16.07.2015 Views

Het volledige artikel - Buro Jansen & Janssen

Het volledige artikel - Buro Jansen & Janssen

Het volledige artikel - Buro Jansen & Janssen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

107De AIVD en de burgerErvaringen van actievoerders en vreemdelingenW. van der Schans en E. Timmerman*Eind september 2002 kreeg de 32-jarige Otto van de Oudewetering uitHoogeveen onverwacht bezoek. Een medewerker van de AlgemeneInlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) benaderde Van deOudewetering voor informatie. ‘Hij vertelde dat hij onderzoek deednaar de linkse beweging en dan met name naar het gewelddadige deeldaarvan. Hij was vrij goed van mij op de hoogte. Hij wist bijvoorbeelddat ik in 1997 actief was in het actiekamp Groenoord (bij Ruigoord) endat ik hier in Hoogeveen actief was geweest in een lokale anti-MAIcampagne.Hij kon zich het lokale anti-MAI-krantje zelfs beterherinneren dan ik zelf …,’ aldus Van de Oudewetering. 1De AIVD-er kwam vrij snel ter zake. ‘Hij vroeg me of ik naar bijeenkomstenvan antiglobalisten wilde gaan. Als er dan mensen tussenzaten die gewelddadige taal uitsloegen, moest ik hun naam aan deAIVD doorgeven. Ik zei hem dat ik daar helemaal geen zin in had. Ikvind de antiglobaliseringsbeweging helemaal niet gewelddadig,bovendien komt het geweld tijdens ‘toppen’ meestal eerder van dekant van de politie.’ Na deze weigering drong de AIVD-er niet verderaan. Mocht Otto zich nog bedenken, dan kon hij het telefoonnummervan de dienst in het telefoonboek van Leidschendam vinden.De AIVD (en vroeger dus de BVD) werkt veelvuldig met informanten.<strong>Het</strong> afgelopen decennium zijn er honderden van dit soort verhalengedocumenteerd. Soms betreft het een eenmalig gesprek, soms isiemand een paar maanden informant geweest voor de inlichtingendienst,in uitzonderlijke gevallen gaat het om personen die meerderejaren voor de AIVD inlichtingen hebben verzameld. De verslagen vande informanten geven een doorkijk in de praktijk van de AIVD en* De auteurs zijn beiden werkzaam bij <strong>Buro</strong> <strong>Jansen</strong> & <strong>Janssen</strong>. Dit buro is ontstaan uit deactiebeweging van de jaren tachtig, verricht kritisch onderzoek naar politie en inlichtingendienstenen publiceert over onderwerpen als afluisteren, Europese samenwerking,inlichtingendiensten en bevoegdheden (zie www.burojansen.nl).1 De MAI-campagne richtte zich tegen eind jaren negentig tegen het Multilateraal Akkoordover Investeringen (MAI). <strong>Het</strong> was een voorloper van de latere campagnes tegen deWTO.


