cfijjrpbrj= - CBF

Om een collectie te vormen die voldoende museale waarde vertegenwoordigt en met het oogop de verhuizing in 2009 naar een nieuw collectiecentrum is de sector Collecties in 2006begonnen met de projectmatige aanpak van het afstotings- en opschoningsbeleid.Collectieonderdelen die niet binnen het collectiebeleid van het Filmmuseum passen wordenafgestoten. De collectieonderdelen die wel binnen dit beleid passen, worden adequaatontsloten. Bij het afstoten hanteert het museum de regelgeving die is vastgesteld door deNederlandse Museumvereniging, ICOM en FIAF.Museaal BeheerDe afdeling Museaal Beheer draagt zorg voor het registreren, bewaren en uitlenen vanmuseale objecten, in de eerste plaats van de films. De filmcollectie kent een grote mobiliteit,per jaar worden vanuit de locatie Vijfhuizen circa 10.000 filmblikken uitgeleend, retourontvangen en gecontroleerd.Om de collecties efficiënter te kunnen managen wordt de technische infrastructuur op hetgebied van collectieregistratie en ontsluiting verbeterd. Om ruimtebesparing in de toekomstte effectueren is in 2006 begonnen met de voorbereidingen voor de introductie van eenbarcodesysteem waardoor vrije plaatsing mogelijk is.Conservering filmgerelateerde collectieTot de filmgerelateerde collecties behoren de affiches, foto’s, papieren archieven vanpersonen en instellingen, publiciteitsmateriaal, scenario’s, filmapparatuur, bladmuziek engeluidsdragers.Acquisitie filmgerelateerdOp affichegebied werden door schenkingen en ruil een groot aantal Duitse, Franse enItaliaanse historische affiches verworven. Tevens werden enkele historische Nederlandseaffiches verworven, waarvan “Het Proces Begeer” (ontwerp Charles Verschuuren) hetbelangrijkste is.Voorts werden Nederlandse affiches verworven uit de jaren veertig, voornamelijk afkomstigvan de ontwerpers Han Groot en Ad Werner.Uit particulier bezit werd een bioscooporgel verworven. Het orgel is afkomstig uit devoormalige Passage Bioscoop in Den Haag (1929). Het instrument wordt ingebouwd in degrote zaal van het nieuwe museum, zodat het een bijdrage kan leveren aan de reconstructievan voorstellingen uit de stille periode en de jaren dertig, veertig en vijftig.18