Verschillen in straftoemeting - Buro Jansen & Janssen

Verschillen in straftoemeting - Buro Jansen & Janssen Verschillen in straftoemeting - Buro Jansen & Janssen

burojansen.nl
from burojansen.nl More from this publisher
16.07.2015 Views

Echter, bij interpretatie van de gegevens uit tabel 1is geen rekening gehouden met verschillende kenmerkenwaarvan bekend is dat zij een rol spelen bij de straftoemetingsbeslissing,namelijk het type delict dat isgepleegd, het al dan niet aanwezig zijn van justitiëledocumentatie, of de verdachte in voorlopige hechtenisheeft gezeten, de rechtbank waar de zitting plaatsvond,het aantal feiten waarvan de persoon wordt verdacht enof het delict alleen is gepleegd of samen. In een aparteanalyse (een zogeheten logistische regressieanalyse) diewij uitvoerden, is dat wel gedaan (zie tabel 2). Op diewijze zijn uitspraken te doen over de zelfstandigeinvloed van kenmerken van de persoon van de verdachteop de straftoemetingsbeslissing. 31De resultaten in tabel 2 laten zien dat de kans opeen onvoorwaardelijke gevangenisstraf groter is voormensen die in voorlopige hechtenis hebben gezeten,voor daders tussen de 31 tot 40 jaar oud in vergelijkingmet de jongste en oudste verdachten, als de veroordelingplaatsvond in de Rechtbank Utrecht of Den Haagen als de verdachte wordt veroordeeld voor gekwalificeerdediefstal. Met name de lichte geweldsdelicten encategorie overige delicten, die voor een groot deel uitwegenverkeerswetdelicten bestaat, leiden tot een lagerekans op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.Verder blijkt uit de resultaten van tabel 2 dat kenmerkenvan de persoon van de verdachte ook zelfstandigvan invloed zijn op de kans op een onvoorwaardelijkestraf. Vrouwen worden minder snel veroordeeldtot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De oddsvoor vrouwen om veroordeeld te worden tot eenonvoorwaardelijke gevangenisstraf blijken ruim 6,5keer lager in vergelijking met mannen. Daarnaast blijkendaders met een Nederlands uiterlijk die ook deNederlandse taal spreken de minste kans te hebbenom veroordeeld te worden tot een gevangenisstraf. Invergelijking met die groep zijn de odds om veroordeeldte worden tot een onvoorwaardelijke gevangenisstrafvoor daders met een buitenlands uiterlijk die deNederlandse taal spreken ruim vijf keer hoger. Degroep die echter nog zwaarder wordt gestraft, is degroep daders met een buitenlands uiterlijk die niet deNederlandse taal spreekt. De odds voor hen om veroordeeldte worden tot een onvoorwaardelijke gevangenisstrafzijn ruim twintig keer hoger in vergelijking metmensen met een Nederlands uiterlijk. Alle hiervoorbeschreven resultaten zijn statistisch significant, zoalsook in tabel 2 is weergegeven. Verder wijst de analyseExp (B) Sign S.E.Onafhankelijke variabelenVrouw ,151 ** ,832Wel spijt betuigd 1,527 ,497Ned. uiterlijk en spreekt Ned. ref. ref. ref.Buitenlands uiterlijk en spreekt Ned. 5,251 *** ,593Buitenlands uiterlijk en spreekt geen Ned. 20,654 *** ,797ControlevariabelenRechtbank:Amsterdam ref. ref. ref.Den Haag 3,018 * ,666Haarlem ,792 1,156Utrecht 9,215 *** ,804Overige rechtbanken 1,944 ,849Type delict:Diefstal ref. ref. ref.Licht geweldsdelict ,205 ** ,772Bedreiging 2,007 1,093Gekwalificeerde diefstal 16,587 *** 1,014Opium ,953 ,913Overige delicten ,149 *** ,683Zwaar geweldsdelict ,395 1,115Overig vermogensdelict 1,382 ,867Overige controlevariabelen:Wel in voorlopige hechtenis 64,909 *** ,577Verdachte heeft strafblad 2,125 ,659Delict samen gepleegd ,757 ,613Aantal feiten waarvoor veroordeeld ,719 ,305Verdachte is 18-30 jaar ref. ref. ref.Verdachte is 31-40 jaar 2,646 * ,574Verdachte is 41-50 jaar 1,438 ,616Verdachte is ouder dan 50 jaar ,660 1,059Pseudo R2 (Nagelkerke) 72,1%* p < .10; **p < .05; ***p

