13.07.2015 Views

(Candoia aspera) in het terrarium - Lacerta

(Candoia aspera) in het terrarium - Lacerta

(Candoia aspera) in het terrarium - Lacerta

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

LACERTA 48(4) 105eilanden. De mimicry is bet duidelijkstbij exemplaren uit Lae, waarbij de rugende zijvlekken geheel versmolten zijntot dwarsbanden.VOEDSELBij onderzoek van dieren <strong>in</strong> bet wildis een aantal exemplaren onderzochtop maag<strong>in</strong>houd. Er werden kikkersaangetroffen (Litoria, Rana), sk<strong>in</strong>ken,gekko's en haar dat waarschijnlijk vaneen rat afkomstig was. Het lijkt eropdat kikkers bet voornaamste voedselvormen. Desondanks lijkt <strong>Candoia</strong><strong>aspera</strong> geen voedselspecialist te zijnen kan de voorkeur voor kikkers bijde onderzochte exemplaren meer samenhangenmet de toevallige omstandigheiddat kikkers nu eenmaal veelvoorkomen <strong>in</strong> biotopen waar<strong>in</strong> dezeslang graag verblijft, namelijk vlak bijwater. Men vond deze soort vooral opmodderbanken, waarbij een maniervan voortbewegen werd waargenomendie aan die van de sidew<strong>in</strong>ders doet denken.Deze slangen hebben een zijwaartsevoortbeweg<strong>in</strong>g waarbij <strong>het</strong> lichaamop twee punten overdwars houvastzoekt op de losse ondergrond, een manierdie dus niet aileen op los zand maar ·ook <strong>in</strong> modder handig blijkt te zijn.Toch komt de ruwe boa zeker niet aileen<strong>in</strong> modder voor.OUDERDIERENMidden 1986 verwierf ik twee <strong>in</strong> februari1986 uit Papua-New-Gu<strong>in</strong>ea geimporteerdeexemplaren. De teken<strong>in</strong>gbestaat uit brede verticale dwarsbanden,af en toe onregelmatig verspr<strong>in</strong>gend.De banden zijn donkerbru<strong>in</strong>.Bij <strong>het</strong> vrouwtje is de kleur tussen de~anden naar de buik toe steeds Iichtergeel, bij <strong>het</strong> mannetje schitterend oranje.De dieren waren beide zo'n 60 emlang en redelijk fors gebouwd. Inmiddels(december 1988) zijn ze beide noggegroeid tot zo'n 70 em.GEDRAG IN HET TERRARIUMEerst heb ik de dieren gescheiden gehuisvest<strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e terraria van 40x40x40em (lxbxh) met een bodemverwarm<strong>in</strong>gen een waterbak waar<strong>in</strong> ze juist kondenliggen. De bodembedekk<strong>in</strong>g bestonduit potgrond en turf, met een laag dodebladeren erbovenop. De temperatuurwas overdag ca. 30 °C, 's nachts ca. 25°C. Onder deze omstandigheden dedende dieren <strong>het</strong> direct goed en aten ze volwassenmuizen van elke kleur.Enige tijd heb ik de dieren samen <strong>in</strong>een groter <strong>terrarium</strong> van 120x60x120em (lxbxh) gezet dat boven<strong>in</strong> bewoondwerd door groene boompythons. Vanaf<strong>het</strong> moment dat de ruwe boa's <strong>in</strong> dezebak lagen, aten ze niet meer. De temperatuurwas wei wat lager dan eerst(24-27 °C), voor <strong>het</strong> overige waren deomstandigheden toch <strong>het</strong>zelfde.Na enkele maanden heb ik de slangenweer apart gezet <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e terraria, envanaf de tweede dag aten ze weer. Weerenige maanden later heb ik ze opnieuwsamen gezet, nu zonder verdere medebewoners,<strong>in</strong> een <strong>terrarium</strong> van70x50x50 em (lxbxh) en ditmaal blevenze ook verder gewoon eten. Het is nietonmogelijk dat bet zulke schuwe dierenzijn dat medebewoners <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>terrarium</strong>af te raden zijn, zeker als <strong>het</strong> gaat omwat grotere dieren dan zijzelf. Temperatuurwissel<strong>in</strong>genhebben later nooittot gevolg gehad dat de dieren stoptenmet eten.In hun huidige <strong>terrarium</strong> is er nogsteeds een dikke bodembedekk<strong>in</strong>g vanturfstrooisel met bladeren. Een verwarm<strong>in</strong>gskabelvan 8 W zorgt voor eenvoortdurend enigsz<strong>in</strong>s warme bodem.Daarnaast brandt er overdag gedurendetien uur een lamp van 40 W <strong>in</strong> dew<strong>in</strong>ter en van 25 W <strong>in</strong> de zomer. Deluchttemperatuur <strong>in</strong> de bak is meestaltussen 25 en 32 °C. De dieren zoekenniet speciaal de bodemverwarm<strong>in</strong>g op:soms liggen ze dagenlang <strong>in</strong> de water-


