enneboom sluit- of slagboom, vooral ter afsluitingV/e Stad *gaar. barrier, hamei. peerboom, veken,ringboomrens wilgebomenrentambt gebied waarover een rentmeester <strong>het</strong>beheer voert (bv rentambt NO-Polder)renvooi legenda als kanttekening bij oude kadasterplansrepas 1 engte, pas; 2 plaats waar men een watermoet oversteken *passagerepel lange evenwijdig lopende percelen waarbijde lengte >2,5x de breedte is *reipelreservaat gebied waarop v overheidswege beslagis gelegd om de flora en fauna i/d natuurlijkestaat te handhavenreservoir waterspaarbekkenressort rechts- of ambtsgebiedrestheuvel (Z-Lb) uitgeprepareerd deel v/e(schier)vlakte *getuigebergrestveen na vervening op de grond achtergebleven,meestal dunne vee<strong>nl</strong>aagretraite toevluchtsoord, wijkplaatsretranchement (vestingb) uitgegraven schans i'hopen veld of een tweede wal waarop men zichterugtrekt als de eerste verloren is (in Zws-Vlaangelegd in 1604 tegen de Spanjaarden) •veldschansreute rooiplaats voor hennep wvlasveldreuzengraf «"hunebedreve strook, streep land *ribberevêtement lage bekledingsmuur v/e aarden wal.om wegzakken te voorkomenrevier gebied, terrein of district waar gejaagdwordt of dat doorzocht wordtreye / gracht, waterloop; 2 (VI) stadsgrachtrib 1 smalle strook land met een bodemkundigongestoord profiel als smalle veenakker tussentwee veenplassen [ribbe < krocht] *ril. tegakker.haech. riem. zetwal = straag; 2 Smalle Strook landi/d kleigronden v steenfabrieken a/d HollandseLJssel, bij <strong>het</strong> uitgraven tussen dijk en vaargeulgespaard om ondermeer dienst te doen alsslijk<strong>van</strong>ger; 3 smalle bank in zee *nf; 4 smalleertspijler die als voorlopig steu<strong>nl</strong>ichaam bijmijnbouw is blijven staanribbeling rimpel op bv een stuifzandvlakterichel 1 smalle dumstrook; 2 smalle bank in zeerichting reiatzeve uitstrekkende aanduiding bvwindrichting (zonnereferentie) of kompasrichting(magnetische veldreferentie)richtpaal gerechtspaal als grenspaalrichtpuntshoogte (bosb) hoogte boven de grondv/e punt v/d stam waar de dikte de helft bedraagt<strong>van</strong> die v h grondvlak (i d praktikmeestal op borsthoogte, 1.30 m. boven de arondriddergoed heerlijk goed dat a/e ridder of edelmantoebehoortridderhofstad (Utr) Stichtse naam voor eennddergoed; havezathe met recht op vertegenwoordigingin de Staten <strong>van</strong> Utrecht *kemenade,havezathe. heersnhof. sadelhofstadrideau militaire linie v dekkende voorwerpen(zoals heggen) die de opstelling voor de vijandverbergtridse nvierkrib die meestal alleen bestaat uitenkele rijen palen met wat poothout *ridse, ridsinge.ritsridsinge ridseriege (Gr) rij, bv een huizenblok of kaderiem l lange smalle strook getripte veenstof zobreed als een turf dik is; 2 strook grond diedoor de ploeg wordt omgewerkt *veenakkerrien (Frl) waterstroom *mn, rijnriep kant v/d staat *riepe, trottoirrierland (Frl) oppervlaktemaat voor vaarslandrieswaring (Ov) denriet 1 (Gr) gegraven afwateringssloot, somsdoorgetrokken tot i/d kwelder *ri.jt @G: ridha 'beek.waterloop'; 2 waterplant *roos. roor, roer. heenrietbeek rozeprietdijk oude zeedijk-constructie langs de zuidelijkeZuiderzee waarbij voor de verdediging v/hbeloop rietmatten gebruikt werdenriete (Twente) bovenstuk v/e erosiedal, uitgeslepenin stuwwal met relatief steile randen, aldanruetmet een watertje (rietebeek), stroomafwaartsovergaande i/e houtwalbeekrietgorzen de met net begroeide uiterwaarde<strong>nl</strong>angs