lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
walstat 1 slagveld, kampplaats *wijkstat; 2 (O-Nld)stuk grond waarover een geschil bestaat *krakeelveld,strijland. Iwistlandwalstoep stoep ad waterkant voor vatenspoelenwaltuun stenen omheiningwamen modder doen opwellen, oa van getijgezegdwandelgang *allee. boulevard, corso, dreef. laan. pier.spaceerstede. warandewandelende maden regeling bij grasgronden inonverdeeld gemeen eigendom waarbij elk jaareen volgend perceel toegewezen wordtwang 1 (O-Nld) kade langs een wetering; 2 flauwehelling of glooiing als rand langs het water*bakke, wenge. wingelwanke zijvveg, afslagwanland schotvrij land, tgv vullandwant 1 oppervlaktemaat voor een landstuk v 120m lengte en wissende breedte: 2 akker (14 m), 3akker (21 m), 4 akker (28 m) *zylewam; 2 (wand)afscheiding v landerijen, aanwijzing v grenzenwantij plaats in zee waar de vloedstromen elkaaropheffen; er ontstaat een zone met stilstaandrijzend en dalend water en vormt de plaats waarhet fijnste sediment (kleirijk) bezinktwanweer onweerwanzel onbewoonbaarwapeldrenking plas, poelwar 1 kunstmatig verlegde plaats i/e waterloopwaarheen dieren (mn vis en eenden) geloktworden en waar de netten of fuiken zijn uitgezet•were; 2 (Frl) laaggelegen strook weilandwarande / (NBr) bosgebied dat niet tot de gemeenschappelijkedorpsgebieden behoorde*achte. banvorst. sonderholt. foreest; 2 jachtterreinwaar (na 1300) konijnen beschermd gehoudenworden; J parkachtig bos, wandeldreefware (O-Nld) recht op een aandeel i/h onverdeeldeveld «"gewaardewarf l (Gr) woonhoogte *werf; 2 (geol) de sedimentlagenwaaruit deze hoogte is opgebouwd; 3vergaderplaats of gerechtsplaats *werfwarisoen versterking, fortwarme bron bron waarvan de temperatuur hogeris dan de gemiddelde jaartemperatuur v/d lucht*thermewarmoezeniersland tuinland met groente enmoeskruid •goornswarmtefront voorste begrenzing v warme luchtstroming,meestal voorafgegaan door een vaakhonderden kms brede neerslagzone, vooralwanneer er een groot temperatuurverschil tussenbeide luchtsoorten heerst. Bij passage v/e warmtefrontstijgt de temperatuur, ruimt de wind. deregen wordt minder of houdt op en de barometerdalingwordt kleinerwarneringe versterking, sterktewarre stoep, uitstekende hoofd in waterwarskip (Frl) waardschapwarven dunne fluvioglaciale afzettingslaagjes diesuccessievelijk afwisselend 's-zomers en 'swinterswerden gevormd (waarin de seizoensgebondensedimentlast en sedimentatiesnelheidweerspiegeld wordt)was aanzwelling, rijzing of stijging v'd waterstand*opgang. vloedwase I (Frl) slijkmodder; 2 graszode; 3 land datbij laag water droog ligt (waas)wasem zichtbare damp v uitwaseming, vochtwaskolk meertje op heide waarin men schapenwast *slai. voltewaskool bruinkool met veel harswastina (VI) woeste veldgebieden, wilderniswaterboom afsluitboom voor een water *statboom,spaak, staverwaterdijk dijk zonder voorland *schaardijkwateren 1 (zeev) uit het oog verliezen door deaardkromming; 2 dieren laten drenkenwaterfilm uiterst dun waterlaagje *bietswatergang grote gegraven waterloop i/e polder ofandersinds vergraven watering [sloot < watergang< kanaal] "opvaart, aamsloot. vlietwatergarf watersprong waarbij de waterstralenschoofvorrmg opstijgenwatergat / uitgespoelde holte onder de wortels vbomen; 2 modderpoelwaterhoos wervelstorm boven een wateroppervlakwaar bij voldoende kracht via de slurfwater kan worden opgezogen en elders aanleidingkan geven tot stortbuien. In vgl met windhozen(boven land) zijn waterhozen vaak kortdurenden minder krachtigwaterhuishouding complex v verschijnselen diebetrekking hebben op het opnemen en afgeven vwater door de bodem en op de berging en hettransport