Jaarverslag 2004web.indd - Prins Bernhard Cultuurfonds

on van inkomsten’ groot genoeg is om de kantoorkosten tedekken, worden genoemde maatregelen weer ingetrokken.BeleggingsbeleidDe nieuwe richtlijn ‘reserves goede doelen’ van de Vereniging van FondsenwervendeInstellingen (vfi) geeft aan dat instellingen die geen gebruikmaken van beleggingsproducten die de instandhouding van de hoofdsomgaranderen, een meerjarenoverzicht in het jaarverslag dienen op te nemenwaaruit de ontwikkeling van die hoofdsom blijkt. Dit overzicht volgt hieronder.Aan de portefeuille zijn steeds de vermogens van de Fondsenop Naam toegevoegd, terwijl gedurende dezelfde periodede kantoorkosten zijn onttrokken. Het rendement van degehele portefeuille bedroeg 5,89% over het jaar 2004.Het beleggingsbeleid van het Prins Bernhard Cultuurfonds is als volgtgeformuleerd:Het beleid is primair gericht op belegging voor de langere termijn met alsdoelstelling zowel direct rendement als waardegroei van het vermogen. Deverhouding tussen zakelijke en vastrentende waarden (de zogenaamde assetmix)is maximaal 30 procent aandelen en minimaal 70 procent obligatiesmet als bandbreedte de mogelijkheid mee te bewegen naar minimaal 15procent aandelen en maximaal 85 procent obligaties. Als benchmark wordt75 procent vastrentend en 25 procent zakelijke waarden gehanteerd. Dezeverhouding geldt voor het belegde deel van de ‘Reserve als bron van inkomsten’maar ook voor het belangrijkste deel van het vastgelegde vermogen. Enkelestichters van Fondsen op Naam hebben echter bepaald dat het vermogenvan “hun” fonds voor 100 procent in aandelen dient te worden belegd.Er is vanwege het administratieve gemak en uit kostenoverwegingenvoor gekozen om de portefeuille te beleggen in een drietalbeleggingsfondsen, namelijk het abn Institutional Euro BondFund, het abn Institutional Euro Government Bond Fund enhet abn Institutional Global Equity Europe Tilted Fund.Naast tal van technisch/formele zaken is op dit moment met de huidigebeheerder het volgende vastgelegd in de beheersovereenkomst:1. De asset-mix;2. De landenspreiding;3. De benchmark en de actualisering daarvan;4. Het kostenpercentage;5. De frequentie en de tijdigheid van de rapportage;6. Het verbod in aandelen te handelen die niet in portefeuille zijn;7. De Tracking-error;8. Het kredietrisicogewicht;9. Een rendementseis (outperformance ten opzichte van de benchmark);10. Het valutabeleid.Vermeld moet nog worden dat sommige schenkers van Fondsen opNaam hebben bepaald waar hun fonds dient te worden beheerden belegd, waardoor het Cultuurfonds in de dagelijkse praktijkmet meer dan één vermogensbeheerder te maken heeft.BeleggingscommissieHet Cultuurfonds heeft met ingang van 2004 een door het bestuurbenoemde beleggingscommissie in het leven geroepen. Deze commissieis in het verslagjaar tweemaal bijeen geweest. Besloten is om in de loopvan 2005 een tweetal Asset Liability Management-studies (alm-studies)te laten verrichten om te beoordelen of de hierboven beschreven assetmixnog wel de juiste is voor het Cultuurfonds. Tevens is vastgelegd dat,nadat de uitkomsten van de alm-studies bekend zijn geworden, er inieder geval een tweede vermogensbeheerder zal worden aangewezen.De Vermogensgroep te Amsterdam is benaderd om de volledigeeffectenadministratie te verzorgen. Deze partij zal maandelijks rapporterenaan de directie. De beleggingscommissie komt ten minste éénmaal perhalfjaar bijeen om samen met de directie en de vermogensbeheerdersde prestaties te evalueren. De beleggingscommissie rapporteertmet dezelfde frequentie aan het voltallige stichtingsbestuur.Doelmatigheid van de bestedingenMet ingang van 1 januari 2004 gelden nieuwe keurmerkeisenvan het Centraal Bureau Fondsenwerving op het gebied van hetbeoordelen van de doelmatigheid van de bestedingen.Het Cultuurfonds hanteert al jaren een goed doortimmerd systeem vanbeoordeling van de kwaliteit en inhoud van de ingediende aanvragen.De onafhankelijke adviescommissies zijn alle samengesteld uit zeerdeskundige mensen op hun werkterrein. De professionele subsidiestafbereidt de aanvragen voor de adviescommissies voor. Na een eventueletoewijzing worden de betaalverzoeken op nacalculatiebasis beoordeeldop juistheid en volledigheid. Ook wordt zorgvuldig bekeken of desubsidie gebruikt is voor het doel waarvoor zij destijds is verstrekt.Beleggingen Prins Bernhard Cultuurfonds 1997-20042004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1997Obligaties 74.818.148 72.172.144 78.060.555 69.307.312 73.441.250 63.061.956 59.979.270 52.444.090Ter beurze genoteerde aandelen 39.680.887 39.047.520 30.157.036 36.275.704 36.268.572 38.895.467 36.160.238 29.082.353Onroerende goederen 1.984.873 1.841.577 1.848.281 2.090.220 2.096.246 2.042.011 1.279.271 1.279.271116.483.908 113.061.241 110.065.872 107.673.236 111.806.067 103.999.434 97.418.779 82.805.71474 75