lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
Kka kade @G/; kagio 'onwalling'kaag 1 (NHld) stuk buitendijks land. en danmeestal omdijkt *koog; 2 smal en laag dijkje omeen gors; 3 weg door een moeras *tra, zuwe.dochter; 4 zware bui *kaakkaai 1 kade; 2 werf, aaniegplaatskaaidijk smalle, lichte dijk *batkaaien de waterkant langs een land ophogen dooruitgebaggerde specie en afsteeksel v/d wal op dekant te halenkaaihelling *kielkade. sleephellingkaak / rukwind; 2 zware bui *kaag; 3 schandpaalof gerechtspaal «geselpaal; 4 wrijfpaal voor vee inweiland (kaak of rib v/e walvis) •scheukpaal.schurkkaal bodem zonder gewas of plantengroei*scham(plek), blaaikaaidijk dijk zonder voorlandkaalslag ontbloten v/e stuk bosgrond door allebomen te vellen *lichting (géén ontbossing), kaalkapkaam (Z-Nld) brouwerij *kam, panhuiskaap 1 in zee vooruitstekende hoge landpunt; 2kijktoren of baken voor scheepvaart *belvédérekaapstander gestel v balken met een daartegenaangebracht scherm v latten en ribben dat alsbaak op het land dienst doet voor de zeevaartkaar 1 glaciale erosie-nis; 2 strooien bijenkorf;kaardwolf duivel «^bijgeloofkaart gegeneraliseerde afbeelding v/h aardoppervlakvolgens een bepaalde projectiemethode(kegelsneden), met veelal thematische kleurbasisen aanvullende geografische informatiekaartazimut kaarthoekkaartenhoek atlaskaarthoek hoek die de richting v/e lijn op eenkaart maakt met de i/d kaart aangenomen nulrichting(meridiaan) *argumentkaartprojectie geodetische wijze v/h in kaartbrengen v/h aardoppervlak op een geoïde (eendenkbeeldig referentievlak)kaatsbiian *bolbaan. kegelbaan, rabat. tra. cachekabbeling / zacht golven, met kleine golfjesvoortstromen of tegen de oever slaan *juffer.rafeling; 2 vorming v schapewolkjes i/d luchtkabel (Hld) kavel (omheiningsterm is overgedragenop het landstuk)kabeljauwkelder (lit) de diepte der zeekabellengte een bij verschillende naties in afmetinguiteenlopende afstandsmaat. thans vrijalgemeen op 1/10 zeemijl = 185 m gesteld; bij deKoninklijke Marine op 225 mkadaster het v staatswege bijgehouden openbareregister v onroerende goederen waarbij dezemet aanduiding v gemeente, sectie en nummerzijn omschreven en waarin aantekening geschiedtv alle zakelijke rechten door in- ofoverschrijving v/d daaromtrent gemaakte akten[nummer < plan < sectie] *grond-boekhouding. morgenboek,quoteboekkadastrale kaart plankadaver dierelijk *onvlaat. kronge, kreng. lijk. aaskade 1 waterkering aangelegd bij ontginning i/elaag gelegen gebied om de in cultuur genomengronden te beschermen tegen wateroverlast.Deze kades werden vaak beplant met genefhout(houtkades). Paden over de kades diendentevens als schouwpaden *achterdichting. achterkade.achterrugge, houtkade, leusing, landseinde ~veendijkihoogveenomginning); 2 gracht, singel; 3 beschoeimgof gemetselde oeverstrook *aanlegkaai. gewas.plankier, tragel, welle, werfkader ruimtelijk -: (VI) omgevingkadsteen kadastersteen, als vast meetmerkpunt vgrondboekhoudingkaf 1 plaats, dorp; 2 schutbast *stro. bolster, duist.agekaksel uitwerpselen v mensen en dieren *drek. kakkalender jaanndeling in dagenkalf l portie afgezakte aarde v/e slootkant ofkanaaloever [kalf < koe] s* massabeweging: 2 kleinwater, meertje of plasjekalk CaCO 3 als bodem'zout' van nature aanwezigin kalkrijk sediment als rivieropslibbing, duinbodem-(schelp)zandkalkoven kalkbranderij met een oven in de vormv een toelopende toren, waarbij zee- of strandschelpenverbrand en met water besprenkeldgebluste kalk opleverde. Bij verkeerde procesafstemmingontstond voor de bouw onbruikbarekalkbiscuit of kluitkalkkalksteenholte door oplossing onstane holte i/dbodem (karstverschijnselen) *druipsteengrot. orgelpijpkalle (NBr) kleine waterstroom, gootjekalmte windstilte op zee *smolt. smoutkalven afbrokkelen v grond/ijskam 1 opstaande rug v heuvels of kruin v golven;2 (Z-Nld) brouwerij *kamb. kaam. kamme. panhuiskamb brouwerij «s-kamkamduin 1 dwarsduin a/d kust, ontstaan uit restenv paraboolduinen, met scherpe maar grilligetoplijn; 2 (Ov) inlands duintype ontstaan doorde mens bij de bescherming v/h oude cultuurlandmet omringend houtgewas tegen overstuivingvanuit de Overijsselse Vecht52
