16.07.2015 Views

OEK 89 - Fietsersbond Amsterdam

OEK 89 - Fietsersbond Amsterdam

OEK 89 - Fietsersbond Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wat wil <strong>Amsterdam</strong> met de fiets?Dit najaar kwam de gemeente met belangrijke beleidsnota’svoor het fietsen (en ander verkeer). Nietvoor niets, want het fietsen zit in de lift. Dat is – zoalsde lezers ongetwijfeld weten – goed nieuws. En nietalleen voor de gezondheid van de <strong>Amsterdam</strong>mer envoor de kwaliteit van de lucht, maar ook voor de portemonneevan de stad. Volgens eigen berekeningenvan de gemeente levert iedere fietser op minstens devolgende punten een besparing op: OV-subsidie, dureluchtkwaliteitsmaatregelen, investeringen in wegenen rails, en kosten van zieke en te dikke stadsgenoten.Zo fietsen we jaarlijks vele miljoenen bij elkaar,veel meer dan er in fietspaden en fietsenrekken wordtgestoken.Het aantal fietsers is binnen de ring zelfszo gegroeid, dat zich in de ochtendspitsproblemen voordoen op kruisingen ensmalle fietspaden, bijvoorbeeld rondomhet Centraal Station. De opstelvakkenbij de verkeerslichten zijn te krap eneen plek om je fiets te stallen is moeilijkte vinden. ‘Hadden wij die problemenmaar’ horen we overigens vaak van buitenlandsedelegaties, die dolgraag zoudenwillen dat er in hun stad zoveel gefietstzou worden. Een probleem dus omgepast trots op te zijn, maar dat toch welopgelost moet worden. Daarover ginghet Meerjarenplan Fiets.In die nota neemt de gemeente de fietszeer serieus: zonder fiets zou de stad nietgoed kunnen functioneren. En ze wil ookextra in de fiets investeren met − zoalsook wordt toegegeven − een inhaalslag.Daarbij gaat het om het aanpakken vanfietsroutes die onveilig of ‘niet duurzaamPLUSnetEen andere gemeentelijk beleidsstukdat eind 2012 verscheen heet MobiliteitsAanpak<strong>Amsterdam</strong> (MAA). Dit gaatniet alleen over fietsen, maar over allemanieren waarop we ons in de stad verplaatsen.Centraal staat de vraag hoewe ermee kunnen ophouden alle verplaatsingswijzensamen te proppen inonze straten: tram en bus, rijdende enveilig’ zijn, o.a. door ze te verbreden ofvan rood asfalt te voorzien. Er komenmeer wachttijdvoorspellers bij verkeerslichtenen een paar ontbrekendestukken in het fietsnetwerk worden afgemaakt,te beginnen met de passagenaar de pont onder het Centraal Stationdoor en de fietsroute langs de van Hasseltlaanin Noord. Verder is er veel aandachtvoor het fietsparkeren. Niet alleenmeer rekken op drukke plekken, zoals bijde stations en in het centrum, maar ookmaatregelen tegen weesfietsen, foutgeparkeerdefietsen en langparkeerders(waar dat niet kan).parkerende auto’s, fietsers en voetgangers.Meestal met een slecht resultaat.Bekend voorbeeld is de Van Woustraat,waar nu fietsers, voetgangers, auto’s entrams zich in een te krappe ruimte inbeide richtingen doorheen moeten worstelen.Wethouder Wiebes vraagt omkeuzes: als de ene smalle straat ruimteheeft voor auto’s, dan krijgen ze in deparallelle straat veel minder ruimte.Veel mooie woorden dus en ook welmaatregelen die dringend nodig zijn.Maar genoeg? Volgens de <strong>Fietsersbond</strong>niet. Niet alleen schieten een aantal vande voorgestelde maatregelen tekort(rood asfalt waar fietspaden noodzakelijkzijn, bijvoorbeeld), ook wordt er onvoldoenderekening mee gehouden datsteeds meer mensen zullen gaan fietsen.De <strong>Fietsersbond</strong> heeft de gemeenteraaddaarom een aantal extra maatregelenvoorgesteld. Ook is er bij de gemeenteop aangedrongen bestaande positieveontwikkelingen te versterken. Verderwillen we dat de stad het fietsen gaatstimuleren bij bewoners die het fietsennog niet ontdekt hebben of er hun neuservoor ophalen. Ook in de stadsdelenbuiten de A10 kan en moet het fietsenbevorderd worden. Dus niet alleen achterde ontwikkelingen aanfietsen, maarer ook daadkrachtig voor zorgen dat<strong>Amsterdam</strong> de Fietshoofdstad van dewereld blijft.Intussen heeft de gemeenteraad eenmotie aangenomen die wil dat <strong>Amsterdam</strong>in 2014 meedoet aan de Nederlandseverkiezing van Fietsstad van het Jaar(vorig jaar gewonnen door Den Bosch).(GF)Die keuzes zouden gemaakt moetenworden op basis van de bestaandehoofdnetten. Die zijn er nu voor de auto,het OV en de fiets, elk met richtlijnenwaaraan ze moeten voldoen. De praktijklaat echter zien dat die basis nietvoldoende is om te kiezen, zodat er inde praktijk zelden gekozen wordt. Eenkeuze voor de fiets gaat vrijwel nergensgepaard met kiezen tegen autoparkeerplekken,en dus wordt doorgaans het<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 3


Scootervrij fietspadOp 17 januari vond een bijzonder evenementplaats. In de Jan Pieter Heijestraatwerd het eerste snorfietsvrije fietspadgeopend. Nou ja eerste, afgezien danvan wat snorfietsvrije fietspaden doorparken. Dit is in ieder geval de eerstestraat met fietspad waar snorfietsers opde rijbaan moeten rijden. Verkeersbordengeven dit duidelijk aan. De gemeentezegt dat nog veel meer fietspadenlangs 30km straten scootervrij worden.Dit resultaat is ongetwijfeld te dankenaan de acties van de <strong>Fietsersbond</strong> enandere organisaties tegen scooteroverlastop het fietspad. Eerder al was degemeentelijke campagne ‘Slowriders’begonnen, waar men met voorlichting,Facebook, Twitter en meer snelheidscontrolesprobeerde snorscooteraars ertoe te bewegen om zich aan de maximumsnelheid van 25 km/u te houden.Verder verkleinde het rijk de meetfoutmargevoor een boete (van 39 naar 34km/u…).In het najaarvan 2010 onderzochtde <strong>Fietsersbond</strong>voorhet eerst hoesnel die snorfietsersop hetfietspad nu eigenlijkgingen.De resultatenverbaasden ons niet, maar maakten welindruk op de leden van de gemeenteraad:94% reed te hard, het gemiddeldwas 37 km/h. Twee jaar later vonden wehet tijd om te meten of de campagne ende publiciteit geholpen hadden. Dat wasteleurstellend: volgens onze meting afgelopennajaar reed nu 97% te hard, degemiddelde snelheid was 36,5 km/h.De gemeenteraad was het met ons eensdat er meer moet gebeuren. Er werdeen motie aangenomen om op de belangrijkstefietsroutes de snorscooters<strong>Amsterdam</strong> zet Rijk onder drukOp 30 januari vergaderde een commissievan de Tweede Kamer over de scooteroverlast.De gemeente <strong>Amsterdam</strong> liet ineen mooi pamflet weten dat nu eindelijkook het Rijk in actie moet komen tegenscooteroverlast. Bovendien presenteerdede gemeente een eigen onderzoeknaar de snelheid van snorscooters metde niet zo verrassende conclusie dat zemassaal te hard rijden.intussen om de hoek op de Overtoom...“Fietsers ondervinden veel overlast enlopen, net als snorfietsers zelf, steedsmeer gevaar. Het aantal snorfietsersstijgt spectaculair, <strong>Amsterdam</strong> vreestItaliaanse toestanden.” zo stelt de gemeente.“De categorie ‘snorfiets’ heeftgeen meerwaarde voor de bereikbaarheidvan <strong>Amsterdam</strong>.”<strong>Amsterdam</strong> onderzoekt of de snorfiets in30 km-zones naar de rijbaan kan wordenverwezen, maar wil niet van de hele stadeen 30 km-zone maken. Daarom vraagt<strong>Amsterdam</strong> om lokaal een helmplicht inte voeren. “Dat is goed voor de veiligheidvan de snorfietsers, die zich toch al alsbromfietsers gedragen. En dan kunnenwe de snorfietsers veilig naar de rijbaanverplaatsen.”De Minister zag hier allemaal niets in. Zewil geen helmplicht omdat <strong>Amsterdam</strong>dat wil.Misschien is het dan ook tijd om de republiek<strong>Amsterdam</strong> uit te roepen; dan kunnenwe het zelf regelen…(GF)Update scooteroverlastEvenement in de Jan Pieter Heijestraatvan het fietspad te halen. WethouderWiebes werd andermaal naar Den Haaggestuurd om te proberen Melanie Schulziets te laten doen tegen het opvoeren.Intussen hebben we kunnen vaststellendat ondanks de borden de meeste snorscootersin de J.P. Heijestraat nog steedshet fietspad nemen.Terug naar afIn 1999 werd ‘brommer naar derijbaan’ ingevoerd, een maatregeldie vooral de brommerrijders (geelkenteken) tegen zichzelf moestbeschermen. En ook al werd hij uitkoudwatervrees niet overal en altijdconsequent toegepast (er werdenvaker dan nodig bromfietspadenaangelegd), is er geen twijfel aan datde verkeersveiligheid van brommers(én fietsers) daar aanzienlijk door istoegenomen. Des te zorgwekkenderis dan ook de − in de branche bejubelde− spectaculaire verschuivingvan bromfiets naar (opgevoerde)snorfiets (blauw plaatje) in de verkoop.Het betekent namelijk niet alleendat de verkeersveiligheidswinstsinds 1999 teniet gedaan wordt,maar ook dat we moeten vrezen vooreen ernstiger situatie dan in de jaren90. Niet alleen omdat de fietspadendrukker en krapper geworden zijnen de snelheidsduivels geen helmdragen, maar ook omdat het autoverkeerminder dan toen is ingesteldop de snelle snorfiets. Het is dan ookmoeilijk te begrijpen dat de politiekaarzelt met de maatregel ‘snorfietsnaar de rijbaan’ en dus verzuimterger te voorkomen.<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 5


