Jaarverslag 2004web.indd - Prins Bernhard Cultuurfonds

Als 25% van de inkomsten uit fondsenwerving wordt besteed aan uitgaven tenbehoeve van fondsenwerving, wordt toch niet elke binnengekomen euro aan hetactiviteitenbudget toegevoegd?Bij het Cultuurfonds wel, want daar worden de kosten eigen fondsenwervingbetaald uit beleggingsopbrengsten van het eigen vermogen. Dit vermogen isop de balans terug te vinden onder de naam ‘Reserve als bron van inkomsten’.Er is bij het Cultuurfonds sprake van twee aparte geldstromen:– de inkomstenstroom uit fondsenwerving (die in principe in zijngeheel het activiteitenbudget vormt voor het volgende jaar)– de uitgavenstroom besteed aan de kosten voor de organisatie(ook wel out of pocket-kosten genoemd) Deze kosten dienente worden gedekt door inkomsten uit beleggingen.Worden de kosten van de organisatie dus betaald uit de opbrengst vanhet vermogen? Zo ja, wordt het vermogen aangetast als de opbrengst nietvoldoende is?Als de opbrengst van de beleggingen niet voldoende is om de kostenvan de eigen organisatie (inclusief kosten fondsenwerving) te dekken,dan wordt er ingeteerd op de ‘Reserve als bron van inkomsten’.Om de totale kosten voor de organisatie te kunnen dekken, maakthet Prins Bernhard Cultuurfonds gebruik van de zogenaamdeinkomensfunctie van het vrij besteedbaar vermogen. Om die reden iseen reserve gevormd met de naam ‘Reserve als bron van inkomsten’.De reserve is onder deze naam terug te vinden op de balansen bedraagt per 31 december 2004 € 53.323.850.De totale kantoorkosten over 2004 bedroegen € 4.177.100 (kosten eigenfondsenwerving € 1.866.328 plus uitvoeringskosten eigen organisatie€ 2.310.772; zie de staat van baten en lasten).De omvang van de ‘Reserve als bron van inkomsten’ enhet te voeren beleggingsbeleidAls het Cultuurfonds volledig risicovrij zou beleggen in staatsobligatiesmet een 4%-rendement zou een ‘Reserve als bron van inkomsten’nodig zijn van € 4.177.100 gedeeld door 4 maal 100 = € 104.427.500Als het fonds risicovoller belegt en bijvoorbeeld kiest voor eenrendementseis van 7%, dan zou een reserve nodig zijn van€ 4.177.100 gedeeld door 7 maal 100 = € 59.673.000.Uit het bovenstaande valt een aantal conclusies te trekken:– Het Prins Bernhard Cultuurfonds is genoodzaakt eenbeleggingsportefeuille te hanteren die niet alleen kan bestaan uitstaatsobligaties (want daarvoor is de reserve met € 53.323.850 veel te klein)– De ‘Reserve als bron van inkomsten’ is op dit moment nog niet groot genoegom de totale kantoorkosten te dekken en moet de komende jaren wordenaangevuld (want zelfs een rendement van 7% levert niet voldoende op omde volledige out of pocket-kosten te dekken: € 53.323.850 à 7% = € 3.732.670ten opzichte van € 4.177.100 gerealiseerde kantoorkosten in 2004)– De kantoorkosten zelf moeten doorlopend zeer goed in de handworden gehouden en zouden niet méér mogen stijgen dan hetinflatiepercentage. Overigens heeft het bestuur een eigen norm voorkantoorkosten. Zie hiervoor de financiële meerjarenraming 2005-2008.Uit het onderstaande overzicht blijkt dat al jaren achtereen meergeld wordt besteed aan de doelstelling dan er beschikbaar is uitfondsenwerving. Dit zou zonder de eerdergenoemde ‘Reserve als bronvan inkomsten’ vanzelfsprekend nooit mogelijk geweest zijn!Het Cultuurfonds betaalt immers de out of pocket-kosten uitde beleggingsopbrengsten van deze reserve en onttrekt dezekosten niet aan de inkomsten uit eigen fondsenwerving.Omdat de financiële meerjarenraming 2005-2008 (zie aldaar) laat zien dater ook de komende jaren nog wordt ingeteerd op de ‘Reserve als bron vaninkomsten’, is afgesproken dat voor de eerstkomende drie jaar een aantalmaatregelen wordt getroffen om deze reserve weer op peil te brengen.Zo zal gedurende de komende jaren de opbrengst uit nalatenschappen aan dereserve worden toegevoegd. (Vanzelfsprekend alleen als er geen bepalingenover het vormen van bijvoorbeeld een Fonds op Naam zijn vastgelegd).Ook heeft het bestuur van het Prins Bernhard Cultuurfonds beslotenom tijdelijk 5% van de inkomsten uit loterijen te bestemmen terdekking van de kantoorkosten. Zodra blijkt dat de ‘Reserve alsOverzicht inkomsten uit fondsenwerving versus uitgaven aan subsidies 1997 t/m 20042004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1997Beschikbaar uit fondsenwerving (exclusief opbrengst beleggingen) 26.411.706 17.732.762 18.810.968 13.967.711 13.742.810 15.242.240 16.810.348 25.399.579Bij: Kosten eigen fondsenwerving 1.866.328 1.765.076 2.461.635 825.242 718.766 554.597 630.235 462.449Af: Schenkingen Fondsen op Naam 13.635.802 4.192.174 8.008.616 2.114.310 1.657.761 3.287.629 5.176.395 13.592.445(dit zijn vermogens die niet tot de exploitatie behoren)Totaal beschikbaar voor subsidies 14.642.232 15.305.664 13.263.987 12.678.643 12.803.815 12.509.207 12.264.189 12.269.583Besteed aan de doelstelling (exclusief uitvoeringskosten organisatie) 15.542.429 15.253.240 14.340.792 13.029.063 13.395.285 13.754.700 12.703.879 12.673.16272 73