lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
ivierduin de door verstuiven v zand ontstaneverhoging v h (hoogwaterbed)terrein, thans vaakals droog grasland in gebruik =» donkriviere oeverstreek, land langs een rivierriviereiland *waard. weerd, werder. zwamprivierenlandschap huidige (uiterwaard) danweioude omgeving direct langs de rivier gelegenmet strootngordel-afzettingen, en met het minderof meer natuurlijk reliëf van stroomgeul,dijk, strang, griend, wiel, ontgronding, stroomrug,oeverwal en komrivieringrepen maatregelen ter regulatie van dewaterafvoer en de vorm van het bed: bedijking,kanalisatie, normalisatie, mondverleggingrivierklei zware kalkrijke klei dat uit zeer rustigstromend of stilstaande rivierwater (kom ofuiterwaard) is neergeslagen, vgl laklaag (extremiteit)riviermonding uitloop v/e rivier in een water metandere stromingscondities *aber. gamb, gent. geurtdelta, estuarium *S"schootwaterrivieroevergrond buitendijks gelegen grond datperiodiek overstroomd raakt; als onbegroeid(aanwas), met hout begroeid (rijswaard) of metgras bewassen (uiterwaard) •zomerland. koningsstroomrivierschuim op de rivier drijvend of langs deoevers gevormd en/of afgezet schuim *kopschuim(getij), zijkschuim (vloed), moffestront (oeverslag)riviersplitsing vork. tgv gent *straamprivierterras (Lb) een door de rivier verlaten envervolgens versneden dalbodemriviervlakte gebied waarbinnen de rivier haarinvloed heeft doen gelden, hetzij i/h verleden(sedimenten), hetzij nog tot op heden (waterstandsinvloed)[beekdal < riviervlakte]riviervloed periodieke of a-periodieke waterstandsverhogingdoor bovenstroomse aanvoer,of getijde-invloed *waterwals, bore. mascaratrivierzand meestal relatief grof en hoekig sediment,in Nld veel gewonnen uit de Waal engeschikt voor betonwerkrode achten oegsel bij een plaatsnaam verwijzendnaar gerooid bos, bebouwbaar gemaakt land 5 -rade. -rathe. -raay. -rooi. rode *5°bosnaamrodolm / (O-Nld) roodgekleurd ijzerhoudend slibop een waterbodem; 2 ijzerverrijking idvvconcreties of zelfs platen i/d bodem (gleyverschijnsel),zachtere vorm dan een oerbank*rodoornrodolmwater ijzernjk waterrodoorn (Gr) eigenlijk roodoer-kleigrond doorFe,O v arm aan kalk maar rijk aan humus(vooral langs de Dollard aan te treffen) *knipsrond.knikarondroede 1 lengtemaat van 3,86 m; 2 oppervlaktemaatvan 15 a 16 m 2 , ofwel 14.15 nr (Staringlijst)roeibaan wedstrijdwater voor roeibotenroeke (VI) veldwachterroepen (mijnb) het op onoordeelkundige wijzewegnemen v kolen op een plaats waar dat nietmagroer riet of onkruid (roerkruid) in waterenroeren door vergraving grond uit zijn natuurlijkverband nikken (profiel-verstoring)roest nachtleger v vliegend wildroestvlek in de bodem een aanduiding voor eenoxiderend milieu waarin Fe 2 O 3 aanwezig is(bruine en oranje vlekken) «'gleyroet i (Gld) onkruid, ruit; 2 rookaanslag *soetrolkei door water afgeslepen rivierkei, als beddinglastmeegevoerd *rolsteenroller zware brandingsgolf *breker, schoffelrolling tuimelende beweging v water *deiningrolpaal draaipaal in de binnenbochten v kanalenof op havenhoofden waarlangs de treklijn vschuiten gaan kan *jaagpaal. rollepaalrolsteen afgerond Steen [rolsteen < kattebol] •wouterblok"3°rolkeiromerveld ruimte, de uitgestrekte gronden @G:rümaromp stuk schors, ihb een buisvormig stuk populierschorsdat in vruchtbomen wordt gehangenom daarmee vogels te vangenrompvlakte (Z-Lb) een tot schiervlakte gereduceerdvoormalig gebergtemassiefrondeel halfronde vestingstorenronduit «s*reduitrondweg omleidingsweg rond de bebouwde kom*ringweg. ceintuurbaan, katse. kets. gordelwegroodwïld (jag) benaming voor reeën en hertenroofbouw bebouwing v grond waarbij men nietvoldoende afwisselt of bemest zodat de