lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl

lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl

voetvanoudheusden.nl
from voetvanoudheusden.nl More from this publisher
13.07.2015 Views

kavalje benaming voor oude, vervallen zaken vbehoorlijke omvang, bv een oud vervallen enuitgewoond huis *apergoed. gebrotte. krotkavel l kadastraal perceel "lot: 2 keep, schrap,hoefslagkaveling perceel v drooggemaakte landerijenkavelsloot scheisloot tussen de kavels v/e bedijking,dwars op een tochtslootkazemat onderaards, bomvrij gewelf in permanenteverdedigingswerken, tot bewaarplaats vmunitie, levensmiddelen of voor veiligstelling vsoldaten en geschut bestemd *kanonkelderkazerne / militair terrein voor manschappen 2fantasieloos huizenblok = carrékeeg (Frl) buitengrond *koog, kaas?, polderkeel / waterdoorgang tussen twee legakkers i/dveenderij, stukje v/e wetering: 2 pijp v/e eendenkooi,ook voor eendenkooi zelf; J duinpan: 4achterzijde v/e bastionkeele kloof, holle wegkeelholt (Veluwe) eikenhakhout, tussen ander bosgroeiend op smalle stroken (kelen) *rabattenboskeen / (Zld) geul i/d buitendijkse grond; 2 spleet,kerf, kloof, scheur *kinekeer l wending i/e waterloop, kromming; 2 plaatsmet warm (thermisch) water 'cadier. bad. thermekeerdam stuwdam *veitdamkeern (NHld) viskuil *weijerdkeersluis enkele sluis die de hogere waterstandbij havens en dokken tegenhoudt *stuwsluis,stouwsluis. rabotkeerweer blinde straat of steegkeet zoutziedenjkegel / (jag) drekhoopje; 2 kiezelsteen, kiezelzand,kegelzandkei korrelgroottefractie v sediment [det < kei]*ccliantkeienvloer uitblazmgsvlakte waar nog slechtsgrindjes en keien resteren, in Nld a/d basis vdekzandkeilbaan kegelbaankeileem ongesorteerde grondmorene. achterblijfselv landijsbedekking, als regel i/d ondergrondtussen 1 en 20 m dik en kalknjkkeizand (Frl) verweerde keileem, het zandigeresidu na verlies v/d fijnere deeltjeskekele ijspegel, kegelkelder herberg, wijnhuiskelderijs •bomijs. kraakijskelle geul of goot waarlangs water op een waterradwordt gebracht, tgv molenvliet *kelkelnarij centrale plaats waar cijns en stedegeldmoest worden afgedragen i/d middeleeuwenkeiven gravenkemenade (Hld) ndderhofstede @OND: camenadekemmel / top, hoogte; 2 kromte, rivierbochtkemp (VI) hennepkempen woestenij *bijstervdd @L: eampinakenning / (scheepv) afstand waarop men nog ietskan zien of onderscheiden; 2 Oudnederlandserechtsspraak in Sticht/Veluwekentering omslag v/h getij *stiiwaterkerkdorpgemeente nederzetting waarin door deaanwezigheid v/e bedehuis de bebouwing verdichtis door toestroom v niet-agranërs *parochiekerkeputje (lit) graf met volgens de Christelijketraditie het voeteneind naar het oostenkerkhoek parochiekerkhof gemeenschappelijke begraafplaats vdoden *knekelhof. godakker, houtjassenpark. begraafplaats,rozengaarde. rosierkerkhofmuurtje masierekerkepad smalle veldweg naar de kerkkerkparochie kerkelijk gebied onder één aartsbisschop;Ned is een kerkprovinciekerksoekinge (WFrl) kerspel, parochiekerndorp tgv streekdorpkerne / zoutkorrel; 2 (O-Nld) spleet, kloof, reetkernekot zoutkeet *kerrekotkernzand bijzonder vet vormzand, meestal