lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
ewolking samenvattende term voor zowel dehoeveelheid als de aard der wolken die op elktijdstip de hemel bedekken. Ze vertoont eenduidelijke jaarlijkse en dagelijkse gang: Nldbezit een maximum (16% in dec) i/d winter eneen minimum i'h voor- en najaar (60% in mei ensept), terwijl dagelijks een maximum overdagen een minimum i/d voor nacht wordt aangetroffen(het sterkst bij lagere wolksoorten)bezanden met zand bedekken, een veel toegepastewerkwijze bij ontginning v veen of veenachtigegronden ter vergroting v/d draagkracht,vermindering v verdamping (uitdroging) enbescherming tegen grondvorstbezetten een dijk met zoden versterken ««"bekledingbezinkveld (Gr) een met dammen v rijshout enpalen afgesloten vak (400x400m), door de Staatna 1935 aangelegd om aan- of opslibbing a/hwad te bevorderenbezoedeling (VI) vervuiling, verontreiniging vwater en luchtbezoen klomp klei (handvorm) voor metselsteenbezouten met zeewater overstroomdbicht omheind, afgeperkt terrein *vreding @Gbihe^anbiddag v/h gewas (Dr) tweede woensdag inmaartbidprocessie (RK) ommegang door de velden omGods zegen te smeken voor de komende oogst(ma/di/wo voor Hemelvaart)biel (Gld) jachtplaats *belebienstede bijenstalbiert (ZHld) slikbies koude, noordenwindbiest (Kempen) dorpsplein rondom een gemeenschappelijkedrinkwaterput voor de dieren,waarin biezen groeien *dobbe : teithingbiestdorp (Lb) «brinkdorpbiggelzand kiezelzand, grof zand, griesbij-de-wind-linie (zeew) lijn die een hoek v zeskompasstreken (67.30') met de richting v/d windmaaktbijenkorfgraf bijenkorfvormig gevlochten constructieuit de late Steentijd waarover soms eengrafheuvel werd geworpen «s*grafplaats = koepelgrafbijenstal plaats waar een imker een aantal bijenkorven(kasten) heeft staan als onderdeel v/ebijencultuur (aptcultuur), meestal beschut dooreen afdak en omgeven door voor bijen aantrekkelijkebeplanting (drachtplanten) *iemenschuur.bijenschans, bienstedebijgang (Zld) omsloten dorpsmidden, enkel inKloetingebijgeloof hardnekkige, misschien soms bewustinstandgehouden. volkswaan voor onverklaarbareverschijnselen (alfsgedwaas. heëlzehul. beelwitten.boekei, bommel, bose. budde. fayerie. hagetisse. kaardwolf,magesijn. meier, moene, nane. nicker. ongehiere.sehemel. taartuwe. talmasse, viant. valant), en waarbijzekere stukken land onder kwade invloed zoudenStaan «duivelslandbijker bijenhouder *imker. bijmanbijsterveld besterfland (hongerland), woestenij,wildernisbijstroom kleinere stroom die i/e hoofdrivierUitmondt «"aftrekbijt i/h ijs gehakte opening *lom. bik, cunet, glop.slop. loeme. woenebik bijt i/h ijsbil / dwarsligger bij spoorbaan; 2 jachtplaats*bele. bylbilc weiland *buikbiloke kloosterbilt / belte, hoogte, overgangszone; 2 (Frl) nieuwaangewassen grondbimd beemdbims puimsteen, gruisbinge (Frl) sloot waarin zich het mestvocht engier verzameld *aaltsloot, soe, gierslootbinnenboezem waterbuffer gelegen binnen dewaterstaatkundige grens v/e polder, dat loost opeen bergboezembinnendijk l dijk die niet meer a/h water ligt•souwe, achterdijk. slaperdijk. wakerdijk, inlaagdijk; 2dijk langs binnenwater *aburchbinnenduin duin ontstaan op oude strandwallen,op enige afstand landinwaarts gelegen v zeeduinenbinnengaats binnen het betonde gedeelte v/dzeegatenbinnenland land binnendijks, dus uitgezonderdde uiterwaardbinnenlek het water v/d Noordzee tot op een uurafstand v/d kust, niet uit zicht v/d kust *kustzonebinnenpolder *binnenwaard, hem. himbinnenveen plaats waar boeren hun turfputtenvoor eigen gebruik hadden, liggende binnendorpsbereik, buiten het grote aaneengeslotenveen dat later met kanalen werd doorgravenbinnenwaard rivierpolderbinnenwater 1 polderwater; 2 niet in zee (buitenwater)uitmondende stroom *inwaterbinnenweg locale verbindingsweg *boerenweg,aardgat, lijkwegbinnenwind lauwe, zuidelijke of westenwind,aanJandig waaiendbinse (O-Nld) biesbint (NBr) beemdbiogas soort gas dat ontstaat bij zuurstoflozeafbraak van organisch materiaal (vergisting),vaak zeer fosfaat- en stikstofrijk (géén moerasgas)12
iogeografie leer v d verspreiding v/d levendewezens over het aardoppervlakbiosfeer leefkringbiotoop een topografisch bepaalde levensruimte,een gebied waarin de levensvoorwaarden overalgelijk zijn. bewoond door dieren en planten vverschillende groepen in nun of meer constantesamenstelling [habitat < biotoop] *gevestbiscuit halfgaar produkt v/e kalkbranderij welkevoor gebluste kalk niet deugd *kluitkalkbisdom kerkelijk gebied v/e bisschop [parochie 50% verwante vogelsoorten als smient, taling,slobeend en pijlstaart werd gevangen, en
- Page 1 and 2: LEXICONVAN HETNEDERLANDSE LANDSCHAP
- Page 3 and 4: Aaa (Dr Gld NBr) natuurlijke afwate
- Page 5 and 6: aardgracht (schei)sloot tussen twee
- Page 7 and 8: afrit helling of glooiing waarlangs
- Page 9 and 10: aquaduct (NBr) watergang voor turfv
- Page 11 and 12: in klei. ploegzool bij akker, ijzer
- Page 13: enedenzon zonbeeld onder het horizo
- Page 17 and 18: oetgading landsehapsgencht waarin o
- Page 19 and 20: oveeg (Z-Nld) boven de weg gelegen
- Page 21 and 22: uitendijken door het• binnenwaart
- Page 23 and 24: te kunnen repareren zonder het schi
- Page 25 and 26: Ddaak door een waterloop aangespoel
- Page 27 and 28: dichtslempen het zich vast aaneensl
- Page 29 and 30: draap zandhoogte of rug op de bodem
- Page 31 and 32: ijmengmg v fosforwaterstof (bij luc
- Page 33 and 34: els (Biesbosch) -kreekelu geel. vaa
- Page 35 and 36: faan (Gr) *veenface de naar de aanv
- Page 37 and 38: ga (Frl) dorpsgebied of landstreek,
- Page 39 and 40: geschulpte laag bij rijsbossen: met
- Page 41 and 42: ak milieu (zie aanslibbing) en rela
- Page 43 and 44: grondverbetering beëming. bemestin
- Page 45 and 46: elemmert infiltreren v smelt- en re
- Page 47 and 48: hel / bevroren plek i/d grond *hal;
- Page 49 and 50: hoofdsteen / hoeksteen als bescherm
- Page 51 and 52: ide ankerplaats of aanlegplaats voo
- Page 53 and 54: jaagpad pad langs een trekvaart voo
- Page 55 and 56: kame vlaksnewijze smeltwaterafzetti
- Page 57 and 58: kielsponning ingraving v zo'n 30 cm
- Page 59 and 60: kluis / (Utr) werfkelder langs grac
- Page 61 and 62: neerslag. De neerslag is dikwijls k
- Page 63 and 64: kruisland (Zld/NBr) landstuk door g
ewolking samenvattende term voor zowel dehoeveelheid als de aard der wolken die op elktijdstip de hemel bedekken. Ze vertoont eenduidelijke jaarlijkse en dagelijkse gang: Nldbezit een maximum (16% in dec) i/d winter eneen minimum i'h voor- en najaar (60% in mei ensept), terwijl dagelijks een maximum overdagen een minimum i/d voor nacht wordt aangetroffen(<strong>het</strong> sterkst bij lagere wolksoorten)bezanden met zand bedekken, een veel toegepastewerkwijze bij ontginning v veen of veenachtigegronden ter vergroting v/d draagkracht,vermindering v verdamping (uitdroging) enbescherming tegen grondvorstbezetten een dijk met zoden versterken ««"bekledingbezinkveld (Gr) een