grondarmer, schraler wordt «'uitboerenroofland (Zaanstreek) zeer smal land, ookwelaangeduid als garenstrengrooi l grenslijn Taai. doel. ree; 2 rechte lijn ofjuiste richting v bewegingrooilijn richtlijn waarin gebouwen v/e straatworden geplaatst en die de grens aangeeft metde openbare weg. Ook als richtlijn voor hetaanbrengen van beplantingrook / grote hooistapel; 2 rookgas +smook. soet,damp. blaak. kuil. domp, walmrookgas de bij verbranding vrijgekomen gasvormigeverbindingen, van nature vnl CO/CO 2 enNO K . en uit de chemie mengsels van Cl enPAK's «s-gasroor netroos net94
ooster wild- of veedrempel bij natuurpark of bijdijkvak "valbedderoot het staande water waarin vlas ligt te roten*ruitrooy droge bedding v/e regenbeek *regenbeekrosier rozengaarderot deel v/e dorp of buurschap dat onder eenrotmeester stondrote wegroth (NBr/Lb) wijk. buurt of gehucht ter plaatseV gerooid bos ""buurtschaprotkuil kuil waarin men vlas rootrotonde rond verkeerspleinrots 1 aardgesteente *veis. vlintroke; 2 hoop opeengestapeldesteenblokken, rotspartij *boptse, klip.falise. steenroke. sarkrotte kleine opening in keersluis, door een toldeurgeslotenrotten / (klei rotten) gedolven kleislib een jaarlaten liggen opdat de zich daarin bevindendeplantevezels zullen vergaan «s'toemaak; 2 latenontbinden v organische stof (vezels) *roten.afvertigen. afvortenrottingsslik sapropeel (onderwater), boomaarde(bovenwater)rouwe (Lb) smal watertje, gangetje, slootjerozengaarde (lit) kerkhof Tosierrozep netbeekruden (Gr) schoonmaken v met onkruid en waterplantendichtgegroeide slotenruderaal milieu dat sterk beïnvloed is door demens. en een overmaat aan voedingsstoffenbezit zonder aan de agrarische produktie dienstbaarte zijn (bv spoorbaan, puinhoop, sterkbereden wegberm, recreatieterrein)rug l lange smalle hoogte i/h land, i/d regeltussen 1.5 en 5 m hoog. soms opgehoogd; 2strook land dat zich boven water verheft; j(meteor) gebied met betrekkelijk hoge luchtdrukrugt onkruid, ruigterui grachtruige rijp witte, luchtige lagen, samengesteld uitop rijp gelijkende kristallen die zich bij onderkoeldemist of nevel vooral op verticale oppervlakkenafzetruigoord wildernisruigte gewas, hetzij kreupelhout of onkruid, net,biezen ed, al wat in sloten groeit *pels. rut. runruilverkaveling vorm v landinrichting (met nadrukop agrarische belangen), bevattende alleveranderingen die aangebracht zijn i/d waterhuishouding,het wegenpatroon en het verspreidegrondeigendom v/d verschillende eigenaren"landinrichtingruimen het omlopen v/d wind v/h w naar het N,veelal nadat een depressie is langsgetrokkenruimrecht het recht om bij het schoonmaken v/ewater het vuil op een aangrenzend erf te werpenruimte het open veld *romerveldruimtelijke ordening het ontwikkelingsbeleid vande rijksoverheid aangaande het landelijk gebied,dmv nota's (rijksniveau), streek- en structuurplannen(provinciaal) en bestemmingsplannen(gemeentelijk)ruïne overblijfsel v/e verwoest of door de ouderdomvervallen gebouwruit; sloot waarin men hennep te roten legt; 2uitgetrokken onkruid v akkers en heggen; 3onkruid dat aan slootkanten of i/h water groeit*rut, pelsruiterpad mulle zandweg voor paardesportersrukwind windvlaag *buis, zengrul 1 droog en onsamenhangend mul zand; 2(NBr) kleine waterloop *ril @N: rullen 'snel voortbewegen'rulijs oneffen, hobbelig ijsrun 1 klein natuurlijk watertje [run < aa] *loopje,runde; 2 fijngemalen eikeschors voor looien,strooisel, broei- of bemestingsmiddel *rinderune smal dalletje [rune < vaal]runturf in de vorm van turf geperste uitgeloogderun als brandstofruraal landelijkrusch 1 samengroeisel v bies *graszode, heidezode(plag), kluit; 2 (Zaanstreek) rietzoderustgebied stiltegebied voor broedvogelsrustplaats 1 pleisterplaats; 2 slaapplaats of nachtverblijfvan wild *leger. polk; i grafplaatsrut onkruid, ruigte mn a/d waterkantruwaard 1 ruigte als specie voor het dempen vsloten en verstevigen v dijken; 2 zwaar beslagwerkv njshout om een uitstekende hoek v/edijk tegen stroom en ijs te beschermen«"bekledingruwaardschap ambtsgebied v/e landvoogdryl (Frl) brede greppel *ril95