methars vermengdkerrekot zoutkeet *kernekotkerspel v oorsprong (RK) kerkelijke gemeente[wagenrede < kerspelj *kerkdorp, parochie, kerksoekingekerve afgesneden stuk landkessel versterkte plaats, burcht @L castellumketel 1 (jag) legering v wilde zwijnen; 2 omslotendal of min of meer ronde inzinking in bodem ofwater *kom, potkets / hooiopper; 2 (NBr) ringwegkeube (Betuwe) omheining *kobe «minkeursloot sloot die onder regelmatig overheidstoezichtof Schouw Staat *schouwslootkeutel balletje dieredrek, mn v schaap, konijn,haas, muiskeuter kleine boer met een klein eigen bedrijfje,meestal één paard rijk *kouter. kotter, kossaard,martelaartje. hakklauwerkeuterhof katerstede, katekidde regel samengeharkte graskie (Frl) eigen grond, familieprond. geboortegrond,erfgoed *kee @OF: kêthekiekklei (NHld) zware zeeklei, in twee fasenafgezet vanaf de 9e eeuw; eerst agv tijdelijkeoverstroming (8-10 cm dik), later een dikkerelaag onder meer rustige omstandigheden «"kleikiel ; (Gr) inspringende hoek *wig. geer; 2 wigvormigegreppel *kil; 3 kuil, diepte (de hel)kielspit l wigvormig uitgestoken, één steek bredegroef i/d grond om de aanleg v/e werk af tebakenen: 2 waterkenng v afgespitte grond54

kielsponning ingraving v zo'n 30 cm diepte langsde teen en hiel v e nieuw aan te leggen dijkkielzog het schuim v/h kielwaterkienhout fossiel pijnhout, hier te lande uit hetveen opgedoken, bevat veel harskier *reet. spleetkies kiezel, grindkiezelgoer aarde v kiezelalgen *diatomeeënaarde,infusoriënaardekiezelsteen klein afgerond grindje zoals die inontelbaar aantal in düuviale gronden voorkomtkiezelzand *biggelzand, grauwele. gravel, gries. kegelkif klein grindkijfland twistlandkijkduin duintop met een ver uitzicht .kijkel ijspegelkijk-in-de-pot (lit) plaats met uitzicht op eenzeeboezem of zeearm (pot)ki jlpiaats watervlaktekikkerig weer koud, kil en vochtigkil 1 oorspronkelijk diep natuurlijk water, alsgeul tussen twee hoogten of zandbanken: 2 bedv/e rivier (ook bedding met de stroom) *strang,hank. kille; j kleine kreek in Biesbosch; 4 langwerpige,zeer diepe plaats in zee *trog; 5 onaangenaammaar niet intens koud v/h weerkiibemaling afzondelijke bemaling v/e diepergedeelte v e polderkille (Ov Gld) doodlopende geul v/e rivier *strang,hank. kilkilometerraai peilraai langs een rivier of kanaalkim ; schijnbare rand gevormd door de horizon*geziehtseinder. kimme; 2 kam of bovenrand v/egebergte, dijkkimduiking het verschil tussen de zichtbare en dewerkelijke gezichtseinder voor een waarnemerdie zich een eind boven het aardoppervlakbevindtkine (VI) spleet, barst, droogtescheur i/d grond*keenkip langwerpige ingraving *keep. geulkippenbruggetje hoge smalle voetbrug *kwakei.hooghoutkisting dam gevormd door evenwijdig lopendewanden opgevuld met aarde om als noodkenngbovenop een dijk of bedreigde plaatsen aangebrachtkits hoop grind of steenslag v/e bepaalde driehoekigprofiel, op regelmatige afstand langs verhardewegen opgeslagen *kistklaarbank hoger gerechtshof of appèlgerichtonder toezicht v e landheer *klaringklafter (O-Nld) vademklain (Gr) veen es'kiijnklak kwak modder *klodderklam plakkerig vochtig *samklamaai