ak bij een temperatuur van hooguit24 °C, soms zelfs wat koeler. Oak daneten ze en verteren ze hun voedsel gewoon.Oak bij de jongen heb ik geconstateerddat ze onder aile omstandighedeneen vochtige omgev<strong>in</strong>g prefererenboven een drogere, waarbij detemperatuur pas op de tweede plaatsvan belang is. De jongen lijken althanshoge temperaturen duidelijk te vermijden.Bij wijze van proef heb ik een jongdiertje <strong>in</strong> een glazen <strong>terrarium</strong>pje meteen bodemoppervlak van 50x20 em gezet,waar de bodembedekk<strong>in</strong>g aan eenzijde nat was en ca. 24 °C, aan de anderedroog en ca. 31 °C. Het slangetjeverkoos toen de natte en koelere kant.Vervolgens heb ik de bodembedekk<strong>in</strong>goveral even nat gemaakt. Oak toenverkoos bet diertje de koelere kant.Het g<strong>in</strong>g om een diertje dat <strong>in</strong> dieperiode niet had gegeten. Bij slangetjes<strong>in</strong> andere, kle<strong>in</strong>ere, bakjes was een dergelijkevoorkeur voor wat koelere ennatte plaatsen eveneens te merken.Deze voorkeur komt mooi overeen metbet feit dat de dieren <strong>in</strong> de natuur vaakop modderbanken worden gevonden.'Steriel' houden <strong>in</strong> een kale bak opkeukenpapier lijkt mij ongeschikt voor<strong>Candoia</strong> <strong>aspera</strong>. Het zou misschiente doen zijn als men de luchtvochtigheidheel hoog zou weten te houden, maarik vraag me af of de dieren er zelf zogelukkig mee zijn.Zodra de bodembedekk<strong>in</strong>g te droogwordt naar hun z<strong>in</strong>, blijven de slangenoak overdag <strong>in</strong> de waterbak liggen.Het is vrij normaal dat ze gedurendede nacht <strong>in</strong> bet water liggen om tejagen, met de kop net iets boven watertegen de rand van de waterbak aan.Dan zijn ze overigens bet mooist. Alsde huid nat is, komen de kleuren veelmooier uit. Een droge huid is bij dezedieren vrij dof.Muizen reik ik met bet p<strong>in</strong>cet aan alsde dieren <strong>in</strong> de waterbak jagen, of ik zetde muizen los <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>terrarium</strong>. In beidegevallen wordt de prooi gegrepen meteen snelheid en een souplesse die voordergelijke log ogende slangen verrassendis. Met bet voorste deel van betLACERTA 48(4) 106Condoia <strong>aspera</strong>.


