lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl
vuilakker land met veel onkruid *peelandvuilbank grote heuvelachtige stortplaats voorhuisvuil die met grond wordt toebedekt enwaarop gras en struiken wordt geplantvuilnisbelt een (oude) met aan regelgeving gebondenplaats voor afvalstort *stortplaatsvuiltje dreigend slecht weer «"voortekenvulland / land dat met toegevoegde aarde opgehoogdwerd *inhalina. schrede: 2 land met watergeschot,tgv wanlandvunt bron(gebied), kwelgebied *stroet, rijtvurenzicht zo helder zicht dat men de lichten vvuurtorens kan zienvuur 1 brand; 2 ronde stapel turf (6000-9000 stuks)vuurboet vuurbaak als kustlichtvuursteenmijn (Z-Lb) primitieve schachtbouwvoor winning v concretionaire kiezelzuur(gehalte aan SiO 2 >95%) voor vuistbijlen. Demijnbouw floreerde ca 4000 v Chr en had plaatsin zacht kalksteen met vuursteengehalten v zo'n9%;vuurtoren kustbaken voor scheepvaart [vuurboet
wwaadplaats doorwaadbare kruisplaats v/e wegmet een Stroompje *gewas, voorde, wad. drechtwaag 1 plek met stilstaand water, moeraspoel; 2bewogen water, hoge golven of vloed, hogegolf, stroom; 3 schandpaalwaai 1 door een dijkbreuk ontstane kolk of plas*waay 'S'wiel; 2 kuil door zandafgravingwaaiduin laag walachtig opgestoven duintypedirect achter uitblazingskommen gelegen, kanbij verdere ontwikkeling overgaan i/e paraboolduin[waaiduin < paraboolduin] *walduinwaaiboom scheef gegroeide boom door eenoverheersende windrichtingwaaier half-convexe vorm v afzettingen, bvspoelzandwaaier, zandkegelwaaierwaaigat windhoekwaakboede wachthuisjewaakhoogte hoogte die een dijk moet hebben omhet buitenwater te kunnen kerenwaal 1 diepe waterkolk bij dijkdoorbraken ontstaan,veelal ontstaan door ijsgang of stroomrug/kreekrug-kruisingmet kwel «sfwiei; 2 metpalen omgeven ruimte waarbinnen schepen i/ezeehaven rustig kunnen liggen; 3 kuil of gat inde wegwaar l grasorkaantje, windwerveltje; 2 (Gr)versperring i/h water, vergelijkbaar met zijl @G:warja; j (O-Nld) erf; 4 aandeel i/d marke •waardeelwaard 1 omdijkt land in rivierengebied *weerd @G:waritha 'door water omspoeld land'; 2 in of aan hetwater gelegen land *griend. buitenwaard. uiterwaard;3 zandplaat in vml Zuiderzee; 4 woonhoogte*wierd. woerd, weerdwaarde ; land a/e rivier *werder, beemd; 2 slagveld,kampplaats *wijkstat. walstat; 3 wachttoren (waarder);4 wilgwaardeel aandeel v/e markegenoot i/d cultuurgrondv/e marke *sehaarwaardhout hout dat op de waarden groeit, mnschiet- en amandelwilgenwaardijk (Zld) *inlaagdijk, zorgdijkwaardland laaggelegen buitendijks land, mn metgras of waardhout begroeidwaar(d)schap naam v heemraden in Drechterland,(voor 1864) *warskipwaarsman man die het vee op de uiterwaardbewaakt, veewachterwaas 1 nevelsluier; 2 zode; J de begroeide aardkorst*groenweerde. gorzingwaasambacht rechtsgebied v/e waasschout, eensoort dijkgraafwabberpoel vijver (eendenkooi?)wachtelboom jeneverbes *aaiten. wakerwachten (VI) hoeden v veewachthuis *abri. doft. gariet, kortegaard. goeboek. mortier,mute. waakboedewachtsloot waterleiding tussen een watermolenen boezemwater, tgv achterwater (tov watermolen)wachttoren Uitkijk *belfort. gariet, koerhuiswad 1 buitendijkse getijdegronden tussen vastewal en eilanden (bij laagwater droogvallend)*slikgrond, plaatgrond; 2 doorwaadbare plaats «wadde,voorde, drecht, ondiep, gewas; J moeras- of meerafzettingdie vnl uit gehydrateerde MnO bestaatwaddenkust slibrijke getijdekust *hafwade 1 (Ov) dijkdoorbraak tot beneden de grondwaterstand;2 waterpoel; 3 kolk, diepte v/hwaterwagenberg