Exit Antje OfferhausWie volgt haar op?Ruim zes jaar heeft Antje Offerhaus de bezorging van de<strong>OEK</strong> in <strong>Amsterdam</strong> en omstreken gecoördineerd. De laatstedrie jaar is ze daarin bijgestaan door Pieter Schuil, diereageerde op een afscheid-interview in de <strong>OEK</strong> met Robvan Hest. Antje moet dus worden opgevolgd, maar wat behelstdie gezamenlijke coördinatie eigenlijk en wat wordter van een waardige opvolger van Antje verwacht?We spreken elkaar bij haar thuis. Antje:‘Twee weken voor de <strong>OEK</strong> klaar is, stuurik een e-mail aan alle afhalers, dat zijner ongeveer honderd.’ Afhalers zijn demensen die elke vier maanden een stapel<strong>OEK</strong>s ophalen op het WG-terrein. Diedoen ze bij leden van de <strong>Fietsersbond</strong> inde bus of ze spelen ze − al dan niet binnenhun eigen woongebied − aan anderebezorgers door. ‘Jullie zijn daarvaneen mooi voorbeeld’, zegt Pieter tegenmij. Hij doelt op Wendy die voor het helepostcodegebied 1078 een flinke tas <strong>OEK</strong>sophaalt en een deel daarvan doorspeeltaan Elly en mij. Daardoor hebben we alledrie ongeveer 25 adressen langs te gaan.Uit de tabel hierboven blijkt o.a. dat in stadsdeel Centrum 5x meer<strong>Fietsersbond</strong>leden wonen dan in Noord. (* = geschat)Wat doet een coördinator?De acht afhalers die geen e-mailadreshebben, worden door Fred Redemeijervan het bureau op het WG-plein gebeldals hun stapel <strong>OEK</strong>s klaar ligt. Met hetzelfderitme als het verschijnen van de<strong>OEK</strong> (februari, juni en oktober) vindt opmaandagavond een telavond plaats. Eenharde, oude kern van zes mensen telthet aantal <strong>OEK</strong>s af dat voorkomt op hetstickervel van iedere bezorger. Zo wordtvoorkomen dat de ene bezorger er metveel te veel blijft zitten, terwijl een anderetekort komt. ‘Dat tellen kost ons eenuurtje’, zegt Antje, ‘daarna maken we hetgezellig met een glas wijn en wat nootjes.’Zij is er altijd bij aanwezig envormt de bindende factor. ‘Gelukkigwordt dit gebaar door vrijwel iedereengewaardeerd; het is en blijft vrijwilligerswerk.’Als een bezorger en/of ophaler verhinderdis, is het aan Antje op zoek te gaannaar een vervanger. Soms is er al een reservebekend, soms moet daar naar gezochtworden. En dat is, aldus Antje, ‘eenkwestie van moed, beleid en trouw. Engevoel!’ Ze maakte meer dan eens meedat een al wat oudere bezorger niet vanophouden wist, terwijl zijn of haar directeomgeving vond dat het na al die jaren<strong>OEK</strong> rondbrengen welletjes was, zoals inde vorige <strong>OEK</strong> te lezen viel.Altijd vraagt Antje de ophalers of zij evenwillen laten weten of ze hun stapel kunnenkomen halen. Als iemand niet reageert,moet ze daar achteraan. En wieeen adres toebedeeld krijgt dat eigenlijkniet in zijn of haar wijk ligt, meldt dat aanAntje. Die geeft het op haar beurt weeraan Pieter door, die de <strong>Amsterdam</strong>semutaties bijhoudt en uitzoekt bij wie het– veelal nieuwe – adres dan wel hoort.Pieter is degene die de etiketten maakt.En dat is, helaas, geen kwestie van eendruk op knop. Hij heeft toegang tot hetadressenbestand van het hoofdkantoorin Utrecht en haalt daar de bezorgadressenuit. Dat doethij zo laat mogelijk,dus zo kortmogelijk voor dedaadwerkelijkedistributie vande <strong>OEK</strong>. Daarbijgaat het niet alleenom adressenin <strong>Amsterdam</strong>,maar ookdie uit Diemen,Duivendrecht, Badhoevedorp, Amstelveen,Uithoorn, Ouderkerk en Nes aande Amstel. Laatstgenoemd dorp heeftiets bijzonders: de bezorger daar doet alleen<strong>OEK</strong>s in de bus van leden die langsde Amstel wonen, en die adressen lopendwars door verschillende postcodegebiedenheen. In totaal wordt de <strong>OEK</strong> opzo’n 4.300 adressen door actieve ledenafgeleverd. Daarnaast gaan er nog eenseen honderdtal op de bus, veelal naargemeentelijke diensten als DIVV, verkeerscommissiesen de politiek. Maarook naar plaatsen waar de vrijwilligersniet kunnen of durven komen, zoals eenafgesloten flatgebouw aan de BurgemeesterHogguerstraat of de oude Gliphoevein Zuidoost.BezorggebiedenIeder bezorggebied heeft z’n eigenaardigheden.Zo is de bezorging in Diemeneen punt van aandacht, omdat één vandegenen die dat nu al twintig jaar doet,gaat stoppen. Antje zal, voor ze ermeestopt, daar zeker nog vooronderzoekdoen en hopelijk tijdig het dreigendegat vullen. In Noord zijn maar twee bezorgers,die beiden elke vier maandeneen groot gebied moeten doorfietsen.Het aantal <strong>OEK</strong>s van de bezorger in Westis op twee handen te tellen, maar dat iseen uitzondering; ook die moet door debank genomen tussen elk adres flink watafpeddelen. IJburg groeit nog steeds endaarmee ook het aantal leden van de<strong>Fietsersbond</strong>. Er wonen in Nieuw-Slotenweinig <strong>OEK</strong>-lezers, het centrum telt demeeste.Aankomst en afscheidAntje Offerhaus licht toe hoe ze via toenmaligbeleidsmedewerkster Natasja6


van Bennekom bij de afdeling <strong>Amsterdam</strong>van de <strong>Fietsersbond</strong> kwam. ‘Zij enik zaten vanuit verschillende clubs inhet Maatschappelijk Overleg op IJburg.Toen ik haar zei dat ik een beetje aan hetrondkijken was naar interessant vrijwilligerswerkvroeg zij “Waarom kom je nietbij ons?” En zo coördineerde ik al snel debezorging van de <strong>OEK</strong>.’ Antje noch Pieterzijn lid van de <strong>Fietsersbond</strong>. Antjesechtgenoot Joris is dat wel. ‘En ik benweer lid van Rover’, zegt Antje, om hethuiselijk evenwicht tussen fiets en openbaarvervoer te onderstrepen.De voornaamste reden om haar lier in dewilgen te hangen zijn de grote intervallentussen de coördinatiewerkzaamheden.Drie keer per jaar een piek en danweer lange tijd niets, is eigenlijk niet helemaalop haar lijf geschreven. Ze zochtnaar iets met meer regelmaat en ritmeen vond dat op de ledenadministratievan Amnesty International, ook vrijwillig,voor twee dagen per week. Op de fietsdaarheen verheugt ze zich nu al op deheropening van de onderdoorgang vanhet Rijksmuseum.Het grote voordeel van het – samen metPieter – coördineren is volgens Antjede grote mate van vrijheid en de leukesociale contacten die je er aan overhoudt.De stapelavonden eens per viermaanden op het WG-plein zijn efficiënten gezellig. Het is vrijwilligerswerk, dusonbezoldigd, maar je krijgt wel als eenvan de eersten de nieuwe update van defietskaart van <strong>Amsterdam</strong> en eens perjaar gaat een grote groep actieve vrijwilligersuit eten, natuurlijk voorafgegaandoor en afgesloten met een fietstocht.ProfielAls het verlanglijstje voor Antjes opvolger(m/v) ter sprake komt, mengt Pieterzich weer in het gesprek. Wie het wordtmoet immers met hem samenwerken.‘Je moet het vooral leuk vinden’, meenthij. En, als hij eerlijk is, moet je eigenlijkwat handiger met Excel zijn en nog watmeer ervaring daarmee hebben dan Pieterzelf. Dan zou het systeem, dat de laatstejaren al verbeterd is, nog meer geoptimaliseerdkunnen worden. Daar komennog twee langgekoesterde wensen bij.De eerste is dat het gehele proces wordtbeschreven zodat anderen bij plotselingeuitval dit karwei kunnen overnemen.Daarnaast zou het wel erg handigzijn als de bezorggebieden in kaart gebrachtworden, als met kleuren duidelijkis welk gebied onder welke ophaler/bezorger valt. Dat is flink wat werk, maarook leuk voor wie zijn of haar schoudersdaar onder wil zetten. En, je hoeft nietper se lid van de <strong>Fietsersbond</strong> te zijn.Dus als je geïnteresseerd bent of je weetiemand anders die mogelijk belangstellingheeft, reageer dan. Neem contactop via amsterdam@fietsersbond.nl of020-6854794.tekst en foto AMRMarcel Levi: ‘Van fietsen maak ik geen religie’Prof. dr. Marcel Levi is internist, decaan en voorzitter vande Raad van Bestuur van het AMC, de baas dus. Vijf dagenper week fietst hij ’s morgens heel vroeg van huis naarwerk en tegen de avond weer terug. Waarom? vroeg <strong>OEK</strong>zich af en ging met hem in gesprek.‘Ik fiets nu een jaar of zeven dagelijksvanuit het centrum naar m’n werk, datis ruim twaalf kilometer heen en terug.Heen is het vooral sportfietsen, omdat erzo vroeg nauwelijks andere weggebruikerszijn. Terug is het anders, er is veelmeer kantoorfiets- en autoverkeer. Danrijd ik langzamer, gewoon lekker naarhuis. Regelmatig kom ik dan op goedeideeën die je in de hectiek van alledaghier niet altijd krijgt. Fietsen biedt ookruimte voor reflectie.’Weer of geen weer, warme zomer enwinters met sneeuw, bijna elke dag fietstLevi op z’n oude racefiets naar en van z’nwerk, vooral omdat het lekker is. ‘Het isgewoon heerlijk en goed om de warmteen kou aan je handen en gezicht te voelen.’Ook met sneeuw, al rijdt hij dan ietsminder snel. ‘Als je de auto neemt omdathet regent of waait, zit je al snel heel weinigmeer op de fiets, dan is er altijd weleen reden te bedenken om niette gaan fietsen. Dus ik heb beslotengewoon altijd te gaan fietsen.’Eens per week moet hij evenwelmet de auto naar het AMC. Omdathij ’s morgens bij aankomst in hetziekenhuis doucht heeft hij er eengarderobe hangen. En die moetregelmatig naar huis om te wordengewassen en verruild voorschone kleren.Lid van de <strong>Fietsersbond</strong> is Marcel Levi niet. Gewoonnooit in hem opgekomen. Maar wat niet is, kan nogkomen...FietshelmBij de fietsoutfit hoort voor Leviook de helm. Alle jaren dat hij eenracefiets heeft, zet hij deze op envindt dat ook vanzelfsprekend. ‘Als ikeen arm of been breek, is dat goed tegenezen, maar als ik bij een val een hersenbeschadigingzou oplopen omdat ikgeen helm draag, zou ik dat mezelf nooitkunnen vergeven.’ Hij ziet dan ook nauwelijksmeer racefietsers zonder helm.Volwassenen op een gewone fiets meteen valhelm vindt hij echter een overdrevenen beetje idioot gezicht. ‘Alleenals je met kinderen fietst en het voorbeeldwilt geven, dan begrijp ik het. Dat<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 7


