lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl

lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl lexicon van het nederlandse landschap - Voetvanoudheusden.nl

voetvanoudheusden.nl
from voetvanoudheusden.nl More from this publisher
13.07.2015 Views

onken vette klei. wier- en zeegraszoden gebruiktwerden *slijkdijkslikvanger benaming voor een blok lage kadenop de slikken loodrecht op laagwaterlijnet:,onderling door piasbermen verbonden en aangelegdmet de bedoeling dat het zeewater bij eblangzamer zal afvloeien en meer slibdeeltjes zallaten bezinken (vgl systeem v zwetsloten enmeetjes) [duikerdam < slikvanger]slim krom, scheef zijn v/e verkavelingsvormslindinge gapende afgrond, spleet i/d grondslinge 1 landweg naar een broekland *ommeganc; 2kronkelend verloop v/e beekje *krangeslinger bliksemstraalslingerkade tijdelijke kade om de getijdestroomin te dammen i/e m aanleg zijnde polderslink / straatgoot. geultje; 2 (N-Nld) buitendijksewadgeul, vgl rijt (binnendijks); 3 langwerpigelaagteslipjacht nagebootste vossejacht waarbij eenkunstmatig spoor v/d vos gemaakt wordt dooreen slip, d.i. een bos stro gedrengt in mest uiteen vossehol, over de grond te slepensliplijn zeer kort spoorlijntje v'e hoofdlijn naareen loodsslisse geul, loopgraafslobber weke modder *siibslochter l doorgang door moerassige streek(vaarsloot?) "corridor @OF: slohtre 'moerassig gebied';2 oneffen land met waterplassen en sloten *kaag.tra. zuwe; 3 vaargeul door het ijs *slop; 4 geul ïha•slofter, slufter; 5 (Frl) slootsloede (ZHld) moddergeul, gootsloef l korrelgroottefraktie van 2-16 /xm [klei