LACERTA 48(4) 107lichaam legt de slang een enkele krulom de prooi, die vrij snel dood is.<strong>Candoia</strong> <strong>aspera</strong> heeft er, als ik mag afgaanop mijn dieren, een uitgesprokenhekel aan <strong>in</strong> de hand genomen te worden.Ze hangt dan eerst stil, schudtplotsel<strong>in</strong>g heftig horizontaal been enweer en doet schijnaanvallen naar debelager, maar meestal zonder te bijten.Wat ik niet waargenomen heb, is eenvorm van verdedig<strong>in</strong>gsgedrag die ookwei van andere slangen bekend is en isbeschreven door bij voorbeeld FAUCI(1981). Fauci kon dit gedrag vaststellenbij jongen van <strong>Candoia</strong> car<strong>in</strong>ata paulsoni,maar niet bij volwassen dieren: <strong>het</strong>dier vormt een bal met de kop midden<strong>in</strong>.Bij de jongen heb ik dit gedrag nietwaargenomen. Die maken daarentegenwei dezelfde horizontale sl<strong>in</strong>gerendebeweg<strong>in</strong>gen als de oudere dieren, envallen op dezelfde manier meestal zonderte bijten met <strong>het</strong> hele lij fje spr<strong>in</strong>gendaan. Als de jongen zich bedreigdvoelen hebben ze, alweer evenals dievan <strong>Candoia</strong> car<strong>in</strong>ata pau/seni, ookvaak de neig<strong>in</strong>g zich dood te houden.Ik heb de <strong>in</strong>druk dat deze slang <strong>in</strong>enkele opzichten traag functioneert<strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met andere slangen.Ontlast<strong>in</strong>g komt maar heel af en toe,alsof <strong>het</strong> dier de zaak opspaart. Datzien we ook bij andere 'slome' slangen,zoals de Gaboenpofadder (Bitis gabonica).Het zou kunnen zijn dat <strong>het</strong> ietste maken heeft met <strong>het</strong> feit dat dezedieren de gewoonte hebben heel langop een zelfde plaats te blijven liggen,waarbij die plaats dan natuurlijk beterniet vervuild kan raken.Een tweede factor is dat vervell<strong>in</strong>gsperiodenIanger duren dan bij de meesteandere slangen <strong>het</strong> geval is. Het dierheeft vaak meer dan een week langwitte ogen, en daarna duurt <strong>het</strong> vaakweer meer dan een week voor de slangvervelt. De vervell<strong>in</strong>gen zijn vrij dik.KWEEKIk heb geen kunstmatige kweekstimulanstoegepast. 's W<strong>in</strong>ters daalt dekamertemperatuur <strong>in</strong> de slangenkamerechter behoorlijk: die is 's zomersm<strong>in</strong>stens van 24 oc tot 30 °C door dewarmte van de terraria en door bet zonlicht,'s w<strong>in</strong>ters is de dagtemperatuurnooit boger dan zo'n 18-20 oc overdagen 16-18 oc 's nachts. Daardoor is detemperatuur <strong>in</strong> bet <strong>terrarium</strong> van de<strong>Candoia</strong>'s ook lager, ondanks de bodemverwarm<strong>in</strong>g.Op de plaats waar dedieren lagen kwam <strong>in</strong> de par<strong>in</strong>gsperiodede temperatuur ook overdag niet bovende 21 °C. Bovendien is de licht<strong>in</strong>tensiteit's w<strong>in</strong>ters veellager. De daglengteis gewoon de Nederlandse.Daarmee lijkt de wijze waarop ik<strong>Candoia</strong> <strong>aspera</strong> houd op die waaropC. car<strong>in</strong>ata pau/soni door Joseph Fauciwerd gehouden en gekweekt (FAUCI,1981). Ook daar werd de daglengte bepaalddoor de breedtegraad (Tampa,Florida, 27°58' NB), eveneens via eengroat raam. Fauci liet de temperatuuren de vochtigheid afbangen van die van<strong>het</strong> vertrek waar<strong>in</strong> bet <strong>terrarium</strong> stond.Daardoor daalde de temperatuur <strong>in</strong> decembertot en met februari tot ongeveer14 a 21 °C. Het voornaamste verschil isdat Fauci de dieren op een droge ondergrandhield.Op 27 januari 1988 ontdekte ik rond9.00 uur dat de dieren <strong>in</strong> de waterbaklagen te paren. Ik g<strong>in</strong>g regelmatigkijken en om ca. 15.00 uur constateerdeik dat de par<strong>in</strong>g bee<strong>in</strong>digd was.Op 6 februari zag ik rood 24.00 uur opnieuween par<strong>in</strong>g, die de volgende morgenrood 9.45 nog steeds voortduurde.Ditmaal vond de par<strong>in</strong>g niet <strong>in</strong> de waterbakplaats maar op de (verse) bodemgrond.Ze lieten zich ook door deflits van bet fototoestel niet storen.Rond 10.30 uur stelde ik vast dat de par<strong>in</strong>gbee<strong>in</strong>digd was. In de weken daarnalagen ze vaak samen onder een stronk,