je kinderen een helmpje opzet, snap ikook. Die vallen nou eenmaal vaker danvolwassenen.’Nee, actief draagt Levi niet uit dat hijbijna elke dag naar het AMC fietst, maarhij vertelt wel graag aan anderen hoegoed het hem doet. Soms hoort hij vancollega’s dat ze het ook zijn gaan doen,van anderen dat ze het hebben geprobeerd,maar het niet redden. ‘Geen punt.Ik wil natuurlijk dat ze hun werk in hetAMC goed doen. Maar hoe iedereen naarhet AMC komt is zijn of haar eigen verantwoordelijkheid.Ik ben geen fietsprofeet,maar waar mogelijk faciliteer ik hetfietsen van en naar het AMC wel. Als erbehoefte is aan meer fietsparkeerplaatsenvoor medewerkers, doe ik daar graagwat aan.’FietsvoorzieningenHet AMC kent twee grote fietsparkeerplaatsenvoor medewerkers, voor enachter het complex, afgesloten plaatsendie alleen met een personeelspasbeschikbaar zijn. Er is een openbareparkeerplaats voor de fietsen van bezoekersen patiënten. Daar zit sinds kortna de opening van het AMC in 1982 eenfietsenmaker en –verkoper. Volgens Levizo’n aardige en vakkundige man dat hijzelden meer zelf een band plakt. Het ziekenhuiskent ook een fietsenplan, veelmedewerkers hebben bij hem hun fietsgekocht. En hij heeft ook een bescheidenregiofunctie; ook uit Zuid-Oost komenklanten. Uniek is deze combinatieniet; ook het VU-ziekenhuis heeft eenaanpalende fietshersteller.Medewerkers komen van heinde en verfietsen: Haarlem, Hilversum, Muiden,Muiderberg, maar ook uit <strong>Amsterdam</strong>-Noord en zelfs iemand uit Volendam. EnLevi, een gedreven weekendfietser, diedan graag op z’n nieuwe racefiets doorhet groene Waterland rijdt, weet uit ervaringwat voor afstand dat is. Een medewerkerwoont in Zeist, die fietst maandagmorgenheen, neemt de trein terug,treint op dinsdag weer heen en fietst ’smiddags terug naar Zeist.In het AMC werken zo’n 8000 mensen,daarnaast zijn er tussen de 4000 en 5000studenten. Daarbij opgeteld de patiëntenen bezoekers, betekent dat een dagelijkseverkeersbeweging van mensenter grootte van een stad als Amstelveenof Nijmegen.Marcel Levi is even vriendelijk als helder.Erg blij is hij met stadsdeel Zuid-Oost datzeer fietsvriendelijk is en de fietspadenheel goed onderhoudt. Nergens zoveelvrij liggende fietspaden, en ’s morgensom half zes zijn in de winter de paden algeveegd en is er gestrooid. En er moetensensoren in het wegdek zitten, want’s morgens lijken de stoplichten net optijd op groen te springen. Het centrumis lastiger fietsvriendelijk te maken, maarDuivendrecht is ’s winters vreselijk. ‘Netde Jaap Edenbaan’, aldus Levi.<strong>Amsterdam</strong> fietsstadDat hij zijn passie voor fietsen niet echtuitdraagt, heeft ook te maken met hetfeit dat iedereen inmiddels weet dathet gewoon goed is om een half uur perdag te bewegen. En dat kost tijd, en tijdis nu eenmaal een issue tegenwoordig,met drukke banen en die te combinerenmet een privéleven. Het is dan ook ergefficiënt om naar je werk te fietsen, danheb je je lichaamsbeweging al gehad enhet kost weinig extra tijd. Openbaar vervoeris vaak geen optie; vanuit het AMCnaar bijvoorbeeld West is een lastig enlangdurig traject. Levi: ‘Ik moest laatstvan het AMC naar het Antonie van Leeuwenhoekziekenhuis in Slotervaart. Eenfantastische ervaring op de fiets! Vanafhet viaduct over de A2 passeerde ik echtgeen enkele gelijkvloerse kruising meer.Het hele traject ondertunnelingen, deA10, langs de RAI, door het Beatrixpark,de Prinses Irenestraat... <strong>Amsterdam</strong> isecht een fantastische fietsstad, dat realiserenwe ons soms te weinig. Als ik overdie ervaring in het buitenland vertel, gelooftecht niemand me.Aan die medaille zit evenwel ook eenkeerzijde. Zo heeft hij soms moeite metonoplettende moeders die met een flinkevaart, en niet zelden met heel geringestuurmanskunst, van een grachtenbrugnaar beneden komen zeilen met hunkinderbakfietsen. Lijkt me sowieso beterals die kinderen zelf zo snel mogelijkgaan fietsen. Een hartekreet heeft Levitenslotte ook. ‘Stop met sms’en op defiets! Kun je nou niet even zonder dat apparaat?Dat je een keertje je telefoon opneemtof met oordopjes fietst, kan ik begrijpen,maar als je een sms stuurt heb jezoveel aandacht nodig dat je een gevaarbent voor jezelf en veel andere weggebruikers.Ik zie zo vaak mensen onnodigslingeren. Levensgevaarlijk!’tekst en foto AMRZuidas perikelenBewonersgroepen uit Zuid en de <strong>Fietsersbond</strong>hebben een voorstel gedaanvoor een alternatieve fietsroute tussenRAI en WTC. De Zuidas heeft op hetbestaande fietspad dat aansluit op hettunneltje onder de Beethovenstraat eenkantoortoren en een parkeergarage gepland.Fietsers zouden voortaan via dePrinses Irenestraat moeten fietsen endie heeft geen tunneltje maar een drukkruispunt met de Beethovenstraat. Dagelijkszouden duizenden scholieren,forenzen en bewoners hier moeten gaanoversteken. Terwijl dat niet nodig is.Bewonersgroepen en <strong>Fietsersbond</strong> hebbeneen alternatief ontworpen waarinde bestaande fietsverbinding om de geplandekantoortoren heen buigt. Deze isuitstekend tussen de geplande gebouwenin te passen. De fietsroute kan dantoch nog uitkomen bij het bestaandetunneltje en dat scheelt dagelijks duizendenfietsers over een gevaarlijkeoversteek met de drukke Beethovenstraat.Bovendien zijn de fietsers juisteen goede aanvulling om het gebiedtussen de gebouwen aangenaam en levendigte maken.Op 27 februari vergaderde de gemeenteraadover het voorstel om het huidigefietspad definitief te verwijderen. <strong>Fietsersbond</strong>en bewonersgroepen hebbende raadsleden opgeroepen in plaatsdaarvan te besluiten de fietsroute om dekantoortoren heen te laten buigen. Wekunnen op het moment van schrijvenalleen nog maar hopen dat dat gehoorgevonden heeft. (MdL)8


VrachtfietsenGroeiende branche of doodlopend spoor?Aan de ene kant groeit het aantal bedrijven dat vrachtfietseninzet snel. Aan de andere kant is het voor éénpitters die pakjesen kostbare documenten snel van de ene plaats naar de anderemoeten brengen een heel moeilijke tijd. De <strong>OEK</strong> wilde daar weleens het fijne van weten.Dat grote en kleinere transportbedrijvensteeds vaker bestelauto’s vervangendoor vrachtfietsen heeft verschillenderedenen. Ze besparen veel kostbareenergie, stoten minder vuil en CO2 uit,maken minder lawaai, zorgen voor minderfiles en ongelukken. Daarnaast zijnvrachtfietsers vaak even snel of zelfssneller op de plaats van bestemming.En, zelfs een luxe, lichte en supersnellevrachtfiets is nog altijd vele, vele malengoedkoper in aanschaf dan een bestelwagen.Er is berekend dat – inclusiefbrandstof – een vrachtfiets per afgelegdekilometer wel 98% goedkoper is daneen bestelwagen. Ook de overheden inEuropa erkennen het economisch enecologisch potentieel van deze nieuwetransportvorm. Er is zelfs een heuse lobbygroepopgericht: de European CycleLogistics Federation, die wil bewerkstelligendat in 2014 een kwart van alle stedelijkegoederenvervoer tot 250 kilo perfiets gebeurt.En <strong>Amsterdam</strong>?Drie jaar geleden, in februari 2010, presenteerdetoenmalig GroenLinks-wethouderMarijke Vos een actieplan datondernemers moest stimuleren om hunklanten op een meer milieuvriendelijkewijze te bevoorraden. Met als gevolg:minder opstoppingen en een schonerelucht. Dat oude actieplan (Slimme,Schone Stedelijke Distributie) werd ruimeen jaar later opgevolgd door de HerijkingLuchtkwaliteitmaatregelen Schonelucht voor <strong>Amsterdam</strong>. In feite is dat eenkostenbaten onderzoek naar de meesteffectieve luchtkwaliteit-maatregelenwaarop de gemeente nu inzet en waarbijduurzaam goederenvervoer een belangrijkerol speelt. Maar voor de vrachtfietsis geen grote rol weggelegd: men vindtde bijdrage aan een betere luchtkwaliteitniet substantieel genoeg om devrachtfiets financieel te stimuleren intijden van grote bezuinigingen. En dusbestaat er daarom op dit moment geenspecifiek beleid voor de vrachtfiets in<strong>Amsterdam</strong>. Omdat de stad zoveel mogelijkschone lucht per geïnvesteerdeeuro wil, richt het beleid zich vooral opzakelijke veelrijders, ook als het om elektrischrijden gaat.Toch kent de stad veel spelers op hetterrein van vrachtfietsers. Dat varieertvan kleine zelfstandigen, die soms metmoeite het hoofd boven water weten tehouden, tot multinationals die expanderenmet hun fietsen. Deze keer gingenwe met zo’n kleine praten: Fietsvriend. Inde volgende <strong>OEK</strong> vertellen we meer overeen grote speler: DHL.Fietsvriend: Wietske van Raalte‘En, is het wat?’ vroeg de planner van deFietsdienst aan Wietske van Raalte, die ernet haar eerste shift op had zitten. Hetwas eind september 1998 toen ze meteen vaste koerier van de Fietsdienst meereedom te zien of dit werk ook iets voorhaar zou zijn. ‘Een geboren fietskoerier’,zo noemde hij haar. Sinds januari 2001werkt ze als ZZPer en brengt pakjes enbrieven op de fiets rond in <strong>Amsterdam</strong>.De toekomst voor haar beroepsgroepziet ze somber in.Wietske kwam voor de vriendschap in1983 in <strong>Amsterdam</strong> wonen, en daardoorhoefde ze ook niet meer elke dag vanKampereiland naar de modeopleidingVogue te reizen en weer terug. ‘Maarontwerpen was niet echt mijn ding enik was niet commercieel genoeg’, zegtze. Een jaar Vogue was voldoende omte worden aangenomen voor de kunstacademiesin Den Haag en Rotterdam.Ze koos voor de laatste en niet voor deRietveld Academie in haar woonplaats,omdat ze die te elitair vond. Ook in ‘010’hield ze het niet lang vol; na een half jaarWietske van RaalteLeuke ervaringenEens werd Wietske aan het eind van demiddag gebeld door een paniekerigebloemist, die een bos bloemen voor JudithHerzberg moest bezorgen in een theateraan de Nes. Vanwege de vele wegopbrekingenkon hij daar niet komen metzijn wagen, en hij vroeg of ik dat wildebezorgen. Zelfs zij had moeite om er tekomen, maar belde eenmaal aangekomenfluks aan. Vloog naar binnen, hetpubliek applaudisseerde al. Vanachterde coulissen gaf ze snel de bloemen aaneen theatermedewerkster en het wasright on time! Niemand heeft hier iets vangemerkt!reclametekenen (‘visuele communicatie’)en vooral ontleden van schilderijen,hield ze het voor gezien, maar ze hadwel veel geleerd. ‘Ook dit was mijn bestemmingniet.’ Ze vond een baantje bijeen kantoorvakhandel in Oost, moestweg uit haar kamer in de Pijp en werdniet veel later door de brandweer uithaar zolderkamer in een brandgevaarlijkpension aan de Schimmelstraat in Westgeplukt. Ging ook voor een callcenterwerken en kwam in 1987 een man tegenop de pont naar Noord, die zei datde bouw ‘van dat schip daar’ − wijzendnaar de Zouthaven − wel iets voor haarzou zijn, en ze meldde zich meteen aanals één van de vrijwilligers die zich wildenlaten scholen om te bouwen aan hetVOC-schip De <strong>Amsterdam</strong>. Daar werkte<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 9