Wetenschap......ons gericht op de rol van het al dan niet betuigen vanspijt en het gecombineerde kenmerk van een al dan nietNederlands uiterlijk met het al dan niet spreken van deNederlandse taal bij het bepalen van de straf. Bij hetvaststellen van die relaties werd rekening gehouden metandere kenmerken waarvan bekend is dat zij een rolkunnen spelen bij de straftoemeting, zoals delictskenmerkenen kenmerken van criminele geschiedenis. VoorHet zwaarst gestraft werden dedaders met een buitenlands uiterlijkdie ook niet de Nederlandse taalspraken tijdens de strafzittingNederland, maar ook internationaal is dit voor zover onsbekend de eerste studie die dat doet op basis van directeobservaties tijdens strafzittingen en kwantitatieve analyses.De resultaten van deze studie zijn gebaseerd opobservaties tijdens strafzittingen bij de politierechter inNederland in het voorjaar van 2010 (N = 333). Voor dezestudie zijn alleen de zittingen geselecteerd waar de verdachtebij aanwezig was. Onze bevindingen lieten zien datvan de controlevariabelen het type delict en het al danniet in voorlopige hechtenis hebben gezeten de kans opeen onvoorwaardelijke gevangenisstraf beïnvloeden. Daarnaastvonden we ook verschillen in de kans op eenonvoorwaardelijke gevangenisstraf tussen rechtbanken;wat duidt op regionale verscheidenheid. 32 Deze gevondeneffecten sluiten aan bij bevindingen in eerder onderzoeken de ‘focal concerns’ theorie.De hoofdbevindingen van het onderzoek lieten ziendat daders met een Nederlands uiterlijk die ook de Nederlandsetaal spraken tijdens de zitting de minste kans haddenop een gevangenisstraf. Het zwaarst gestraft werdende daders met een buitenlands uiterlijk die ook niet deNederlandse taal spraken tijdens de strafzitting. De oddsop een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor deze laatstegroep zijn ruim twintig keer hoger in vergelijking metmensen met een Nederlands uiterlijk en ongeveer tweekeer hoger in vergelijking met mensen met een buitenlandsuiterlijk die de Nederlandse taal spreken. De resultatenlieten verder zien dat de odds op een onvoorwaardelijkegevangenisstraf voor vrouwen ruim 6,5 keer lager is invergelijking met mannen. Dit zijn zelfstandige effecten,dus onafhankelijk van andere kenmerken van de zaakwaarvoor gecontroleerd is in onze analyses, zoals het aantalen het type delict(en) en het al dan niet hebben vaneen strafblad. Het al dan niet betuigen van spijt door deverdachte tijdens de strafzitting heeft geen invloed op dekans op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarnaastlaten de resultaten zien dat van de controlevariabelen hetal dan niet hebben van een strafblad, het aantal feitenwaar de verdachte voor is veroordeeld en het uitgangsdelictal dan niet samen te hebben gepleegd geen significanteinvloed hebben op de kans op een onvoorwaardelijkegevangenisstraf.De bevinding dat vrouwen minder kans hebben opeen onvoorwaardelijke gevangenisstraf sluit aan bijbevindingen in eerder onderzoek 33 en kan verklaard wordenaan de hand van de ‘focal concerns’ theorie die verondersteltdat rechters vrouwen als minder gevaarlijkinschatten. Het effect van het al dan niet spreken van deNederlandse taal is multi-interpretabel. Ten eerste kanhet effect van het al dan niet spreken van de Nederlandsetaal door de verdachte worden verklaard aan de handvan bewust of onbewust gebruik van (negatieve) stereotyperingendoor rechters om de gevaarlijkheid van dedader te bepalen. Ten tweede kan het niet spreken vande Nederlandse taal het direct uitdrukken van emotiesen gevoelens belemmeren. Ten derde kan een andere,meer praktische, reden worden aangedragen voor hetsubstantiële effect van het al dan niet spreken van deNederlandse taal door de verdachte. Indien verdachtende Nederlandse taal niet beheersen, zal een rechter wellichtgeen taakstraf willen opleggen vanwege de problemendie bij de tenuitvoerlegging daarvan kunnen ontstaandoor het niet beheersen van het Nederlands. Bijhet wegvallen van deze strafoptie zou de rechter dan eerdergeneigd zijn een gevangenisstraf op te leggen. Indiende taakstraf die anders opgelegd zou worden, relatiefgezien kort is, zou het echter ook mogelijk zijn om ineen dergelijk geval eerder een geldboete op te leggen.Het is dus onduidelijk hoe dit de kans op een onvoorwaardelijkegevangenisstraf precies beïnvloedt.Het betuigen van spijt tijdens de strafzitting heeftgeen effect op de straftoemeting in ons onderzoek, terwijldit op basis van de theorie wel de verwachting was.Ook in eerder onderzoek met gegevens uit de VerenigdeStaten is aangetoond dat het betuigen van spijt vaninvloed kan zijn op de gepercipieerde gevaarlijkheid vande dader 34 en dat het betuigen van spijt in zaken waarinde dader verdacht wordt van serieuze aanranding leidttot een lagere strafeis. 