weg. lijkweg. üendweg. rijksweg, autosnelweg, vaarweg(Lb). dreef, traai. slag. gaag. menne. gouw. wegeling,leideweg. rote. iboyewegelage hinderlaag *abukewegeling (Zld) landweggetje *zoekwegwegschap waterschap dat v<strong>nl</strong> of alleen belastwordt met de zorg v wegenwegsloot / bermsloot *sidelsloot: 2 (Zaanstreek)gracht als enige verkeersaderwegsplitsing vork, kruispuntwegzoom boskant. bermwehe heiligdom *wijhe @G. wihaweidacker een stuk weilandweide / een oppervlakte cultuurland benut voorveeteelt, die of zeer overwegend bedekt is metgrassen, of met een mengsel v grassen en vlinderbloemigen*weiland. graasland. wee. weidacker @G:winjó; 2 Wilgweider veehoeder, herderweidestreek *greidhoek. swichte, zwaagweide veld grasland, weiland, etland, angerweidgraaf gracht of sloot om een stadsweidewei(d)man jagerweier Vijver *weijerd @L: vivarium 'visvijverweiland graasland voor vee [weiland < zwaagj*fmne. fen. maat, dricht. preitweiier de bij een hof behorende landenweiver (NHld) rij huizen buiten de bebouwdekom v/e dorpwel 1 grondwaterspiegel, gewone hoogtestand v/hgrondwater; 2 opwellingsput met stijgwater totop <strong>het</strong> terreinhoogte *welle, bobbel, opbullinge,opsiedinge. oprispeweigat gat i/h ijs waardoor water opkomtweliegront wilgengors "bontje, wijtschaat, wilgenpaschwelle l (Zld) welput; 2 kant v/e bevaarbare rivierwaar schepen liggen om gelost en geladen teworden *wal, kade. waterkant, oever; 3 drijfzandwelput artesische bron aan te treffen i/e gegravenput, voor drinkwater *bornepitwelsloot sloot waarin moerasgas of warm wateropborreltwelving glooiing 'zadelwelzand fijn zand met veel water *drijfeand. guizandwendakker / spits toelopende plaats op een akkerwaar dieren en werktuigen <strong>het</strong> meest verkeren(meest een kopeinde) en waar de grond dientengevolgevaster is; 2 kromakkerwende waterkenngwendelmeere omringende zee *baardzeewending bocht, omzwaai, keer, draaiingwenge (Gld) afhellend land *wangwenhok stallingsruimte voor (tamme) lokeenden*makkehok ^eendenkooiwenning akkerdeel wat als keerplaats ve ploegafwijkt v/d regelmatige rechte voren *trappeleind.aehterwenning. voorwenningwengen graslandwenteling (Ut) varkenspoelwepel stilstaand waterwerder riviereiland *weerd @OFwere warwerf / woonhoogte in de vorm v/e vrij steileplatte kegel *warf, wierde. huisterp; 2 onbebouwderuimte rondom een woning «erf, heem; 3 stapelkadelangs een stadsgracht *ide; 4 buurt(schap);5 scheepsbouwplaats; 6 waterwilgwerfkelder kluiswerfmuur kaaimuurwerhuus sterkte, kasteelweringe rechtsgebied met banrecht *ba<strong>nl</strong>okewerk / een i/h land aangelegde constructie; vestingswerk,dijkwerk; 2 vlechtwerk om vis te<strong>van</strong>genwerkerdijk waterkerende dijk, tgv slaperdijkwerneringe wal, versterkingwerpiand aan- of opgeworpen land *aanwerp.opwerp ^Pantwerpwerve (Zld) kunstmatig aangelegde woonheuvel•hilwerveling stromende draaien (turbulentie in waterof lucht) *heft, grasorkaantjewervelwind zeer snel draaiende en opstijgendewind, een draaikolk i/e luchtstroom *onderstont,onderstunt. cycloonwese wezewesten hemelstreek, kompas- of