ze – samen met zo’n 300 anderen − anderhalfjaar met behoud van uitkering.Voor het eindexamen zakte ze expresom nog langer aan het schip mee te kunnenwerken, in haar geval schilderen.Tijdens een stage als decoratieschilderbesloot ze Bommoeder te willen wordenen in 1994 kreeg ze een zoon. Hierdoorwerd ze voor vijf jaar vrijgesteld van sollicitatieplicht.‘Hij was voorbestemd omgids te worden’, zegt Wietske. Dan volgteen indrukwekkend relaas over Yonandie er op vijftienjarige leeftijd voor koosom een einde aan zijn leven te maken.Tweelingzielen en reïncarnatie vormenin hun leven een rode draad.Haar zoon heeft als dertien- en veertienjarigeook – zij het beperkt, want de wettelijktoegestane aantal uren per week− als fietskoerier gewerkt. Voor Wietskebij de Fietsdienst kwam had ze al eerderpakjes en brieven vervoerd als vrijwilligervoor Noppes, een soort ruilwinkel waarniet met geld maar met diensten werdbetaald. Maar omdat Yonan moeilijkop school kon wennen en halve dagenthuis was, moest ze stoppen met Noppes.‘De Fietsdienst boerde heel goed,kreeg subsidie van het Europees SociaalFonds en haalde wel 360 gulden per shift(ochtend/middag, amr) binnen’, herinnertWietske zich. In <strong>Amsterdam</strong> schotenfietskoeriersdiensten als paddenstoelenuit de grond. Na anderhalf jaar wilde zevoor zichzelf beginnen, begin 2001 wasdat een feit. Op de startersbijeenkomstbij de Kamer van Koophandel kijkt zeterug als één grote les in belemmeringen.Na een matig half jaar, begon haarbedrijf – Fietsvriend – goed te lopen.Ze kijkt terug op 2007 als het beste jaar;daarna ging het bergafwaarts. Van devijf tandtechnici waar ze sinds 2004 voorfietst zijn er nog maar twee over die regelmatigwerk aan haar hebben uit tebesteden. Veel van haar klanten gingenfailliet, de huizenmarkt stortte in, dusook minder brieven van notarissen enmakelaars. Behalve de economische crisiszorgt ook de toenemende digitaliseringvoor minder werk voor de fietskoeriers.Om aan deze terugval het hoofd tebieden, heeft Wietske sinds vier jaar ookeen tweede baantje als postbezorger.Gaandeweg schuift haar inkomen meerrichting post, ten koste van haar eigenbedrijf als fietskoerier. Van alle stadsdelendie door een bevriende relatie ophaar bedrijf werden gewezen, heeft alleenZeeburg gereageerd. En veel aan degemeente gerelateerde projectbureaus.Zelfs haar eigen stadsdeel Zuid niet...Maar Wietske is sterk, en zit niet bij depakken neer. Als we naar beneden gaanvoor een foto, neemt ze haar mobieltjemee. Een klant missen is nu het ergstewat je kan overkomen.Meer weten over vrachtfietsen?Zie: lowtechmagazine.betekst en foto AMR‘Een fietsmuseum voor <strong>Amsterdam</strong>’Myriam Corzilius vatte in september 2011 het plan op voor eenfietsmuseum in <strong>Amsterdam</strong>. Eerder liep ze als afgestudeerdeaan de filmacademie rond met het idee om een film te makenover fietsen in <strong>Amsterdam</strong>, maar dat idee maakte plaats voorhet museum. <strong>OEK</strong> ging met haar praten.3. Geel: fiets-infrastructuur, veiligheid eneducatie4. Groen: fietsbeleid, innovatie enpromotie.Aanleiding was het feit dat Corzilius’dochter zowel in de brugklas als in detweede klas een klasgenoot verloor dooreen fataal verkeersongeluk met de fietsin <strong>Amsterdam</strong>. “Net als veel ouders wasik erg ongerust doordat de verkeerslessenop school waren verdwenen, terwijlkinderen toch grote risico’s lopen in hetstadsverkeer.”Het plan is dat er op eerste Pinksterdag(zondag 19 mei a.s.) een grote fietsparadeplaatsvindt. Corzilius: “Overal inhet land zeggen mensen dat ze komen.Velen met oude of bijzondere fietsen.Ik heb nog niemand gesproken die nietkomt.” De parade start bij het OlympischStadion en gaat via de onderdoorgangvan het Rijksmuseum en het Vondelparknaar de binnenstad. Het eindpunt zal inOost zijn of ergens aan de Prinsengracht.Dat is afhankelijk van de onderhandelingenover de locatie van het nieuwemuseum en van het bedrag dat onzecrowd funding gaat opleveren. Idealiterstart het nieuwe museum op een plekvan zo’n duizend vierkante meter, maareen kleinere ruimte van honderdvijftigvierkante meter kan ook, als het moet.Myriam maakt een vergelijking metEcoMare, het centrum voor de Waddenen de Noordzee op Texel, dat ook kleinis begonnen door één enthousiastelingen gaandeweg uitgroeide tot de huidigevorm. “Als je niet gewoon begint, kom jenooit ergens.”Het museum wordt opgebouwd uit vierfietsroutes’:1. Oranje: een historisch overzicht van195 jaar Nederlandse fietscultuur2. Blauw: fietsgebruik − sportief, recreatiefen dagelijkse routineVoor elk van deze routes in het museumheeft Myriam concrete ideeën. Zomoeten er wél oude fietsen te zien zijn,maar wil ze zich duidelijk onderscheidenvan fietsmusea elders in het land, zoalsVelorama in Nijmegen en de eenpittermuseumpjesin Groningen, Friesland,OPROEPLezers van <strong>OEK</strong> kunnen zich ook opgevenvoor de Fietsparade 19 mei2013 (start 14.30 uur). Heb je eenbijzondere fiets en wil je mee fietsenin de Parade en wil je een uitnodigingontvangen voor de openingvan de eerste tentoonstelling vanhet <strong>Amsterdam</strong>fietsmuseum? Stuurdan voor 1 maart 2013 een mailtjenaar info@amsterdamfietsmuseum.nl en men neemt contact met je op..10


Brabant en België. Veel belangrijker danhet tonen van oude fietsen vind ze hetuitdragen naar de rest van de wereld vande kennis over de fietsinfrastructuur diewe in Nederland hebben. Voor de sportievetak van het museum heeft ze alambassadeurs gevonden in de persoonvan twee bekende (oud)wielrenners, diehet museum grote bekendheid moetengeven. Met diverse sponsors is Myriamnog in gesprek. Dat is geen kinnesinnein deze moeilijke economische tijd. “Hetzal geen museum in de traditionele zinzijn, maar meer een centrum voor actie.Zo moeten kinderen er hun fietsdiplomakunnen halen. Ja, betrokken oudersvormen een doelgroep, maar ook mensenuit andere delen van het land, ennatuurlijk toeristen. En verder natuurlijkmensen van buiten Nederland die beroepshalvekennis willen komen halenover onze fietscultuur.” Over haar zakenpartnerJos Louwman van MacBike is zezeer te spreken.UPDATEInmiddels is de Stichting FietscultuurNederland opgerichtmet als doel het bevorderen enpromoten van de Nederlandsefietscultuur in binnen en buitenland.Daarom start in 2013Het <strong>Amsterdam</strong> Fietsmuseummet de compacte proloog-tentoonstelling‘Allemaal, allemaalop de fiets!’. De tentoonstellingloopt van 3 mei tot 28 juni2013. De tijdelijke locatie is deOosterkerk <strong>Amsterdam</strong> aan deKleine Wittenburgerstraat 1.De tentoonstelling kan dagelijksbezocht worden van 10 tot17 uur.De officiële feestelijke openingis zondag 19 mei, met als Proloogde Fietsparade, die om14.30 uur bij het Olympischstadion begint en om 16.00 uurbij de Oosterkerk eindigt metde feestelijke opening.Nederland heeft geen museumwet, deaanduiding ‘museum’ is dan ook niet beschermd.Iedereen met een plan kan eenmuseum beginnen. Myriam Corzilius wilhaar collectie gaandeweg uitbouwenmet foto’s, installaties, oude fietsen enmet duurzame fietsen gemaakt van natuurlijkematerialen als bamboe en hout.In haar woonkamer staat fier de houtenfiets van Jan Gunneweg. “Het museumis breed van opzet”, zegt ze. Als ze metMyriam Corzilius op haar Bough Bike,een ontwerp van designer Jan Gunnewegpensioen gaat, wil ze met trots naarhaar museum kunnen kijken, een museumdat de fietscultuur in Nederlanduitstraalt. Haar droombeeld is een museumgebouwin een spiraalvorm zoalsin de Chinese stad Chongming, waar jelangs de rand omhoog kunt fietsen.tekst/foto AMRLezers schrijvenFoei 1Met veel genoegen lees ik al een paarjaar de artikelen in jullie blad. Aan het lezenvan de column van Pete Jordan hieldik echter een heel naar gevoel over. “Bijnazes jaar lang zag ik mijn weesfiets achteruitgaan en langzaam steeds meer tenprooi vallen aan de elementen.” Zes jaarlang heeft Pete Jordan ter bevredigingvan zijn nieuwsgierigheid een schaarsefietsparkeerplek bezet gehouden. Hetmag u bekend zijn dat er in <strong>Amsterdam</strong>een groot tekort is aan fietsparkeerplaatsen.Ook de <strong>Fietsersbond</strong> vraagt stadsdelenen gemeente geregeld om extrarekken en nietjes. Echter door de publicatievan dit soort teksten ondergraaft usterk de legitimatie van deze (terechte)vraag om extra plekken. Ook schaadt uhiermee het belang van mij en vele andereleden van de <strong>Fietsersbond</strong> die zichdagelijks ergeren aan het probleem vande weesfietsen.Het kwaad is inmiddels geschied. Ik verzoeku daarom in het volgende nummervan Oek een artikel te wijden aan dit onderwerpen de leden van de bond uit teleggen op welke wijze zij zich dienen teontdoen van een eventuele overbodigefiets.Rolf SteenwinkelRedactie: We zijn een beetje geschrokkenvan uw reactie. Wat wij zien als eenonderhoudend verslag van een kleinschaligonderzoek naar het ontstaan, bestaanen verdwijnen van weesfietsen, ervaart uals een ondermijning van het gemeentelijkweesfietsenbeleid en een beschadigingvan de belangenbehartiging van de<strong>Fietsersbond</strong>. We hopen maar (en rekenendaar eigenlijk ook op) dat niet meer lezersde column van Pete zo gelezen hebben. Endat artikel komt eraan.Foei 2Afgelopen avond vertrokken er drie personenmet de fiets vanaf jullie clubhuis.Ik neem aan na een bijeenkomst of overleg.Eén meneer had zowel een werkendekoplamp als achterlicht. Een mevrouw,op een redelijke fiets, alleen eenkoplamp. Een meneer met baard, op eenbarrel, helemaal geen verlichting. Datreed zo samen richting 2e ConstantijnHuygensstraat.Voor de statistiek, 66% van deze fietsersvoert geen wettelijk verplichte verlichting.Een slecht voorbeeld, dat moet beterkunnen in 2013!Ik ga erop letten.Marc M. GravemakerRedactie: de twee schuldigen hebbenbeterschap beloofd.<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 11


ParkerenFietsers parkeren hun fiets het liefst zo dicht mogelijk bijhun bestemming. En graag ook verbonden aan de vastewereld. Als daar geen plek voor te vinden is in een rek,dan maar een paal of een brugleuning of al het anderedat er zich voor leent. Dat is allemaal te begrijpen maarsommige fietsers maken het wel erg bont. Sommigesnorfietsers en auto´s ook trouwens.waar het maar kan12