108 Justitiële verkenningen, jrg. 30, nr. 3 2004geven daarmee de mogelijkheid een soort van controle uit te oefenenop de werkwijze van de dienst. Strookt de uitvoeringspraktijk nu welmet de wettelijke regels en het gestelde beleid?Otto van de Oudewetering werd benaderd om informatie over deantiglobalistenbeweging te gaan verzamelen. Een beweging die sindshet jaar 2000 volop aandacht krijgt van de AIVD en zijn regionalevoelspriet, de Regionale Inlichtingendiensten (RID). Zo bezochtenagenten van de Groningse RID de busmaatschappij die op dat momentGroningse actievoerders aan het vervoeren was naar de Eurotop inBrussel (december 2001). Ze wilden weten welke personen en organisatiesmee waren gegaan naar Brussel en vroegen met name om depassagierslijsten. <strong>Het</strong> bedrijf weigerde deze echter te geven. Nadat debus terug was uit Brussel, kwamen de RID-ers weer langs. Dit keerwilden ze kijken of er iets in de bus was achtergelaten. <strong>Het</strong> busbedrijfhad echter de bus al schoongemaakt, dus er viel niks meer te zien.Ook de 31-jarige Martijn van Tol uit Amsterdam werd benaderd doorde AIVD, in nauwe samenwerking met de RID. Martijn, student politicologie,actief in de antiglobaliseringsbeweging en rondom de oorlogin Irak, werd begin februari 2003 gebeld door iemand van het politiebureauLinneausstraat in Amsterdam-Oost. Hem werd gevraagd of hijmee wilde doen aan een buurtonderzoek. Ze waren bij hem terechtgekomenomdat hij enige tijd daarvoor aangifte had gedaan van bekladdingmet hakenkruizen van zijn voordeur. Martijn maakte eenafspraak voor de volgende dag. ‘Toen ik aankwam werd ik door eenagent in burger naar een apart kamertje gebracht. Daar zat ook nogeen andere man. De agent in burger zei: “We moeten je iets bekennen,we zijn niet helemaal eerlijk geweest. We hebben je voor iets anderslaten komen”. Hij zei dat hij voor de PID, de politieke inlichtingendienst(bedoeld wordt RID) werkte. De andere man stelde zich vervolgensvoor als “Sjors’ van de AIVD”.Ze kwamen snel terzake. Ze vroegen Martijn of hij een keer per weekmet hen wilde praten over de vredesbeweging en over globalisten. Eenpaar uur, op een andere locatie en tegen een vergoeding. Martijn: ‘<strong>Het</strong>ging allemaal op een vrij relaxte, niet-intimiderende toon. Ze probeerdeneen beetje een “ouwe-jongens-krentebrood” sfeer te creëren. “Wezijn net als jij, we staan midden in de samenleving”. Ik zei dat ik er nietveel voor voelde. Ze probeerden me nog wel van het belang te overtuigen.“We willen voorkomen dat het uit de hand loopt. <strong>Het</strong> zou voorjullie toch ook heel vervelend zijn als er gewelddadige groepen tussenzitten?’'’


110 Justitiële verkenningen, jrg. 30, nr. 3 2004moeten geven. 4 Deze wet is namelijk juist totstandgekomen omdat deoude Wiv uit 1988 volgens de Raad van State niet voldeed aan de <strong>artikel</strong>en8 en 13 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. 5Burgers konden niet voorzien wanneer de inlichtingendienst belangstellingvoor hen kreeg en de mogelijkheid om effectief een klacht inte dienen tegen het optreden van de inlichtingendienst was onder demaat van het EVRM.De Wiv uit 2002 is echter vooral een wet geworden waar wel uitgebreidde bevoegdheden in staan vermeld, maar niet een die een duidelijkeafbakening geeft van aandachtsgebieden en taakvelden van de AIVD.Er is gekozen voor de invoering van het begrip ‘nationale veiligheid’,maar een duidelijke omschrijving, laat staan een definitie van datbegrip ontbeert de wet. De taken van de AIVD zijn omschreven in hetbelang van de nationale veiligheid. Ook de taakomschrijving die in ditkader van belang is – het verrichten van onderzoek met betrekking totorganisaties en personen die door de doelen die zij nastreven, dan weldoor hun activiteiten aanleiding geven tot het ernstige vermoeden datzij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratischerechtsorde, dan wel voor de veiligheid of voor andere gewichtigebelangen van de staat (<strong>artikel</strong> 6, lid 2) – is weinig anders dan deomschrijving van de oude Wiv.De regering stelde tijdens de wetsbehandeling dat aan het voorzienbaarheidsvereistewordt voldaan door een jaarlijkse publicatie vanaandachtsgebieden door de AIVD. Uit dit jaarverslag moeten burgers opkunnen maken of zij eventueel onderwerp van onderzoek zijn of niet. 6Een blik in de jaarverslagen van de AIVD (en voorheen de BVD) leertons dat antiglobalisten daar sinds 2000 genoemd worden. In 2000constateerde de BVD ‘een toename van internationale activiteitentegen de, in de optiek van ook Nederlandse actievoerders, kwalijkegevolgen van het neoliberalisme’. Wel constateerde de dienst dat erweinig aan de hand was: ‘In de Tsjechische hoofdstad (waar eenvergadering van het IMF was) was ook een (geringe) Nederlandseafvaardiging actief, die zich beperkte tot gematigde uitingen vanongenoegen. In Nederland zelf beperkten de antiglobalisten zich toténkele kleine en nauwelijks enige schade opleverende acties tegenbanken onder de naam Stank voor Bank’. Ook bij de in november 20004 Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002, Staatsblad 2002, nr. 148.5 ABRR 9 juni 1994, AB 1995/238 (m.nt. A.A.L. Beers).6 Tweede Kamerstukken nr. 25 877, nr. 3, p. 13.