met dammen v rijshout enpalen afgesloten vak (400x400m), door de Staatna 1935 aangelegd om aan- of opslibbing a/hwad te bevorderenbezoedeling (VI) vervuiling, verontreiniging vwater en luchtbezoen klomp klei (handvorm) voor metselsteenbezouten met zeewater overstroomdbicht omheind, afgeperkt terrein *vreding @Gbihe^anbiddag v/h gewas (Dr) tweede woensdag inmaartbidprocessie (RK) ommegang door de velden omGods zegen te smeken voor de komende oogst(ma/di/wo voor Hemelvaart)biel (Gld) jachtplaats *belebienstede bijenstalbiert (ZHld) slikbies koude, noordenwindbiest (Kempen) dorpsplein rondom een gemeenschappelijkedrinkwaterput voor de dieren,waarin biezen groeien *dobbe : teithingbiestdorp (Lb) «brinkdorpbiggelzand kiezelzand, grof zand, griesbij-de-wind-linie (zeew) lijn die een hoek v zeskompasstreken (67.30') met de richting v/d windmaaktbijenkorfgraf bijenkorfvormig gevlochten constructieuit de late Steentijd waarover soms eengrafheuvel werd geworpen «s*grafplaats = koepelgrafbijenstal plaats waar een imker een aantal bijenkorven(kasten) heeft staan als onderdeel v/ebijencultuur (aptcultuur), meestal beschut dooreen afdak en omgeven door voor bijen aantrekkelijkebeplanting (drachtplanten) *iemenschuur.bijenschans, bienstedebijgang (Zld) omsloten dorpsmidden, enkel inKloetingebijgeloof hardnekkige, misschien soms bewustinstandgehouden. volkswaan voor onverklaarbareverschijnselen (alfsgedwaas. heëlzehul. beelwitten.boekei, bommel, bose. budde. fayerie. hagetisse. kaardwolf,magesijn. meier, moene, nane. nicker. ongehiere.sehemel. taartuwe. talmasse, viant. valant), en waarbijzekere stukken land onder kwade invloed zoudenStaan «duivelslandbijker bijenhouder *imker. bijmanbijsterveld besterfland (hongerland), woestenij,wildernisbijstroom kleinere stroom die i/e hoofdrivierUitmondt «"aftrekbijt i/h ijs gehakte opening *lom. bik, cunet, glop.slop. loeme. woenebik bijt i/h ijsbil / dwarsligger bij spoorbaan; 2 jachtplaats*bele. bylbilc weiland *buikbiloke kloosterbilt / belte, hoogte, overgangszone; 2 (Frl) nieuwaangewassen grondbimd beemdbims puimsteen, gruisbinge (Frl) sloot waarin zich <strong>het</strong> mestvocht engier verzameld *aaltsloot, soe, gierslootbinnenboezem waterbuffer gelegen binnen dewaterstaatkundige grens v/e polder, dat loost opeen bergboezembinnendijk l dijk die niet meer a/h water ligt•souwe, achterdijk. slaperdijk. wakerdijk, i<strong>nl</strong>aagdijk; 2dijk langs binnenwater *aburchbinnenduin duin ontstaan op oude strandwallen,op enige afstand landinwaarts gelegen v zeeduinenbinnengaats binnen <strong>het</strong> betonde gedeelte v/dzeegatenbinne<strong>nl</strong>and land binnendijks, dus uitgezonderdde uiterwaardbinne<strong>nl</strong>ek <strong>het</strong> water v/d Noordzee tot op een uurafstand v/d kust, niet uit zicht v/d kust *kustzonebinnenpolder *binnenwaard, hem. himbinnenveen plaats waar boeren hun turfputtenvoor eigen gebruik hadden, liggende binnendorpsbereik, buiten <strong>het</strong> grote aaneengeslotenveen dat later met kanalen werd doorgravenbinnenwaard rivierpolderbinnenwater 1 polderwater; 2 niet in zee (buitenwater)uitmondende stroom *inwaterbinnenweg locale verbindingsweg *boerenweg,aardgat, lijkwegbinnenwind lauwe, zuidelijke of westenwind,aanJandig waaiendbinse (O-Nld) biesbint (NBr) beemdbiogas soort gas dat ontstaat bij zuurstoflozeafbraak <strong>van</strong> organisch materiaal (vergisting),vaak zeer fosfaat- en stikstofrijk (géén moerasgas)12