windrichtingwet vochtig, waterigwetering 1 vergraven ontginningssloot in laagveengebiedmet (oorspronkelijk) een zekerverval, dienend als grote afvoersloot; 2 gegravenwater als hoofdsloot i/e polder, loodrechtstaande op een vliet *tochtsloot, slaak, sloe, schutslootwette veedrenkplaats *wedwetterstrete (Frl) vaarwaterweze (O-Nld) gras-, wei- of hooiland *(wese, wiese,wisch. wiske), wirre @OND: wisaweze<strong>nl</strong>and «s-armekinderlandwichelarij intuïtief veldspeurwerk *boetinge«"bijgeloofwideham waterland, laaglandwiede (Frl) wijde izv grote watervlaktewiege l overlommerde laan 'berceau; 2 gewelf,riool *wulftwiek ; sloot; 2 (Ov) wijkwiel een aan één v beide zijden v/e dijk gelegenmeertje dat is ontstaan bij een dijkdoorbraak.Het dichten v/d dijk vond plaats voor (vaak) ofachter (zelden) <strong>het</strong> wiel (resp binnengedijkte enbuitengedijkte wielen), afhankelijk v/d omstandigheden*braak. brekken, gat. jet. jit, kolk, sas. waai,waal. waay. weel. wijertwielen (Frl) plassen i/h laagveengebied126
wieling draaikolk op plaats waar twee verschillendestroomrichtingen op elkaar botsenwielslag wagenspoorwieltje (NBr'Lb) meertje i/d heiwiep ineengevlochten bos rijshout, met tenenbanden tot een bundel samengebondenwier een door water omringt stuk landwierde (Gr) kunstmatig opgeworpen kleihoogteals woon- of vluchtheuvel, kleiner doch steilerdan een terp (sedert 300 v Chr tot 1100 n Chr)*werd @G: wèr 'hoogte'wierdijk (Wieringen) wierriemwiering hooikadewierriem oude zeedijk langs de vroegere noordelijkeZuiderzee waarbij voor de verdediging v/hbeloop zeewier gebruikt werdwiers(el) walletje v uit twee zwadden bijeengeharktehalf-droge stro *zweel. trilwierwaard waterzoom met wiergroei; komt vnature voor wanneer <strong>het</strong> water wildwalwildwal (NO-Nld) lage opgeworpen wal metmeidoorn, uit de oertijd; soms werd op dezewal wacht gehouden of vuur gestoken om <strong>het</strong>grote wild te weren v/h bouwland *wiidvrede,hagedoarn (Frl)wilg *rens, tronkboom, vougel. waarde, weide, werfwilgenpasch lage gronden begroeid met slechtegrassen en knotwilgen *bontje, weliegront, wijtschaatwiller (Lb) dorp @L viliaewin weilandwind horizontale stroming v/d lucht over deaarde die ontstaat door luchtdrukverschillen i/datmosfeer. Wind wordt veelal gekenmerkt doorbuiïgheid dwz zowel in snelheid als richtingkomen voortdurend schommelingen voor [wind< luchtcirculatie] "hare, bies S"windstootwindafzettingen sedimentpakket door <strong>het</strong> mediumwind afgezet, gekenmerkt door een zeergoede sortering <strong>van</strong> matglanzende korrels, teonderscheiden naar pakket (loss, dekzand. stuifzand)danwei naar vorm (duinen)windbekken een door uitwaaiïng ontstane groteuitholling in zandgrondwindbreker heg ter beschutting tegen scherpewind v/e ander gewas of plantsoen, bollenveldedwindgat 1 een door de wind veroorzaakt gat ofijswak; 2 tochtgat, windbaanwindgolf golf ontstaan door windstoten en dewrijving v ,'d lucht over <strong>het</strong> waterwindhoos kleine wervelwind op <strong>het</strong> land metopzuigende werking [grasorkaantje < windhoos