tot deverbeelding. Als je nu bij jongeren interessekweekt, betaalt zich dat later uit.”Van Bergen beheert de portefeuille Cultuur enFinanciën. Of die twee wel eens met elkaar inconflict komen? “De ambities zijn altijd groterdan de middelen. Je moet realistisch zijn. Je kuntniet van de ene op de andere dag de HollandseWaterlinie herstellen en de hele Grebbeliniezichtbaar maken. Het zijn niet alleen kostbaretrajecten, maar er spelen ook allerlei belangen.Maar je hoort mij niet klagen. Ik vind datde ambities van de provincie goed zichtbaarzijn bij het behoud van het cultuurhistorischerfgoed.” Horen we een tevreden man? “Metdat woord is het altijd oppassen. Zolang iknog ambities heb, ben ik niet tevreden. Veel teweinig mensen weten dat de provincie Utrechtverhoudingsgewijs de meeste kastelen enlandgoederen heeft. En welke provincie heeftdrie linies? Het is iets om trots om te zijn. Maarook geldt: noblesse oblige!”Jan van Bergen en het cultuurhistorische erfgoedUtrecht en zijnverdedigingsliniesIn de verdediging van Nederland speelde de provincie Utrecht eeuwenlang eenbelangrijke rol. In het Utrechtse landschap zijn de restanten zichtbaar van maar liefstdrie defensielinies: de Romeinse Limes, de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie ende Grebbelinie. Wat schuilt er achter deze namen?| Tekst Jos van der BurgDe Romeinse Limes | Hoe verdedig je jegrondgebied tegen invallers? In Nederland lagvoor de hand om dat wat we overvloedig hebbente gebruiken: water. De Romeinen waren deeerste die begrepen dat rivieren uitstekendehindernissen zijn. Vanaf het jaar veertig naChristus bouwden ze langs de Kromme en OudeRijn wachttorens en versterkingen (castella).Ook legden ze een weg langs de rivier aan,zodat in tijd van nood snel troepen kondenworden aangevoerd. De Rijn werd de noordelijkebuitengrens van het Romeinse Rijk. We mogenspreken van een succesvolle grens, want hijhield twee eeuwen stand. Ten noorden van deRijn leefden ‘vrije’ stammen, ten zuiden lagde Romeinse provincie Neder-Germanië. Ookeconomisch had de Romeinse aanwezigheidlangs de grensrivier, door historici later de Limesgenoemd, positieve gevolgen. Er verschenendorpjes langs de rivier en omdat de Romeinen deorde op de rivier bewaarden, gedijde de handel.Helaas is tijdreizen nog steeds sciencefiction,want wie zou niet met eigen ogen willen zienhoe het eraan toe ging langs de RomeinseLimes? We moeten het doen met de restanten.Behalve wat archeologische vondsten is ervrijwel niets over van twee eeuwen Romeinsegrensbewaking. Van de forten resteren in hetbeste geval de fundamenten. Toch zijn er inde natte Nederlandse bodem af en toe uniekeOverzichtskaartje van de Grebbelinie(bron: cartografie Provincie Utrecht, PSD-sectorgeografische informatievoorziening).Luchtfoto van het Werk aan de Glashut in Amersfoort, bewerkt met een 19de-eeuwse tekening van de Glashut(bron: cartografie Provincie Utrecht, PSD-sector geografische informatievoorziening).49


