13.07.2015 Views

Verrekijker juli 2008 - Vlaamse Milieumaatschappij

Verrekijker juli 2008 - Vlaamse Milieumaatschappij

Verrekijker juli 2008 - Vlaamse Milieumaatschappij

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Verrekijker</strong>een uitgave van de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Milieumaatschappij</strong> • <strong>juli</strong> <strong>2008</strong>www.vmm.beDOSSIERluchtkwaliteitDe kronkelsvan de VelddambeekGeen slecht rapportvoor VlamingHou het hoofd koelzonder airco


inhoudVerschil tussen denken en doenGeen reden voor slecht rapport09Milieuminnend Vlaanderen kampt met een merkwaardig vraagstuk:bijna 80 procent van de Vlamingen zegt milieuvriendelijkeproducten te willen kopen, zelfs als die een tikkeltje meer kosten,maar tegelijk heeft slechts 20 procent dat de voorbije maandook effectief gedaan. Krijgen we dan een slecht milieurapport?“Dat is niet nodig, want we zijn milieubewuster dan veel andereEuropeanen. En we staan open voor gedragsverandering.”Dossier luchtkwaliteitOnderweg met ingehouden ademSchonere en zuinigere motoren moeten ervoor zorgen dat ersteeds minder schadelijke stoffen in de lucht komen. Tenminste,als de toename van het verkeer geen roet in het eten gooit. Watis het huidige aandeel van het wegverkeer in de concentratiesverontreinigende stoffen in de lucht? De ‘emissie-inventarislucht’ brengt het zo goed mogelijk in kaart. Bovendien houdenverschillende meetnetten van de VMM de luchtkwaliteit inVlaanderen voortdurend in de gaten.11verder04 Beek met kronkelsProject rond de Velddambeek08 15 jaar expertiseVMM-laboratorium in Gent25 VMM aan huisMeten van putwater31Hou het hoofd koelGeniet het hele jaar van de zonHet zonnetje dat in de lente, de herfst en de winter zoveeldeugd doet, kan je woning in de zomer herschapen in eenverschroeiende broeikas. Hoe hou je het hoofd koel zonderenergieverslindende airco? Vooral door te isoleren. Een goedgeïsoleerd huis houdt immers ook de warmte buiten. En dooreen degelijke zonwering. Een buitenzonwering houdt 85 tot90% van de zonne-energie tegen. Maar er zijn nog tal vanmogelijkheden, zoals een groendak.27 Vragen aan het InfoloketTips voor thuis28 Weet wat je betaaltDrinkwaterfactuur uitgeplozen35 Jong geleerdSpeciaal voor kidscolofon<strong>Verrekijker</strong> wordt om de vier maanden gepubliceerd door de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Milieumaatschappij</strong>.Coördinatie en eindredactie Met dank aan DrukwerkVMM Andreas, Lotte, Nina, Pieter en Ward Goekint Graphics nv., Oostendevan basisschool De Stip.Verantwoordelijke UitgeverAlgemene informatiePhilippe D’Hondt, VMMVMM-InfoloketRedactie & RealisatieD/<strong>2008</strong>/6871/027A. Van de Maelestraat 96 Uitgeverij F-Twee, www.f-twee.be9320 Erembodegeminfo@vmm.beFotografiewww.vmm.beJan Caudron, Corbis, Comstock, Goodshoot,Tel. 053 72 64 45 Fax 053 71 10 78Vildaphoto, Pierre Verhoeven, VMM archief<strong>Verrekijker</strong>


