lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
hittedag dag waarop de temperatuur >25°C stijgthittegolf periode v 5 dagen achtereen met temperatuur>25 = C en waarbij minimaal 3 dagen>30°C hebbenho plotseling eindigende rug of uitstekende landrug*klifhoagte (Goeree) dijkje of akkeromwaüing, totenkele meters hoogte, bestaande uit bovengrondv/d akkertjes dat verwijderd werd om dichter bijde grondwaterspiegel te komen (uitmijningen),soms tegen de schurvelingen geworpenhoba (NBr) oppervlaktemaat v 16 hahobbedob 1 slappe grond of soppig land; 2 drijftilhobbel kleine, hinderlijke oneffenheidhobrede hoofdbreedte, ofwel de breedte (meestalechter de smalle zijde) waarmee een perceeltegen een dijk aanschiethoef / oppervlaktemaat, Iandstuk v 16 morgen ofvaak 12 bunder; 2 (NHld) achtervoegsel intopomemen verwijzend naar een (voormalig)kasteel 5 -hoef. -steinhoefijzerduin paraboolduinhoefijzermeer oude afgesneden meanderbocht[kronkelwaardgeul < hoefijzermeer]hoefslag het aandeel waarvoor een ingeland opgrond v/d grootte v zijn landsbezit (het morgengetal)in het onderhoud v/e dijk of weg is aangeslagen"matdijkhoefslagpaal dijkgrenspaal *hevenpaalhoefstal aanhang of bijgebouwtje *travalje, nootstalhoei hooi *huyhoek / afgesneden of afgelegen stuk grond $ -egghe *timp. geer. bocht. hurk. hoorn; 2 Complexlanderijen dat een geografisch afgebakendeeenheid vormt; 3 (Z-Nld) buurthoel (VI) dal @G: hulahoelt (O-Nld) landbezit, dat wat iedere eigenaarof ingeland i 'e polder bezit *houdhoepland griendlandhoeve 1 ontginningsBasis met breedte van 112 m;2 hoeveelheid land nodig voor onderhoud v ééngezin; j oppervlaktemaat voor land, zo'n 16morgen ofwel 13.6 ha; 4 veehof, boerderij [keuterij< hoeve(morgen)] "hofstede, doening, gewinhoeve-akkerdorp gehucht van enkele boerderijen(4), met een T-vormige plattegrond, door delinguit één boerden) ontstaan, in nauwelijks ontgonnengebied (heide) na 1100 gestichthoevestrook kavel met boerderij als een zelfstandigebedrijfseenheid, waarbij de lengte >2xbreedte, in streekdorpenlandschaphof 1 moestuin midden ie dorp of bij woningen,veelal omgeven met een haag ter veewering*lochting. beluik; 2 houten heining om een weide;3 het centrum v e domein, vaak gekenmerktdoor een schildvorrmg centrum (curtis sales),woonplaats v/e rentmeesterhofland / land dat tegen een geringe geldsom a/epachter ter gebruik wordt gegeven, tgv garfland;2 land dat bij een hoeve behoort; 3 tuinland*warmoeziersiand. goorn; 4 tuineerdgrondhofstad (begraven -) grote boerderij met recht vzwanednft (omgrachting) *schrans. slotjehofstee / hoeve, boerderij *morgen; 2 riddergoed*kemenade; j (Betuwe) kleine boerderij met (ofzelfs zonder) enig landhogegrond (bodemk) grond die hoog boven hetgrondwater ligt (>1 m), zodat de erop groeiendegewassen er niet van kunnen profiterenhogewind noordenwindhohorst heilige berghok bouwsel v schoven op land voor drogenhol 1 komvormige uitdieping met grasland; 2 grotof Spelonk *duwiere, klippe. krocht, konkel; J Stenenof houten boogbrug *heul; 4 aflopend gedeeltev/e wegholland houtlandhollebollig terrein (Zld) deels vergraven enovergraven terrein met zeer onregelmatig reliëfen van wisselende grootte, ontstaan door moernermghollestelle (Zld) komvormigs poel in schor met(zoet) regenwater ter veedrenking *ringdohhe (Frl),vathe (Gr)holle weg weg omsloten door steile, aldannietbegroeide wanden in heuvelachtig terrein, ontstaandoor eroderende karresporen en afspoeling[holle weg < ravijn] *grubhe. gracht, keeleholle wind (Gr) koude, sterke windholm / eilandje: 2 verheffing, en in veldnameneen hoog gelegen, droog terrein in natte omgeving*belte. kop. kat. bilt @OND: holmrholrond land: pannigholt aangeplant eikenhakhout voor boeren a/drand V/d es @G: hulta = strubbe, geriefhoutholting markgenootschap voor bossenholtink jaarlijkse markevergadering *hoitsprakeholtsprake holtinkhompel zandrug (bank) i/e kustvaarwaterhond 1 (NBr) landmaat van 100 roeden 2 , =0.1648ha *hunte; 2 (Utr/Hld) brok veen dat i'e reedsuitgegraven veenput valt; 3 scheur i/h veenhongerkamp / slecht Iandstuk met marginaleopbrengsten *bijsterveld. smachtland; 2 Uithoek alsverblijfplaats v zwervers en woonwagenbewoners(hongaren); 3 land v/e dienstman of laathontschap dorpsgemeente *hamhoofddijk / zeedijk; 2 deel v/e dijk dat aan eengemeente in onderhoud is toegewezenhoofdgesticht aartsbisdomhoofdkade achterkade46