- Page 45 and 46: elemmert infiltreren v smelt- en re
- Page 47 and 48: hel / bevroren plek i/d grond *hal;
- Page 49 and 50: hoofdsteen / hoeksteen als bescherm
- Page 51 and 52: ide ankerplaats of aanlegplaats voo
- Page 53 and 54: jaagpad pad langs een trekvaart voo
- Page 55 and 56: kame vlaksnewijze smeltwaterafzetti
- Page 57 and 58: kielsponning ingraving v zo'n 30 cm
- Page 59 and 60: kluis / (Utr) werfkelder langs grac
- Page 61 and 62: neerslag. De neerslag is dikwijls k
- Page 63 and 64: kruisland (Zld/NBr) landstuk door g
- Page 65 and 66: Llaadplaats aan de oever gelegen la
- Page 67 and 68: leek (Frl) beekje *iekleem / kleiac
- Page 69 and 70: looierskuil kuil waarin de huiden v
- Page 71 and 72: Mmaaidag oppen laktemaat, volgens d
- Page 73 and 74: mennegat landweg (over het land v a
- Page 75 and 76: molenwerf matmoles (Ov/Gld) stenen
- Page 77 and 78: Nnaakt / kaal of onbegroeid terrein
- Page 79 and 80: noodweg notwegnoord windrichting, h
- Page 81 and 82: omloop / tijdsverschil in bosbouw t
- Page 83 and 84: opdriebomen opmetenopdrijven met de
- Page 85 and 86: slepen, ten tijde voor ingebruiknam
- Page 87 and 88: parelbliksem zeldzame vorm v blikse
- Page 89 and 90: plat / platkaart: kaartprojectie vo
- Page 91 and 92: pseudo-asar dekzandrug die grote ui
- Page 93 and 94: ecognitie betaling voor gebruik v/e
- Page 95: iggeling (bosb) heinhoutrijen (bosb
- Page 99 and 100: schapedrift grond waarover een kudd
- Page 101 and 102: schraalland 1 ontwaterd of juist on
- Page 103 and 104: 4 elk der afdeling waarin bouwland
- Page 105 and 106: sneeuw of landijs; te onderscheiden
- Page 107 and 108: sprunk (Z-Lb) bron *sprengspui afsl
- Page 109 and 110: stiltegebied gebied v enkele km 2 w
- Page 111 and 112: stroomversnelling plaatselijk sterk
- Page 113 and 114: thië centraal plein als openbare v
- Page 115 and 116: in houtarme gebieden [balk < tuinwa
- Page 117 and 118: Vvaag 1 vettigheid v/d grond mn doo
- Page 119 and 120: hebben ingenomen. Als vegetatieland
- Page 121 and 122: vingerlijn boogvormige stuw- of sch
- Page 123 and 124: voorhof / neerhof; 2 voorplein v/e
- Page 125 and 126: wwaadplaats doorwaadbare kruisplaat
- Page 127 and 128: waterlossing een zelfstromende, geg
- Page 129 and 130: wieling draaikolk op plaats waar tw
- Page 131 and 132: woud (W-Nld) moeraswildernis v els,
- Page 133 and 134: zeebank zandbank *haak. kat, rifzee
- Page 135 and 136: zinker buis (bv water- of gasleidin
- Page 137: zwier (Lb) ploegland, bouwland @L c
ivierduin de door verstuiven v zand ontstaneverhoging v h (hoogwaterbed)terrein, thans vaakals droog grasland in gebruik =» donkriviere oeverstreek, land langs een rivierriviereiland *waard. weerd, werder. zwamprivieren<strong>landschap</strong> huidige (uiterwaard) danweioude omgeving direct langs de rivier gelegenmet strootngordel-afzettingen, en met <strong>het</strong> minderof meer natuurlijk reliëf <strong>van</strong> stroomgeul,dijk, strang, griend, wiel, ontgronding, stroomrug,oeverwal en komrivieringrepen maatregelen ter regulatie <strong>van</strong> dewaterafvoer en de vorm <strong>van</strong> <strong>het</strong> bed: bedijking,kanalisatie, normalisatie, mondverleggingrivierklei zware kalkrijke klei dat uit zeer rustigstromend of stilstaande rivierwater (kom ofuiterwaard) is neergeslagen, vgl laklaag (extremiteit)riviermonding uitloop v/e rivier in een water metandere stromingscondities *aber. gamb, gent. geurtdelta, estuarium *S"schootwaterrivieroevergrond buitendijks gelegen grond datperiodiek overstroomd raakt; als onbegroeid(aanwas), met hout begroeid (rijswaard) of metgras bewassen (uiterwaard) •zomerland. koningsstroomrivierschuim op de rivier drijvend of langs deoevers gevormd en/of afgezet schuim *kopschuim(getij), zijkschuim (vloed), moffestront (oeverslag)riviersplitsing vork. tgv gent *straamprivierterras (Lb) een door de rivier verlaten envervolgens versneden dalbodemriviervlakte gebied waarbinnen de rivier haarinvloed heeft doen gelden, <strong>het</strong>zij i/h verleden(sedimenten), <strong>het</strong>zij nog tot op heden (waterstandsinvloed)[beekdal < riviervlakte]riviervloed periodieke of a-periodieke waterstandsverhogingdoor bovenstroomse aanvoer,of getijde-invloed *waterwals, bore. mascaratrivierzand meestal relatief grof en hoekig sediment,in Nld veel gewonnen uit de Waal engeschikt voor betonwerkrode achten oegsel bij een plaatsnaam verwijzendnaar gerooid bos, bebouwbaar gemaakt land 5 -rade. -rathe. -raay. -rooi. rode *5°bosnaamrodolm / (O-Nld) roodgekleurd ijzerhoudend slibop een waterbodem; 2 ijzerverrijking idvvconcreties of zelfs platen i/d bodem (gleyverschijnsel),zachtere vorm dan een oerbank*rodoornrodolmwater ijzernjk waterrodoorn (Gr) eige<strong>nl</strong>ijk roodoer-kleigrond doorFe,O v arm aan kalk maar rijk aan humus(vooral langs de Dollard aan te treffen) *knipsrond.knikarondroede 1 lengtemaat <strong>van</strong> 3,86 m; 2 oppervlaktemaat<strong>van</strong> 15 a 16 m 2 , ofwel 14.15 nr (Staringlijst)roeibaan wedstrijdwater voor roeibotenroeke (VI) veldwachterroepen (mijnb) <strong>het</strong> op onoordeelkundige wijzewegnemen v kolen op een plaats waar dat nietmagroer riet of onkruid (roerkruid) in waterenroeren door vergraving grond uit zijn natuurlijkverband nikken (profiel-verstoring)roest nachtleger v vliegend wildroestvlek in de bodem een aanduiding voor eenoxiderend milieu waarin Fe 2 O 3 aanwezig is(bruine en oranje vlekken) «'gleyroet i (Gld) onkruid, ruit; 2 rookaanslag *soetrolkei door water afgeslepen rivierkei, als beddinglastmeegevoerd *rolsteenroller zware brandingsgolf *breker, schoffelrolling tuimelende beweging v water *deiningrolpaal draaipaal in de binnenbochten v kanalenof op havenhoofden waarlangs de treklijn vschuiten gaan kan *jaagpaal. rollepaalrolsteen afgerond Steen [rolsteen < kattebol] •wouterblok"3°rolkeiromerveld ruimte, de uitgestrekte gronden @G:rümaromp stuk schors, ihb een buisvormig stuk populierschorsdat in vruchtbomen wordt gehangenom daarmee vogels te <strong>van</strong>genrompvlakte (Z-Lb) een tot schiervlakte gereduceerdvoormalig gebergtemassiefrondeel halfronde vestingstorenronduit «s*reduitrondweg omleidingsweg rond de bebouwde kom*ringweg. ceintuurbaan, katse. kets. gordelwegroodwïld (jag) benaming voor reeën en hertenroofbouw bebouwing v grond waarbij men nietvoldoende afwisselt of bemest zodat de grondarmer, schraler wordt «'uitboerenroofland (Zaanstreek) zeer smal land, ookwelaangeduid als garenstrengrooi l grenslijn Taai. doel. ree; 2 rechte lijn ofjuiste richting v bewegingrooilijn richtlijn waarin gebouwen v/e straatworden geplaatst en die de grens aangeeft metde openbare weg. Ook als richtlijn voor <strong>het</strong>aanbrengen <strong>van</strong> beplantingrook / grote hooistapel; 2 rookgas +smook. soet,damp. blaak. kuil. domp, walmrookgas de bij verbranding vrijgekomen gasvormigeverbindingen, <strong>van</strong> nature v<strong>nl</strong> CO/CO 2 enNO K . en uit de chemie mengsels <strong>van</strong> Cl enPAK's «s-gasroor netroos net94