uitwerpselen, drek *kiameiklamdijk dijk waarover een geschil isklammad (Zaanstreek) twistlandklamot kluit of klont *klater. klamoddeklamp aangebroken hooi- of kuilvoerhoopklampen aan hopen zetten v steen, rietklap ophaalbrugklaphek valhek in combinatie met wildrooster tertoegang v natuurreservaat-gebiedenklapgolf brandingstype tegen steile wanden waarbijde waterdiepte minimaal 2x de golfhoogtemoet zijnklappersteen (Veluwe) ijzerconcretie rond latermgedroogde kleiklompjes (gestuwde pakkettenriviersediment) dat vroeger voor ijzerwinningontgonnen werd Wijzerkuil. slakkenhoopklapzand zeer fijn zand aldanniet gemengd metleem, dat oiv grondwater tot een maximalecompactie is samengevloeid "loopzand. kwelzand,drijfzandklaren 1 licht worden; 2 onttroebelenklaring (Ov/Gld) «rklaarbankklastisch sediment door verwering vrijgekomengesteentegruis dat na transport door zwaartekracht,water, wind of ijs wordt afgezet. Verdereonderverdeling gaat naar afzettingsmilieu enkorrelgrootte(samenstelling)klater vademklauw 1 (Lb) benaming voor grote kiezelstenen ingrind v/d Maas; 2 kluftklauwengang het recht om vee op braakliggendegronden te laten beweiden, art 680 BWkleaster (Frl) kloosterkledder viezigheid, modder, prutkleef helling @L clivus helling'kleefaarde (Lb) verweringsbodem v krijt, bruineen zeer plastische kleigrond v montmorriloniet(NB; geen loss) *kleveneerdkleefgrond vollersaardekleefheien funderingspalen tot een bepaaldediepte inheien waarbij ze niet tot op een draagkrachtigelaag reiken maar door de weerstandvan doorheide klei stevigheid krijgenkleefzand lossklei secundair gevormd, plaatvormig bodemmateriaal,naar grootte beter aan te duiden als lutum,met duidelijke bodemfysische en -chemischekenmerken tav watergehalte, kationbinding,en structuurkleigrond *haaft. kiijtkleiklomp bezoenklein voorvoegsel bij plaats- of waternaam *lutj>,lutske. lytsekleinschalig / (kartografie) zeer globaal en sterkseaeneraliseerd. bv 1: 1.000.000; 2 (landgebruik)55

kavalje benaming voor oude, vervallen zaken vbehoorlijke om<strong>van</strong>g, bv een oud vervallen enuitgewoond huis *apergoed. gebrotte. krotkavel l kadastraal perceel "lot: 2 keep, schrap,hoefslagkaveling perceel v drooggemaakte landerijenkavelsloot scheisloot tussen de kavels v/e bedijking,dwars op een tochtslootkazemat onderaards, bomvrij gewelf in permanenteverdedigingswerken, tot bewaarplaats vmunitie, levensmiddelen of voor veiligstelling vsoldaten en geschut bestemd *kanonkelderkazerne / militair terrein voor manschappen 2fantasieloos huizenblok = carrékeeg (Frl) buitengrond *koog, kaas?, polderkeel / waterdoorgang tussen twee legakkers i/dveenderij, stukje v/e wetering: 2 pijp v/e eendenkooi,ook voor eendenkooi zelf; J duinpan: 4achterzijde v/e bastionkeele kloof, holle wegkeelholt (Veluwe) eikenhakhout, tussen ander bosgroeiend op smalle stroken (kelen) *rabattenboskeen / (Zld) geul i/d buitendijkse grond; 2 spleet,kerf, kloof, scheur *kinekeer l wending i/e waterloop, kromming; 2 plaatsmet warm (thermisch) water 'cadier. bad. thermekeerdam stuwdam *veitdamkeern (NHld) viskuil *weijerdkeersluis enkele sluis die de hogere