<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 13


Van onze HelpdeskPedeleksDagelijks bellen <strong>Amsterdam</strong>mers met hunafdeling van de <strong>Fietsersbond</strong> over uiteenlopendeonderwerpen; hoe het nu zit met defietsenrekken op het Leidseplein of wat zijnde tarieven voor huurfietsen. De laatste tijdwordt er steeds meer gebeld met vragen enklachten over elektrische fietsen.Paddelacs, kent u dat? Waarschijnlijkniet, omdat ze zo niet heten. In schriftkan het wel, lijkt het nog luxe ook, netals die dure Amerikaanse auto’s. Nee,pedeleks zijn het, of meer internationaal,pedelecs. En als we het over Europesewetgeving hebben, heten ze natuurlijkEPAC’s. U weet wel, van Electric PowerAssisted Cycle. Elektrieke veloos, zoudenonze Zuiderburen zeggen.Maar goed, de vragen en klachten daaroverdus. De accufiets wint in toenemendemate aan populariteit, niet alleenonder de aangewezen doelgroep(ouderen), maar ook steeds meer doorjongeren of moeders met kinderen (ookdie PC-Hooft-bakfietsjes worden tegenwoordiguitgerust met een elektromotortje).Het vermogen van een elektrischefiets is in principe afhankelijk vanhoe hard je trapt, alleen dan zonder datje er veel moeite voor hoeft te doen. De‘pure’ fietser kijkt er natuurlijk op neer,de niet zo krachtige medemens heeft ereen fantastisch hulpmiddel aan. Alleen,het vermogen van de pedeleks gaatsteeds meer omhoog, waardoor ze ooksneller gaan. Er zijn al pedeleks gesignaleerddie de 45 km per uur halen.En daar zit het pijnpunt bij de klagers: ‘Zegaan net zo hard als die rotscooters, hetis een gevaar op de weg!’Nu is dat niet helemaal waar, ook al isgebleken dat bij door de <strong>Fietsersbond</strong>georganiseerde try-outs vooral ouderennogal schrokken van de snelheid waarmeede fiets optrok zodra ze kracht opde trappers gingen zetten.Gelukkig heeft de Europese Commissienog niet zo lang geleden een stokjegestoken voor het voornemen van deproducenten om het kilowattvermogente vergroten. Een pedelek is en blijft eenBloeiende StationsomgevingenOV-reizigers krijgen voor 300 miljoenper kilometer een metrolijn.Ook aan fietsers wordt gedacht:bij metrohalte RAI komt geen inpandigestalling maar er is ruimtegevonden voor fietsnietjes op hetEuropaplein.De Raadscommissie voor Verkeer en Vervoeren Infrastructuur (VVL) besprak indecember de notitie Bloeiende Stationsomgevingenboven de Noord-Zuidlijn.Boven de meeste stations dreigt hetfietsparkeren niet tot volle wasdomte komen. De Vijzelgracht biedt geenruimte voor nietjes en er komt geenondergrondse fietsenstalling. De gemeenteraadvestigt hier zijn hoop op hetbouwen van een autoparkeergarage, zodatboven de grond ruimte voor fietsenfiets en de hulpmotor mag absoluut nietmeer vermogen leveren dan 0,25 kW(kilowatt), en mag niet harder dan 25km per uur. Als ze dat wel doen, zijn hetgeen fietsen meer, maar brom-(of snor-)fietsen en moeten ze voorzien zijn vaneen kentekenplaatje.Dat lijkt duidelijk, maar hier doet zichwel hetzelfde probleem voor als met dievermaledijde snorscooters; ze mógenniet harder dan 25 km per uur, maar zedóen het wel! Een slimme hobbyist pluktvia internet een opvoersetje, sleuteltwat aan de motor (in het geval van eenpedelek is dat dan de magneetspoel inhet voorwiel) en hopla, het vermogenwordt verhoogd. En geen haan die ernaarkraait. Want heeft u ooit een politiecontrolegezien die elektrische fietsenaanhoudt? Nee dus.Verder gaan heel veel vragen over welkesoort accu, welk merk fiets, hoe op teladen en meer van dergelijke technischekwesties. De <strong>Fietsersbond</strong> heeft demeeste van die vragen (en natuurlijk deantwoorden) gebundeld in een handzaamfoldertje. De geïnteresseerdenkunnen die aanvragen bij de Helpdesk.FRT: 020-6854794E: amsterdam@fietsersbond.nlEric Wiebes laat inventariseren of kostbare ondergrondsefietsenstallingen ook gebruikt zullen worden. In elk gevalzijn station Zuid en Paradiso regelmatig vol, en ook destalling bij de Centrale Bibliotheek (hier op de foto) raaktsteeds meer in trek.vrijkomt.Voor de omgeving van de Munt, waareen gebrek aan fietsenstallingen onderhandhilarische vormen aanneemt,bestaan vage plannen. Vast staat wel datbij station Rokin een autoparkeergaragein ruwbouw wordt opgeleverd. Er zalopnieuw een haalbaarheidsstudie opgestartworden naar de realisatie van eenondergrondse fietsenstalling.Wethouder Eric Wiebes hoopt in aprilsamen met stadsdeel voorzitter JeanineVan Pinxteren (Centrum) een inventarisatievan het fietsparkeren boven deNoord Zuidlijn te presenteren. Een bestuurlijkteam, waarin overigens ookstadsdeel Zuid deelneemt, zal bekijkenof ondergrondse fietsenstallingen eenoplossing bieden. Bij station Rokin ende Pijp zijn er geen technische bezwaren.Maar een fietsenstalling moet ookgebruikt worden. De verwachtingen vanhet gebruik zullen in het onderzoek wordenmeegenomen. Wiebes aarzelt omhet fietsparkeren op straat te verbiedenmaar kan zich wel voorstellen dat menniet mag parkeren buiten de fietsvoorzieningenaldaar. (JPN)14


Wijken voor de fiets<strong>Amsterdam</strong> Noord, West en Nieuw WestIn verschillende steden werkt de <strong>Fietsersbond</strong> aan het project Wijkenvoor de Fiets (in het vervolg: WvdF). Dat is er op gericht om in wijken diedat gebruiken kunnen een beter fietsklimaat te scheppen. Fietsen moetdaardoor voor meer mensen aantrekkelijker worden. Een goed fietsklimaatis dan de aanwezigheid van aantrekkelijke en veilige fietsroutes, goedevoorzieningen zoals parkeren en bewegwijzering, en een cultuur waarinhet fietsen als aantrekkelijke vervoerwijze wordt ervaren. WvdF richt zichin eerste instantie op achterstandswijken omdat zich daar problemenvoordoen die met meer fietsen kunnen worden opgelost. Fietsen is immersgoed voor de gezondheid van bewoners, het is goedkoop en voor iedereentoegankelijk en het is ook nog eens goed voor de veiligheid, de gezondheiden de leefbaarheid van de wijk zelf.Zelf op de fiets naar schoolHoe werkt WvdF?In <strong>Amsterdam</strong> is WvdF uitgevoerd in destadsdelen Noord, West en Nieuw West.Elk van deze stadsdelen kennen een aantalachterstandswijken. Omdat bewonersniet alleen in hun eigen wijk verblijvenen verkeren, is ervoor gekozen omzich op het gehele stadsdeel te richten.Daar begon het project met een tentoonstellingover fietsen, met vooralaandacht voor bijzondere fietsvoorzieningenen de voordelen van het fietsen.Daarnaast is er een enquête gehoudenonder bewoners over het fietsklimaat inhet stadsdeel. De informatie die daaruitkwam werd gecombineerd met een inventarisatievan het fietsbeleid van hetstadsdeel. Uiteindelijk doel was een rapportmet aanbevelingen.In West en Nieuw West wordt nog aande eindrapportage gewerkt, in Noord ishet eindrapport in januari aangebodenaan de wethouder en de raadscommissieVerkeer.Grijze Buikslotermeerplein Zuid: de meeste klachtenWvdF in NoordFietsers in Noord zijn best tevreden overhet fietsen in hun stadsdeel. Ze vindenhet beter fietsen in hun stadsdeel danin de rest van de stad. Dat is ook nietgek want er is in Noord vaak voldoenderuimte om goede voorzieningen te maken.Tegelijkertijd noemen de fietsersook nogal wat knelpunten.Grijze wegenZo wordt er veel geklaagd over de zogenaamdegrijze wegen. Dat zijn wegenwaar wel veel autoverkeer is, dat vaakook hard rijdt, maar waar de bijbehorendefietsvoorzieningen zoals vrijliggendefietspaden ontbreken. In Noord zijn ernogal wat van dat soort wegen: de Hagedoornweg,de Buiksloterdijk West,de Beemsterstraat en de weg langs dezuidzijde van het Buikslotermeerplein.Op de laatste, waarover het meest geklaagdwordt, moeten fietsers zonderenige voorziening of bescherming hunweg zien te vinden tussendruk autoverkeer, bussen,afslaand verkeer naar parkeerterreinenen geparkeerdeauto’s.Andere knelpuntenEen ander ernstig probleemvoor fietsers inNoord zijn de vele groteen langdurige werkzaamheden.Die zorgen vooromrijden en dat gaat langniet altijd makkelijk. Maarook het wegdek van defietspaden is een zorg. Datis op heel wat plekken vanbedenkelijke kwaliteit. Een reden is datNoord in relatie tot haar inwoneraantalveel kilometers fietspad heeft, maar quageld niet vergelijkbaar goed bedeeldis. Naast deze punten die lastig zijn opte lossen of niet in korte tijd, zijn er ookeen aantal punten gevonden die eenvoudigen snel oplosbaar zijn. Zoals hetverwijderen van gevaarlijke paaltjes opfietspaden, en het maken van een aantaleenvoudige verbindingen.FietsbevorderingDaarnaast is het goed dat er fietslessenzijn in Noord, als onderdeel vanhet buurtsportwerk. Dat bevordert degezondheid en ook het zelfstandig mobielzijn. De kinderen die geënquêteerdwerden kunnen allemaal fietsen en vindenfietsen ook leuk. Fietslessen zijneen goede investering voor de bewoners,want het openbaar vervoer wordtduurder en ook het parkeren van auto’swordt minder makkelijk. Vergeleken metandere stadsdelen is autoparkeren inNoord nu nog makkelijk en goedkoop endaardoor is het aantrekkelijk om de autote nemen. Nu er betaald parkeren is bijhet Buikslotermeerplein wordt fietseneen aantrekkelijker alternatief.Met het rapport van WvdF ligt er eennuttig overzicht van de punten die hetstadsdeel kan aanpakken om die extrafietsers (nog) beter ter wille te zijn. Hetstadsdeel heeft beloofd om de uitkomstenvan WvdF mee te nemen bij het actualiserenvan hun fietsbeleid. (MdL)Het rapport over Wijken voor de fiets in Noord iste vinden op:www.fietsersbond.nl/amsterdam-noord<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 15


Fiets mee in metro en IJtramHet GVB heeft onlangs een nieuw beleid ingevoerd voor − of beter gezegd:tegen − het meenemen van de fiets in de metro. Tijdens de spitsmogen er geen fietsen meer mee in de metro en de IJtram. Als redenvoor deze beperking geeft het GVB dat het openbaar vervoer in despits vaak overvol is. Veel fietsers voelen zich gedupeerd.Het probleemDe huidige spitstijden zijn behoorlijkruim. Veel mensen die buiten de ring wonenen werkzaam zijn binnen de ring van<strong>Amsterdam</strong> zijn hierdoor gedupeerd.Dat blijkt uit verschillende klachten diebij ons binnenkwamen. Eén brief kwamvan iemand die in <strong>Amsterdam</strong> Zuidoostwoont en in de binnenstad werkt. Zijmoet voor haar werk regelmatig op verschillendeplekken binnen de stad zijn.Mijn ervaringNu ik er op ben gaan letten is me opgevallendat de informatievoorzieningvan het GVB nogal te wensenover laat. Op kleinere stations is sowiesogeen GVB personeel aanwezigdat je aan kunt spreken als je eenvraag hebt. Op het metrostation vanCS loopt wel een man rond in een geelhesje, en ik heb gezien dat hij vaakaangesproken werd.Ook ben ik aan een chauffeur gaanvragen of ze zich echt zo rigide aan despitsregel houden. Hij vertelde dat detram vaak vol zit, maar als het rustigeris, dat ze dan wel een oogje toeknijpen.Deze man was erg vriendelijk,maar je kunt natuurlijk ook iemandtreffen die minder goed geluimd is endan ben je alsnog de klos. (FF)Dit gaat uiteraard het snelst en gemakkelijkstper fiets. Ook na werktijd is hethandig om de fiets bij de hand te hebbenom bijvoorbeeld vrienden te bezoekenof uit te gaan. Alle afstanden binnende stad afleggen met het O.V. is tijdrovend,duur en minder flexibel.“Als het licht is, fiets ik regelmatig van ennaar mijn werk, maar als het donker is,dan is dat toch een stuk minder veilig”,zegt ze. “Ook doordat de fietspaden gescheidenzijn van autowegen en regelmatigdoor ongure tunneltjes leiden. Inde winter is er bovendien vaak niet goedop de fietspaden gestrooid waardoor jeals het ware gedwongen wordt om metde metro te reizen. Ook is het bepaaldgeen sinecure om er representatief uit tezien, als je gehuld in regenpak druipendop je werk aan komt.”Geschonden belofteEr zijn ooit serieuze beloftes gedaanaan de mensen die op IJburg zijn gaanwonen dat ze de fiets altijd mee zoudenmogen nemen in de IJtram. Met deinvoering van de spitstijden is deze beloftevan tafel geveegd. Een behoorlijkeblamage!REGELSSpitstijden van het GVB zijn gelijkaan de spitstijden van de NS engelden op maandag t/m vrijdag. Deochtendspits is van 6.30 tot 9.00. Demiddagspits is van 16.30 tot 18.30.Fietsen zijn dan niet toegestaan.Vouwfietsen mogen overigens welmee en zijn bovendien gratis. Voorkinderwagens en rolstoelen geldthetzelfde.Om je fiets mee te mogen nemenmoet je betalen. Een fietssupplementkost €1,60 voor een hele dag,en is te koop bij de Verkoop en Oplaadpuntenop het metrostation enGVB Tickets en Info op het CentraalStation.OplossingenDe eventuele oplossingen:1. Laat twee keer per uur een speciaalvoor fietsen ingerichte IJtram en metrocompartimentrijden, óók in de spits.Om dit rendabel te maken, zou het GVBde tarieven kunnen aanpassen. Bijvoorbeelddoor een dagkaart fiets gelijk temaken aan het huren van een O.V. Fiets(3 euro per dag).2. Een multifunctioneel wagenstel inelke metro, op een vaste voorspelbareplek op het perron voor fiets, rolstoel,scootmobiel, kinderwagen, en grotekoffers. Tevens kunnen de passagiershier rustig staan als alle zitplaatsen bezetzijn.3. Eventueel kan er van fietsers verlangdworden om in de spits een metrolanger te wachten als de desbetreffendemetro vol is.4. Goede alternatieven bieden dooruitbreiden verhuur mogelijkheden vande O.V. Fiets bij een flink aantal metrostations,op IJburg, in Amstelveen, <strong>Amsterdam</strong>Noord, Rietlanden en Weesperplein.(FF)16