v water erin; onderdeel v/d hydrologiev/h landschapwatering 1 wetering; 2 (Zld) grote polders zonderbinnendijken, soms ook naam v zo'n waterschapzelfwaterkant oever *marijn, strand, schorewaterkeel zeeëngtewaterkering civiel-technische constructie terbeheersing v/d waterstand of-stroming: dam,dijk i ivenhoofd *wende, oudaenwaterki en (geohydr) laag water tussen anderepakkeS:;n, mn tussen laagveen en modderveenwaterlaat sluistochtwaterling (NHld) brede wateringwaterlinie een militaire verdedigingslinie metïnudatiezoneswaterloop «"watertje124
waterlossing een zelfstromende, gegraven afvoerslootmn in hoogveengebied, vgl wetering (laagveen)*raai. graaf, sleup. slak. riool, voots. slisse. vliet.gracht, rinne, canielwaterlucht vakken v open water die nog buitenhet gezichtsveld liggen en door hun mindereweerkaatsing v/h licht een donkere tekening ophet wolkendek geven, vgl ijsblinkwatermolen een door waterkracht aangedrevenmolen, tgv poldermolen (windmolen) *waterradmolen.getijdemolen. kornwatermolen-water *maalbeek. omvloed, onderbeek.onderslag, kelle, molenkolk. molenvlietwaternaam hydromem waarvan de oudste zijnopgebouwd uit voor-Germaanse éénstammigewoorden als ambra (water), araa (stromen), var(water) en apa (water) (aar. abben. amna, eem. $ -epe), later Germaanse stam als ahwa (water) (aa,ee. ie. y. die), vroeg-Middeleeuwse samengesteldewoorden en vaak als achtervoegsels ( 5-ing, -1),en tenslotte meerlettergrepige namen uit deMiddeleeuwse ontginrungsfase, ook weer vaakals achtervoegsel ( $ -beek. -lee. -meer. -vliet)waterpasmerk *monnik, pegelwaterpeil hoogte tov een referentiepeil-, bv NAP*opzetpeil. pegel, volzee. stempelpeilwaterrem (Lb) poelwaterribbe slootplank *v!onder. postwaterschap bestuurslichaam dat het beheer v/hoppervlakte i/e gebied al taak heeft *schepperij.heemraad, dijkring, wegschap, dijkgraafschap, watering,zijlvest. zuiveringsschapwaterscheiding grens v/e stroomgebied of afwateringsgebied'draagplaatswatersnood overstroming of vloed waarbij schadeaan eigendommen of mensenlevens ontstaatwatersprong / fontein; 2 plotselinge chaos enverheffing v/d waterspiegel agv een veranderdstromingsregiemwaterstandsfluctuatie verzamelnaam v alleperiodieke en a-periodieke verschijnselen dieaanleiding geven tot veranderingen i/d waterstand,vgl tekening *getij. opwaaiïng. buihaling.moerzee. zeebeerwatertje klein stroompje *dusse. dwamnge. gamei.kanjel. slinge, waver. worm «"kreekwaterval plaats waar het water v/e rivier ofbeekje v/e bepaalde hoogte of helling naarbeneden stort, in Nld slechts kunstmatig aangelegdin sloten (stuw) en tuinen (cataract) *stortwatervlak blaakwaver kronkelbeek •wormwauw (zeev) gunstig zijn v/d windwed / een met palen afgezette plaats i/e stadsgrachtof -singel, rivier of plas, die dienst doetals paardenwaadplaats *wad. gewas; 2 ondiepte i/erivier geschikt als drenkplaats voor mn paarden•wette, wedde; 3 met rietmatten afgezette en dooropgaand houtgewas omgeven plas i/e eendenkooi*kooiplaswedde l (Gr) achtervoegsel bij een plaatsnaamverwijzend naar voormalig woud 5 -wedde; 2(ZHld) drinkplaatswede 1 achtervoegsel bij een plaatsnaam, verwijzendnaar voormalig bos 5 -wede «"woud; 2kreupelhout, struikgewaswedeme schenking a/e kerk of klooster, vooralbestaande uit vaste goederen, tgv godhelp •pastorie,klokslag, kosterstuk •S'weemwee weideweegsloot sloot waarin schuiten v/d wal af meteen boom kunnen worden voortgeduwd(wegen), vgl trekvaartweegt een v garden gevlochten en daarna metleem bestreken wand v/e landhut (liemen), vglplakwerkweekhout zacht hout, als sparre-, linde-, wilgeenpopulierehoutweel (ZW-Nld) wielweem pastorie *wedemeweer i strook onbemest groenland