16.07.2015 Views

OEK Op eigen kracht - Fietsersbond Amsterdam

OEK Op eigen kracht - Fietsersbond Amsterdam

OEK Op eigen kracht - Fietsersbond Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ontvlechten voor de fietsOver netwerken, maaswijdtes en routekeuzesDit artikel gaat over het scheiden van fietsroutes en autoroutes (invakkringen ontvlechten genoemd). Waarom is dat nuttig of zelfsnoodzakelijk binnen de bebouwde kom, en dus in <strong>Amsterdam</strong>?En wat zijn de effecten daarvan? Eén gevolg is in ieder geval datfietsroutes door zgn. verblijfsgebieden (30 km gebieden) heengaan.En dat roept de vraag op hoe die moeten worden vormgegeven.Als fietspaden of fietsstraten? Kan en mag dat wel?Hieronder gaat Theo Zeegers dieper in op de algemene situatie.Govert de With laat zien wat dat concreet voor <strong>Amsterdam</strong> betekent.Wat de fietser wilAls je onderzoekt hoe de fietser tot zijnroutekeuze komt, dan wordt duidelijkwat de fietser in de praktijk wil. De fietserblijkt te kiezen voor groene, directeen veilige routes met weinig uitlaatgassenen verkeershinder. Deze voorkeursluit nauw aan bij de vijf hoofdeisen diegelden bij het ontwerpen van infrastructuurvoor fietsers: Samenhang, Directheid,Aantrekkelijkheid, Veiligheid enComfort.Routes langs stroomwegen (50-km uurwegen zoals de Stadhouderskade) scorenvolgens deze criteria maar matigtot slecht. Alle vijf pleiten ze voor fietsroutesdoor verblijfsgebieden waar eensnelheidslimiet van 30 km/u geldt. Ookde <strong>Fietsersbond</strong> ziet liever aparte routesmet minder auto’s dan een fietspadlangs een drukke autoweg. De redenendaarvoor zijn, uitgesplitst naar de 5 ontwerpcriteria,als volgt.tot een hoge omrijfactor, d.w.z. de verhoudingtussen hemelsbrede afstand ende werkelijk gereden afstand. De normvoor omrijden is dat een hemelsbredekilometer fietsend niet langer mag zijndan 1,2 kilometer. Die norm (omrijfactor< 1 ,2) is in de praktijk niet makkelijk tehalen. Maar duidelijk is dat als er meer‘doorsteekjes’ zijn, je minder ver hoeftom te rijden en dus dichter bij die normkomt.Gegeven de gemiddelde ritlengte en degewenste omrijfactor, kunnen we berekenenwat de gewenste (gemiddelde)maaswijdte van het hoofdfietsnetswerkmoet zijn: ongeveer 400 meter. (Men steltzich de fietsroutes voor als de draden ineen net met mazen.) Dat is aanzienlijkminder dan de nagestreefde maaswijdtevan het netwerk van autoverkeersaders,nI. 900 à 1350 meter. Samengevat komtStromen vs VerblijvenVerkeerskundigen maken binnen debebouwde kom onderscheid tussenstroomwegen en verblijfswegen: deeerste hebben de functie het verkeerte laten doorstromen, de tweedehebben vooral een verblijfsfunctie.<strong>Op</strong> stroomwegen is 50 km/u toegestaan,op verblijfswegen 30 km/u.In <strong>Amsterdam</strong> vormen de stroomwegenzoals de Stadhouderskade,Overtoom, Stadionweg, Jan van Galenstraat,Haarlemmerweg, Wibautstraate.d. het hoofdnet auto. <strong>Op</strong>verblijfswegen geldt een snelheidsbeperkingvan 30 km/u (die wegenvormen idealiter onderdeel van eenverblijfsgebied waar nergens harderdan 30 km/u gereden wordt). Eenstroomweg wordt ook wel aangeduidals verkeersader of gebiedsontsluitingsweg;een verblijfsweg wordtook wel erftoegangsweg genoemd.dat neer op de vuistregel:Hoofdfietsnetwerk tweemaal zofijnmazig als hoofdautonetwerkVolgens die richtlijn moet er idealitervoor iedere fietsverbinding langs eenstroomweg een evenwijdig alternatiefdoor het naastgelegen verblijfsgebiedzijn. De Weteringsschans − onderdeelAantrekkelijkheid (Groen)Over het algemeen zijn binnen de bebouwdekom stroomwegen niet demeest groene routes. Het groenst zijnvrijgetraceerde (ook wel: solitaire) fietspadendoor parken en dergelijke. Socialeveiligheid kan hier wel een issue zijn,maar dat speelt niet op elk uur van dedag even sterk.Directheid en SamenhangDe directheid van een route is voor defietser van groot belang, omdat die zelfmoet trappen. Bovendien zijn de meestefietsritjes kort, veel korter dan autoritjes.60% van de fietsritten is korter dan 2,5km; 75 % is korter dan 3,75 km. Dat betekentdat een stukje omrijden al snel leidtNiet ontvlochten: misschien direct, maar onveilig, oncomfortabel, onaantrekkelijk en ongezond<strong>OEK</strong> 88 - oktober 2012 5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!