kame vlaksnewijze smeltwaterafzettingkamer / onderaardse ruimte, deel v/e grot: 2plaats v/e hofheer met opgeslagen voorraden(horigengroepen werden kamerlingen of keurmedigengenoemd); j gereserveerd bosgebied,beheerd door de landsheerlijke Kamer; 4 oppervlaktemaat*camerekamersluis schutsluiskamlijn lijn die de opeenvolgende toppen endalen v/e fase-overgang markeert *golfkam. heuvelkam,kruinkamp 1 individuele blokvormige akker-ontginningomgeven door heg of houtwal; 2 stuk (weide)grondals afgebakend of omsloten terrein*bulk. huiswoerd. vrijtgers; 3 (NBr) bouwland alsopen veld @L- campus veld'; 4 legering v soldaten*retranchementkampeerterrein tijdelijke overnachtingsplaats opeen domeingrondkampenlandschap gevarieerd, afwisselend enbesloten landschap met verspreid liggendeboerderijen, akkers, weilanden, houtwallen enbeken op de lagere zandgronden, itt het oudereesdorplandschap op hogere zandgronden. Deboerderijen (hoeven) werden verspreid langs debeken gebouwd en de vochtige loofbossen langsbeken ontgonnen, akkers werden bemest metschapemest'heideplaggen (potstal). Er zijn velehoutwallen, kleine bosjes en kronkelige zandwegendie het gebied een besloten karakter geven(Gelderse Vallei, Achterhoek, Salland) *oudehoeveniandschapkampontginning ontginningsvorm met blokverkavelmgwaarbij de akkers en de weidegrondenmet in grote complexen bijeen liggenkanaal gegraven en meestal recht vaarwater datafgesloten is v/h buitenwater en beheersing v/hwaterpeil kent, afgestemd op scheepsverkeer*conduit. vaart, trekvaart. zeeg. tocht @L cannukanaal vak *pandkanalisatie bevaarbaar maken v/e rivier doorbochtafsmjding (coupure), debiet-controle ennormalisatiekandel (Hld) kamelkanjel / (Lb) waterloopje *kandei. gantei; 2 goot ofwaterleidingkanonkelder kazematkansel schiethok op palen als hoge zitplaats, metladder waar de jager het wild afwacht •jaehtstoelkant 1 weegberm, zoom; 2 windrichting, streekkanton / administratief gebied; 2 wegvak terlengte v s tot 7 km terzake v/h dagelijke onderhoudkantse wind schuin invallende windkantveen veenoppervlak op welke het gravenvoor het seizoen eindiutkantvisserij het vangen v platvis i/h zachte jaargetijde,dicht onder de kust dmv schrobnettenkape baken of vuurtorenkapel 1 (NBr/Lb) klem (RK) gebouwtje i/h veldof langs de weg als gebedsplaats voor bewonersen passerende reizigers *bedehuisje, vlinder, bidkapel.veldkapei; 2 struik of hok v vlas op het veldter drogingkaphout hakhout «s"iaaikapok (vliegwezen) wolkenkaproen kroon v/e boom als kaphoutkapschuur boerenschuur zonder zijwanden eneen op draagzuilen rustende kap *hooischelf.vijzelbergkardoes (Kampereiland) aangeslibd buitendijksruigland *nes, aanschotkarrenveld gegroefd bodemoppervlak in eenkalksteengebied, ontstaan door kalkoplossinglangs gesteentescheuren door regenwater'S'karstverschijnselenkarreveld (Zld) relatief ondiep uitgegraven terreinvoor kleiwinning ter locale dijkversterkingaangewend, aan de binnenzijde v/d inlaagdijk*aardhaling ~ inlaag. kuipkarspel kerkelijk ambtsgebied «"kerspeikarstverschijnselen verzamelnaam voor de geomorfologiedie het gevolg is v oplossingsverschijnselenin relatief goed oplosbaar gesteente(gips, kalksteen) *karrenveld. druipsteengrot, doline.geolgische orgelpijpkasselrij (Z-Nld/Vl) burggraafschap of kastelenijkasteel adelijk bolwerk, veelal als teken vanmacht en rijkdom aldanmet later tot kleinevesting omgebouwd of slechts tot buitenplaatsv/d gegoede burgerij bewaard