<strong>AMERSFOORT</strong>MAGAZINEVESTINGSTADsporen en vondsten terug te vinden, denk aande Romeinse grensweg en de houten schepen.Gelukkig kunnen we ook een beroep doen opons historisch voorstellingsvermogen: we horenhet gejoel van soldaten in de forten, traag zienwe schepen varen op de Oude Rijn, in een dorpjeslaat een paard op hol, zwaluwen scheren doorde avondlucht.De Oude en Nieuwe Hollandse WaterlinieNederland koesterde zich in de weelde van deGouden Eeuw toen de Franse Zonnekoning(Lodewijk XIV) in 1672 hardhandig wees op hetgebrek aan een goede landsverdediging. Zijnlegers bezetten in een mum van tijd zuidelijk enoostelijk Nederland. De opmars was zo succesvoldat zelfs het economische hart Amsterdamwerd bedreigd. Om de aanval tot stand tebrengen werden in paniek sluizen opengedraaiden dijken doorgestoken. Zo ontstond een‘waterlinie’ - een brede strook ondergelopen land- van Muiden tot Gorichem. De waterlinie was teondiep om er met (oorlogs)boten op te kunnenvaren en te breed om er met kanonnen overheente kunnen schieten. Door de sloten en vaartendie erin zaten, was het lastig voor soldatenom er doorheen te waden. In allerijl werdenlangs de waterlinie forten en versterkingenopgetrokken. De Waterlinie was een militairsucces, want de Franse opmars kwam totstilstand. Na 1672 maakten de regenten deWaterlinie tot de belangrijkste prioriteit in deNederlandse defensie. Men versterkte de liniemet verdedigingswerken en bedacht beteremanieren om het land onder water te zettendan het doorsteken van dijken. Gecontroleerdeinundaties (overstromingen) met behulp vansluizen en keerkades moesten ervoor zorgendat de nadelige effecten, zoals het verlies aanlandbouwgrond, tot een minimum werdenbeperkt. Ook werd de Waterlinie naar het oostenopgeschoven, zodat ook Woerden, Nieuwersluisen Oudewater erbinnen kwamen te liggen.In de negentiende eeuw werd de linie zo grondigonder handen genomen dat we mogen sprekenvan een Nieuwe Hollandse Waterlinie. De grensschoof nog meer op naar het oosten, zodat ookUtrecht binnen het verdedigingssysteem kwamte liggen. De nieuwe linie liep van Muiden,langs de Vecht, via Utrecht naar Gorichemom te eindigen in de Biesbosch. Er was sprakevan een uitgekiend waterstaatkundig stelselvan sluizen en kades, forten en versterkingen,met als resultaat, dacht men, de onneembareVesting Holland. In 1940 bleek dat een ernstigemisrekening.De Grebbelinie | De Hollandse Waterliniewas gericht op de bescherming van Holland.Steden die buiten de linie lagen, voelden zichterecht niet veilig. Plannen om een linie in deGelderse Vallei aan te leggen, liepen lange tijdop niets uit. In 1745 maakte men een beginmet een verdedigingslinie. Onder andere werdde bestaande Grebbesluis geschikt gemaaktvoor inundatiedoeleinden en kwam er tussenVeenendaal en Amersfoort een liniedijk. Veelstelde het allemaal niet voor. In de eeuwenerna wisselden interesse en desinteresse voorde Grebbelinie zich af. Bij internationalespanningen en oorlogsdreiging nam debelangstelling toe, in vredevolle tijden ebde hijweer weg. Toch gebeurde er wel wat, maar altijdmet grote tussenpozen en nooit consequent. Hetis ironisch dat tijdens de Franse bezetting aanhet einde van de achttiende eeuw de Grebbeliniezijn uiteindelijke vorm kreeg: een stelselvan verdedigingswerken van Rhenen tot hetIJsselmeer. De linie die de vijand had moetentegenhouden, werd door de vijand in goede staatgebracht! Het wisselende beeld van interesseen desinteresse zette zich na het vertrek vande Fransen voort. In de jaren dertig van devorige eeuw nam de militaire belangstellingdankzij de aanleg van het Valleikanaal sterktoe. Men dacht dat dit kanaal de opmars vanvijandelijke tanks zou tegenhouden. In 1940bleek dat men de militaire waarde van deGrebbelinie had overschat. De Duitsers toondenaan dat het systeem van inundaties en fortenachterhaald was. In 1951 werd de Grebbelinie alsverdedigingswerk opgeheven.Stuw bij het Werk aan de Roode Haan.Foto: Wim Hoogendoorn / Provincie Utrecht.50


KAMP 88Op de hoek van de Kamp en deSt. Annastraat ligt het restaurant‘eethuis bij de Stadsmuur’. Aande zijde van de St. Annastraat isnog de middeleeuwse zijgevelzichtbaar. Hier bevinden zichgemetselde bakstenenkruiskozijnen in een vorm zoalswe ze in Amersfoort niet ofamper tegenkomen. Het pand isvoorzien van een topgevel met“pakhuisdeuren en hijsbalk.”Kamp 88 is slechts één van de200 panden van de NVAmersfoortse Maatschappij totStadsherstel. Stadsherstel koopt,restaureert en beheert monumentenen beeldbepalendepanden in Amersfoort enomgeving. Niet om ze vervolgensonder een stolp te plaatsen.Stadsherstel verhuurt haar bezitals woonhuis, winkel, atelier,horecagelegenheid en voorbijzondere doeleinden. Op dezemanier blijft dit cultureel erfgoeddeel uitmaken van ons leven.NV Amersfoortse Maatschappij tot StadsherstelStadsring 236Postbus 8423800 AV Amersfoorttelefoon: (033) 460 50 20fax: (033) 460 50 39e-mail: info@stadsherstelamersfoort.nlinternet: www.stadsherstelamersfoort.nlCultureel erfgoed voor de toekomst


A M E R S F O O R TV E S T I N G S T A D

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!