maalboom. hevenpaal. hoefslagpaal. gemarke. termini iR).cippi iR). lirnietpaal. scheipaal. mijlpaal, markepaal. jachtpaal.suikerbroden, vroonpaal. tiendenpaai. stoepsteen.vinger. leeuwenpaalgrensslOOt *hatmer. halmoer, doel. greppel, grup. reenmeer.zwette. swadegrenssingel landweergrenssteen «a°erfscheidingstekengrep(pel) smalle en ondiepe uitgraving in landerijentot afleiding v overtollig water, meestallateraal patroon met 10-30 m tussenruimte. Indroge bosgebieden worden greppels gegraventer aanduiding v eigendomsgrenzen [ril < greppel< ryt] *grippel. gruppel, rioolgreve graafgrie (Frl) weilandgriend 1 hakhoutbos v wilg en zwarte els, i/hwater gelegen op oorspronkelijk een zandige ofkiezelachtige strook grond (waard), voor rijshoutgeteeld, met een omloop v 2. 3 of 4 jaar.Ze bezitten iha een zeer gevarieerde kruidlaag"hoepland. rijswaard, teenbos. wilgenpas, bontje; 2 bosrijshout *lotgriendinge zanderijgriendkade zomerdijk om een griendgrient oorspronkelijk de zand- en gnndgrondlangs een rivier, later overgegaan in griendgries *kiezelzand. biggelzandgriet steengruis «s-gritgrietenij (Frl) onderdeel v/e gouw of schoutambacht,a/h hoofd waar<strong>van</strong> een grietman stond,na 1851 naam der friese landgemeenten, vglklokslaggriffel (Gr) beekje @O: grefjogrift gegraven watergang, vaart of kanaalgrijszand uitgeloogd zand in podzolprofiel «loodzandgrind korrelgroottefraktie 2-63 jim *kif. pareigrindgrindzand gus, kiezelsgrindkist / meestal open bak of uitholling i/ewegberm gevuld met grind voor wegonderhoud;2 baanbed of laag grind op spoorwegengrindkits opgezette hoop grind langs verkeerswegengrit fijngemalen schelpen of fijn gebroken natuursteenm/e diameter v zo'n 2 mm. oa i/d wegenbouwin slijtlagen verwerktgroede begraasde kwelderweide *graasgorsgroenbemesting <strong>het</strong> verbouwen en daarna onderploegenv/e groengewas (inz lupinen en serradella)dat in symbiose met N-bindende organisme<strong>nl</strong>eett waarvoor <strong>het</strong> dient als bemesting vooreen volgend gewasgroengordel zoom om een bevolkingsagglomeratiemet een agrarische bestemminggroengrond door rundvee begraasd oeverlandlangs kleinere rivieren of beken *boterveen. beemd.madeland. boelandgroe<strong>nl</strong>and (Dr) gemeenschappelijke weide i/hbeekdal waar v nature weinig of niet op werdbemest, geen stalmest, gier of slootaarde, deenige bemesting was vaak beekslib (beërrung)*groengrondgroentehof (Z-N'ld) moestuingroenvoorziening aangelegd openbare begroeiing"•"plantsoengroenweerde / de begroeide bovengrond ofaardkorst *aardinge. vlies, vloes. grede. meiveld; 2terrein, maaiveld *zwaardegroenzand zeezand met glauconiet, <strong>van</strong> pleistoceneouderdom in Twente en de Achterhoek, aande kust opgespoten tegen <strong>het</strong> strand tegen afslag(suppletie)groep / stalgoot *grup @OF: grópe 'mestkuiP; 2 groeve,greppel; J geologisch classificatieniveau vaardlagengroes met-omheind grasland, gewoo<strong>nl</strong>ijk hooiweide*groeze, gorsgroeskant graskant langs bouwland doorgaansdienend om erover te rijdengroesturf in broekland gestoken turfgroet (NHld) graslandgroeve / greppel, sloot *reve; 2 kuil waaruit eendelfstof in dagbouw wordt gewonnen. Ongrondingennemen tegenwoordig deze functie steedsmeer weg, gebruik als vuilstortplaats is (nog)gangbaar [strijkvore < groeve] *winningsput. zanderij,grinderij. marlepit. leemputgroeze 1 begroeid buite<strong>nl</strong>and *gors. groes. groos @G.