35 Een mogelijke verklaring waaromin het huidige onderzoek geen effect werd gevonden,is onze beperking tot zittingen van de politierechterwaar relatief minder ernstige delicten worden behandeld.Het zou kunnen zijn dat het betuigen van spijt bijbepaalde delicten wel effect heeft op de straftoemeting,bijvoorbeeld in ernstigere zaken als zware mishandeling,verkrachting, doodslag en moord. Om meer inzicht tegeven in het effect van spijt op straftoemeting zou toekomstigonderzoek zich kunnen richten op zaken waarinook deze ernstigere delicten behandeld worden. Daarnaasthebben wij spijt alleen gemeten door te onderzoekenin hoeverre het expliciet betuigen van spijt tijdensde strafzitting invloed heeft op straftoemeting. Voor vervolgonderzoekzou het goed zijn om dit aan te vullenmet een maat voor geloofwaardigheid van de spijtbetuigingen verduidelijking waarvan de verdachte preciesaangeeft spijt te hebben.Met betrekking tot taal heeft dit onderzoek zichslechts gericht op het al dan niet spreken van de Nederlandsetaal. Voor vervolgonderzoek zou taal uitgebreideronderzocht kunnen worden waarbij ook aandacht wordtgeschonken aan, bijvoorbeeld, verdachten die gebrekkigNederlands spreken of een sterk buitenlands accent heb-732

Wetenschap......ons gericht op de rol van het al dan niet betuigen vanspijt en het gecomb<strong>in</strong>eerde kenmerk van een al dan nietNederlands uiterlijk met het al dan niet spreken van deNederlandse taal bij het bepalen van de straf. Bij hetvaststellen van die relaties werd reken<strong>in</strong>g gehouden metandere kenmerken waarvan bekend is dat zij een rolkunnen spelen bij de straftoemet<strong>in</strong>g, zoals delictskenmerkenen kenmerken van crim<strong>in</strong>ele geschiedenis. VoorHet zwaarst gestraft werden dedaders met een buitenlands uiterlijkdie ook niet de Nederlandse taalspraken tijdens de strafzitt<strong>in</strong>gNederland, maar ook <strong>in</strong>ternationaal is dit voor zover onsbekend de eerste studie die dat doet op basis van directeobservaties tijdens strafzitt<strong>in</strong>gen en kwantitatieve analyses.De resultaten van deze studie zijn gebaseerd opobservaties tijdens strafzitt<strong>in</strong>gen bij de politierechter <strong>in</strong>Nederland <strong>in</strong> het voorjaar van 2010 (N = 333). Voor dezestudie zijn alleen de zitt<strong>in</strong>gen geselecteerd waar de verdachtebij aanwezig was. Onze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen lieten zien datvan de controlevariabelen het type delict en het al danniet <strong>in</strong> voorlopige hechtenis hebben gezeten de kans opeen onvoorwaardelijke gevangenisstraf beïnvloeden. Daarnaastvonden we ook verschillen <strong>in</strong> de kans op eenonvoorwaardelijke gevangenisstraf tussen rechtbanken;wat duidt op regionale verscheidenheid. 32 Deze gevondeneffecten sluiten aan bij bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> eerder onderzoeken de ‘focal concerns’ theorie.De hoofdbev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van het onderzoek lieten ziendat daders met een Nederlands uiterlijk die ook de Nederlandsetaal spraken tijdens de zitt<strong>in</strong>g de m<strong>in</strong>ste kans haddenop een gevangenisstraf. Het zwaarst gestraft werdende daders met een buitenlands uiterlijk die ook niet deNederlandse taal spraken tijdens de strafzitt<strong>in</strong>g. De oddsop een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor deze laatstegroep zijn ruim tw<strong>in</strong>tig keer hoger <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g metmensen met een Nederlands uiterlijk en ongeveer tweekeer hoger <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met mensen met een buitenlandsuiterlijk die de Nederlandse taal spreken. De resultatenlieten verder zien dat de odds op een onvoorwaardelijkegevangenisstraf voor vrouwen ruim 6,5 keer lager is <strong>in</strong>vergelijk<strong>in</strong>g met mannen. Dit zijn zelfstandige effecten,dus onafhankelijk van andere kenmerken van de zaakwaarvoor gecontroleerd is <strong>in</strong> onze analyses, zoals het aantalen het type delict(en) en het al dan niet hebben vaneen strafblad. Het al dan niet betuigen van spijt door deverdachte tijdens de strafzitt<strong>in</strong>g heeft geen <strong>in</strong>vloed op dekans