lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl

lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl

voetvanoudheusden.nl
from voetvanoudheusden.nl More from this publisher
13.07.2015 Views

verlaat / schutsluisje voor de kleine scheepvaart:2 kleine uitwateringssluis lozend op binnenwater[verlaat < zijl] *belaatverlanden dichtgroei v/e water volgens een opvolgingv vegetatie. De snelheid v/h proceshangt samen met factoren als voedselrijkdom,grootte en diepte v/h water en aard v'd ondergrond.In grote lijnen zal zich een successiereeksafspelen volgens waterplanten - riet -zegge - broekbos - veenmosverlandingszone strook water die door plantenaroeien baggervorrmng langzaam overgaat inlandverlies onderaardse gevangerusverloop 1 geleidelijke versmalling, vermindering;2 (zeer) hevige windvlaag met regen, onweersachtigverloperig onweersachtigvermaak houten heining om grasweiden, afsluiting,vgl glintvernauwing land- of zeestraatveronzaden een land uitputten door steeds dezelfdegewassen te zaaien *uitboerenverponding grondbelasting geheven volgenskohieren die niet alleen de grootte vermelddenmaar ook de opbrengstcapaciteit trachten tebenaderenverrejager polsstokverscharen verweidenverse grond (Zld) binnendijkse grond *verslandverse schoot (zeev) strook zoet water dat onvermengdeen eind in zee uitloopt *schootwaterverskade tijdelijke kade van zo'n 1.5 m bovenhoogwater langs de buitenomtrek v/e te bedijkenschor of kwelder •achterkade. hoofdkadeverslagen materiaal detntusversnippering proces v kavelverkleining doorerfdeling, keuteraankoop, drieslagstelsel ofbednjfsmtensivering, tgv ruilverkaveling*gewandverkavelingverspoelen het weggevoerd worden v verwermgsmateriaalof bodem door water dat langs eenhelling afstroomtversterking fortificatie *stins. state. borg. wijkhuis,warnisoen. warninseverstuiving zandverwaaiing *smvevertakking nviersplitsing *raayverval 1 hoogteverschil tussen begin en eindpuntv/e rivier *afloop; 2 naar de top dunner worden vbomenvervening plaats v veenontginmngverwaterplaats plaats om mosselen uit te zettenom ze van vers water te voorzien en ze teontdoen v zandverwering aantasting v gesteente door water.wind of ijsverwilderen stromen v/e rivier via een onregelmatiggeulpatroonverzakking afglijding v/e dijk, grond edverzanden het verondiepen v geulen of waters;'landen verzanden en zanden verlanden'verzilting bodemverzoutingvessem aanspoelsel langs een stroompjevest verbrede verdedigmgsgrachtveste / Stadsmuur of wal *batelgeringe. stadweringe; 2versterkte plaats, hetzij burcht danwei stad'kasteel. Huis. burchtvestingsstad gefortificeerde nederzetting met eenvanuit militair oogpunt doelmatige plattegrond,de ontmanteling v vestingsteden volgde na deVestingwet 1874 [landsfort < vestingsstad] *duurstedevestingswal aarden verdedigingswal rondom eenmilitair bouwwerk of stad om toegeschotenprojectielen te smoren *werneringe »S"aanaardingvette dikke mest (vetteme)veur praktijknaam voor een vore of geul diewordt gegraven om broeimest in te zetten, voortuinbouw gewassenveursgemeen (Z-Nld) opgebrachte (bemeste enverhoogde) akkergrond in gemeenschappelijkbezit *veld. aard f*"esvezelkool fossiele houtskoolviane straatdorp @L- via 'weg'viant duivel, boze geest «"bijgeloofviek groot dorp met een stedelijk uiterlijk; nederzettingv handelaren op basis v vni landverkeer*wijk. poort @L: vicus 'wijk'viem kegelvormig stapeltje turf waar de windgoed doorheen kan blazen om de turf nog verderte drogenvierendeel (Zaanstreek) viertel, landskwartier*vörrelviermolen watermolen?vierstic stadswijk, kwartier (vierstuk?)viertel / kwart landdeel na opsplitsing «vierendeel.vörrel; 2 stadsdeel *kwartiervijfzode (Zld) zorgdijk met een oorspronkelijkekruinbreedte v vijf zodenvijver / klein, natuurlijk of gegraven omslotenwaterbekken mn in tuinen, oorspronkelijk omvis in te houden, later ook als deel v park- oftuinaanleg *wijer, vloeiput; 2 open plas, veenplasvilla huis naar romeins voorbeeld, gelegen i/hcentrum v/e landbouwbedrijf (grootgrondbezit),met veel bijgebouwen; als landgoed (villaerustica) of landhuis (villae urbana)vilt met allerlei gewas en onkruid bezette endoorgroeide bovenkorst v/e stuk landvim / hoeveelheid bossen stro, hout, rijzen ofgraan, regelmatig gestapeld op hopen; 2 langwerpigehoop turven die te drogen staanvinger grenspaaltje118