gebleven •steen^huis. stins. hooghuis. borg, donjon. ridderhofstad. ringburcht.havezathe. slot. hoef. vestingkastelein t^zetboerkastuinbouw glasteeltkat 1 verheven deel v/d bodem in hoogveen *belt.hult. kop; 2 geheide aanlegpaal i/h midden v/evaarwaterkate keuterboerderij of schuur *kotkateie strandhoofd *noikaterstede kleine boerenplaats v/e keuterkathedraal hoofdkerk v/e bisdomkatse (NBr) weg om een bewoonde plaats *ringweg,ketskattegat nauwe (vaar)doorgangkatteklei een weinig vruchtbare, extreem zureklei, doorschoten met lichter gkleurde aardlagen(wit of geelwit) die vooral FeSO 4 bevattenkattepootje lichte rimpeling v/h wateroppervlakdoor een zwakke wind53
- Page 3 and 4: Aaa (Dr Gld NBr) natuurlijke afwate
- Page 5 and 6: aardgracht (schei)sloot tussen twee
- Page 7 and 8: afrit helling of glooiing waarlangs
- Page 9 and 10: aquaduct (NBr) watergang voor turfv
- Page 11 and 12: in klei. ploegzool bij akker, ijzer
- Page 13 and 14: enedenzon zonbeeld onder het horizo
- Page 15 and 16: iogeografie leer v d verspreiding v
- Page 17 and 18: oetgading landsehapsgencht waarin o
- Page 19 and 20: oveeg (Z-Nld) boven de weg gelegen
- Page 21 and 22: uitendijken door het• binnenwaart
- Page 23 and 24: te kunnen repareren zonder het schi
- Page 25 and 26: Ddaak door een waterloop aangespoel
- Page 27 and 28: dichtslempen het zich vast aaneensl
- Page 29 and 30: draap zandhoogte of rug op de bodem
- Page 31 and 32: ijmengmg v fosforwaterstof (bij luc
- Page 33 and 34: els (Biesbosch) -kreekelu geel. vaa
- Page 35 and 36: faan (Gr) *veenface de naar de aanv
- Page 37 and 38: ga (Frl) dorpsgebied of landstreek,
- Page 39 and 40: geschulpte laag bij rijsbossen: met
- Page 41 and 42: ak milieu (zie aanslibbing) en rela
- Page 43 and 44: grondverbetering beëming. bemestin
- Page 45 and 46: elemmert infiltreren v smelt- en re
- Page 47 and 48: hel / bevroren plek i/d grond *hal;
- Page 49 and 50: hoofdsteen / hoeksteen als bescherm
- Page 51 and 52: ide ankerplaats of aanlegplaats voo
- Page 53: jaagpad pad langs een trekvaart voo
- Page 57 and 58: kielsponning ingraving v zo'n 30 cm
- Page 59 and 60: kluis / (Utr) werfkelder langs grac
- Page 61 and 62: neerslag. De neerslag is dikwijls k
- Page 63 and 64: kruisland (Zld/NBr) landstuk door g
- Page 65 and 66: Llaadplaats aan de oever gelegen la
- Page 67 and 68: leek (Frl) beekje *iekleem / kleiac
- Page 69 and 70: looierskuil kuil waarin de huiden v
- Page 71 and 72: Mmaaidag oppen laktemaat, volgens d
- Page 73 and 74: mennegat landweg (over het land v a
- Page 75 and 76: molenwerf matmoles (Ov/Gld) stenen
- Page 77 and 78: Nnaakt / kaal of onbegroeid terrein
- Page 79 and 80: noodweg notwegnoord windrichting, h
- Page 81 and 82: omloop / tijdsverschil in bosbouw t
- Page 83 and 84: opdriebomen opmetenopdrijven met de
- Page 85 and 86: slepen, ten tijde voor ingebruiknam
- Page 87 and 88: parelbliksem zeldzame vorm v blikse
- Page 89 and 90: plat / platkaart: kaartprojectie vo
- Page 91 and 92: pseudo-asar dekzandrug die grote ui
- Page 93 and 94: ecognitie betaling voor gebruik v/e
- Page 95 and 96: iggeling (bosb) heinhoutrijen (bosb
- Page 97 and 98: ooster wild- of veedrempel bij natu
- Page 99 and 100: schapedrift grond waarover een kudd
- Page 101 and 102: schraalland 1 ontwaterd of juist on
- Page 103 and 104: 4 elk der afdeling waarin bouwland
