van de zgn. binnenring langs de Singelgracht− is zo’n alternatief voor de Stadhouderskade− inderdaad, onderdeelvan de zgn. buitenring.VeiligheidDoor op stroomwegen fietsers d.m.v.een fietspad te scheiden van het snelverkeer,is het fietsen daar nog niet veiliggeworden. Aanrijdingen gebeuren immersbinnen de bebouwde kom vooralop kruispunten en sinds kort weten wedat op een stroomweg fietsers die deweg volgen (dus niet degenen die hemoversteken!) het merendeel van de fietsslachtoffersvormen. Het verplaatsen vanfietsers van een dergelijke verbindingnaar een alternatief door een verblijfsgebied,is dus goed voor de verkeersveiligheid.Maar de onder verkeerskundigen gangbareopvatting over verblijfswegen isdat alle verkeersdeelnemers daar gelijkwaardigzijn en dus dat voortrekkenvan fietsers (door bijv. een aparte voorrangsregelingof een fietspad) daar nietmag. Maar dat is onjuist. De wet bevatzelfs een aparte uitzondering om hetregelen van de voorrang op hoofdfietsroutesdoor verblijfsgebieden mogelijkte maken.Comfort: UitlaatgassenDe grote lichamelijke bedreiging voorfietsers in het verkeer komt niet vanverkeersonveiligheid, maar van uitlaatgassen(zie figuur 2). Verreweg de grootstebedreiging vormt fijnstof, en dan inhet bijzonder ultrafijnstof. Ultrafijnstofwordt vrijwel geheel lokaal geproduceerddoor verbrandings-motoren (lees:gemotoriseerd verkeer). Dat betekentdat er een heel direct verband is tussende intensiteit van het gemotoriseerdeverkeer en de mate van bedreiging vande gezondheid van de fietser. Overigens:de gezondheidswinst van het fietsen isnog veel groter, dus lekker blijven fietsen.Alleen fietsen door verkeersluwegebieden is nóg gezonder!Ontvlochten: misschien niet direct, maar wel veilig, comfortabel, aantrekkelijk en gezondComfort: VerkeershinderVerkeershinder is direct gekoppeld aande verkeersintensiteit. Het is duidelijk datde verkeersintensiteit op stroomwegengemiddeld (veel) hoger is dan in verblijfsgebieden.Daar zijn de stroomwegen immersvoor bedacht! Je merkt dit het bestaan de hoeveelheid verkeerslichten dienodig is. Een fietser over de Overtoomkomt er op elke kruising eentje tegen.<strong>Op</strong> de evenwijdige route door het Vondelparkontbreken verkeerslichten, endus de wachttijdhinder die daarbij hoort.<strong>Op</strong> eenzelfde manier laat bijvoorbeeldde Rozengracht zich vergelijken met deroute over de Bloemgracht-Leliegracht.Verkeershinder wordt voor fietsers veelminder als zij een route kunnen kiezendoor verblijfsgebieden, zo veel mogelijklos van de autostroomwegen.Hoofdfietsroutes door verblijfsgebieden:hoe dan?Nu we gezien hebben dat ontvlechteneen goed idee is voor fietsers en dat ontvlechtenonvermijdelijk leidt tot hoofdfietsroutesdoor verblijfsgebieden, roeptdat wel de vraag op hoe de fietsroutes erdan uit kunnen zien. Je kunt denken aande volgende drie typen (die overigensvloeiend in elkaar over kunnen gaan):• vrijgetraceerde fietspadenIn <strong>Amsterdam</strong> vooral door parken,bijvoorbeeld het Gerbrandypark inNieuw-West• FietsstratenZoals de Zaanstraat (de enige officielein <strong>Amsterdam</strong>), maar feitelijk ookde Weesperzijde of de Anthoniesbreestraat• vrijliggende fietspaden of fietsstrokenDe GeldersekadeDe wet maakt het mogelijk om dergelijkeverbindingen voorrang te geventen opzichte van de kruisende verblijfswegen.Dit geldt in <strong>Amsterdam</strong> bijvoorbeeldvoor