hoofdsteen / hoeksteen als bescherming; 2 grenssteenhoogheemraadschap (Hld/Utr) waterschaphooghout (Gr) houten trapjes i/d veenkoloniënwaar de schepen onder door kunnen varen*kwakel. kippenbruggetjehooghuis kasteel, slothoogte opwelving S hou- *pol. jarmte, hocht, hugi.eugte. lurehoogte nemen positie (geografisch breedte) bepalendoor bestek op te nemenhoogtewind wind i/d hogere, vrije lagen v/datmosfeer (ïha boven 1000 m), tgv grondwind*bovenwindhoogveen mogelijke definities: 1 boven de grondwaterspiegelgevormd veen met spreiding vanuiteen centrum; 2 veen dat op dit moment bovende grondwaterspiegel ligt en in lagen v 3 tot 10m dikte kan voorkomen; J veen gevormd ondervoedselarme omstandigheden, en vaak zelf eenkalkgehalte
- Page 1 and 2: LEXICONVAN HETNEDERLANDSE LANDSCHAP
- Page 3 and 4: Aaa (Dr Gld NBr) natuurlijke afwate
- Page 5 and 6: aardgracht (schei)sloot tussen twee
- Page 7 and 8: afrit helling of glooiing waarlangs
- Page 9 and 10: aquaduct (NBr) watergang voor turfv
- Page 11 and 12: in klei. ploegzool bij akker, ijzer
- Page 13 and 14: enedenzon zonbeeld onder het horizo
- Page 15 and 16: iogeografie leer v d verspreiding v
- Page 17 and 18: oetgading landsehapsgencht waarin o
- Page 19 and 20: oveeg (Z-Nld) boven de weg gelegen
- Page 21 and 22: uitendijken door het• binnenwaart
- Page 23 and 24: te kunnen repareren zonder het schi
- Page 25 and 26: Ddaak door een waterloop aangespoel
- Page 27 and 28: dichtslempen het zich vast aaneensl
- Page 29 and 30: draap zandhoogte of rug op de bodem
- Page 31 and 32: ijmengmg v fosforwaterstof (bij luc
- Page 33 and 34: els (Biesbosch) -kreekelu geel. vaa
- Page 35 and 36: faan (Gr) *veenface de naar de aanv
- Page 37 and 38: ga (Frl) dorpsgebied of landstreek,
- Page 39 and 40: geschulpte laag bij rijsbossen: met
- Page 41 and 42: ak milieu (zie aanslibbing) en rela
- Page 43 and 44: grondverbetering beëming. bemestin
- Page 45 and 46: elemmert infiltreren v smelt- en re
- Page 47: hel / bevroren plek i/d grond *hal;
- Page 51 and 52: ide ankerplaats of aanlegplaats voo
- Page 53 and 54: jaagpad pad langs een trekvaart voo
- Page 55 and 56: kame vlaksnewijze smeltwaterafzetti
- Page 57 and 58: kielsponning ingraving v zo'n 30 cm
- Page 59 and 60: kluis / (Utr) werfkelder langs grac
- Page 61 and 62: neerslag. De neerslag is dikwijls k
- Page 63 and 64: kruisland (Zld/NBr) landstuk door g
- Page 65 and 66: Llaadplaats aan de oever gelegen la
- Page 67 and 68: leek (Frl) beekje *iekleem / kleiac
- Page 69 and 70: looierskuil kuil waarin de huiden v
- Page 71 and 72: Mmaaidag oppen laktemaat, volgens d
- Page 73 and 74: mennegat landweg (over het land v a
- Page 75 and 76: molenwerf matmoles (Ov/Gld) stenen
- Page 77 and 78: Nnaakt / kaal of onbegroeid terrein
- Page 79 and 80: noodweg notwegnoord windrichting, h
- Page 81 and 82: omloop / tijdsverschil in bosbouw t
- Page 83 and 84: opdriebomen opmetenopdrijven met de
- Page 85 and 86: slepen, ten tijde voor ingebruiknam
- Page 87 and 88: parelbliksem zeldzame vorm v blikse
- Page 89 and 90: plat / platkaart: kaartprojectie vo
- Page 91 and 92: pseudo-asar dekzandrug die grote ui
- Page 93 and 94: ecognitie betaling voor gebruik v/e
- Page 95 and 96: iggeling (bosb) heinhoutrijen (bosb
- Page 97 and 98: ooster wild- of veedrempel bij natu
hoofdsteen / hoeksteen als bescherming; 2 grenssteenhoogheemraadschap (Hld/Utr) waterschaphooghout (Gr) houten trapjes i/d veenkoloniënwaar de schepen onder door kunnen varen*kwakel. kippenbruggetjehooghuis kasteel, slothoogte opwelving S hou- *pol. jarmte, hocht, hugi.eugte. lurehoogte nemen positie (geografisch breedte) bepalendoor bestek op te nemenhoogtewind wind i/d hogere, vrije lagen v/datmosfeer (ïha boven 1000 m), tgv grondwind*bovenwindhoogveen mogelijke definities: 1 boven de grondwaterspiegelgevormd veen met spreiding <strong>van</strong>uiteen centrum; 2 veen dat op dit moment bovende grondwaterspiegel ligt en in lagen v 3 tot 10m dikte kan voorkomen; J veen gevormd ondervoedselarme omstandigheden, en vaak zelf eenkalkgehalte