Stallen op afstand<strong>Amsterdam</strong> is een drukke stad waar weallemaal willen wonen. We verplaatsenons ook allemaal. We moeten werken,boodschappen doen, sociale contactenonderhouden, of gewoon een frisseneus halen. Als we dat niet doen en binnenblijven zitten, dan verpieteren we.Alle parkeerplaatsen zijn daarom bezet,de grachten staan vol vrachtwagensdie laden en lossen, de metro’s en tramszijn eveneens gevuld met mensen dieals sardientjes in een blik op elkaar zitten.Op de fiets scheldt en tiert men opelkaar, gewoon omdat je elkaar zo snelvoor de wielen rijdt. Als je dan tenslotteje plaats van bestemming hebt bereikt,moet je je fiets ook nog eens goed ziente stallen en vastketenen aan het daarvoorbestemde straatmeubilair, zodatje later niet naar huis hoeft te lopen. Defietsenrekken staan echter óók overvol.Wat te doen? Het is een dagelijksterugkerend probleem en het is eenhele kunst om je daar niet over op tewinden. Ik zie het als een ritueel, nietleuk, maar gewoon noodzakelijk, netals tandenpoetsen. Om het ritueel zoaangenaam mogelijk te maken kijk iktijdens het naderen van mijn bestemminggoed om me heen of ik al een geschikteplek zie. Zodra deze in beeld ispiep ik mijn fiets er in. Daarna vervolg ikde laatste meters te voet.Mijn fiets is mijn zilverenpaard en ik hou zielsveelvan hem. Hij verdient eengoede parkeerplaats, metmijn groentekratje voorop.Het oude kratje wat al mijnspullen draagt die ik dagelijksmet mij meezeul.Mijn regenbroek bijvoorbeeld,zo noodzakelijk alsde Bijbel voor een gelovige.Mijn zilveren paard is een simpeleoude stadsfiets met terugtraprem. Tochrace ik menigeen daarmee voorbij. Metname de mensen op hun nieuwe sjiekefietsen die zich traag door de stad bewegen.Als ik de brug op fiets hoor ikhet tikken van de versnellingen, versnellingendie ze meestal niet gebruiken.Ik haal ze altijd in.Het stallen van mijn fiets op afstand,is een goede gewoonte. Ik ben mijn irritatienamelijk vóór. Mijn impuls tothardhandig duwen, trekken en trappentegen buurfietsen die niet gewillig vanwijken weten speelt mij parten en ik staniet voor mezelf in. Toch gebeurt hetweleens dat ik mijn gewoonte doorbreek.Dan zet ik mijn fiets pal voor eenwinkelruit. Even vlug vlug een boodschapen daarna als de wiedeweergaer van door. Zo parkeerde ik mijn fietseen keer bijna op het terras. Het zonnetjescheen zijn laatste avondstralenen ik zag nog één tafeltje badend inhet zonlicht. Zo snel als ik kon spurtteik er heen en genoot van de warmteop mijn gezicht. Niet veel later werd ikopgeschrikt door een mannenstem; ofik die asociaal geparkeerde fiets zo snelmogelijk weg wilde halen. “Nee, nietnu”, zei ik. Hij sputterde nog wat tegen.Inmiddels zat ik niet meer op mijn gemak. Als ik mijn fiets nu metéén goedhad weggezet, piekerde ik, dan waswaarschijnlijk de plek bezet geweest,maar omdat ik dit niet had gezien, wasdit ongemak mij bespaard gebleven.Daarom hou ik mijn gewoonte zo goedmogelijk in stand. Mijn zilveren paardverdient een goede parkeerplaats endaarna vervolg ik de laatste meters tevoet. (FF)SneltramrouteDe Stadsregio wil de route aanpassenen de veiligheid verhogen van de sneltrams5 en 51 (Amstelveenlijn). Een vande wijzigingen betreft het ongelijkvloersmaken van enkele kruisingen, te wetenbij de Rembrandtweg, Zonnestein en deSportlaan. Hierbij wordt de Beneluxbaanhalf verhoogd en de kruisende weg halfverlaagd.Dit heeft ook gevolgen voor de fietsersdie in de noord-zuidrichting overde Beneluxbaan rijden: straks moetenze hoogteverschillen overbruggen.De Amstelveense onderafdeling heefthiertegen geprotesteerd, maar zonderresultaat. Wel worden we betrokken bijhet verdere ontwerp en kunnen we meedenkenover de inrichting voor fietsers.Een andere verandering is dat sneltram51 op termijn stopt bij station Zuid. Omdatde afstand die de sneltram tussenWestwijk en station Zuid aflegt, aanzienlijkkrimpt, ziet men geen dwingendereden meer om fietsen in de tram toe telaten. Men meent zelfs dat een voordeelzou kunnen zijn dat het aantal fietsdiefstallenrond de tramhaltes zal afnemen.Dit omdat fietsendieven zich niet langermet de fiets in de tram uit de voetenkunnen maken en − naar men vermoedt− dat een oorzaak was van het relatiefgrote aantal fietsdiefstallen daar. Maardat voordeel zal dus nog moeten blijken.Nieuws uit AmstelveenBeneluxbaan - HammarskjöldsingelFietsers kunnen op dit moment nogsteeds de kruising Beneluxbaan – Hammarskjoldsingelop twee manieren kruisen,gelijkvloers met verkeerslichten ofvia een fietstunnel (zie afbeelding). Dat isniet vanzelfsprekend, want de gemeenteAmstelveen wilde de gelijkvloersekruising afsluiten en daarmee alle fietsersdwingen om gebruik te maken vande fietstunnel. De reden zou zijn dat erzeer veel fietsongelukken plaats vinden.Wij hebben het ongevallenrapport opgevraagden daaruit blijkt dat er enkeleongevallen hebben plaatsgevonden diezijn veroorzaakt doordat er ‘door roodlicht’ is gereden, zowel door fietsers alsdoor automobilisten. Volgens ons geengeldige reden om de gelijkvloerse kruisingop te heffen.<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 17


Nu hadden wij enkele jaren geleden bijde aanleg van de fietstunnel al aangegevendat het ontwerp ervan niet in overeenstemmingwas met de richtlijnen vanhet CROW. Daardoor ervaren sommigefietsers de tunnel als sociaal onveilig. Eenreden dus om de gelijkvloerse oversteekniet op te heffen. Ook het WijkplatformWestwijk bleek tegen.‘Rechts voor’We waren dan ook blij toen we afgelopendecember te horen kregen dat degemeente beide oversteken laat bestaan.GladheidsbestrijdingIn het najaar van 2011 heeft de onderafdelingAmstelveen een gesprek gehadmet de dienst gladheidsbestrijding vanBeeldbank FietsAan de hand van een foto uit de Beeldbank van hetStadsarchief <strong>Amsterdam</strong> werpen we een blik op onsrijke fietsverleden.de gemeente Amstelveen. Met als resultaateen aanpassing van diverse strooiroutesen strooi-prioriteiten op fietspaden.Sindsdien zijn we erg tevreden overde geleverde prestaties: tot nu toe zijnalle hoofdfietsroutes en de fietsrouteswaarover veel scholieren fietsen − zoalsb.v. het zwarte pad − zo goed mogelijksneeuwvrij gehouden. (CR)Volgens de beknopte beschrijvingzien wij op de foto rechts “fietsers ophet Rokin met op hun fiets het verkeersplaatjerechts voorrang november1930 ca.” Aangezien het Rokin pasvanaf 1933 gedeeltelijk werd drooggelegdstellen we de tijdsdatering bijnaar: eerste helft jaren dertig. Hiervangetuigt ook de automobiel die symbolischhet verkeersbeeld binnendringt.De degelijke stadsfietsen hebben dannog een lichte voorsprong, middenjaren dertig vind de eerste golf van individuelemotorisering plaats en is hetdefinitief gedaan met de relatieve rustop de weg.Enfin, fietsers kregen weer eigen padentot hun beschikking, maar als wede gemotoriseerde klassieker vervangendoor ‘ik heb een toeter op mijnscooter en die zal ik gebruiken ook’,ontstaat als vanzelf een actueler beeld.We zoomen in op het plaatje bevestigdaan het voorwiel van de fietser opde voorgrond en lezenonder een onduidelijkefirma(?)naam de woorden‘rechts voor’. Ooktoen hadden fietserskomende van rechts opgelijkwaardige kruispuntenvoorrang opDetail foto bovengemotoriseerd verkeer, zoals blijkt uitde prachtige op geschiedenis24.nl tebekijken ANWB voorlichtingfilm Deveilige weg uit 1934 (“lawaai op straatmaakt het leven van hen die in de nabijheidmoeten wonen en werken toteen hel”).In het tweede jaar van de bezettingechter − fietsen waren nog beschikbaaren vormden een hinderlijk oponthoudvoor de Duitse gemotoriseerdeintocht − werd de regel snelverkeerboven langzaam verkeer ingevoerd.Terwijl in bevrijd Europa fietsers vanrechts op gelijkwaardige kruispuntenal snel weer groen licht kregen, resulteerdeeen jarenlange lobby van de<strong>Fietsersbond</strong> met steun van GroenLinks pas op 1 mei 2001 in de liquidatievan deze bezettingserfenis.De vraag is natuurlijk: wat doet datplaatje daar? Attendeert deze fietserzijn medeweggebruikers op dezeverkeersregel? Onze gedachten gingeneven uit naar het in die tijd alomverfoeide fietsplaatje als bewijs vanbetaalde fietsbelasting. Onterecht,dat metalen plaatje moest bevestigdworden aan of bij het stuur, vanaf 1933in verband met veelvuldige diefstalop ‘den linkerborsthelft der kleding’.Navraag bij de ANWB leverde geen reactieop, fietsers zijn daar al lange tijduit beeld. De oplossing werd gevondendoor Kees van Baarle, collectiebeheerdervan Nationaal FietsmuseumVelorama in Nijmegen. Hij zond ons naenig speurwerk een catalogus van de‘NV Telefoon Sloten Maatschappij’ uit1932 toe, waarin voor dertig cent VerkeersaanwijzerNo.2, “een zeer goedin het oog loopende ROODE WAAR-SCHUWING”, wordt aangeboden, dieovereenkomt met het zoekplaatje. Hetniet leesbare woord is inderdaad defirmanaam ‘Telephone’ (foto links).Eindigen we met een voorzegginguit eerder genoemde film: “Zo zal hetverkeer den mensheid ten zegen zijn.Zo gaan wij naar tijden van nieuwenvoorspoed, naar jaren van levensgelukvoor een ieder. Daarheen voert ons, deveilige weg.” (MvK)18