Kka kade @G/; kagio 'onwalling'kaag 1 (NHld) stuk buitendijks land. en danmeestal omdijkt *koog; 2 smal en laag dijkje omeen gors; 3 weg door een moeras *tra, zuwe.dochter; 4 zware bui *kaakkaai 1 kade; 2 werf, aaniegplaatskaaidijk smalle, lichte dijk *batkaaien de waterkant langs een land ophogen dooruitgebaggerde specie en afsteeksel v/d wal op dekant te halenkaaihelling *kielkade. sleephellingkaak / rukwind; 2 zware bui *kaag; 3 schandpaalof gerechtspaal «geselpaal; 4 wrijfpaal voor vee inweiland (kaak of rib v/e walvis) •scheukpaal.schurkkaal bodem zonder gewas of plantengroei*scham(plek), blaaikaaidijk dijk zonder voorlandkaalslag ontbloten v/e stuk bosgrond door allebomen te vellen *lichting (géén ontbossing), kaalkapkaam (Z-Nld) brouwerij *kam, panhuiskaap 1 in zee vooruitstekende hoge landpunt; 2kijktoren of baken voor scheepvaart *belvédérekaapstander gestel v balken met een daartegenaangebracht scherm v latten en ribben dat alsbaak op <strong>het</strong> land dienst doet voor de zeevaartkaar 1 glaciale erosie-nis; 2 strooien bijenkorf;kaardwolf duivel «^bijgeloofkaart gegeneraliseerde afbeelding v/h aardoppervlakvolgens een bepaalde projectiemethode(kegelsneden), met veelal thematische kleurbasisen aanvullende geografische informatiekaartazimut kaarthoekkaartenhoek atlaskaarthoek hoek die de richting v/e lijn op eenkaart maakt met de i/d kaart aangenomen nulrichting(meridiaan) *argumentkaartprojectie geodetische wijze v/h in kaartbrengen v/h aardoppervlak op een geoïde (eendenkbeeldig referentievlak)kaatsbiian *bolbaan. kegelbaan, rabat. tra. cachekabbeling / zacht golven, met kleine golfjesvoortstromen of tegen de oever slaan *juffer.rafeling; 2 vorming v schapewolkjes i/d luchtkabel (Hld) kavel (omheiningsterm is overgedragenop <strong>het</strong> landstuk)kabeljauwkelder (lit) de diepte der zeekabellengte een bij verschillende naties in afmetinguitee<strong>nl</strong>opende afstandsmaat. thans vrijalgemeen op 1/10 zeemijl = 185 m gesteld; bij deKoninklijke Marine op 225 mkadaster <strong>het</strong> v staatswege bijgehouden openbareregister v onroerende goederen waarbij dezemet aanduiding v gemeente, sectie en nummerzijn omschreven en waarin aantekening geschiedtv alle zakelijke rechten door in- ofoverschrijving v/d daaromtrent gemaakte akten[nummer < plan < sectie] *grond-boekhouding. morgenboek,quoteboekkadastrale kaart plankadaver dierelijk *onvlaat. kronge, kreng. lijk. aaskade 1 waterkering aangelegd bij ontginning i/elaag gelegen gebied om de in cultuur genomengronden te beschermen tegen wateroverlast.Deze kades werden vaak beplant met genefhout(houtkades). Paden over de kades diendentevens als schouwpaden *achterdichting. achterkade.achterrugge, houtkade, leusing, landseinde ~veendijkihoogveenomginning); 2 gracht, singel; 3 beschoeimgof gemetselde oeverstrook *aa<strong>nl</strong>egkaai. gewas.plankier, tragel, welle, werfkader ruimtelijk -: (VI) omgevingkadsteen kadastersteen, als vast meetmerkpunt vgrondboekhoudingkaf 1 plaats, dorp; 2 schutbast *stro. bolster, duist.agekaksel uitwerpselen v mensen en dieren *drek. kakkalender jaanndeling in dagenkalf l portie afgezakte aarde v/e slootkant ofkanaaloever [kalf < koe] s* massabeweging: 2 kleinwater, meertje of plasjekalk CaCO 3 als bodem'zout' <strong>van</strong> nature aanwezigin kalkrijk sediment als rivieropslibbing, duinbodem-(schelp)zandkalkoven kalkbranderij met een oven in de vormv een toelopende toren, waarbij zee- of strandschelpenverbrand en met water besprenkeldgebluste kalk opleverde. Bij verkeerde procesafstemmingontstond voor de bouw onbruikbarekalkbiscuit of kluitkalkkalksteenholte door oplossing onstane holte i/dbodem (karstverschijnselen) *druipsteengrot. orgelpijpkalle (NBr) kleine waterstroom, gootjekalmte windstilte op zee *smolt. smoutkalven afbrokkelen v grond/ijskam 1 opstaande rug v heuvels of kruin v golven;2 (Z-Nld) brouwerij *kamb. kaam. kamme. panhuiskamb brouwerij «s-kamkamduin 1 dwarsduin a/d kust, ontstaan uit restenv paraboolduinen, met scherpe maar grilligetoplijn; 2 (Ov) i<strong>nl</strong>ands duintype ontstaan doorde mens bij de bescherming v/h oude cultuurlandmet omringend houtgewas tegen overstuiving<strong>van</strong>uit de Overijsselse Vecht52