sneeuw of landijs; te onderscheiden in lagen(warve, potklei), waaiers (sandr), ruggen (asar,osar, esker), terrassen (kame)smeltwaterdal erosiedal door v sneeuw of landijsafkomstig smeltwater; werd grotendeels onderkoude klimaatcondities gevormdsmodde (Ov) moddermengsel v keileem en beekkleismodder / modder; 2 motregensmoes uitgevroren turfkluit die voor de handelongeschikt issmoesberg uitgevroren veenbult *palsasmolt smoutsmokkelweer mistig of nevelig weer *sleggesmout zacht, kalm v/h weer, stil v/d zee •smoltsmuik nevel en mistsnede kracht of vaart v/h water v/e riviersneep (NHld) aardkluit *kommelsnees oppervlaktemaat van 12 soms 20 roede 2sneeuw neerslag v vertakte ijskristallen (dikwijlszeshoekig) die bij temperaturen om het vriespuntaaneenhaken tot vlokken. Een laag v 1 cmsneeuw komt ongeveer overeen met een neerslaghoeveelheidv 1 mm. Een sneeuwdek heefteen gering warmtegeletdingsvermogen en verhindertdaardoor dat de winterkoude diep i/dgrond doordringt. Onderscheiden worden:papsneeuw, poedersneeuw, stuifsneeuw, poolsneeuwsneeuwjacht sneeuwbui met sterke wind *drefschuursneerwnis een voor zonnestraling beschutte holteop een helling waarin sneeuw langdurig kanblijven liggensneeuwstorting lawinesneeuwvlokken (lit) oude wijvensntep puntig toelopend stuk grond *geer. sniksnijding smalle opening tussen twee huizensnijgriend griend dat jaarlijks gesneden wordtsnik 1 spits toelopend stuk grond "sniep; 2 landtong*nessnippeling (Ov) smalle strook grond dat na eenuitgraving overblijft *sniepsnoeielingen snoeihoutsnoer (tuinb) zekere vorm v leiboom bestaandeuit een hoog opgaande stam en zijtakken naartwee richtingen zodat er een soort heg gevormdwordt (a'e snoer geleide boom)snor bruisend, met luchtbellen vermengd watersnuiver lichte bries, zachte windsoal (Frl) vaargeulsodzepölle (Frl) drassige weidesoe / dreksloot, giergoot *binge. «««t; 2 (VI)straatgootsoepboer (Frl) kazende en boterende boer. zuivelboer@F: -.üpe 'karnemelk'soet l rook; 2 roetsoeze (Twente) beekbron *bekkexpringsol l (Veluwe) met water gevulde kom i/d heide,alsdrenkpoel voor wild en vee @G: sula modderpoel'= slat; 2 (geol) fluvioglaciaal kolkgat ingrondmorenesolberg (NBr) aardheuvelsolifluctie vloeiverschijr±selen i/d bovenste aardlaagoiv afwisselend dooi en bevriezing, leidendtot schubvorming in bódemlagensolle doodijskuilsomp (O-Nld) zompige of drassige pleksont smalle vaarstraatsonderholt (O-Nld) gereserveerd bos *banwoud,kamerforstsoode poel met opborrelende moddersoolwere heerenhof, hoofdhof *zolenweertsoorkamp dorreland, droog landsoot modderpoel, putsop (lit) het ruime sop: de open zeesortering mate van uniformheid wat betreft dekorrelgrootte-samenstelling van granulairesedimentensoutsode (O-Nld) zoutziedenjsouwe 1 binnendijk *zijdwind; 2 goot, greppel,riool *zoei. zuwespaadland land v weinig waarde, land waarvanafstand werd gedaan dmv spadestekenspaak paal ter afsluiting v/e haven of watertoegang*staver. statboomspaan afgesneden stuk land, ookwel spaander,spanspaarbekken kunstmatig meer voor de drinkwatervoorzieningaangelegd, met een zekere matevan zelfreinigend vermogen *reservoirspaartelg (bosb) benaming voor eikeloten diemen laat doorgroeien bij de hervorming v/ehakhout in opgaand bos «hakhoutspaceerstede wandel- of uitspanningsplaatsspade oppervlaktemaat. landmaatspadeland land dat voor de zoutnenng werdafgestoken 'moerlandspakerig weer: sterk drogend, heet of vriezendweer, dat dingen bros maaktspaland land onderworpen a'h recht v graven(zodesteken)spalbetk beek ï e kloofspalde kloot, spleetspalter (Gr) plaatachtig gelaagd veen *plankerd.opbolland «V-halterspang baikbrug of planken pad door drassigterrein. Vgl knuppelweg @G: spanga 'balk'spartelvijver een voor recreatieve doeleindeningerichte waterplas, met zandige en flauweoevers 'piscinespat opspringend vocht, modder of stolseldeeltje103