tussen tweeparallelle sloten i/h veenweidelandschap (vaakter breedte v 40 a 60 m en 113 m ofwel 30 roedendiep *cope. koop; 2 (Frl/Dr) al de landerijendie tussen twee sloten liggen *kaveling, slag; 3alles wat dient om te weren of verdedigen: wal,muur, haag, dam, bastion; 4 atmosferischegesteldheid, gekenmerkt door temperatuur,vochtigheid, wind, bewolking, neerslag, zonneschijn,zicht en luchtdruk; 5 onweer: bliksemweerd ; omdijkt riviereiland *werder. word, worth; 2(water)tolhuis?weergal (zeev) benaming voor rode wolkjes alsvoorteken voor buiïg weer «"voortekenweerkerk kerk die tevens als sterkte en toevluchtsoorddiendeweerlicht licht v/e verre bliksemflits *zeebrand,zoelteweernisse versterking, versterkt puntweerschijn terugkaatsing v opvallend licht i/eandere tint dan die. v/h diffuse licht, vgl ijsblink*scheemweershoofd stukje regenboog v 20' als teken vslecht weer of hoog tij «"voortekenweersloot kavelslootweerstandsnest kleine militaire veldstclling alseen geconcentreerd verdedigingspunt *egelstellingweesje prieeltjeweg smalle strook grond bestemd voor verkeer,soms nog slechts als relict i/h landschap aanwezigna verval [pad < weg] "heirweg, hessenweg,heelweg. hanzeweg, koningsweg, heerbaan. poepenpad.trekweg. jaagpad, kruisweg, kerkweg, schaapsdrift, zoek-125
- Page 75 and 76: molenwerf matmoles (Ov/Gld) stenen
- Page 77 and 78: Nnaakt / kaal of onbegroeid terrein
- Page 79 and 80: noodweg notwegnoord windrichting, h
- Page 81 and 82: omloop / tijdsverschil in bosbouw t
- Page 83 and 84: opdriebomen opmetenopdrijven met de
- Page 85 and 86: slepen, ten tijde voor ingebruiknam
- Page 87 and 88: parelbliksem zeldzame vorm v blikse
- Page 89 and 90: plat / platkaart: kaartprojectie vo
- Page 91 and 92: pseudo-asar dekzandrug die grote ui
- Page 93 and 94: ecognitie betaling voor gebruik v/e
- Page 95 and 96: iggeling (bosb) heinhoutrijen (bosb
- Page 97 and 98: ooster wild- of veedrempel bij natu
- Page 99 and 100: schapedrift grond waarover een kudd
- Page 101 and 102: schraalland 1 ontwaterd of juist on
- Page 103 and 104: 4 elk der afdeling waarin bouwland
- Page 105 and 106: sneeuw of landijs; te onderscheiden
- Page 107 and 108: sprunk (Z-Lb) bron *sprengspui afsl
- Page 109 and 110: stiltegebied gebied v enkele km 2 w
- Page 111 and 112: stroomversnelling plaatselijk sterk
- Page 113 and 114: thië centraal plein als openbare v
- Page 115 and 116: in houtarme gebieden [balk < tuinwa
- Page 117 and 118: Vvaag 1 vettigheid v/d grond mn doo
- Page 119 and 120: hebben ingenomen. Als vegetatieland
- Page 121 and 122: vingerlijn boogvormige stuw- of sch
- Page 123 and 124: voorhof / neerhof; 2 voorplein v/e
- Page 125: wwaadplaats doorwaadbare kruisplaat
- Page 129 and 130: wieling draaikolk op plaats waar tw
- Page 131 and 132: woud (W-Nld) moeraswildernis v els,
- Page 133 and 134: zeebank zandbank *haak. kat, rifzee
- Page 135 and 136: zinker buis (bv water- of gasleidin
- Page 137: zwier (Lb) ploegland, bouwland @L c
walstat 1 slagveld, kampplaats *wijkstat; 2 (O-Nld)stuk grond waarover een geschil bestaat *krakeelveld,strijland. Iwistlandwalstoep stoep ad waterkant voor vatenspoelenwaltuun stenen omheiningwamen modder doen opwellen, oa <strong>van</strong> getijgezegdwandelgang *allee. boulevard, corso, dreef. laan. pier.spaceerstede. warandewandelende maden regeling bij grasgronden inonverdeeld gemeen eigendom waarbij elk jaareen volgend perceel toegewezen wordtwang 1 (O-Nld) kade langs een wetering; 2 flauwehelling of glooiing als rand langs <strong>het</strong> water*bakke, wenge. wingelwanke zijvveg, afslagwa<strong>nl</strong>and schotvrij land, tgv vullandwant 1 oppervlaktemaat