vingerlijn boogvormige stuw- of schutdam *vingerlingvingerling 1 tijdelijke dam om daarachter eensluis aan te kunnen leggen; 2 ringvormige damvoor waterlozing, soort v duiker; j (ZHld) kadevingerpier loodrecht op de havenkade staandepiervinke slechte, lichte turfvinkenbaan (Hld) vlak rechthoekig lapje grond(6x20 m) met lange zijde loodrecht o/d trekrichting(O-W) om mbv lokvinken en slagnettentrekkende vinken te vangen, mn 17-ise eeuw a/dkustvinne afgesneden stuk *ookiandvinster donker, duistervintele sluisviolenboom gewone esdoorn of ahornvirga (meteor) valstreep, neerslag uit wolken diede grond niet bereikt *valstrepenvisdijk visvijverV'iSgrond *beuggrond. toom. paaiplaatsvistrap kunstmatige stroomversnelling langs eenstuw of sluis, voor trekvissen aangelegd omdeze te kunnen passeren [aalladder < vistrap] •cascadevisvijver kweekvijver voor visteelt *keem. piscine.visdijk. weijerd. (vivere. wiver. wuwere)vitte handelsplein v/e Hanzestad *markt. megenvitselwerk v gevlochten tenen en leem vervaardigdmuurwerkvivere vijvervlaag / bui, plotselinge kortstondige verheffingv/d wind *zwede. stoddinge; 2 schutsel «"vlaakvlaai / geul ie weiland *deiling. aakvlaai; 2 stinkenv watervlaak / zandbank *viake; 2 lichte schutting v stroof net *vlaagvlaas / (NBr) plas in hei of in bos *vlas, vlies. vlos.fles; 2 een door bos omringde open plek, wouddalof bosweidevlade hoop koeiedrekvlag l samenhangende massa v vezelige gewassendat (ï'd zomer) een water kan bedekken enopvullen *flab; 2 heideplag of graszode *vlagge; 3zacht, zoelvlagge afgehakte zode, plagvlak I effen en open land "evenode. plei. emmen; 2ondiep; J met een zeer geringe helling, bijnahorizontaalvlakgraf begraving v lijk- of crematieresten i/dbodem zonder zichtbaar monument, ïtt grafheuvel*grafplaatsvlakte uitgestrektheid *plein. bleek, romerveldvlam (zeevlam) mist, koude nevel die plotselinguit zee komt opzetten mn 's-avondsvlascultuur (O- en Z-Nld) akkerbouwgewas alsgrondstof voor linnen (textiel); ingezaaid op dehogere gedeelten v/d groengronden, in juligetrokken en aan bossen gebonden, 8-10 dagenrottend i/d sloot, dan uitgespreid, gedroogd,gerepeld, gebracht, gehekeld en geschoond omtenslotte gesorteerd te worden op vlas, hede,middelhede en stathakkevlasveld *knottenbelt. reutakker, hekelblok. lijnbaanvledder moerassige streek, veelal als graslandgebruikt *fleddervlei vlies op een wateroppervlakvlek verzameling v huizen, in straten afgedeeld,soms een zeer klein bewoond oord waarvanenkele in 1809 alsnog stadsrechten kregen [dorp< vlek < stad] *gehuchtvleken (O-Nld) twijgbrug of hor *spikke. veken, horvlenkinge schittering, schijnselvletgrond grond tbv aard- en dijkwerkvletzode schorzodevlichdijc verlaten dijk *bout, nollevliedberg (Zld) kunstmatige heuvel (lO-l2e eeuw)als ondergrond voor een mottekasteel, later ookals veevluchtheuvel bij overstroming gebruikt*vliedheuvel. stelle, wervevliedheuvel vliedbergvliegerij jacht met roofvogelsvliegveld opstijg- en landingsterrein voor luchtvaartverkeer*landingsstrip. luchthavenvliegzand stuifzandvlier moerassige grond met een veenlaag erop*moerasveen. broeklandvlies 1 zeer dun laagje *blets. film; 2 (NBr) veenplasje*vlaas; 3 begroeiing *vioesvliet / gegraven watergang in veenweidegebiedtussen polderwatenng en stroompjes of rivier,vroeger zelf afwaterende beek maar later moestenze bemalen worden *wateriossing. slaak; 2kreek in getijdegebied; 3 stroom of breed watervlieter geul waarin het water sterk stroomt,vooral bij zeegatenvlietland land gelegen tussen boezem en de boezemkaden,dat bij hoge waterstand onder loopt•druipland. boezemlandvlietveen nog ongerijpt, slap veenvlije (ZW-Nld) kreek of geulvlik (NBr/Lb) heidezode *vlinkvlintroke flint, steenblok(rots)vloed l stroming v water iha: waterloop, rivier*watergolf. opganc. oke @Gt: flodus 'stroom'; 2 periodev/h getij waarin de waterspiegel stijgt. Devloedstroom hoeft niet precies met de periodetussen hoog- en laagwater samen te vallen *wasvloedbranding golf met een steil front v overschuimendwater die vaak met donderend geweldover de gehele breedte bepaalde vloed-119