de benedenrivierenrietpark omturnde plaats a/d oever om vis te<strong>van</strong>gen en te bewaren *weer, visputrietpoot een langs een duinvoet of i/h duinbeloopingegraven dubbelgevouwen wis dekriet alsdumverdedlgmg *stropoot @G: hriad 'riet'rietscherm een <strong>van</strong> droog riet vervaardigdscherm, ca 1 m hoog om duinverstuiving tegente gaan en aanstuiving te bevorderen «ritsrietschol losdnjvend stuk rietland *zodderietschoot (NHld) rand v riet die de oevers tegende aandrang v/h water beschermdrietspreiïng laag riet ter bescherming v/e dijk>»bekledingrietveen <strong>het</strong> meest voedselrijk (eutroof) soortveen *laai>landveenrietzodde / soort v drijvend eilandje bestaandeuit in elkaar gegroeide waterplanten *kragge.zudde ra-zodde; 2 strook net om land *kraagrif steil omhoogrijzende ondiepte in zee, meestallang en smal (aldanruet met begroeiina); inNederlandse wateren synoniem met steenbankrige (Frl) rij- of streekdorp92
iggeling (bosb) heinhoutrijen (bosb) dié scheuten v eikehakhout uithakkendie met geschild zullen worden i/d winter voor<strong>het</strong> vellenrijk / (Nijmegen) stadsgewest bv Rijk v Nijmegen;2 gebied waarover zich de heerschappij v/evorst uitstrektrijksweg weg die na 1811 doe <strong>het</strong> Rijk is aangelegd,beheerd en onderhouden; vooral in NBrbrede, meestal op de kerktorens gerichte wegenmet forse boombeplantingrijm «s"rijprijn waterstroom *run. rien @K: reinos 'stroom'rijp 1 witte aanslag v ijskristallen aan vaste voorwerpenals gras en boomtakken (aangevrorendauw) *rij; 2 strook land langs een waterkant*reep. oeverrijping fysische en chemische bodemvormendeprocessen die nieuwe gronden structuur gevenrijs 1 watertak @G.- rise; 2 toponiem voor laaggroeiend kreupelbosrijsbed beslag v rijshouttenen dat men in slappeondergrond of onder een weg of dijk aa<strong>nl</strong>egttegen verzakkingrijsberm versterking v paalwerk en tenen a/dvoet v/e dijkrijsbos bosje v laagstammig geboomte, takkebos*rijsbussel. twilhoutrijsbussel gebonden rijsbosrijswaard langs de benedenrivieren gelegenbuitendijkse grond, met griend begroeid (vaakwilgen en elzen) *twijgwaardrijt / (Gr/Frl) uitwatermg v/e stroom of kanaal inzee een ook de daarbij gevormde geul in buitendijksegronden; ook wel een gegraven sloot; 2(NBr) eerste beekbron uit een del ofwel eennatuurlijk, langgerekt komachtig (nat) gebied,liggende tussen zandruggen, op de flank v/ewaterscheiding *stroetrijveling afval v stro na dorsenrijzel dunne tak of twijgrik smalle strook of padrikkepaal paal v afrastering *rikkingspaairikking (Ov.Gld) afrastering, omheiningril 1 natuurlijke waterloop of wetering, mn inkwelgebieden *rei; 2 erosiegeultje *groef, vore; 3mollent, loopgraaf; 4 strook grond langs verveendland, ruggetje *ribberimmel (NBr/Lb) vaste wal bij hoogveen-afgravmg*remelrimpeling lichte golving v/h wateroppervlak *kattepootjerinde eikeschors *bast, runring / rechtsgebied, ook v/e waterschap *dijkring;2 groeiknng in hout; 1 ontschorsmg om eenboomte laten afstervenringboom sluitboom. draaiboomringdijk 1 (Gr) dobbe; 2 ommedijkringdobbe (Frl) drenkpoel voor vee op buitendijkse(ZOUte) grond *hollestelleringelmuur verticaal en horiontaal golvendemuurlijn rondom landhuistuinen *siangemuurringkade geheel gesloten kade waarmee een stukuiterwaard tegen normale hoge waterstandwordt beschermd zonder gebruikmaking v/eneve<strong>nl</strong>iggende dijk of kaderingmuur defensieve sta'dsommuring [stichel