voor een landstuk v 120m lengte en wissende breedte: 2 akker (14 m), 3akker (21 m), 4 akker (28 m) *zylewam; 2 (wand)afscheiding v landerijen, aanwijzing v grenzenwantij plaats in zee waar de vloedstromen elkaaropheffen; er ontstaat een zone met stilstaandrijzend en dalend water en vormt de plaats waar<strong>het</strong> fijnste sediment (kleirijk) bezinktwanweer onweerwanzel onbewoonbaarwapeldrenking plas, poelwar 1 kunstmatig verlegde plaats i/e waterloopwaarheen dieren (mn vis en eenden) geloktworden en waar de netten of fuiken zijn uitgezet•were; 2 (Frl) laaggelegen strook weilandwarande / (NBr) bosgebied dat niet tot de gemeenschappelijkedorpsgebieden behoorde*achte. banvorst. sonderholt. foreest; 2 jachtterreinwaar (na 1300) konijnen beschermd gehoudenworden; J parkachtig bos, wandeldreefware (O-Nld) recht op een aandeel i/h onverdeeldeveld «"gewaardewarf l (Gr) woonhoogte *werf; 2 (geol) de sedimentlagenwaaruit deze hoogte is opgebouwd; 3vergaderplaats of gerechtsplaats *werfwarisoen versterking, fortwarme bron bron waar<strong>van</strong> de temperatuur hogeris dan de gemiddelde jaartemperatuur v/d lucht*thermewarmoezeniersland tui<strong>nl</strong>and met groente enmoeskruid •goornswarmtefront voorste begrenzing v warme luchtstroming,meestal voorafgegaan door een vaakhonderden kms brede neerslagzone, vooralwanneer er een groot temperatuurverschil tussenbeide luchtsoorten heerst. Bij passage v/e warmtefrontstijgt de temperatuur, ruimt de wind. deregen wordt minder of houdt op en de barometerdalingwordt kleinerwarneringe versterking, sterktewarre stoep, uitstekende hoofd in waterwarskip (Frl) waardschapwarven dunne fluvioglaciale afzettingslaagjes diesuccessievelijk afwisselend 's-zomers en 'swinterswerden gevormd (waarin de seizoensgebondensedimentlast en sedimentatiesnelheidweerspiegeld wordt)was aanzwelling, rijzing of stijging v'd waterstand*opgang. vloedwase I (Frl) slijkmodder; 2 graszode; 3 land datbij laag water droog ligt (waas)wasem zichtbare damp v uitwaseming, vochtwaskolk meertje op heide waarin men schapenwast *slai. voltewaskool bruinkool met veel harswastina (VI) woeste veldgebieden, wilderniswaterboom afsluitboom voor een water *statboom,spaak, staverwaterdijk dijk zonder voorland *schaardijkwateren 1 (zeev) uit <strong>het</strong> oog verliezen door deaardkromming; 2 dieren laten drenkenwaterfilm uiterst dun waterlaagje *bietswatergang grote gegraven waterloop i/e polder ofandersinds vergraven watering [sloot < watergang< kanaal] "opvaart, aamsloot. vlietwatergarf watersprong waarbij de waterstralenschoofvorrmg opstijgenwatergat / uitgespoelde holte onder de wortels vbomen; 2 modderpoelwaterhoos wervelstorm boven een wateroppervlakwaar bij voldoende kracht via de slurfwater kan worden opgezogen en elders aa<strong>nl</strong>eidingkan geven tot stortbuien. In vgl met windhozen(boven land) zijn waterhozen vaak kortdurenden minder krachtigwaterhuishouding complex v verschijnselen diebetrekking hebben op <strong>het</strong> opnemen en afgeven vwater door de bodem en op de berging en <strong>het</strong>transport v water erin; onderdeel v/d hydrologiev/h <strong>landschap</strong>watering 1 wetering; 2 (Zld) grote polders zonderbinnendijken, soms ook naam v zo'n waterschapzelfwaterkant oever *marijn, strand, schorewaterkeel zeeëngtewaterkering civiel-technische constructie terbeheersing v/d waterstand of-stroming: dam,dijk i ivenhoofd *wende, oudaenwaterki en (geohydr) laag water tussen anderepakkeS:;n, mn tussen laagveen en modderveenwaterlaat sluistochtwaterling (NHld) brede wateringwaterlinie een militaire verdedigingslinie metïnudatiezoneswaterloop «"watertje124