-grunse 'grasland'; 2 gescheurd en tot bouwlandgemaakte weide (dries); 3 zodegrof / wild: grotere wildsoorten; 2 bos: hooggeboomte, tgv kreupelbos; 3 zee: zware deininggrond / losse materiaal a/d oppervlakte v/d aardkorst;2 ondiepte in zee «zandbank; 3 erf, grondeigendomgrondaanwinning op water'of woest land gewonnen(cultuur?)grond *inpoldering. kolonisatiegrondbelasting *schot, tiendgrondbraak (Zld) dijkvalgrondduiker buisvormige verbinding tussen tweewateren *heul, doorslaggrondgat gat i/d binnen- of buitengrond v/e dijk.bij doorbraak *schelgat r sleetboordgrondgebruik cultuur + natuurgrondgrondijs ijs dat op de bodem v/e rivier, meer ofondiepe zee gevormd wordt *heusijsgrondlegging wijze v bewerken v/d grond i/dlandbouwgrondmorene door landijs aangevoerd en vaaksterk verweven afgezet bodemmateriaal *keileem.keizand, mengmorene. NB géén potklei!grondrechtenadministratie kadastergrondslag basis •"bed. zool. zaat. zate40
grondverbetering beëming. bemesting, bevloeiing.irrigatie, melonatiegrondsoort bodemtype mbt de korrelgrootteverdeling(textuur) en de samenstelling v'h materiaalwaaruit <strong>het</strong> bodem<strong>landschap</strong> is opgebouwd:klei-, veen-, zand-, loss- en leemgrondgrondvuur soort v bosbrand «"loopvuurgrondwater <strong>het</strong> overtollige water v veld en weide;<strong>het</strong> gedeelte v h bodemvocht dat zich vrijkan bewegen oiv de zwaartekracht, in ondiepafstromend grondwater zijn Na, K en SO. debelangrijkste chemische elementen, in diepervooral ijzer en kalk *kweim. weiwatergrondwaterspiegel <strong>het</strong> vlak door de punten waar<strong>het</strong> grondwater een drukhoogte nul heeft *frealischvlakgrondwaterstand de hoogte v/e punt tov eenreferentieniveau, meestal <strong>het</strong> maaiveld; daarwaar de absolute waterdruk gelijk is a/d atmosferischedruk (freatisch niveau) 'drooglegginggrondwind de atmosferische luchtsnelheid op 10m hoogtegrondzee overgangszone waar een regelmatigegolfbeweging <strong>van</strong> diep water wordt omgezet i/ewanordelijke waterbeweging door bodemwrijvingl/d kustzone "^brandinggroos groesgroot mikkel, tgv lutjegrootschalig gedetailleerde kaart afbeelding, bv1: 10.000grootstad metropoolgrootwaterschap hoogheemraadschapgrop StalgOOt 'groep, greppelgrot onderaardse en vrij grote tunnelvormigeholte, op kunstmatige of natuurlijke wijze gevormd(in Z-Lb door mergel en vuursteenwmmngontstaan) *krocht. kroft. spelonkgrotonderzoek speleologiegrubbe / (ZW-Lb) zeer smal en diep ingesnedendroogdal 'gracht; 2 akkervore. kuil. putje, greppelgruis massa v betrekkelijk kleine onregelmatigebrokken *bims. [gruus. greeuws. groys). scheversteen.schorre, -.teenmot. kie/.elzandgruiswal morenewalgruppe / koestalgoot; 2 (Ov Gld) greppel; 3 slopgulzand / welzand; 2 stuifzandgUS 'grindzand. guszandgvttja organogene afzetting bestaande uit in waterbezonken resten v planten (en vaak ook v kleinedieren) dikwijls met wat klei en soms met kalk*bodemslik. sapropelium. gliede. smeer. darg. pekkerd.stroperd41