lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
achtermad tweede grasgewas, na eerste maaiing*etgroen. nagrasachterom straat, steeg oï weg die om een stadloopt *k.ais
afrit helling of glooiing waarlangs men v e dijk,brus of bolwerk naar beneden kan gaan *afrel.kluft, stoepafroven de root. korst of bovenlaag v iets afnemen,ihb gezegd v h afsteken der zoden bij deeerste bewerking die de grondslag v e nieuwedijk ondergaatafsabheren stofregenenafsehuimen de bovenste slijkenge aardlaag v dgrond (enkele duimendik) met schuimschopafnemen *afspitten. afspanenafschuiving aardblokverschuiving door lateralerekafschuring "^denudatieafschutten afsluiten met sluis, schot of windschermafside afgelegen, heimelijk of verborgen plaats•danafslaan / bi] oeverafslag; 2 uitmalen v polderwaterop de boezem [afslaan < spuien]afslag / grondverlies door de mechanische werkingv water a d oever en kust. Afslag bi| eenrivier en zeearm wordt veroorzaakt door desterke schuring v d stroom, waardoor kortonder de oever een grote diepte ontstaat. Bijzee. meer en kanaal ontstaat afslag via afbrokkelingdoor golfslag: 2 laad- of stapelplaats vkoopwaar: J zijweg *wankcafslCChten egaliseren *aftroevelen. aftrappenafsluitdijk een dwars door een zeearm aangelegdedijk voor dijkverkorting (goedkopere beschermingv h achterland), maar met ingrijpendegevolgen als getijdeyerlies en verzoeting'verzoutincv/h atgesloten waterafsluitsel sluitboom wslagboomafsmeken van sneeuw of ijs: ablatieafsnee (rivier)bochtafsnijding *hank. hoefijzermeerafsnijden I rechttrekken v rivierbocht *kanaliseren
- Page 1 and 2: LEXICONVAN HETNEDERLANDSE LANDSCHAP
- Page 3 and 4: Aaa (Dr Gld NBr) natuurlijke afwate
- Page 5: aardgracht (schei)sloot tussen twee
- Page 9 and 10: aquaduct (NBr) watergang voor turfv
- Page 11 and 12: in klei. ploegzool bij akker, ijzer
- Page 13 and 14: enedenzon zonbeeld onder het horizo
- Page 15 and 16: iogeografie leer v d verspreiding v
- Page 17 and 18: oetgading landsehapsgencht waarin o
- Page 19 and 20: oveeg (Z-Nld) boven de weg gelegen
- Page 21 and 22: uitendijken door het• binnenwaart
- Page 23 and 24: te kunnen repareren zonder het schi
- Page 25 and 26: Ddaak door een waterloop aangespoel
- Page 27 and 28: dichtslempen het zich vast aaneensl
- Page 29 and 30: draap zandhoogte of rug op de bodem
- Page 31 and 32: ijmengmg v fosforwaterstof (bij luc
- Page 33 and 34: els (Biesbosch) -kreekelu geel. vaa
- Page 35 and 36: faan (Gr) *veenface de naar de aanv
- Page 37 and 38: ga (Frl) dorpsgebied of landstreek,
- Page 39 and 40: geschulpte laag bij rijsbossen: met
- Page 41 and 42: ak milieu (zie aanslibbing) en rela
- Page 43 and 44: grondverbetering beëming. bemestin
- Page 45 and 46: elemmert infiltreren v smelt- en re
- Page 47 and 48: hel / bevroren plek i/d grond *hal;
- Page 49 and 50: hoofdsteen / hoeksteen als bescherm
- Page 51 and 52: ide ankerplaats of aanlegplaats voo
- Page 53 and 54: jaagpad pad langs een trekvaart voo
- Page 55 and 56: kame vlaksnewijze smeltwaterafzetti
achtermad tweede grasgewas, na eerste maaiing*etgroen. nagrasachterom straat, steeg oï weg die om een stadloopt *k.ais