op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarnaastlaten de resultaten zien dat van de controlevariabelen hetal dan niet hebben van een strafblad, het aantal feitenwaar de verdachte voor is veroordeeld en het uitgangsdelictal dan niet samen te hebben gepleegd geen significante<strong>in</strong>vloed hebben op de kans op een onvoorwaardelijkegevangenisstraf.De bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g dat vrouwen m<strong>in</strong>der kans hebben opeen onvoorwaardelijke gevangenisstraf sluit aan bijbev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> eerder onderzoek 33 en kan verklaard wordenaan de hand van de ‘focal concerns’ theorie die verondersteltdat rechters vrouwen als m<strong>in</strong>der gevaarlijk<strong>in</strong>schatten. Het effect van het al dan niet spreken van deNederlandse taal is multi-<strong>in</strong>terpretabel. Ten eerste kanhet effect van het al dan niet spreken van de Nederlandsetaal door de verdachte worden verklaard aan de handvan bewust of onbewust gebruik van (negatieve) stereotyper<strong>in</strong>gendoor rechters om de gevaarlijkheid van dedader te bepalen. Ten tweede kan het niet spreken vande Nederlandse taal het direct uitdrukken van emotiesen gevoelens belemmeren. Ten derde kan een andere,meer praktische, reden worden aangedragen voor hetsubstantiële effect van het al dan niet spreken van deNederlandse taal door de verdachte. Indien verdachtende Nederlandse taal niet beheersen, zal een rechter wellichtgeen taakstraf willen opleggen vanwege de problemendie bij de tenuitvoerlegg<strong>in</strong>g daarvan kunnen ontstaandoor het niet beheersen van het Nederlands. Bijhet wegvallen van deze strafoptie zou de rechter dan eerdergeneigd zijn een gevangenisstraf op te leggen. Indiende taakstraf die anders opgelegd zou worden, relatiefgezien kort is, zou het echter ook mogelijk zijn om <strong>in</strong>een dergelijk geval eerder een geldboete op te leggen.Het is dus onduidelijk hoe dit de kans op een onvoorwaardelijkegevangenisstraf precies beïnvloedt.Het betuigen van spijt tijdens de strafzitt<strong>in</strong>g heeftgeen effect op de straftoemet<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ons onderzoek, terwijldit op basis van de theorie wel de verwacht<strong>in</strong>g was.Ook <strong>in</strong> eerder onderzoek met gegevens uit de VerenigdeStaten is aangetoond dat het betuigen van spijt van<strong>in</strong>vloed kan zijn op de gepercipieerde gevaarlijkheid vande dader 34 en dat het betuigen van spijt <strong>in</strong> zaken waar<strong>in</strong>de dader verdacht wordt van serieuze aanrand<strong>in</strong>g leidttot een lagere strafeis. 35 Een mogelijke verklar<strong>in</strong>g waarom<strong>in</strong> het huidige onderzoek geen effect werd gevonden,is onze beperk<strong>in</strong>g tot zitt<strong>in</strong>gen van de politierechterwaar relatief m<strong>in</strong>der ernstige delicten worden behandeld.Het zou kunnen zijn dat het betuigen van spijt bijbepaalde delicten wel effect heeft op de straftoemet<strong>in</strong>g,bijvoorbeeld <strong>in</strong> ernstigere zaken als zware mishandel<strong>in</strong>g,verkracht<strong>in</strong>g, doodslag en moord. Om meer <strong>in</strong>zicht tegeven <strong>in</strong> het effect van spijt op straftoemet<strong>in</strong>g zou toekomstigonderzoek zich kunnen richten op zaken waar<strong>in</strong>ook deze ernstigere delicten behandeld worden. Daarnaasthebben wij spijt alleen gemeten door te onderzoeken<strong>in</strong> hoeverre het expliciet betuigen van spijt tijdensde strafzitt<strong>in</strong>g <strong>in</strong>vloed heeft op straftoemet<strong>in</strong>g. Voor vervolgonderzoekzou het goed zijn om dit aan te vullenmet een maat voor geloofwaardigheid van de spijtbetuig<strong>in</strong>gen verduidelijk<strong>in</strong>g waarvan de verdachte preciesaangeeft spijt te hebben.Met betrekk<strong>in</strong>g tot taal heeft dit onderzoek zichslechts gericht op het al dan niet spreken van de Nederlandsetaal. Voor vervolgonderzoek zou taal uitgebreideronderzocht kunnen worden waarbij ook aandacht wordtgeschonken aan, bijvoorbeeld, verdachten die gebrekkigNederlands spreken of een sterk buitenlands accent heb-732

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!