Op de fiets van De Pijp naar het Griekse orakelBij het imago van een schrijver pasteen vervoermiddel. Jan Cremer koos,ondanks zijn fietsende vader, voor demotor. De beide Maartens, Biesheuvelen ‘t Hart, zijn wel fietsers. Jan Siebelinkhoudt van racen. Nescio nam bij voorkeurde benenwagen, Arnon Grunbergpakt de taxi. De coming out van RositaSteenbeek was meteen spectaculair:ze fietste van <strong>Amsterdam</strong> naar Delphi,schreef er een boek over en ter promotiehiervan ondernam ze afgelopen zomereen heuse ‘literaire fietstour’ langs boekwinkelsen bibliotheken kris kras doorNederland.Als paria’s langs NEMOFietsers uit oost hebben een goederoute nodig via het Oosterdokseilandnaar het Centraal Station. Vooralsnogploeteren ze voort als paria’s.Bibliotheek, conservatorium,Centraal Station: het zijn toch geenkleine fietsbestemmingen. Maar deweg ernaartoe ligt vol irritaties.Een omstreden nieuwe metrolijn magper kilometer 300 miljoen euro kosten.De vurig gewenste NEMO-route heeft“Fietsen verleer je nooit”De smeekbede van haar moeder, ‘je fietstnooit en denk aan je hersenbloeding engebroken rug!’, heeft Rosita Steenbeekniet van een drieduizend kilometer tellendegrens- en bergoverschrijdendetocht af kunnen houden. Mamma’s hebbenaltijd gelijk, maar liefde maakt blindvoor elk steekhoudend argument. Enmet de nieuwe liefde was ook het fenomeenfiets weer in haar leven verschenen.Fotograaf Art Khachatrian fietstedrie maal solo naar Rosita’s voornaamsteverblijfplaats Rome en wilde nu wel eensals duo over bergen en door dalen gaan.Ja ik wil, antwoordde Rosita, onder voorwaardedat de tocht langs herinneringenaan het Romeinse rijk naar het GriekseDelphi zou voeren. Ze is opgevoed metcitaten van de klassieke wijsgeren eneen beetje inhoud onderweg kan nooitkwaad. Fietstechnisch is haar voorbereidingwel in orde; de zuurstokroze CannondaleCaffeïne Feminine is door Artvan de nieuwste snufjes voorzien. En zovertrekken twee moderne pelgrims − deiPhone wijst de weg − vanuit de GerardDoustraat voor hun wittebroodswekenop de fiets.“Nu voel ik de wereld aan allekanten om me heen”Het fietsen bevalt Rosita meteen goed,getuige deze tijdens de eerste etappeopgetekende ‘openbaring’. Samen fietsenis andere koek. Na onenigheid overde te volgen route, de rustplaats, Grieksefilosofie of dierkunde als onderwerp vangesprek, het gemis van een echte kaarten meer van dat al gaat het van “als jenaar mij had geluisterd!” tot “hoepel open laat me met rust!” En dan fietst Artdoor, om zijn ploeterende ‘bushbaby’tje’kilometers verder te onthalen met eenijsje en een verzoenend “ik ben weerhelemaal verliefd op je nu ik onder diehelm je mondhoeken naar je oren ziewijzen”. Enfin, de Grieken schreven beteretragedies. Onderweg door Duitsland,Zwitserland en Italië leren we verderveel over vergane Romeinse glorie en iser tijd voor zelfreflectie: “Soms is het ofmijn geest mijn lichaam verlaat en kijk ikuit de verte naar dat trappende vrouwtjedaar in het donker op dat hellende vlak.”“Onze weg is geplaveid met kennisals je er maar oog voor hebt”Natuurlijk zijn er ongemakken, zoals deverkeerde afslag, een valpartij, lek bandje,gebroken spaakje, kapotte iPhone,slechte weggetjes, flauwe grapjes enalleen fietsgootjes gekregen.Serieuzer verbeteringenkan Stadsdeel Centrum nietbetalen. Bovendien werkt de directievan NEMO tegen. Prettig fietsen pal voorof achter NEMO zit er voorlopig niet in.Een alternatief, minder mooi maar tocheen verbetering, zou kunnen gaan overeen te creëren hellingbaan aan de westzijdevan NEMO bij de Prins Hendrikkade.Deze route staat in de Nota Stedelijke Infrastructuur2006 getekend als nog aante leggen hoofdnet fiets.overvloedige regenval, maar na iedereetappe wacht een gedekte tafel encomfortabel liefdesbed. Echte dramatiek,noodzakelijk voor een avontuurlijken meeslepend reisverslag, doet zichniet voor. Dat maakt de prestatie er nietminder om, want ook de Zwitserse Alpenworden bedwongen. Het boek metvakantiekiekjes van Khachatrian wordtgeen klassieker, is wel een aanstekelijkeen amusante aansporing om de wereldper fiets te ontdekken. Na een inspannendeetappe noteert Steenbeek: “Zo’ntocht leert je dat je moet leven in het nu,dat elk moment en elke plek je iets kanbieden.” Nog voordat ze ‘The Navel ofEarth’ Delphi bereiken, heeft het alwetendeorakel al gesproken. (MvK)Rosita Steenbeek ‘<strong>Amsterdam</strong> – Delphi’De Arbeiderspers ISBN 97<strong>89</strong>029575300De fietsroute doorkruist het grootstedelijkeproject Zuidelijke IJoever. Deprojectleiding vindt de aanleg van eenhellingbaan te duur. In een raming vanjuli 2006 kwam men op een bedrag van150.000 euro, dat − inclusief opslagen enproceskosten − zou kunnen oplopen tot400.000 euro.De Stadsregio <strong>Amsterdam</strong> ziet de meerwaardevan de NEMO-route, heeft hemopgenomen in het regio netwerk, enwil meebetalen. Ook de gemeentelijkedienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 19


De aanleg van een hellingbaan is te duur Een fietsbrug zonder fietsafrit Fietspad te druk? Opheffen dus.(dIVV) heeft zich in 2010 daartoe bereidgetoond. Maar nu, twee jaar later, ligt ertoch nog niet meer dan een fietsgootje.Op meer plekken kachelt de route achteruit.De brug naar het Oosterdokseilandmoet gedeeld worden met steedsmeer toeristen die niet weten waar ze lopenmoeten. De brug mist een fietsafrit,waardoor fietsers op de stoep blijven rijdenen riskeren als ‘asociaal’ bestempeldte worden.Bij het Centraal Station zal het fietspadnaar de Kamperbrug onderbroken worden.Een doorgaand fietspad zou te veelfietsers trekken en de verkeersregelingbij de Prins Hendrikkade ingewikkeldmaken. Naar verwachting gaan er evengoedtoch wel fietsers rijden, maar nuals verschoppelingen door een voetgangersgebieddat ooit een veelbelovendefietsroute was. (JPN)Nieuws uit ZuidoostTeloorgang van een fietsparadijsDe Bijlmer is ooit ontworpen als eenfietsparadijs. Het netwerk van fietspadenwas er geheel gescheiden van de wegenvoor auto’s. Kruisingen met autowegenwaren ongelijkvloers. Met de vernieuwingvan de Bijlmermeer is daar de kladin gekomen. Door het afbreken van dehooggelegen dreven zijn er nu ‘gewone’fietsoversteken, al dan niet met verkeerslichten.Belangrijke fietsroutes lopen nuafwisselend over de oude fietspaden enkomen dan weer uit in een woonstraatjemet verkeersdrempels. De ontwerperskijken vaak eerst naar een mooie ordeningvan de huizenblokjes en bedenkenachteraf hoe de fietsroute er doorheenmoet. Resultaat: de hoofdroutes zigzaggendoor de buurt en de bezoekerverdwaalt.De <strong>Fietsersbond</strong> propageert bij stedebouwkundigenhet zogenaamde ‘omgekeerdontwerpen’. Daarbij worden eerstde belangrijkste routes bepaald: de routeserdoorheen en de routes tussen hetbuurtje en de school, werk, winkels envoorzieningen. Deze structuur bepaalthet verdere ontwerp. Resultaat: een logischplan, waar iedereen de weg kanvinden.Vernieuwing GaasperdammerwegDe fietsverbindingen tussen de Bijlmeren Gaasperdam staan onder druk doorde verbredingvan deA9 (Gaasperdammerweg).De verbredeA9 wordtvoor eengroot deelverdiept enoverkapt ende fietsrouteskunnen er niet meer onderdoormaar moeten er overheen.De <strong>Fietsersbond</strong> steggelt al jaren methet Stadsdeel en Rijkswaterstaat om datzo goed mogelijk te doen. Vooral tussenKantershof en het Gaasperpark dreigenfietsers er op achteruit te gaan. Het fietstunneltjeen de geheel kruisingsvrijeroute naar het park verdwijnt. Er zijntwee weinig aantrekkelijke alternatieven:de westelijke kruist de meerbaanseafritten van de snelweg, de oostelijkegaat met scherpe bochten naar de Provincialeweg en kruist met verkeerslichtende Langbroekdreef. De <strong>Fietsersbond</strong>spant zich in voor een mooiere, groenereén veilige fietsroute die aansluit op hetbestaande tunneltje onder de Langbroekdreef.Fietsers krijgen in de toekomst overigenswel een nieuwe ‘recreatieve’ fietsbrugover de Gaasp. Deze wordt aan deA9-brug gehangen (dus ook weer nietzo heel recreatief) en legt zo een verbindingmet het Diemerpark.Vreemde fratsen bij de ArenaHet Salto programma ‘Vragenvuur’ attendeerdeons op een ‘vreemde frats’bij de Arena. Door een foute belijningen het opheffen van een stukje fietspad,werd fietsers gesuggereerd het hek in terijden. We ontdekten meer rare fratsenin het gebied. Zo mogen de supportersvan het AJAX supportershome bij wedstrijdeneen enorm hek plaatsen over hetfietspad tussen Strandvliet en Ouderkerk,zodat ze daar hun feestje kunnenvieren. Fietsers die zo vastlopen, moetenhet zelf maar uitzoeken, en kunneneigenlijk weinig anders dan hun routevervolgen over de busbaan voor supportersbussen...(GF)20