De AIVD en de burger111in Den Haag gehouden Klimaatconferentie zorgde het actieplatformRising Tide voor een goed verloop van allerlei activiteiten’, aldus deBVD. ‘Daadwerkelijke gewelddadige acties bleven echter uit.’ 7In het jaarverslag over 2001 schrijft de BVD: ‘(…) zich op het standpuntte stellen dat er geen sprake is van terrorisme, maar van eenbrede, overwegend vreedzame, protestbeweging, waarbinnen zichkleinere kernen van politiek gewelddadige activisten bewegen. Deactiviteiten van deze radicale segmenten van de beweging vormeneen serieuze bedreiging voor de democratische rechtsorde en hebbendaarom de aandacht van de BVD.’ 8In het jaarverslag over 2002 gaat de AIVD opnieuw in op de antiglobalisten.‘In Nederland was binnen “links” ook in 2002 wederomsprake van een soort van tweestromen-antiglobalisering, waarbijsteeds meer de (marxistische) Internationale Socialisten zich onderscheiddevan de oude linkse “beweging”. (...) De activisten pur sang,actievoerders uit de jaren zestig en zeventig en de zich bij hen thuisvoelendenieuwe aanwas, waren aanvankelijk meer geporteerd voor(met bedoelde conferenties en toppen samenvallende) symbolischeacties in eigen land. Een opmerkelijk voorbeeld in Nederland was deactiviteit van de milieubeweging Groen Front, die zich in het afgelopenjaar, naast het antimilitarisme, ook ging bezighouden met antiglobaliseringsactiviteiten.Tijdens de EU-top in Sevilla hielden ruimhonderd activisten, zoals reeds ruim van tevoren was aangekondigd,een “streetrave” (een dansende bezetting) waarbij de A28 bij Utrechtvoor enige uren werd afgesloten. Meer recentelijk neemt ook bij dezeBewegingsactivisten de bereidheid toe om ook weer actie te gaanvoeren in het buitenland’. 9Opvallend mild is de AIVD in haar jaarverslagen eigenlijk over deactiviteiten van de antiglobaliseringsbeweging. Geen enkel voorbeeldduidt op een gewelddadige vorm van politiek activisme. Dat beeld lijktaardig te stroken met de actieoverzichten die het actieblad Ravagepubliceert over de bij hen bekende acties die in Nederland gevoerdzijn. In de actieoverzichten over de jaren 2000 en 2001 komen geengewelddadige acties voor van antiglobalisten. 10Nu mag de AIVD natuurlijk uit open bronnen over alles en iedereen7 Jaarverslag, 2000, p. 41-43.8 Jaarverslag, 2001, p. 51-53.9 Jaarverslag, 2002, p. 52-53.10 Ravage nr. 1, 12 januari 2001, en nr. 1, 11 januari 2002.