sneeuw of landijs; te onderscheiden in lagen(warve, potklei), waaiers (sandr), ruggen (asar,osar, esker), terrassen (kame)smeltwaterdal erosiedal door v sneeuw of landijsafkomstig smeltwater; werd grotendeels onderkoude klimaatcondities gevormdsmodde (Ov) moddermengsel v keileem en beekkleismodder / modder; 2 motregensmoes uitgevroren turfkluit die voor de handelongeschikt issmoesberg uitgevroren veenbult *palsasmolt smoutsmokkelweer mistig of nevelig weer *sleggesmout zacht, kalm v/h weer, stil v/d zee •smoltsmuik nevel en mistsnede kracht of vaart v/h water v/e riviersneep (NHld) aardkluit *kommelsnees oppervlaktemaat <strong>van</strong> 12 soms 20 roede 2sneeuw neerslag v vertakte ijskristallen (dikwijlszeshoekig) die bij temperaturen om <strong>het</strong> vriespuntaaneenhaken tot vlokken. Een laag v 1 cmsneeuw komt ongeveer overeen met een neerslaghoeveelheidv 1 mm. Een sneeuwdek heefteen gering warmtegeletdingsvermogen en verhindertdaardoor dat de winterkoude diep i/dgrond doordringt. Onderscheiden worden:papsneeuw, poedersneeuw, stuifsneeuw, poolsneeuwsneeuwjacht sneeuwbui met sterke wind *drefschuursneerwnis een voor zonnestraling beschutte holteop een helling waarin sneeuw langdurig kanblijven liggensneeuwstorting lawinesneeuwvlokken (lit) oude wijvensntep puntig toelopend stuk grond *geer. sniksnijding smalle opening tussen twee huizensnijgriend griend dat jaarlijks gesneden wordtsnik 1 spits toelopend stuk grond "sniep; 2 landtong*nessnippeling (Ov) smalle strook grond dat na eenuitgraving overblijft *sniepsnoeielingen snoeihoutsnoer (tuinb) zekere vorm v leiboom bestaandeuit een hoog opgaande stam en zijtakken naartwee richtingen zodat er een soort heg gevormdwordt (a'e snoer geleide boom)snor bruisend, met luchtbellen vermengd watersnuiver lichte bries, zachte windsoal (Frl) vaargeulsodzepölle (Frl) drassige weidesoe / dreksloot, giergoot *binge. «««t; 2 (VI)straatgootsoepboer (Frl) kazende en boterende boer. zuivelboer@F: -.üpe 'karnemelk'soet l rook; 2 roetsoeze (Twente) beekbron *bekkexpringsol l (Veluwe) met water gevulde kom i/d heide,alsdrenkpoel voor wild en vee @G: sula modderpoel'= slat; 2 (geol) fluvioglaciaal kolkgat ingrondmorenesolberg (NBr) aardheuvelsolifluctie vloeiverschijr±selen i/d bovenste aardlaagoiv afwisselend dooi en bevriezing, leidendtot schubvorming in bódemlagensolle doodijskuilsomp (O-Nld) zompige of drassige pleksont smalle vaarstraatsonderholt (O-Nld) gereserveerd bos *banwoud,kamerforstsoode poel met opborrelende moddersoolwere heerenhof, hoofdhof *zolenweertsoorkamp dorreland, droog landsoot modderpoel, putsop (lit) <strong>het</strong> ruime sop: de open zeesortering mate <strong>van</strong> uniformheid wat betreft dekorrelgrootte-samenstelling <strong>van</strong> granulairesedimentensoutsode (O-Nld) zoutziedenjsouwe 1 binnendijk *zijdwind; 2 goot, greppel,riool *zoei. zuwespaadland land v weinig waarde, land waar<strong>van</strong>afstand werd gedaan dmv spadestekenspaak paal ter afsluiting v/e haven of watertoegang*staver. statboomspaan afgesneden stuk land, ookwel spaander,spanspaarbekken kunstmatig meer voor de drinkwatervoorzieningaangelegd, met een zekere mate<strong>van</strong> zelfreinigend vermogen *reservoirspaartelg (bosb) benaming voor eikeloten diemen laat doorgroeien bij de hervorming v/ehakhout in opgaand bos «hakhoutspaceerstede wandel- of uitspanningsplaatsspade oppervlaktemaat. landmaatspadeland land dat voor de zoutnenng werdafgestoken 'moerlandspakerig weer: sterk drogend, heet of vriezendweer, dat dingen bros maaktspaland land onderworpen a'h recht v graven(zodesteken)spalbetk beek ï e kloofspalde kloot, spleetspalter (Gr) plaatachtig gelaagd veen *plankerd.opbolland «V-halterspang baikbrug of planken pad door drassigterrein. Vgl knuppelweg @G: spanga 'balk'spartelvijver een voor recreatieve doeleindeningerichte waterplas, met zandige en flauweoevers 'piscinespat opspringend vocht, modder of stolseldeeltje103

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!