editoDe vakantie hangt in de lucht! Maar wat is de kwaliteit vanonze lucht? Om die te meten heeft de VMM verschillendemeetnetten, waarbij onder andere gepeild wordt naar ozonen fijn stof. U leest alles over de invloed van het verkeer op de luchtkwaliteit in het dossiervan deze editie.De Eurobarometer peilt dan weer naar het milieubewustzijn van de Europeaan. Ook daar eenopmerkelijke vaststelling: de Vlaming borrelt wel over van de goede intenties, maar dat vertaaltzich niet meteen in milieuvriendelijk handelen. Een reden te meer voor de VMM om onder meerde lezers van <strong>Verrekijker</strong> nuttige informatie aan te reiken voor een milieuvriendelijk dagelijksleven. Bijvoorbeeld over hoe je deze zomer je huis koel kan houden zonder energieverslindendeairco.Het project van de Velddambeek nabij het West-<strong>Vlaamse</strong> Ruddervoorde is een mooi voorbeeldvan integraal waterbeleid. Door samen te werken met andere overheden pakten we metde hermeandering van de beek niet alleen een probleem van wateroverlast aan. Rond dekronkelende beek ontstond meteen een nieuw stukje natuur, waar het goed toeven is voorzeldzame steltlopers zoals de tureluur. Ook klassen kunnen er neerstrijken om te zien hoewaterbewoners dienstdoen als barometer voor de waterkwaliteit.Veel leesplezierFrank Van Sevencoten,Administrateur-generaal<strong>juli</strong> <strong>2008</strong>


Beek met kronkelsDe Velddambeek in het West-<strong>Vlaamse</strong> Ruddervoorde kronkelt weer zoals vanouds. Deomwonenden zal veel waterellende bespaard blijven. Als recreant kan je van op hetwandelpad genieten van de prachtige natuur die terug haar plaats inneemt. En voor degeïnteresseerde is deze realisatie een mooi bewijs dat integraal waterbeleid werkt.Benieuwd naar dekronkels van deVelddambeek? Ter plaatsevind je de nodige uitleg eneen tafel met banken omte genieten van de natuur.© Jan Caudron© Jan CaudronOp vrijdag 25 april was het zover: na twee jaar werkenwerd de hermeandering van de Velddambeek inRuddervoorde officieel ingehuldigd. “Het hermeanderenvan de Velddambeek zal Ruddervoorde beterbeschermen tegen wateroverlast”, aldus MathiasVanden Bulcke (VMM-planningsverantwoordelijkevan het Bekken van de Brugse Polders). Het waterwordt door het kronkelen opgehouden: het kanniet zo snel door de bedding stromen. Nochtanswas in het midden van de vorige eeuw een snellereafvoer, naast het winnen van landbouwgrond, eenvan de redenen om de Velddambeek recht te trekkenin plaats van te laten kronkelen. “En plaatselijkklopte die logica ook. De problemen verschovenevenwel naar stroomafwaarts gelegen gebieden. Zokon Oostkamp de versneld aangevoerde watermassamaar moeilijk verwerken.”SchaatSenDe hermeandering van de Velddambeek werd mogelijkgemaakt door de VMM, de gemeente Oostkampen het Regionaal Landschap Houtland. De VMM troker 135.000 euro voor uit, de gemeente Oostkamp21.000 euro.<strong>Verrekijker</strong>