112 Justitiële verkenningen, jrg. 30, nr. 3 2004informatie verzamelen, dat is een algemeen recht, waar iedereengebruik van kan maken. Activiteiten van antiglobalisten elders inEuropa kunnen aanleiding zijn voor de AIVD om met behulp vanopenbare bronnen een scan te doen naar de activiteiten van antiglobalistenin Nederland. Dit wordt echter anders als bijzondere inlichtingenmiddelenworden ingezet. En het gebruik van informanten iszo’n bijzonder inlichtingenmiddel.In de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van 2002 is duidelijkvastgelegd welke bijzondere inlichtingenmiddelen de AIVD maginzetten ter uitvoering van haar taak. Deze bijzondere inlichtingenmiddelenstaan vermeld in paragraaf 3.2.2 (art. 17-33) van de Wiv2002. Artikel 21 geeft de AIVD de bevoegdheid ‘natuurlijke personenin te zetten, al dan niet onder dekmantel van een andere identiteit ofhoedanigheid, die onder verantwoordelijkheid en onder instructievan een dienst zijn belast met het verzamelen van gegevens of hetbehartigen van de belangen van de dienst. <strong>Het</strong> inzetten van dezeinformanten, infiltranten of agenten mag slechts als het van belang isvoor de taakuitvoering van de dienst.’Dat de inlichtingendienst niet elke vorm van activisme in de gatendient te houden vloeit logisch voort uit het eerder genoemde <strong>artikel</strong> 6lid 2. Mensen moeten een gevaar vormen voor het voortbestaan vande democratische rechtsorde. <strong>Het</strong> criterium dat de AIVD gebruikt omde slechten van de goeden te scheiden is de term ‘gewelddadigpolitiek activisme’. Op de website van de AIVD wordt deze term naderverklaard: ‘Politiek gewelddadig activisme is het voeren van politiekeactie met gewelddadige middelen, zoals het aanrichten van materiëleschade, relschoppen en intimidatie van personen.’ 11Hiermee is een duidelijke lijn gesteld. De AIVD mag niet in actiekomen tegen mensen die demonstreren, folderen en zich netjes aande wet houden. In het jaarverslag over 1999 van de BVD werd benadruktdat ‘de BVD onderzoek doet naar politiek activisme waar ditgewelddadige vormen aanneemt of waar dit aanzienlijke economischeschade tot gevolg kan hebben’. 12De website: ‘De AIVD heeft als taak te onderkennen waar en wanneeractievoeren gewelddadige vormen aanneemt. Vanuit die optiek volgtde AIVD de activiteiten van bijvoorbeeld radicale groeperingenbinnen de milieubeweging en de antiglobaliseringsbeweging en11 www.aivd.nl.12 Jaarverslag, 1999, p. 43.


De AIVD en de burger113Molukse politieke acties. <strong>Het</strong> onderzoek wordt primair verricht metbehulp van open bronnen. Wanneer sprake is van aanwijzingen voorgewelddadige actievormen, kunnen ook bijzondere inlichtingenmiddelenworden ingezet.’ 13Die aanwijzingen lijken bij de antiglobalistenbeweging juist de andererichting op te wijzen. Jaar na jaar constateert de AIVD dat ‘alles ingoede banen loopt’ of dat de ‘bijdrage zich beperkt tot gematigdeuitingen van ongenoegen’. Er hebben zich in Nederland ook daadwerkelijkgeen gewelddadige acties of rellen en dergelijke voorgedaanrondom het thema antiglobalisme. Dus zou de AIVD eigenlijk helemaalgeen bijzondere inlichtingenmiddelen in mogen zetten tegenantiglobalisten. <strong>Het</strong> feit dat dit wel gebeurt, kan een flinke aantastingopleveren van de rechten op privacy, op demonstratie en op vrijheidvan meningsuiting.De informatie die de AIVD op deze wijze verzamelt, kan binnenEuropa weer met zusterdiensten worden uitgewisseld. Zo geeft dedienst op verzoek van landen die een Eurotop of een soortgelijkebijeenkomst organiseren informatie over de te verwachten demonstranten.De BVD leverde bijvoorbeeld in 2000 aan Tsjechië, waar dejaarvergadering van het IMF en de Wereldbank plaatsvond, eenalgemene dreigingsanalyse. Naar eigen zeggen werden daarbij geengegevens van individuele activisten verstrekt. Ook aan de Belgischeautoriteiten werd een dergelijke analyse verstrekt, dit naar aanleidingvan de Eurotop die in december 2001 in Brussel plaatsvond. De dienstgaf toen aan de Belgen door op hoeveel demonstranten men vanuitNederland kon rekenen, op hoeveel bussen en de nummerborden vandeze bussen. De BVD meldde tevens dat er van Nederlandse zijdegeen gewelddadigheden te verwachten waren.Momenteel zijn in de Europese Unie onderhandelingen gaande overhet Schengen Informatie Systeem (SIS) gaande. ‘<strong>Het</strong> SIS was tot nu toeeen controle-instrument ter vervanging van de binnengrenscontroles’,verklaarde bijvoorbeeld Bart de Schutter, tot vorig jaar de voorzittervan de Gemeenschappelijke Controle Autoriteit (GCA), die toeziet opnaleving van de privacybepalingen van Schengen, in De staatscourant.‘Nu vindt echter een verschuiving plaats naar een meer pro-actiefpolitie-instrument.’ De plannen hebben volgens hem niet zozeer temaken met de controle op het vrije personenverkeer, maar metopsporing. ‘<strong>Het</strong> SIS zal in toenemende mate gebruikt worden voor de13 www.aivd.nl