Juvenielen.LACERTA 48(4) 108zodat ik niet weet of er par<strong>in</strong>gen zijn geweestdie ik niet gezien heb. Ik wilde dedieren <strong>in</strong> elk geval niet storen door destronk op te tillen en de aarde weg teschuiven.Op 27 februari was de bak vrij droog,zodat ik rijkelijk sproeide. Om 19.45trof ik de dieren parend <strong>in</strong> de waterbakaan. De volgende morgen waren ze nogsteeds bezig. Pas om 14.45 uur constateerdeik dat ze uiteen waren gegaan.Deze par<strong>in</strong>g moet dus m<strong>in</strong>stens achttienuur geduurd hebben.De laatste par<strong>in</strong>g die ik waargenomenheb, was op 16 maart. Daarna was <strong>het</strong>afwachten. Het vrouwtje weigerde vanaf1 april voedsel. AI <strong>in</strong> juli heb ik haarapart gezet <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong> glazen <strong>terrarium</strong>dat dag en nacht lekker warmbleef (bodemtemperatuur van rondde 30 °C}.Op 14 november 1988, acht maandenna de laatste par<strong>in</strong>g, werd ze 's rniddagsonrustig en rond 18.30 uur wierp zeeen jong. Vervolgens duurde <strong>het</strong> totrond 24.00 uur voor de rest kwam,maar die kwam dan ook vrij snel,<strong>in</strong> golven van twee tot drie jongendirect achter elkaar. B<strong>in</strong>nen anderhalfuur was <strong>het</strong> afgelopen.Een week na de worp at bet vrouwtjeweer, zij <strong>het</strong> mondjesmaat. Nog eenweek of twee vertoonde ze zware plooienlangs de zijden <strong>in</strong> de dikke huid.Toen die weggetrokken waren, zag zeer niet eens erg mager uit.JONGENDe 24 jongen waren ongeveer aile evengroat. Het gemiddelde gewicht wasca. 10 gram bij een lengte van ongeveer20 em. Het geslacht heb ik door (voorzichtige)sonder<strong>in</strong>g bepaald, wat heelgemakkelijk g<strong>in</strong>g. Er waren preciesevenveel mannetjes als vrouwtjes, wateen gelukkig toeval genoemd kanworden. De kleur van de jongen leekop die van de ouders, met dien verstandedat er zowel oranje als gelediertjes waren. Er waren iets meer geledan oranje slangetjes. De kleur vertoondegeen verband met <strong>het</strong> geslacht.De jongen waren vrij fors en zwaar alsmen ze vergelijkt met gekweekte jongenvan andere <strong>Candoia</strong>-soorten als C.car<strong>in</strong>a/a paulsoni, waarvan <strong>het</strong> gewichtzo rond de 4,5 gram ligt (vergelijko.a. FAUCI, 1981).Aile jongen werden apart <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e bakjesgezet, met vochtige turfmolm op debodem, wat dorre blaadjes en een waterbakje.AI na anderhalve week begonnende eerste jongen te eten. Ik legdeeenvoudig levende nestmuisjes bij eenjong, die dan af en toe verdwenen.Een andere slangenhouder bood op betp<strong>in</strong>cet dode en wat beschadigdenestmuisjes aan, die na enig 'pesten'met grote gretigheid gegrepen werdenen na enige mislukte pog<strong>in</strong>gen ookopgegeten. Daarmee komen mijn ervar<strong>in</strong>genmet jongen van C. <strong>aspera</strong> overeenmet die van Fauci, bij wie de jongenuit zes legsels over bet geheel genomensterk waren, goed aten en gemakkelijkaan <strong>het</strong> Ieven <strong>in</strong> gevangenschap wenden.BESLUITMijns <strong>in</strong>ziens is C. <strong>aspera</strong> een slang die,


<strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot wat soms beweerdwordt, gemakkelijk te houden is mitsmen de juiste omstandigheden schept <strong>in</strong>bet <strong>terrarium</strong>, wat relatief eenvoudig is.Het is geen slang voor een liefhebberdie zijn slangen dagelijks wil zien rondkruipen,laat staan <strong>in</strong> de hand nemen.Het is een dier dat men met rust moetIaten. De schoonheid en bet <strong>in</strong>teressanteervan worden niet op een presenteerblaadjeaangeboden. Daarnaast is bet(nog) een relatief dure slang door haarzeldzaamheid (althans <strong>in</strong> de <strong>terrarium</strong>wereld):zelden gelmporteerd (en danfeitelijk meestal illegaal uit bet landvan herkomst gehaald) en zelden gekweekt.Van Riel heeft er enkele jareneveneens mee gekweekt (VAN RIEL,1988).MAINTENANCE AND REPRODUCTION INCAPTIVITY OF CANDO/A ASPERA<strong>Candoia</strong> <strong>aspera</strong> is a small snake from Papua-NewGu<strong>in</strong>ea. Two specimens were obta<strong>in</strong>ed <strong>in</strong> 1986. Atfirst the animals were kept separate <strong>in</strong>40x40x40 em terraria. In the terraria the bottomwas covered with soil, peat and dead leaves. Temperaturewas 30 °C dur<strong>in</strong>g the day and 25 oc atnight. Food consists of dead mice. When placed<strong>in</strong> one <strong>terrarium</strong> with Chondropython viridis theystarted refus<strong>in</strong>g food. Later on the snakes werehoused <strong>in</strong> another vivarium (70x50x50 em, lxwxh)without the company of other animals. The snakessometimes stay <strong>in</strong> the waterbowl for severaldays. They prefer moist conditions. The 27th ofJanuary 1988 the snakes mated. Thereafter moremat<strong>in</strong>gs were seen. As from April I st the femalerefused all food. Eight months after the last observedcopulation 24 snakes were born. The littlesnakes weighed ca. 10 g and measured ca. 20 em.The young snakes ate newborn mice well and grewup succesfully.LITERATUURFAUCI, J., 1981. Breed<strong>in</strong>g and Rear<strong>in</strong>g of CaptiveSolomon Island Ground Boas, <strong>Candoia</strong> car<strong>in</strong>atapau/seni. Herp. Review 12 (2): 60-61.McDOWELL., S.B., 1979. A Catalogue of theSnakes of New Gu<strong>in</strong>ea and the Solomons, withspecial reference to those <strong>in</strong> the Bernice 0. BishopMuseum. Part III, Bo<strong>in</strong>ae and Acrochordoidae(Reptilia, Serpentes). J. Herp. Vol. 13 (I): 1-92.RIEL, C.A.P. van, 1988. Kweek van <strong>Candoia</strong><strong>aspera</strong> (GUnther, 1877). Litteratura Serpentium8 (6) : 291-295.LACERTA 48(4) 109

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!