© Jan Caudron“Het begon in 1996 toen de gemeente Oostkampenkele natte weilanden rond de Velddambeekaankocht om daar aan natuurontwikkeling tedoen”, aldus Mathias Vanden Bulcke. “Het is vanuithistorisch standpunt bekeken een prachtigebeek. In de winter overstroomde ze en als hetvroor kwamen de bewoners uit Ruddervoordeer schaatsen. ‘Voorde’ in de naam Ruddervoordewijst trouwens op een ‘doorwaadbare plaats in debeek’.”Maar het is niet zozeer uit nostalgische overwegingendat de gemeente weer wou aansluitenbij die geschiedenis door de beek weer te latenmeanderen.De Velddambeek maakt immers deel uit van hetstroomgebied van de Rivierbeek. De bewonersvan dat stroomgebied hadden de voorbije jarenvaak te kampen met overstromingen. Zo viel erbij de wolkbreuk van 3 op 4 <strong>juli</strong> 2005 in Oostkampzo maar even 123 millimeter neerslag in vijftienuur. Ter vergelijking: gemiddeld valt er in de helemaand <strong>juli</strong> 70 millimeter neerslag. In Oostkampoverstroomden dan ook enkele wijken en stondde industriezone Kampveld blank.Educatief luikDe nieuwe planten in de omgevingzullen allerlei vogels eninsecten lokken. Om amfibieënaan te trekken, legde het RegionaalLandschap Houtlandeen poel aan. Die poel staattevens in voor het educatieveluik van het project rond deVelddambeek. Een trap maaktde poel makkelijk bereikbaarvoor geïnteresseerde bezoekersen schoolkinderen. Zokunnen ze zien welke waterdiertjeser in de poel te vindenzijn. De aanwezigheid vanbepaalde soorten doet dienstals barometer om de waterkwaliteitte bepalen. Larvenvan de waterjuffer komenbijvoorbeeld enkel voor in heelzuiver water. Terwijl muggenlarvenwel gedijen in meer vervuildwater. De gezondheid vanhet water geeft men weer metde Belgische Biotische Index.In 1990 scoorde het water vande Velddambeek 2 op 10. Nuhaalt het water een score van5 op 10. Maar de score kan nogstijgen, als de kwaliteit van hetwater van het stroomgebiedwaartoe de Velddambeekbehoort, verbetert.Lang en breedOm waterellende zoveel mogelijk te vermijden,moest de vernieuwde beek het watervertraagd afvoeren. Dat kon door het trajectvan de beek te verlengen en opnieuw meandersaan te leggen. Mathias Vanden Bulcke:“Als je een beek langer maakt en laat kronkelen,dan kan er meer water in opgeslagenworden. Anderzijds voert de beek het waterminder snel af. Het water wordt opgestuwd,wat plaatselijk een negatief effect zou kunnenhebben en het overstromingsgevaar kan doentoenemen. Daarom zijn we voorzichtig te werkgegaan. We hebben de beek niet alleen weerdoen kronkelen, we hebben ze ook bredergemaakt dan oorspronkelijk.”De beek die er nu ligt is 110 meter langer dan devorige loop. Door de waterloop te verbreden,kan er ongeveer 2.000 kubieke meter waterper seconde extra doorstromen.extra berging“Een tweede strategie tegen grote overstromingenbestaat erin om de bergingscapaciteit<strong>juli</strong> <strong>2008</strong>


© Jan Caudron© Jan CaudronMathias Vanden Bulcke:‘Hoewel waterbeheersingin Vlaanderen traditioneelerg versnipperd is,bewijst het project aande Velddambeek datintegraal waterbeleidwerkt’van de beek te vergroten. Dat kan doorde vallei rond de beek in te schakelen alsextra ‘bergingsruimte’. Vroeger deed menhet tegenovergestelde. Bij het ruimen vande beek bijvoorbeeld, deponeerde mende specie op de oevers, waardoor eenoeverwal ontstond. Als het waterpeil inde beek dan steeg, kwam het niet onmiddellijkin de vallei terecht. Pas bij een voldoendestijging geraakte het water overde oeverwal.”turbuLentieHet project aan de Velddambeek heeftniet enkel een effect op het overstromingsgevaar,ook de biologische rijkdomin en rond het water vaart er wel bij. Doorde beek te laten kronkelen, ontstaanopnieuw diepteverschillen en stroomversnellingen.Die variatie trekt op haar beurteen grotere verscheidenheid van vissen eninsecten aan.“Meanders zorgen er eveneens voor datde beek zichzelf veel beter zuivert. Zezorgen bijvoorbeeld voor een sterkere turbulentie,waardoor vuil afgevoerd wordt.”Momenteel wordt de beek wel nog vervuilddoor ongezuiverd huishoudelijkafvalwater van gemeenten zoals Torhout,Wingene of Ardooie. Maar die lozingenzullen in de toekomst teruggedrongenworden.natuurLijke oeverSOok bij het verstevigen van de afgegravenoevers ging de nodige aandacht naarnatuurlijke technieken. Mathias VandenBulcke. “Traditioneel verstevigt men<strong>Verrekijker</strong>