114 Justitiële verkenningen, jrg. 30, nr. 3 2004handhaving van de openbare orde en de opsporing van strafbare feiten,’voorspelt De Schutter (Buuren, 2003).In die nieuwe opzet van het SIS willen de inlichtingendiensten ook demogelijkheid van registratie uitbreiden. In het huidige SIS kunnen zewel personen laten opnemen waarvan de reisbewegingen onopvallendgeregistreerd moeten worden (SIS, art. 99, lid 2). Maar nu nogmoeten de diensten aangeven waarom ze deze personen willenvolgen (SIS, art. 99, lid 3). Gevolg is dat de ze geen opgaven aan hetSIS verstrekken. Dit laatste <strong>artikel</strong> wordt in alle waarschijnlijkheid uithet SIS verwijderd, waardoor antiglobalisten waarschijnlijk ook via hetSIS gemonitord gaan worden (Hayes, 2004).Naar aanleiding van met name de rellen in Göteborg en Genua in2001 kwam men in de Europese Unie tot de conclusie dat er eenbetere informatie-uitwisseling tussen de lidstaten moest plaatsvindenop het gebied van openbare orde. Besloten werd dat elk land een centraalpunt moest inrichten waar informatie over (potentiële) verstoringvan de openbare orde wordt verzameld. In Nederland werd hiervoorhet LCOO, het Landelijk Coördinatiecentrum Openbare Orde,opgericht. Dit team moest informatie op het gebied van openbareorde samenbrengen, analyseren en verder verspreiden (bijvoorbeeldnaar de AIVD). In eerste instantie ging het hierbij om (politiek gewelddadig)activisme, de kraakbeweging, het verzet tegen infrastructureleprojecten en dergelijke. Voordat het LCOO goed en wel van start kon,ging het al weer op in het Nik, het Nationaal Informatie Knooppunt.In het door de Raad van de Europese Unie in december 2002 opgesteldeHandboek ten behoeve van de politieautoriteiten en -dienstenvoor de beveiliging van internationale evenementen zoals de bijeenkomstenvan de Europese Raad zit een bijlage die een indruk geeft watvoor gegevens er door de landelijke coördinatiepunten worden doorgegevenaan het organiserende land. In de risicoanalyse die opgestelddient te worden moet onder andere antwoord gegeven worden opvragen als: Wat is de naam, samenstelling en het aantal leden van degroepering die zal betogen? Wat zijn onderscheidende kenmerken(kleren, logo’s, vlaggen, leuzen of andere uiterlijke kenmerken)? Wat isde aard van de groepering (gewelddadig?) Zijn er banden met anderegroeperingen (nationaal of internationaal)? Zijn leden eerder betrokkengeweest bij incidenten? Wat is het gedrag van de groeperingtegenover bijvoorbeeld de politie, de plaatselijke bevolking en de pers?Gebruikt men wapens, is er sprake van alcohol- of druggebruik,worden er maskers gedragen? Al met al vrij gedetailleerde informatie.