vingerlijn boogvormige stuw- of schutdam *vingerlingvingerling 1 tijdelijke dam om daarachter eensluis aan te kunnen leggen; 2 ringvormige damvoor waterlozing, soort v duiker; j (ZHld) kadevingerpier loodrecht op de havenkade staandepiervinke slechte, lichte turfvinkenbaan (Hld) vlak rechthoekig lapje grond(6x20 m) met lange zijde loodrecht o/d trekrichting(O-W) om mbv lokvinken en slagnettentrekkende vinken te <strong>van</strong>gen, mn 17-ise eeuw a/dkustvinne afgesneden stuk *ookiandvinster donker, duistervintele sluisviolenboom gewone esdoorn of ahornvirga (meteor) valstreep, neerslag uit wolken diede grond niet bereikt *valstrepenvisdijk visvijverV'iSgrond *beuggrond. toom. paaiplaatsvistrap kunstmatige stroomversnelling langs eenstuw of sluis, voor trekvissen aangelegd omdeze te kunnen passeren [aalladder < vistrap] •cascadevisvijver kweekvijver voor visteelt *keem. piscine.visdijk. weijerd. (vivere. wiver. wuwere)vitte handelsplein v/e Hanzestad *markt. megenvitselwerk v gevlochten tenen en leem vervaardigdmuurwerkvivere vijvervlaag / bui, plotselinge kortstondige verheffingv/d wind *zwede. stoddinge; 2 schutsel «"vlaakvlaai / geul ie weiland *deiling. aakvlaai; 2 stinkenv watervlaak / zandbank *viake; 2 lichte schutting v stroof net *vlaagvlaas / (NBr) plas in hei of in bos *vlas, vlies. vlos.fles; 2 een door bos omringde open plek, wouddalof bosweidevlade hoop koeiedrekvlag l samenhangende massa v vezelige gewassendat (ï'd zomer) een water kan bedekken enopvullen *flab; 2 heideplag of graszode *vlagge; 3zacht, zoelvlagge afgehakte zode, plagvlak I effen en open land "evenode. plei. emmen; 2ondiep; J met een zeer geringe helling, bijnahorizontaalvlakgraf begraving v lijk- of crematieresten i/dbodem zonder zichtbaar monument, ïtt grafheuvel*grafplaatsvlakte uitgestrektheid *plein. bleek, romerveldvlam (zeevlam) mist, koude nevel die plotselinguit zee komt opzetten mn 's-avondsvlascultuur (O- en Z-Nld) akkerbouwgewas alsgrondstof voor linnen (textiel); ingezaaid op dehogere gedeelten v/d groengronden, in juligetrokken en aan bossen gebonden, 8-10 dagenrottend i/d sloot, dan uitgespreid, gedroogd,gerepeld, gebracht, gehekeld en geschoond omtenslotte gesorteerd te worden op vlas, hede,middelhede en stathakkevlasveld *knottenbelt. reutakker, hekelblok. lijnbaanvledder moerassige streek, veelal als graslandgebruikt *fleddervlei vlies op een wateroppervlakvlek verzameling v huizen, in straten afgedeeld,soms een zeer klein bewoond oord waar<strong>van</strong>enkele in 1809 alsnog stadsrechten kregen [dorp< vlek < stad] *gehuchtvleken (O-Nld) twijgbrug of hor *spikke. veken, horvlenkinge schittering, schijnselvletgrond grond tbv aard- en dijkwerkvletzode schorzodevlichdijc verlaten dijk *bout, nollevliedberg (Zld) kunstmatige heuvel (lO-l2e eeuw)als ondergrond voor een mottekasteel, later ookals veevluchtheuvel bij overstroming gebruikt*vliedheuvel. stelle, wervevliedheuvel vliedbergvliegerij jacht met roofvogelsvliegveld opstijg- en landingsterrein voor luchtvaartverkeer*landingsstrip. luchthavenvliegzand stuifzandvlier moerassige grond met een vee<strong>nl</strong>aag erop*moerasveen. broeklandvlies 1 zeer dun laagje *blets. film; 2 (NBr) veenplasje*vlaas; 3 begroeiing *vioesvliet / gegraven watergang in veenweidegebiedtussen polderwatenng en stroompjes of rivier,vroeger zelf afwaterende beek maar later moestenze bemalen worden *wateriossing. slaak; 2kreek in getijdegebied; 3 stroom of breed watervlieter geul waarin <strong>het</strong> water sterk stroomt,vooral bij zeegatenvlietland land gelegen tussen boezem en de boezemkaden,dat bij hoge waterstand onder loopt•druipland. boezemlandvlietveen nog ongerijpt, slap veenvlije (ZW-Nld) kreek of geulvlik (NBr/Lb) heidezode *vlinkvlintroke flint, steenblok(rots)vloed l stroming v water iha: waterloop, rivier*watergolf. opganc. oke @Gt: flodus 'stroom'; 2 periodev/h getij waarin de waterspiegel stijgt. Devloedstroom hoeft niet precies met de periodetussen hoog- en laagwater samen te vallen *wasvloedbranding golf met een steil front v overschuimendwater die vaak met donderend geweldover de gehele breedte bepaalde vloed-119

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!