De dijkvan RuddervoordeVoor de veiligheid werd tussen de Velddambeek en de dorpskern eendijk aangelegd die de huizen moet beschermen tegen mogelijke wateroverlast.De dijk is een kleine 400 meter lang en fungeert tegelijkertijdals recreatief wandelpad. De bewoners van Ruddervoorde kunnen ereen frisse neus halen, maar ook recreanten zijn welkom. Ze vindener onder meer een infobord met uitleg over het project en een tafelmet banken waar ze kunnen uitrusten, picknicken en genieten van denatuur. Dat het water, door het afgraven van de oeverwal, sneller in devallei terechtkomt, is namelijk niet alleen veiliger, maar ook ecologischeen opsteker. Door de meer frequente, maar kleinere overstromingen,ontstaat een zogenaamde ‘plas-dras-situatie’. Die is ideaal voor eenbepaalde vegetatie. Langs de wandeldijk wordt bijvoorbeeld gestreefdnaar een variatie van hazelaars, wilde rozen, Gelderse roos... Maar ooksommige vogelsoorten, zoals kieviten en eenden, gedijen er goed. Zelfszeldzame steltlopers, zoals de goudplevier, grutto en tureluur, strijkener in het voorjaar neer.© VildaphotoDe dijk lokt zeldzame steltlopers, zoals de grutto.oevers tegen afkalven en instorten metharde materialen, zoals beton. Wij kozenvoor een techniek die de natuur eenhandje toesteekt. Na het afgraven, hebbenwe de losse aarde op de oevers verstevigdmet kokosmatten. Die verwerenna een tijd, maar intussen krijgen plantende kans om te groeien. De wortels van deplanten vormen een natuurlijke versteviging.Op de oevers van de buitenbochtenwas er wel nood aan extra bescherming.Daar schuurt het water de oever immersweg. Gevlochten matten van vers wilgenhoutbieden er de noodzakelijke bescherming.Dat wilgenhout begint te kiemenen zo groeien er nieuwe bomen. In combinatiemet elzen vormen zij een idealebroedplaats voor de wilde eend en dewaterhoen.”terug thuiSNiet alleen de oevers, maar de hele valleiwas aan een nieuw natuurkleedje toe.Voor de natuurelementen in het landschapwerkte de VMM samen met hetRegionaal Landschap Houtland. Die brengtkleine natuurtoetsen aan, die de omgevingeen heel eigen karakter geven. Deingrepen zijn bedoeld als opstapjes voorverdere natuurontwikkeling, onder anderedoor particulieren. “In de omgeving vande beek kozen we voor een oorspronkelijkeboomsoort uit onze streken die bijnaverdwenen is: de zwarte populier. Dat isde oervader van de populieren die naarAmerika geëxporteerd werden... en laterterug naar hier verscheept werden voorde productie van lucifers en dergelijke. Naveel omwegen is de zwarte populier dusterug thuis.”Omwille van de hoge bemesting door denaburige landbouw, groeiden er weinigbloeiende grassoorten in de vallei. Afsprakenmet landbouwers moeten de bemestingterugschroeven. Zo krijgen wildebloemen, zoals de koekoeksbloem en dewilde margriet, weer een kans.krachten bundeLen“Hoewel waterbeheersing in Vlaanderentraditioneel erg versnipperd is, bewijst hetproject aan de Velddambeek dat integraalwaterbeleid werkt”, besluit Mathias VandenBulcke. In tegenstelling tot vroegerwerden de problemen, zoals wateroverlast,niet verschoven. Integendeel, hetproject beantwoordt aan de noden vande verschillende partners die betrokkenzijn bij waterbeleid en natuurbehoud. Hunsamenwerking kan zelfs als model dienenvoor andere totaalprojecten. “Momenteelproberen we een project te faciliteren inde meersen van Assebroek, een deelgemeentevan Brugge. Daar komen eveneensveel verschillende aspecten samen. Hetgaat zowel om het behoud van graslandenwaar de dotterbloem bloeit, waterbeheersingvoor de landbouw, rioleringsproblemenwaardoor een wijk vaak onderwater komt te staan... Daarom is eensamenwerking met verschillende partnersnoodzakelijk. Onder andere de gemeentenBeernem en Brugge, maar ook Aquafinen het Agentschap voor Natuur en Boszullen meedoen.”■<strong>juli</strong> <strong>2008</strong>