De AIVD en de burger115VreemdelingenDe aandacht voor antiglobalisten is maar een relatief klein onderdeelvan de totale inzet van de AIVD. Anders ligt dat bij vreemdelingen.Sinds de val van de Berlijnse muur en de aanslagen van 11 september2001 vallen vreemdelingen meer en meer binnen het gezichtsveld vande AIVD. Voor de naaste toekomst liggen er voorstellen van deminister van Vreemdelingenzaken, Rita Verdonk, om de screening vanvreemdelingen en koppeling van databanken via de AIVD uit tebreiden. De rol van de dienst zal dus alleen maar groter worden. 14Belangrijk is dus dat de AIVD integer en volgens de geldende beleidslijnente werk gaat in de omgang met vreemdelingen. Dit is echter nietaltijd het geval.<strong>Het</strong> is begin 1998 als asieladvocaat Cornhert Schoorl tegen een bijzonderezaak aanloopt. ‘Ik hielp twee Irakese vluchtelingen. De één waspersoonlijk secretaris van Sadam Hoessein geweest, de ander wasadvocaat. Ze waren via noord-Irak naar Nederland gevlucht’. Hulp kregenze van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA. Met door diedienst vervalste paspoorten werden ze op het vliegtuig gezet. VanuitSchiphol werden ze naar het Grenshospitium in Amsterdam-Zuidoostgebracht. ‘Daar zaten ze dagenlang in een aparte afdeling waar zewerden verhoord,’ aldus Schoorl. ‘Later begreep ik dat dat door deBinnenlandse Veiligheidsdienst (BVD, tegenwoordig AIVD) was’.Schoorl werd toegang tot z’n cliënten ontzegd. Pas na een week kreeghij één van de twee, de advocaat, te spreken. ‘De ander was spoorloosverdwenen, ik denk dat hij met behulp van de CIA naar de VS isgebracht’. Schoorl hielp de gevluchte Irakese advocaat gedurende derest van zijn asielprocedure. Hij werd nog regelmatig bezocht doorene meneer ‘Bert’ van de BVD. ‘Deze BVD-er had mijn cliënt een verblijfsstatusbeloofd als hij door zou gaan met informatie geven. Ik hebtoen duidelijk gemaakt dat de BVD daar niets over te vertellen heeft’.Schoorl toog met het verhaal naar de IND. Hij vroeg een hoorzittingaan en vertelde de IND-ers het hele verhaal. ‘Hun monden zaktenopen en de voorzitster nam het erg serieus op. Ik heb haar ookgevraagd dit aan te kaarten bij de IND, zo mag het niet en doe dat nietmeer, maar nu je het wel gedaan hebt doe er alles aan om deze14 Brief minister met reactie op het advies Vreemdelingenbeleid en terrorismebestrijdingvan de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, Tweede Kamer, 27 925, nr. 103,vergaderjaar 2003-2004.