waterstandbij havens en dokken tegenhoudt *stuwsluis,stouwsluis. rabotkeerweer blinde straat of steegkeet zoutziedenjkegel / (jag) drekhoopje; 2 kiezelsteen, kiezelzand,kegelzandkei korrelgroottefractie v sediment [det < kei]*ccliantkeienvloer uitblazmgsvlakte waar nog slechtsgrindjes en keien resteren, in Nld a/d basis vdekzandkeilbaan kegelbaankeileem ongesorteerde grondmorene. achterblijfselv landijsbedekking, als regel i/d ondergrondtussen 1 en 20 m dik en kalknjkkeizand (Frl) verweerde keileem, <strong>het</strong> zandigeresidu na verlies v/d fijnere deeltjeskekele ijspegel, kegelkelder herberg, wijnhuiskelderijs •bomijs. kraakijskelle geul of goot waarlangs water op een waterradwordt gebracht, tgv molenvliet *kelkelnarij centrale plaats waar cijns en stedegeldmoest worden afgedragen i/d middeleeuwenkeiven gravenkemenade (Hld) ndderhofstede @OND: camenadekemmel / top, hoogte; 2 kromte, rivierbochtkemp (VI) hennepkempen woestenij *bijstervdd @L: eampinakenning / (scheepv) afstand waarop men nog ietskan zien of onderscheiden; 2 Oud<strong>nederlandse</strong>rechtsspraak in Sticht/Veluwekentering omslag v/h getij *stiiwaterkerkdorpgemeente nederzetting waarin door deaanwezigheid v/e bedehuis de bebouwing verdichtis door toestroom v niet-agranërs *parochiekerkeputje (lit) graf met volgens de Christelijketraditie <strong>het</strong> voeteneind naar <strong>het</strong> oostenkerkhoek parochiekerkhof gemeenschappelijke begraafplaats vdoden *knekelhof. godakker, houtjassenpark. begraafplaats,rozengaarde. rosierkerkhofmuurtje masierekerkepad smalle veldweg naar de kerkkerkparochie kerkelijk gebied onder één aartsbisschop;Ned is een kerkprovinciekerksoekinge (WFrl) kerspel, parochiekerndorp tgv streekdorpkerne / zoutkorrel; 2 (O-Nld) spleet, kloof, reetkernekot zoutkeet *kerrekotkernzand bijzonder vet vormzand, meestal methars vermengdkerrekot zoutkeet *kernekotkerspel v oorsprong (RK) kerkelijke gemeente[wagenrede < kerspelj *kerkdorp, parochie, kerksoekingekerve afgesneden stuk landkessel versterkte plaats, burcht @L castellumketel 1 (jag) legering v wilde zwijnen; 2 omslotendal of min of meer ronde inzinking in bodem ofwater *kom, potkets / hooiopper; 2 (NBr) ringwegkeube (Betuwe) omheining *kobe «minkeursloot sloot die onder regelmatig overheidstoezichtof Schouw Staat *schouwslootkeutel balletje dieredrek, mn v schaap, konijn,haas, muiskeuter kleine boer met een klein eigen bedrijfje,meestal één paard rijk *kouter. kotter, kossaard,martelaartje. hakklauwerkeuterhof katerstede, katekidde regel samengeharkte graskie (Frl) eigen grond, familieprond. geboortegrond,erfgoed *kee @OF: kêthekiekklei (NHld) zware zeeklei, in twee fasenafgezet <strong>van</strong>af de 9e eeuw; eerst agv tijdelijkeoverstroming (8-10 cm dik), later een dikkerelaag onder meer rustige omstandigheden «"kleikiel ; (Gr) inspringende hoek *wig. geer; 2 wigvormigegreppel *kil; 3 kuil, diepte (de hel)kielspit l wigvormig uitgestoken, één steek bredegroef i/d grond om de aa<strong>nl</strong>eg v/e werk af tebakenen: 2 waterkenng v afgespitte grond54

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!