­­­­­­­­­KORT© Pierre Verhoeven© Pierre Verhoeven© Pierre Verhoeven15 jaar expertiseVMM-laboratorium GentHet VMM-laboratorium in Gent blaast 15 kaarsjes uit. Sinds de oprichting op 1 mei 1993 groeide dit fysisch-chemisch milieulaboratoriumuit tot een analyse- en expertisecentrum waar jaarlijks meer dan twintigduizend water- en luchtmonsters wordenonderzocht. In 2001 werd het laboratorium bekroond met een erkenning van het Belgisch accreditatiesysteem. Bovendien werdhet labo erkend door de <strong>Vlaamse</strong> overheid voor het uitvoeren van water-, lucht- en bodemonderzoeken, zoals analyses vanzware metalen, baggerspecie, hemelwater en lozingswater.Een jaar vol veranderingActiviteitenverslag 20072007 was een jaar vol verandering. Door ingrijpendehervormingen binnen de VMM groeide de milieumaatschappij uit tot een modern overheidsbedrijf.De website werd in een nieuw kleedje gestoken ende eerste VMM-nieuwsbrief zag het daglicht. Onderde vele activiteiten was de goedkeuring van de bekkenbeheerplannen ongetwijfeld een mijlpaal, terwijlMira-T ook minder bekende milieuproblemen onderde aandacht bracht, zoals gevaarlijke stoffen inhuis en de toenemende bebouwing. Eveneens vanhet jaar 2007: de overstromingsvoorspeller, de ingenieuzevisdoorgang in Lummen… Je vindt het allemaal terug in het ‘Activiteitenverslag 2007’. Met zorgvoor het milieu is dat verslag niet meer op papier te verkrijgen, maar enkel nog tedownloaden via www.vmm.be/publicatiesHydronet.be vernieuwdOnbevaarbare waterlopenOp www.hydronet.be kan je de meetresultaten van de afdeling Operationeel Waterbeheer op de onbevaarbare waterlopen in Vlaanderen nakijken.Voortaan vind je op de website ook de gevalideerde meetgegevens tot enmet 2007, evenals de nog niet gevalideerde realtimemetingen. Surfers kunnen al deze gegevens gratis raadplegen en downloaden.Lente van hetLeefmilieuStappenplanvoor de toekomstBen je benieuwd wat er tussen 13 mei en 23juni allemaal uit de bus is gekomen tijdensde workshops van de ‘De Lente van hetLeefmilieu’? Ga dan een kijkje nemen opwww.lentevanhetleefmilieu.be . De voorbijeweken werd in Brussel, Charleroi en Gent hardgewerkt aan de Belgische milieudoelstellingen voor de toekomst en aan een concreetstappenplan voor vier thema’s: ‘duurzameenergie en de strijd tegen de klimaatverandering’, ‘leefmilieu en gezondheid’, ‘vervoer enmobiliteit’ en ‘duurzame productie- en consumptiewijzen, natuurlijke hulpbronnen enbiodiversiteit’. “Regeringen, overheidsdiensten, vertegenwoordigers van het middenveld,ngo’s, milieubewegingen en professorenonderhandelden per thema over een pakketmaatregelen”, aldus Frans Fierens (VMM) diezelf deelnam aan de workshop duurzameproductie- en consumptiewijzen. “Nu de debattenafgelopen zijn, is het aan de federaleen regionale overheden om gecoördineerdeoplossingen uit te werken voor ons land.” <strong>Verrekijker</strong>


Milieuminnend Vlaanderen kampt met een merkwaardig vraagstuk: bijna 80 procent van deVlamingen zegt milieuvriendelijke producten te willen kopen, zelfs als die een tikkeltje meerkosten, maar tegelijk heeft slechts 20 procent dat de voorbije maand ook effectief gedaan. Datblijkt uit de Eurobarometer, die eind 2007 peilde naar de houding van de Europeaan tegenoverleefmilieu en milieuproblemen. De missie voor de komende jaren is dan ook duidelijk: de kloofdichten tussen theorie en praktijk, tussen denken en doen.Het verschil tussendenken en doen© corbisDe bevraging van de Eurobarometer wijstuit dat twee op de drie Europeanen hetleefmilieu heel belangrijk vinden. En bijnanegen op de tien beseffen dat ze zelf eenbelangrijke rol kunnen spelen om het milieuminder te belasten. Toch gaapt er eengrote kloof wanneer het erop aankomtdit inzicht ook om te zetten in daden, ookin Vlaanderen. Philippe D’Hondt (VMM,afdelingshoofd Lucht, Milieu en Communicatie):“Neem nu de luchtkwaliteit. Voorde helft van de Vlamingen komt die op detweede plaats van milieuthema’s waaroverze zich zorgen maken, na klimaatsverandering.Een opvallend cijfer, want voor degemiddelde Europeaan komt luchtkwaliteitmet 40 procent pas op de derde plaats vanzorgwekkende milieukwesties. Vooral hetfijn stof baart de Vlaming zorgen. Maarwat blijkt? Tegelijk blijven we met z’n allendieselauto’s kopen, de grootste bron vanfijn stof in het verkeer. Het dieselpark inVlaanderen is tussen 1990 en 2006 verdubbeld.Eenzelfde fenomeen doet zich voorbij het besparen van energie. Ook dat vindtde Vlaming belangrijk, maar in dezelfdeperiode is het energieverbruik in huishoudensmet 17% toegenomen.”Slecht rapport?Krijgen Vlamingen dan een slecht milieurapport?Philippe D’Hondt: “Dat is nietnodig, want we zijn milieubewuster danveel andere Europeanen. Op het vlak vanafval sorteren en gescheiden verwerkenzijn we zelfs de Europese kampioenen.Bijna 80 procent van de Vlamingen geeftaan zo effectief iets te doen voor hetmilieu, tegenover net geen 60 procent vande Europeanen.”“De Vlaming blijkt bovendien open testaan voor gedragsverandering. Nadatde VMM de problematiek rond fijn stof<strong>juli</strong> <strong>2008</strong>