Promoot je fietsen of de <strong>Fietsersbond</strong>?Gesprek met Govert de WithNa vijf jaar beleidsmedewerker bij de afdeling<strong>Amsterdam</strong> van de <strong>Fietsersbond</strong> te zijngeweest koos Govert de With in de zomer van2012 voor een functie bij een adviesbureauvoor verkeersbeleid in Gouda. Waarom? <strong>OEK</strong>vroeg ook naar wat hij denkt bij de <strong>Fietsersbond</strong>bereikt te hebben en of er ook dingenzijn die anders of beter gekund hadden.Toen beleidsmedewerker Natascha vanBennekom eind 2007 de afdeling <strong>Amsterdam</strong>verruilde voor een baan bij hetlandelijk kantoor in Utrecht, volgde Govertde With haar op. Hij had vier jaareerder een studie bedrijfsinformaticaaan de VU afgerond en daarna voor eencommercieel marktonderzoeksbureaugewerkt. Veel van zijn medestudentenmikten op een carrière bij grote IT-bedrijven,maar voor Govert was de hardewereld van IT te abstract. Al tijdens zijnstudie werd in hem iets van een bestuurlijkbesef gewekt. Dat heeft ook wel temaken met zijn karakter: zacht en meegaand.‘Dit is niet mijn wereld’, dacht hijen begon na te denken over wat hij echtwilde.Intussen was Govert actief gewordenin de Knelpuntengroep van de afdeling<strong>Amsterdam</strong> van de <strong>Fietsersbond</strong>. Toenhij de kans kreeg om van zijn ‘liefhebberij’zijn vak te maken en hij ook nog eensextra aangemoedigd werd door Natascha,was de keus snel gemaakt.En die keus bleek niet verkeerd. ‘Marjoleinde Lange en ik vormden een heelgoed tweetal: zij slagvaardig en strijdbaar,ik meer de tweede viool, rustigeren bedachtzamer.’ Zijn ervaring met deKnelpuntengroep heeft hem zeker eenvoorsprong gegeven in zijn werk als beleidsmedewerker.‘Je weet wat er speelt.’Na tweeënhalf jaar ging Marjolein weg.Goverts rol versprong van tweede naareerste viool en hij dook nog meer inde wereld van technische tekeningen,boogstralen, verkeersbeleid en de politiekekant van het fietsen. Dat laatstevond hij gaandeweg ook aardiger. Tot hijin 2012 vond dat het tijd werd voor ietsanders. Hij keek rond en zag de vacaturein Gouda. En nu boemelt hij elke dagtwee keer 55 minuten naar de kaasstad,maar heeft wel een nieuwe baan waar hijzich inmiddels ook al weer thuis voelt.TerugblikMet trots kijkt Govert terug op het feitdat het nu ‘relatief’ goed gaat met deZuidas. De effecten van de economischecrisis bepalen hierbij zijn maat. Als diecrisis er niet was geweest, was het daarveel erger geworden. Goverts rol in deontwikkelingen rond de Zuidas is vooralgeweest die van volgen van het procesen optreden namens de <strong>Fietsersbond</strong>.Niet zelden nam hij hierin de rol van bemiddelaar.Dat ging zelfs zo ver, dat hijsoms niet meer wist of hij als privé persoondan wel namens de <strong>Fietsersbond</strong>stond te praten. Ook overkwam het hemwel eens dat hij voor de camera’s vanAT5 stond en eigenlijk niets te zeggenhad. Tot zijn spijt: ‘Achteraf had ik moetenzeggen: “Ik heb u niets te melden.”Maar dat was waarschijnlijk te kort doorde bocht geweest.’IngewikkeldIngewikkeld was soms de verhoudingmet de leden. Er waren er die publiekelijkafstand namen van het officiële standpuntvan de afdeling. Aan de anderekant kreeg Govert steeds beter door hoede ambtelijke hazen rennen en die rennensoms hard en vreemd. Daar is medeaan te danken dat de vertegenwoordigersvan de afdeling zo goed in de ambtelijkeverkeerscommissies functionerenen daardoor voor elkaar krijgen dat debelangen van de <strong>Amsterdam</strong>se fietsersgoed voor het voetlicht komen. En nietalleen bij de lokale verkeersambtenarenmaar ook in de geledingen van het GVB,de verkeerspolitie, de gehandicaptenorganisatiesen de ambtenaren van dRO endIVV . Daarbij wordt zo’n verkeerscommissievaak terecht zo serieus genomendat een stadsdeelbestuurder sterk in deschoenen moet staan om een advies vandat orgaan af te wijzen. En dus is de <strong>Fietsersbond</strong>ook langs die ambtelijke wegeen geloofwaardige gesprekspartnervoor de stad en de stadsdelen.Dilemma’sEen echt groot persoonlijk dilemmaheeft Govert niet gekend tijdens zijnwerk op het WG-terrein. Wel geeft hij toesoms een zaak iets te makkelijk te hebbenlaten schieten. Zoals de Fred. Roeskestraat.Daar loopt een route van hethoofdnet fiets, en achteraf heeft hij zichwel eens afgevraagd of hij zich niet harderhad moeten maken voor het vrijliggendefietspad dat daar hoort. Zou datzo zijn gelopen omdat hij soms iets teveeltot inschikkelijkheid neigt en te sneluit is op een succesvol compromis? Nu,in Gouda, komt die meegaandheid hemgoed van pas als hij zich meer moetengaan inleven in andere verkeersdeelnemersdan fietsers, zoals automobilisten.En zich meer begrip moet tonen voor dewereld van de ambtenaren van RuimtelijkeOrdening.Beter? Anders?Had er iets anders of beter gekund?Een even lullige als logische vraag als jeweggaat. ‘Ja, af en toe had ik wat meerstennis moeten schoppen’, is het heldereantwoord. Een concreet voorbeeldgeven blijkt lastiger. Ruimhartig geeft hijtoe dat als hij al in 2005 voor de <strong>Fietsersbond</strong>had gewerkt, de onderdoorgangvoor fietsers onder het Rijksmuseumniet zou zijn behouden . ‘Dat is echt<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 21


Marjolein geweest.’ Govert zelf is meervan het werk achter de schermen, en hijis ervan overtuigd dat dat zeker ook ’nwaarde heeft, in sommige gevallen zelfseen meerwaarde...De relatie tussen <strong>Amsterdam</strong> (de grootsteafdeling van de <strong>Fietsersbond</strong>) en hetlandelijke hoofdkantoor in Utrecht is vanoudsher van tijd tot tijd enigszins stroef,maar is steeds beter geworden. In de beginjarenvan de afdeling vond men ‘hetlandelijk’ soms maar lastig en de spanningtussen <strong>Amsterdam</strong> (‘ze weten nietwat er hier speelt’) en Utrecht (‘ze gaanmaar hun eigen gang daar in <strong>Amsterdam</strong>zonder rekening met ons te houden’)kon nu en dan hoog oplopen. Inmiddelsgaat dat veel beter en werken de afdelingen het landelijk op diverse dossiersnauw en hartelijk samen.Voor nu en straks heeft Govert eenhelder beeld. ‘Er is een spanningsveldtussen enerzijds de <strong>Fietsersbond</strong> dieopkomt voor belangen van alle fietsers,bijvoorbeeld waar het gaat omveiligheid, fietspaden, enzovoort, enanderzijds de promotie van fietsen. Datfietsen per se geweldig, gezond, veiligenzovoort is.’ Dat is lastig, omdat je voorhet een moet benadrukken wat er mis isen beter moet, en voor het ander moetbenadrukken wat er goed is en door iedereengebruikt zou moeten worden.Zelf is hij verklaard voorstander van defietspromotie. ‘De stad wordt er betervan, er gebeuren minder zware ongelukkenen mensen worden gezonder doormeer te fietsen.’ Om die afgeleide doelengaat het.<strong>Amsterdam</strong> heeft een goede medewerkerverloren, Gouda krijgt er eentje bij.(AMR)OPGELOSTCentrumLangs de Plantage Kerklaan makenfietsnietsjes in parkeerhavens aanschouwelijkdat auto’s het veld moeten ruimen.Regelmatig krijgt stadsdeel Centrumverzoeken om autoparkeerplaatsen opte heffen. Hoewel het daardoor parkeergeldenmisloopt, is het bestuur geneigdde verzoeken te honoreren. Op termijnkomen de nietjes op een verbrede stoep.NoordDe zorg voor goed wegdek behoort totde reguliere taken van de wegbeheerderen verbeteringen mogen daarom nietecht opgeloste knelpunen genoemdworden. Toch vinden we het een vermeldingwaard dat het extreem slechtewegdek op het deel van de fietsroutelangs de oostzijde van de Nieuwe Leeuwarderwegt.h.v. de Rode Kruisstraat vannieuw asfalt is voorzien. Gek genoegwas een klein deel van een meter of 5nog niet aangepakt. Hopelijk is dat geenblijvend souvenir aan hoe slecht het helestuk was, maar is het inmiddels ook aangepakt.Het tunneltje onder de IJdoornlaan bijhet stadsdeelkantoor was lang afgeslotenvanwege werk aan de IJdoornlaan.Sinds kort is het weer open.WestDe kruising Jan van Galenstraat-Willem de Zwijgerlaan is aangepaktomdat het een blackspot was. Op dekruising is de markering duidelijker enopstelvakken weggehaald en een steunpunttoegevoegd. De wachttijd is misschieniets langer geworden.NIEUWCentrumOm weesfietsen te bestrijden zijn op hetSpui nietjes weggehaald en heeft menin plaats daarvan fietsparkeervakkenaangelegd. Het idee moet zijn dat fietsendie niet vastgemaakt worden niet verwezen.Volgens ons een denkfout: eenniet vastgemaakte fiets woordt net zomakkelijk achtergelaten als een fiets dievastzit aan een nietje. Andere denkfoutis dat fietsparkeervakken alleen deugenvoor ultrakort parkeren (bijv. bij een supermarktof een stadsdeelkantoor), enhet Spui kent zulke bestemmingen niet.We hebben verzocht de maatregel ongedaante maken.WestOp de kruising Hoofdweg-Postjeswegligt een nieuw profiel. Jammer genoegniet goed uitgevoerd zodat fietsers metname in het donker kleine eilandjes dieauto’s moeten verdrijven niet zien en ertegenop rijden (zie foto). De klacht heeftinmiddels ook het stadsdeel bereikt.Witte pijl wijst naar onzichtbare eilandjeOp de Jan van Galenstraat is er eenlastigheid bijgekomen voor geoefendefietsers die vanuit het centrum richtingde Geuzenbuurt willen. Die fietsers stakenvoorheen nogal eens over ter hoogtevan het westelijk marktkanaal om danvia de ventweg aan de overkant verderzuidwaarts te rijden. Door een gele verhoogdemiddenberm op de Jan van Galenstraatwordt die oversteek nu lastigeren dwingt het de fietsers een stuk tegende richting over de fietsstrook langs deJan van Galenstraat te rijden… een oplossingweten we ook niet zo 1,2 3.22


MeefietsenDe afgelopen 3 ½ jaar zat mijn zoon opeen basisschool waar je vanaf mijnhuis met de fiets in 67 seconden kuntkomen. Ik weet niet hoe lang het zou duren omdie afstand lopend af te leggen, want al die 3 ½jaar ben ik niet eenmaal te voet met hem van ofnaar school gegaan.Maar sinds kort gaat mijn zoon naar een andereschool. Die school is verder van huis, veel verder.Wat een ritje van 67 seconden was is nu eenfietstocht van 31 minuten. Omdat ik me er nooitaan gewaagd heb hem lopend naar z’n oudeschool te brengen, mogen we veilig aannemendat dat nu ook niet gaat gebeuren. Maar wieweet? De wonderen zijn de wereld nog niet uit.Maar toen mijn zoon voor het eerst naar z’nnieuwe school ging, lag er op de <strong>Amsterdam</strong>sestraten zoveel sneeuw, dat we het niet veiligvonden met de fiets te gaan. En dus namen wede bus en de tram. En die tocht − die met z’n 31minuten al lang was − duurde nu 55 minuten.Normaal gebruik ik het GVB eenmaal per jaar.Niet dat ik iets over het openbaar vervoer in<strong>Amsterdam</strong> te klagen heb, maar ik neem nueenmaal liever de fiets. En mijn jaarlijkse uitjemet het GVB is genoeg om het fietsen zo temissen dat ik alles doe om maar te kunnenfietsen.Een vriend in Zuidoost opzoeken? Ik fiets lieverdoor de regen dan met de metro te moeten.Een afspraak ’s morgens vroeg in Hoofddorp?Er gaat niets boven daarheen fietsen met eenluisterboek over Ghengis Kahn en de opkomstvan de Mongolen. Ik was dan ook opgeluchttoen er genoeg sneeuw verdwenen was omweer veilig naar de nieuwe school te kunnenfietsen.Voor die nieuwe rit deed ik een nieuwe aankoop:een ouder-kind tandem. En dat bleek eengouden greep. De afgelopen maanden wasmijn zoon eigenlijk uit de tweewielige bakfietsgegroeid. Terwijl vroeger die bakfiets makkelijkmijn zoon én een vriendje kon bergen, of mijnzoon en de boodschappen, is hij nu zo grootdat er voor niets en niemand anders meerruimte in de bak is. En zit hij achterop bij mij opde stadsfiets, dan moet hij zich inspannen ommet z’n voeten niet de straat te raken. Het wasdus tijd voor een verandering.De eerste dag op de tandem was mijn zooner kien op om alle zitmogelijkheden uit teproberen. Hij zat voorop de Donald Duck telezen, of hij zat omgedraaid naar mij toegekeerdmet z’n rug tegen z’n stuur. Maar toen alle optiesde revue gepasseerd waren, gaf ik te kennendat al die spannende en avontuurlijke rijwijzenvoortaan verboden waren. Van nu af aan moesthij gewoon vooruit zitten met beide handenstevig aan het stuur.Wat de nieuwe tandem onmiddellijk duidelijkmaakte was wat een verlichting het is als je eenjongen hebt die een deel van het werk doet.Na zeven jaar trappen met een passagier aanboord, merkte ik wat een extra kracht die extra30 kilo van mij gevraagd had.De eerste dagen vond mijn zoon het ontzettendgaaf om mee te trappen. Hij daagde mij zelfsuit mijn voeten van mijn pedalen te halen enhem al het trapwerk te laten doen. Het was eenonverwacht genoegen achterover te leunen enhem de hele weg naar school al het trapwerkte laten doen . Als ik hem nu alleen nog maarnet zo enthousiast kan krijgen bij het koken,schoonmaken, wassen…Pete Jordan<strong>OEK</strong> <strong>89</strong> - februari 2013 23


MAARZÓNIETZÓ

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!