de Nieuwe Spiegelstraat. Eenverblijfsweg waar de fietser voorrangheeft op het verkeer op de kruisendeverblijfswegen.In nieuwe gebieden, zoals de Zuidas,pleit de <strong>Fietsersbond</strong> er al jaren voorom het fietsnetwerk, precies om bovenstaanderedenen, niet te beperken totvrijliggende fietspaden langs de hoofdwegen.Want dan moet de fietser bij allekruisingen lang wachten, net zo ver omrijdenals de auto, en heeft hij ook nogonnodig veel last van alle uitstoot. De inzetis dat er zowel Oost-West, als Noord-Zuid, ‘ontvlochten’ doorgaande routesblijven, en erbij komen, maar dat vereisteen lange adem…ConclusieHet ontvlechten van het fietsnetwerkvan het autonetwerk leidt tot een beteregezondheid en meer veiligheid voor defietser, en tot directere routes en minderomrijden. En bovendien ontstaat daardoorhet type routes waar fietsers zelfgraag voor kiezen. Het versterken vande positie van de fiets in stedelijk gebiedkan alleen maar, als we bestaande ontvlechteroutes behouden en er liefst nogflink wat bij maken.Dit artikel van Theo Zeegers (verkeerskundige van de<strong>Fietsersbond</strong>) is door Govert de With enigszins bewerktvoor de <strong>OEK</strong>.De oorspronkelijke versie bevat een tiental voetnoten/verwijzingen. Die hebben we hier weggelaten, maar zeontbreken niet in het oorspronkelijke artikel dat (alspdf) te vinden is via http://bit.ly/S4L2kB.6
Een kleine aanvaring met lange nasleepDe zonnige middag van 1 september 2010 zal Arjan Honingh niet snelvergeten. Ruim anderhalf jaar zou de rechtszaak van slachtoffer naardader en weer terug duren die een klein maar vervelend incident tussenhem en een scooterrijdster op een IJ-pont veroorzaakte.Arjan Honingh, 39 nu en werkzaam bij deDienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer,stapte op de bewuste dag met zijn fietsop de pont richting CS. <strong>Op</strong> het achterdekwas het al behoorlijk druk. Nauwelijksaan boord werd hij op niet mis te verstanewijze aangesproken door een jongevrouw op een scooter: ‘Ja, klootzak, aande kant, jij!’Honingh: ‘Zij wilde blijkbaar door demenigte snel naar de voorkant van depont. Aanvankelijk negeerde ik haar, zehaalde me linksom in. Vreemd, want opde pont dring je niet. Die gaat zo vaaken je komt toch allemaal gelijk aan. Zijschoot er slechts een meter of twee meeop. In haar haast raakte ze mij en ik verloormijn evenwicht. Daardoor maakte ikeen zwaai met mijn linkerbeen, die opzijn beurt haar raakte.’Vlam in de panDat betekende de vlam in de pan. Honingh:‘Ze zette de brommer neer enbegon te meppen. Als een dolle stier,met haar vuisten, haar helm, met mijnfiets. Andere passagiers begonnen zichermee te bemoeien. Intussen stond dekapitein vanaf het bovendek toe te kijken,maar ingrepen deed hij niet. Nadatwe door medepassagiers uit elkaar gehaaldwaren, werd ik naar de voorzijdevan de pont gedirigeerd, zij moest aande achterzijde blijven.’ Daarmee wasvoor hem de kous af en zonder verderekleerscheuren bereikte hij de stadswal.Nog nauwelijks van de schrik bekomenen zijn weg vervolgend werd hij door descooterrijdster achterhaald. Ze had 112gebeld en de politie was dan ook snelter plaatse. Wat voor de dienstdoendeagent prioriteit had, was het feit dat zijtwee getuigen had verzameld en hijgeen. ‘Het meisje achterop de scooteren een andere jonge passagier. Dat zij intusseneen enorme joint aan het draaienwas, leek de agent te negeren. Twee getuigenwaren blijkbaar meer waard.’Arjan Honingh werd in de boeien geslagen,meegetroond naar de noodcel opCS en overgeplaatst naar Bureau NieuwezijdsVoorburgwal. Al met al zat hij zevenuur vast, als verdachte. Hij schakeldeeen advocaat in die hem adviseerde zelfook aangifte te doen, wat hij een weeklater deed, maar zonder <strong>eigen</strong> getuigen.Wel wees hij erop dat het GVB opnamenmaakt van elke overtocht en dat de beeldenvan die dag veilig gesteld zoudenmoeten worden.Voor de rechterIn september 2011 − een jaar na het incident− krijgt hij een brief met het verzoek€ 300 te betalen. Maar dat zou betekenendat hij instemde met de veronderstellingdat hij zich aan mishandelinghad schuldig gemaakt. In overleg metzijn advocaat besluit hij niet in te gaanop het schikkingsvoorstel en de zaak telaten voorkomen. Daar blijkt dat de politiebeide aangiften (die van de scooterrijdsteren van Arjan) nooit naast elkaarheeft gelegd. De politierechter vindt diteen ‘verzachtende omstandigheid’ enverlaagt de straf naar € 200. Omdat Arjanzichzelf geen verdachte, maar slachtoffervindt, gaat hij in hoger beroep.Intussen vinden Honingh en zijn advocaattegenstrijdigheden in de verklaringenvan beide getuigen van de jongevrouw. Daarom willen ze hen horen,maar dat verzoek wordt niet ingewilligd.Begin april van dit jaar wordt hij weer opgeroepen,nu in de hoger beroepszaak.De officier van justitie aan de Prinsengrachthad zich blijkbaar beter ingelezenen maakte zich direct sterk voor vrijpleiten.Het Gerechtshof heeft dat verzoekovergenomen.Een behoorlijke opluchting: gerechtigheid,geen strafblad en geen boete.Maar de vraag blijft: hoe is het afgelopenmet de tegenaangifte die hij had gedaanen hoe is het uiteindelijk de agressor vergaan?Honingh: ‘Ik vermoed dat de politie ergeen zaak van heeft gemaakt omdat ikbij mijn tegenaangifte geen getuigenkon aanleveren. Wat hij ook betreurt isdat er met dit proces door de betrokkenheidvan allerlei instanties vele duizendeneuro’s gemeenschapsgeld zijngemoeid. ‘Die mug is een olifant geworden.Doodzonde!’Gelukkig verzamelde zijn advocaat intussenkrantenknipsels van vergelijkbaregevallen. Blijkbaar is het schering en inslag,niet alleen op de ponten. Ook bleekdat de pontkapitein niet is ondervraagden dat de politie de camerabeelden vanhet GVB nooit heeft opgevraagd.Leergeld en tipsAls ik hem vraag wat hij van dit langlopendeincident heeft geleerd, is hij duidelijk:‘Je moet alles bijhouden, documenterenen uitzoeken. Zo veel mogelijkmateriaal verzamelen om je gelijk te bevestigen.Je moet je advocaat alle detailsvertellen zodat hij daarmee je gelijk kanbewijzen. Bovenal zal ik na zo’n incidentniet meer wegfietsen zonder zelf telefoonnummersvan getuigen te verzamelen.Achteraf gezien was het naïef om tedenken dat het conflict over was nadatwe door de medepassagiers uit elkaarwaren gehaald.’Verbaasd is hij nog steeds over het feitdat er mensen zijn die zo makkelijk aangiftedoen, nota bene tegen een slachtoffer.‘Je hebt een mobieltje, je belt evenen er komt politie.’In de hoger beroepszaak heeft hij aangegeveneen excuus van de jonge vrouwop prijs te stellen, maar daar heeft hijnooit meer iets op gehoord.Intussen fietst hij er geen meter minderom en kwalificeert het geheel als een‘klein ding met grote gevolgen’.Tekst/foto AMR<strong>OEK</strong> 88 - oktober 2012 7