116 Justitiële verkenningen, jrg. 30, nr. 3 2004meneer nog tegemoet te komen. Kort daarna kwam de status, ik denkniet dat dat los te koppelen valt’. 15De kwestie waar Schoorl mee in aanraking kwam is niet uniek. Uitonderzoek blijkt dat de AIVD zich intensief bezighoudt met asielzoekers(<strong>Buro</strong> <strong>Jansen</strong> & <strong>Janssen</strong>, 2003). De afgelopen drie jaar werdentientallen zaken verzameld waarbij de AIVD uit was op informatie vanvreemdelingen. <strong>Het</strong> betrof onderwerpen als terrorisme, de islam,informatie over landen van herkomst (militair en politiek), politiekeorganisaties van buitenlanders in Nederland en mensensmokkel.Vreemd is die interesse van de geheime dienst niet, bijzonder is wel dewijze waarop de AIVD zijn informanten behandelt. De AIVD belooftasielzoekers regelmatig een verblijfsvergunning in ruil voor informatie,terwijl opeenvolgende ministers van Binnenlandse Zaken metsteun van de Tweede Kamer dit nadrukkelijk hebben verboden.‘De beleidslijn is en blijft dat in contact met asielzoekers geen positieveof negatieve sancties in het vooruitzicht worden gesteld. Erwordt dus slechts op vrijwillige basis door de asielzoeker informatieaan de BVD verstrekt’. Oud-minister van Binnenlandse Zaken IenDales legde in maart 1992 voor het eerst deze heldere beleidslijn vast.Halverwege de jaren negentig bevestigde de toenmalige minister vanBinnenlandse Zaken Hans Dijkstal bovenstaande regels. ‘Gezien dekwetsbare positie van asielzoekers hecht ik eraan dat de BVD in dezekwestie uiterste zorgvuldigheid in acht neemt en zich strikt houdt aanhet beleid’. Meewerken met de geheime dienst mag dus niet afgedwongenworden, slechts op vrijwillige basis mag de AIVD asielzoekersbenaderen voor informatie. Uit verschillende verhalen blijktdat de AIVD zich niet altijd aan deze regel houdt.Zo werd bijvoorbeeld de Egyptische asielzoeker Ahmed een verblijfsvergunningbeloofd als hij mee zou werken met de dienst. ‘In 1997vroeg iemand van de Vreemdelingenpolitie of ik even mee naar achterenwilde komen. Ik werd daar voorgesteld aan Freek, een agent vande BVD’. Ahmed werd onder druk gezet door de BVD-er. ‘Hij toondeme een brief van de Veiligheidsraad, waar volgens hem in stond dat zeeen onderzoek naar me deden’.De tientallen gesprekken die volgden, gingen vooral over de organisatieswaarin Ahmed actief was geweest. Freek wilde verdere gesprekkenbuiten het asielzoekerscentrum voeren. ‘Hij wilde niet dat anderemensen ervanaf wisten. Ook vroeg hij me het gesprek geheim te15 Argos, VPRO radio 1, 7 november 2003 over benadering vluchtelingen door de AIVD.


118 Justitiële verkenningen, jrg. 30, nr. 3 2004beschuldigingen aanzetten. Ik vroeg Voortman of hij iets kon doen,bijvoorbeeld duidelijk maken dat ik in opdracht van de AIVD werkte.Er was me immers hulp bij het verkrijgen van een verblijfsvergunningbeloofd’.Voortman beweerde dat de AIVD niets met dat rapport te maken had,en hield vol dat hij er ook niets tegen kon doen. ‘Ik heb hem nogmaalsom een schriftelijke bevestiging gevraagd van onze contacten en mijnhulp aan de AIVD. Toen hij dat bleef weigeren ben ik onmiddellijkgestopt met de ontmoetingen’.Ahmeds persoonlijke verhaal is een bijzonder verhaal, maar dewerkwijze van de AIVD, wel een verblijfsvergunning beloven, maar debetrokkene laten zitten op het moment suprème, komt vaker voor. <strong>Het</strong>grote probleem is dat de gedupeerden nergens terecht kunnen methun verhaal. Ahmed heeft nog geprobeerd zijn contacten met de AIVDbevestigd te zien krijgen met een verzoek tot inzage in zijn dossier metbehulp van de Wet Openbaar van Bestuur. Hij kreeg nul op rekest,omdat de AIVD op grond van de wet inzage kan weigeren als de gegevensnog actueel zijn. Daarnaast zal de dienst nooit openbaar makenwie zij runt als informant, ook niet als betrokkene daar zelf om vraagt.Ahmed heeft in een poging de AIVD zijn belofte stand te laten doen,recentelijk nog gebeld met zijn laatste runner, Voortman. In het VPROradioprogrammaArgos, dat op 7 november 2003 uitgebreid aandachtbesteedde aan de werving van vluchtelingen als informant door deAIVD, werd het gesprek gedeeltelijk uitgezonden. Duidelijk was datVoortman Ahmed kende. Toen Ahmed aangaf Freek te willen spreken,antwoordde Voortman dat alleen hij nog met hem kon spreken. Debelofte voor een verblijfsvergunning was door Freek gedaan, Voortmanzei niks aan Ahmeds huidige problemen te kunnen doen. Ahmed kreeguiteindelijk, ondanks de belofte, geen verblijfsvergunning.Naar aanleiding van dergelijke verhalen hebben de TweedeKamerleden Jan de Wit (SP) en Boris Dittrich (D66) vragen gesteld aanministers Remkes en Verdonk over de werkwijze van de AIVD. Dezevragen zijn door de bewindslieden afgedaan met de simpele opmerkingdat ‘het natuurlijk geen betoog hoeft dat de AIVD zich houdt aande beleidslijn waarin is verwoord dat aan asielzoekers geen positieveof negatieve sancties in het vooruitzicht worden gesteld’. 17De ontkenning van de minister staat in schril contrast met meerdereverhalen die het beeld bevestigen van een AIVD die wel degelijkverblijfsvergunningen belooft. <strong>Het</strong> recht dat asielzoekers een eerlijkeen gelijke behandeling geeft bij hun verzoek tot verblijf in Nederland