rangeerheuvel bij spoorwegverkeer"•rangeerterreinwagenborch een uit aaneenverbonden wagenssamengestelde verschansing *biokkadewagenloop landmaatwagenrede ; district v/e kerspel; 2 district metZijl- of dijkrechten *waasambachtwagenslag *wagenspoor, wielspoor, trek. lezewagenspoor karrespoor *leze, tra, wagenslagwak / plaats waar een overigens dicht gevrorenwater nog open ligt of slechts met een heel dunlaagje ijs is bedekt *woene; 2 kwakkel winterweer,vochtig en natWakel jeneverbes *aalten. wachtelboomwak(k)erdijk zeedijk onmiddelijk langs het waterof eerste waterkerende dijk, tgv slaperdijkwal 1 vaste land, tgv eiland; 2 langgerekte rug,meestal v zand en/of grind, itt dijk (klei); 3modder uit een geschoonde sloot die over hetland wordt uitgespreid; 4 waterkant *oever, boord,ka; 5 muur, gemetselde waterkeringwalburcht burcht die alleen uit een rondlopendewal bestaatwalduin dwarsduin met een steile achterzijde eneen flauw frontwalgracht ringgracht v/e kasteelwaling kentering v/h getijwalm 1 dikke vette damp of rook *domp, swadem,swalm; 2 damp, stoomwalmak takkeboswalmen licht deinen, bv strepen trekkend achtereen obstakel i/h kroeswalmolen hoog type bovenkruier als industriemolengebruikt *stellingmolen o-windmolenwalsloot (Peel) klemsloot123
- Page 73 and 74: mennegat landweg (over het land v a
- Page 75 and 76: molenwerf matmoles (Ov/Gld) stenen
- Page 77 and 78: Nnaakt / kaal of onbegroeid terrein
- Page 79 and 80: noodweg notwegnoord windrichting, h
- Page 81 and 82: omloop / tijdsverschil in bosbouw t
- Page 83 and 84: opdriebomen opmetenopdrijven met de
- Page 85 and 86: slepen, ten tijde voor ingebruiknam
- Page 87 and 88: parelbliksem zeldzame vorm v blikse
- Page 89 and 90: plat / platkaart: kaartprojectie vo
- Page 91 and 92: pseudo-asar dekzandrug die grote ui
- Page 93 and 94: ecognitie betaling voor gebruik v/e
- Page 95 and 96: iggeling (bosb) heinhoutrijen (bosb
- Page 97 and 98: ooster wild- of veedrempel bij natu
- Page 99 and 100: schapedrift grond waarover een kudd
- Page 101 and 102: schraalland 1 ontwaterd of juist on
- Page 103 and 104: 4 elk der afdeling waarin bouwland
- Page 105 and 106: sneeuw of landijs; te onderscheiden
- Page 107 and 108: sprunk (Z-Lb) bron *sprengspui afsl
- Page 109 and 110: stiltegebied gebied v enkele km 2 w
- Page 111 and 112: stroomversnelling plaatselijk sterk
- Page 113 and 114: thië centraal plein als openbare v
- Page 115 and 116: in houtarme gebieden [balk < tuinwa
- Page 117 and 118: Vvaag 1 vettigheid v/d grond mn doo
- Page 119 and 120: hebben ingenomen. Als vegetatieland
- Page 121 and 122: vingerlijn boogvormige stuw- of sch
- Page 123: voorhof / neerhof; 2 voorplein v/e
- Page 127 and 128: waterlossing een zelfstromende, geg
- Page 129 and 130: wieling draaikolk op plaats waar tw
- Page 131 and 132: woud (W-Nld) moeraswildernis v els,
- Page 133 and 134: zeebank zandbank *haak. kat, rifzee
- Page 135 and 136: zinker buis (bv water- of gasleidin
- Page 137: zwier (Lb) ploegland, bouwland @L c
