13.07.2015 Views

6. Omgevingswerken

6. Omgevingswerken

6. Omgevingswerken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>6.</strong> <strong>Omgevingswerken</strong><strong>6.</strong>1 VERHARDINGEN – OPRITTEN, PADEN EN TERRASSEN• Technische uitvoering----Standaardbestek 250B2005 - deel 9 <strong>Omgevingswerken</strong> - VMSWHandleiding voor het plaatsen van waterdoorlatende betonstraatstenenhttp://www.febestral.be/openbaar/downloads/publicaties/waterdoorlatende_betonstraatstenen_NL.pdfAandachtspunten: fundering en opsluiting van de verharding• Overzicht van de materialen- Opritten betonstraatstenen betontegels gebakken straatstenen- Paden betonstraatstenen betontegels gebakken straatstenen dolomiet- Terrassen betontegels betonstraatstenen (gebakken straatstenen) (hout) (natuursteen) - uitzonderlijk• Waterdoorlatende bestrating- Wanneer de infiltratiecapaciteit van de grond voldoende is, wordt aangeraden gebruik te maken van waterdoorlatende bestrating- Materialen drainerende betonstraatstenen betonstraatstenen met afstandshouders …• De verharding op privaat domein is in sommige gevallen niet vergunningsplichtig(zie website www.ruimtelijkeordening.be)<strong>6.</strong>2 PERCEELSBEGRENZINGENHieronder worden zowel de klassieke begrenzing van de tuin als de scheiding tussen privaat en openbaar domein behandeld.Wanneer het project deel uitmaakt van een goedgekeurde verkaveling, zijn er meestal stedenbouwkundige voorschriften die deerfscheiding reglementeren (bijv. materiaalgebruik, maximale hoogte van de erfscheiding, …).VMSW - C2008249


<strong>6.</strong> <strong>Omgevingswerken</strong>VOORTUINEN• De overgang van privaat naar openbaar domein is bij praktisch alle projecten een belangrijk aandachtspunt• Aan de voorzijde van de woningen kan men twee gevallen onderscheiden:- Bouwlijn valt samen met de rooilijn (vaak in centra van steden en gemeenten) abrupte overgang tussen privaat en openbaar domein in dit geval gaat het om een architecturale opgave, die buiten het bestek van dit hoofdstuk valt- Voortuinen Meestal wordt gevraagd om de grens tussen privaat en openbaar domein te accentueren Enkele mogelijkheden:- minimale aanduiding van de rooilijnbijv. gebruik maken van een andere verharding of een ander bestratingspatroon op privaat domein, het aanbrengenvan een rollaag of een strekse laag beton- of gebakken straatstenen, …- het accentueren van de rooilijn met een opgaand elementbijv. haagje, muurtje, of (uitzonderlijk) hekwerkIn het merendeel van de gevallen wordt de hoogte omwille van de verkeersveiligheid beperkt (50 à 60 cm, maximaal80 cm), zeker wanneer in de voortuin de oprit van garage of carport gelegen is. Alleen bij bepaalde woontypologieënwordt hiervan afgeweken (bijv. patiowoningen)BEGRENZING VAN DE TUIN• Bij de klassieke tuin wordt in het gros van de gevallen gewerkt met een groene scheiding- Hagen voorzien van haagversterking of haagsteun (zie standaardbestek 250, art. XI.12.7) bij voorkeur kiezen voor bladverliezende soorten die deels blad behouden in de winterperiode haagbeuk (Carpinus betulus): meest gebruikte plant, meestal wat sterker dan beuk beuk (Fagus sylvatica): behoudt beter zijn blad dan haagbeuk bij projecten in landelijke gebieden of randstedelijk gelegen projecten kunnen andere soorten of gemengde hagen aangewezenzijn (bijv. veldesdoorn (Acer campestre), meidoorn (Crataegus monogyna) en hulst (Ilex aquifolium) wintergroene hagen:- liguster (Ligustrum ovalifolium): groeit sneller dan taxus, moet hierdoor vaker gesnoeid worden.In specifieke gevallen, nl. bij renovatieprojecten van interbellumwijken is het aangewezen om liguster te gebruiken,vermits liguster voor die wijken meestal een beeldbepalend onderdeel van de groenstructuur is (of was bij de initiële aanleg)- venijnboom (Taxus baccata): vrij duur, groeit traag en is gevoeliger voor aantastingen en ziekten dan andere soorten- Draadafsluiting begroeid met klimop het is aan te raden de afsluiting te voorzien van een bovenbuis omdat op termijn het gewicht van de klimop een afsluitingzonder bovenbuis kan beschadigen vaak wordt gebruik gemaakt van de Ierse klimop (Hedera helix ‘Hibernica’), die een merkelijk groter blad heeft dan degewone klimop (Hedera helix)- Bij gebruik van hagen of draadafsluitingen wordt vaak over een beperkte lengte vanaf de achtergevellijn een constructie(muur, houten hekwerk, ,..) toegelaten om voldoende privacy te garanderen• Bij sommige stedelijke projecten, bijvoorbeeld wanneer de tuinen grenzen aan de publieke ruimte, wordt geopteerd voor tuinmurenals scheiding tussen privaat en openbaar domein• Hoogte van de scheiding--Meestal tussen 1,60 m en 1,80 mSoms wordt de hoogte beperkt tot bijv. 1,40 m, wanneer meer sociale controle gewenst is. Dit betekent uiteraard wat minder privacy in de tuin250 VMSW - C2008


<strong>6.</strong> <strong>Omgevingswerken</strong><strong>6.</strong>3 BEPLANTING• Behalve de onder het vorige punt behandelde hagen, maakt beplanting slechts zelden deel uit van de opdracht. Een uitzonderingvormen bomen. In sommige gevallen wordt een groenstructuur voorgesteld op privaat domein, wegens onvoldoende ruimteop openbaar domein. Een juiste afstemming van de soortkeuze op de groeiplaats is van primordiaal belang• Enkele algemene aanbevelingen- Rekening houden met de bodemeisenDit reikt verder dan het maken van een voldoende ruime plantput (bijv. sommige soorten verdragen geen zure bodem, anderesoorten geen basische)- Nabij riolering (huisaansluitingen) en nutsleidingen geen soorten voorzien die te agressief wortelen (typische voorbeeldenzijn wilg en populier).In elk geval nooit bovenop riolering en nutsleidingen bomen aanplanten- Rekening houden met de habitus van de boomVan elke soort is bekend welke vorm de kroon heeft in volwassen stadium, hoe groot de boom wordt (onder normale groeiomstandigheden)en hoe het gesteld is met de dichtheid van de kroon (van licht en open tot donker en dicht). Op die manierkan vermeden worden dat een soort gekozen wordt die de lichtinval te veel belemmert- ‘Lastige’ eigenschappen van sommige soorten niet uit het oog verliezenbijv. vervelende vruchtdracht (te grote bessen of andere vruchten die problemen veroorzaken indien ze op opritten of voetpadenterechtkomen), aanwezigheid van takdoornen en opdrukken van verharding- Streekeigen of inheemse beplantingVaak wordt hiervoor gepleit. Dit is een goede aanbeveling voor zover de standplaats dit toelaat. Vaak moeten echter kleinkronigeof zuilvormige bomen worden gekozen omdat grotere bomen niet haalbaar zijn.In het assortiment streekeigen/inheemse soorten komen slechts weinig kleine bomen voor. Noodgedwongen moeten dussoms soorten of variëteiten worden gekozen die niet aan het criterium streekeigen/inheems voldoenVMSW - C2008251

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!