120 Justitiële verkenningen, jrg. 30, nr. 3 2004Ook deze manier van werken werd door een minister ontkend. In antwoordop vragen van de Tweede Kamerleden Femke Halsema(Groenlinks) en Jan de Wit (SP) verklaarde de toenmalige minister vanBinnenlandse Zaken Klaas de Vries op 2 januari 2002 dat de IND geenvragen stelt aan asielzoekers op verzoek van de BVD. 18Hilbrand Nawijn (LPF) vertelde echter, voordat hij minister vanVreemdelingenzaken werd, dat hij in de periode 1990-1996 als hoofdvan de IND de contacten tussen die dienst en de BVD herstructureerde.Tot begin jaren negentig verliep dat contact informeel. Nawijn bepaaldedat de BVD slechts via het door hem opgerichte Bureau BijzondereZaken (BBZ) contact kon opnemen met de IND. Vragen aan asielzoekersvan BBZ kunnen volgens Nawijn indirect afkomstig zijn van de BVD.ConclusieDat het werk van de AIVD nog wel eens wringt met de rechten van individueleburgers lijkt haast onvermijdelijk voor een inlichtingendienst.Uit bovenstaande verhalen blijkt echter dat de dienst hierbij regelmatigover de schreef gaat. Dit lijkt mede het gevolg van de nog steeds ergmagere controle op de dienst. En dan met name controle op de uitvoeringspraktijk.Een parlementaire commissie die niks naar buiten magbrengen over bijeenkomsten met de AIVD is uiteraard nauwelijks eencontrolemechanisme te noemen. Nog afgezien van het feit dat dezecommissie slechts een aantal keer per jaar bijeenkomt. Dat er sinds korteen commissie van toezicht is benoemd, is al een kleine stap in degoede richting, maar deze commissie zal zich vooral op de rechtmatigheidvan de uitvoering van de wet door de AIVD richten.Ook de onlangs door minister Remkes ingestelde onderzoekscommissieBestuurlijke Evaluatie AIVD zal niet onderzoeken of de AIVD al danniet over de schreef gaat, zij zal zich vooral richten op de effectiviteitvan de dienst. Een parlementaire enquêtecommissie zou nog hetdichtste in de buurt van werkelijke controle komen. Tot die tijd blijfthet behelpen.18 Aanhangsel handelingen nr. 462, vergaderjaar 2001-2002.


De AIVD en de burger121LiteratuurHayes, B.From the Schengen InformationSystem to SIS II and the VisaInformation System (VIS); theproposals explainedLondon, Statewatch, 2004<strong>Buro</strong> <strong>Jansen</strong> & <strong>Janssen</strong>Snuffelstaat, Nederland en deBVDFagel, Amsterdam, 2002<strong>Buro</strong> <strong>Jansen</strong> & <strong>Janssen</strong>Misleidende methodeBreda, Papieren Tijger, 2003Buuren, J. van, W. van derSchansKeizer in lompen; EuropesepolitiesamenwerkingBreda, Papieren Tijger, 2003Wetsvoorstel wet op de Inlichtingen- en VeiligheidsdienstenTweede Kamerstukken nr 25 877

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!