wwaadplaats doorwaadbare kruisplaats v/e wegmet een Stroompje *gewas, voorde, wad. drechtwaag 1 plek met stilstaand water, moeraspoel; 2bewogen water, hoge golven of vloed, hogegolf, stroom; 3 schandpaalwaai 1 door een dijkbreuk ontstane kolk of plas*waay 'S'wiel; 2 kuil door zandafgravingwaaiduin laag walachtig opgestoven duintypedirect achter uitblazingskommen gelegen, kanbij verdere ontwikkeling overgaan i/e paraboolduin[waaiduin < paraboolduin] *walduinwaaiboom scheef gegroeide boom door eenoverheersende windrichtingwaaier half-convexe vorm v afzettingen, bvspoelzandwaaier, zandkegelwaaierwaaigat windhoekwaakboede wachthuisjewaakhoogte hoogte die een dijk moet hebben om<strong>het</strong> buitenwater te kunnen kerenwaal 1 diepe waterkolk bij dijkdoorbraken ontstaan,veelal ontstaan door ijsgang of stroomrug/kreekrug-kruisingmet kwel «sfwiei; 2 metpalen omgeven ruimte waarbinnen schepen i/ezeehaven rustig kunnen liggen; 3 kuil of gat inde wegwaar l grasorkaantje, windwerveltje; 2 (Gr)versperring i/h water, vergelijkbaar met zijl @G:warja; j (O-Nld) erf; 4 aandeel i/d marke •waardeelwaard 1 omdijkt land in rivierengebied *weerd @G:waritha 'door water omspoeld land'; 2 in of aan <strong>het</strong>water gelegen land *griend. buitenwaard. uiterwaard;3 zandplaat in vml Zuiderzee; 4 woonhoogte*wierd. woerd, weerdwaarde ; land a/e rivier *werder, beemd; 2 slagveld,kampplaats *wijkstat. walstat; 3 wachttoren (waarder);4 wilgwaardeel aandeel v/e markegenoot i/d cultuurgrondv/e marke *sehaarwaardhout hout dat op de waarden groeit, mnschiet- en amandelwilgenwaardijk (Zld) *i<strong>nl</strong>aagdijk, zorgdijkwaardland laaggelegen buitendijks land, mn metgras of waardhout begroeidwaar(d)schap naam v heemraden in Drechterland,(voor 1864) *warskipwaarsman man die <strong>het</strong> vee op de uiterwaardbewaakt, veewachterwaas 1 nevelsluier; 2 zode; J de begroeide aardkorst*groenweerde. gorzingwaasambacht rechtsgebied v/e waasschout, eensoort dijkgraafwabberpoel vijver (eendenkooi?)wachtelboom jeneverbes *aaiten. wakerwachten (VI) hoeden v veewachthuis *abri. doft. gariet, kortegaard. goeboek. mortier,mute. waakboedewachtsloot waterleiding tussen een watermolenen boezemwater, tgv achterwater (tov watermolen)wachttoren Uitkijk *belfort. gariet, koerhuiswad 1 buitendijkse getijdegronden tussen vastewal en eilanden (bij laagwater droogvallend)*slikgrond, plaatgrond; 2 doorwaadbare plaats «wadde,voorde, drecht, ondiep, gewas; J moeras- of meerafzettingdie v<strong>nl</strong> uit gehydrateerde MnO bestaatwaddenkust slibrijke getijdekust *hafwade 1 (Ov) dijkdoorbraak tot beneden de grondwaterstand;2 waterpoel; 3 kolk, diepte v/hwaterwagenberg rangeerheuvel bij spoorwegverkeer"•rangeerterreinwagenborch een uit aaneenverbonden wagenssamengestelde verschansing *biokkadewage<strong>nl</strong>oop landmaatwagenrede ; district v/e kerspel; 2 district metZijl- of dijkrechten *waasambachtwagenslag *wagenspoor, wielspoor, trek. lezewagenspoor karrespoor *leze, tra, wagenslagwak / plaats waar een overigens dicht gevrorenwater nog open ligt of slechts met een heel du<strong>nl</strong>aagje ijs is bedekt *woene; 2 kwakkel winterweer,vochtig en natWakel jeneverbes *aalten. wachtelboomwak(k)erdijk zeedijk onmiddelijk langs <strong>het</strong> waterof eerste waterkerende dijk, tgv slaperdijkwal 1 vaste land, tgv eiland; 2 langgerekte rug,meestal v zand en/of grind, itt dijk (klei); 3modder uit een geschoonde sloot die over <strong>het</strong>land wordt uitgespreid; 4 waterkant *oever, boord,ka; 5 muur, gemetselde waterkeringwalburcht burcht die alleen uit een rondlopendewal bestaatwalduin dwarsduin met een steile achterzijde eneen flauw frontwalgracht ringgracht v/e kasteelwaling kentering v/h getijwalm 1 dikke vette damp of rook *domp, swadem,swalm; 2 damp, stoomwalmak takkeboswalmen licht deinen, bv strepen trekkend achtereen obstakel i/h kroeswalmolen hoog type bovenkruier als industriemolengebruikt *stellingmolen o-windmolenwalsloot (Peel) klemsloot123