© Jan Caudrononder de aandacht bracht, zijn maatregelengenomen. Niet enkel op lange termijn,maar ook onmiddellijk, zoals de snelheidsbeperkingtot 90 km/u op autosnelwegenbij hoge concentraties fijn stof. Dergelijkedirecte maatregelen maken de mensenheel bewust van de problematiek. Drieop de vier Vlamingen volgen de snelheidsbeperkingnauwgezet op.”Philippe D’Hondt:‘Europa is het aangewezenniveau voormilieumaatregelen, maarVlaanderen moet eeneigen inbreng hebben inde richtlijnen’aanmoedigingDe Vlaming heeft nog wel meer ideeënover hoe hij kan aangespoord wordenom zich milieuvriendelijker te gedragen.Hogere boetes en meer controle zoudenwel helpen, maar toch verwacht de Vlamingvooral resultaat van aanmoedigingenin de vorm van premies en taksverlagingvoor groene producten. Voor 44 procentvan de Vlamingen zouden die heel motiverendwerken, tegenover slechts 29 procentvan de Europeanen.Philippe D’Hondt: “De groenestroomcertificaten,voor mensen die een inspanningdoen om hernieuwbare energiebronnen tegebruiken, zijn daar een voorbeeld van. Desubsidie van de gemeente en in sommigegevallen de financiële tussenkomst van denetbeheerder trekken steeds meer Vlamingenover de streep voor groene stroom.”Nog meer goed nieuws: milieumaatregelenworden niet als beperkend ervaren.63 procent van de Europeanen vindt datdeze maatregelen de innovatie stimuleren.De verkoop van zonnepanelen is intussenook in Vlaanderen een explosief groeiendemarkt geworden… en een van de beste vormenvan beleggen.eigen accentenOndanks de regionale verschillen blijft hetwel belangrijk dat er gewerkt wordt in degrotere Europese context. Philippe D’Hondt:“Twee op de drie Europeanen vinden datmilieumaatregelen moeten genomen wordenop Europees niveau. Logisch ook: veelproblemen zoals lucht­ of watervervuilingzijn grensoverschrijdend. Voor de VMMis het wel belangrijk dat Vlaanderen eeneigen inbreng heeft in Europese richtlijnen.Neem nu fijn stof. De VMM heeft daarvoormetingen gedaan en modellen ontwikkeld.Vlaanderen is een dichtbevolkte regio metzware chemische industrie. Bovendien zijnwe een transitland met veel transport. Deconcentratie aan fijn stof in ons land kandus veel hoger liggen dan in andere Europeselanden. Het is belangrijk dat die specifieke<strong>Vlaamse</strong> situatie meegenomen wordtin de Europese richtlijn Lucht.”Blinde vlekkenDe Eurobarometer is één zaak. Bij de bevolkingis er kennelijk ook nood aan degelijkeinformatie over milieuzaken en de mogelijkebedreigingen van onze gezondheid.Zo is voor veel mensen de impact diechemicaliën in dagdagelijkse productenhebben op ons lichaam nog een blindevlek. Ftalaten bijvoorbeeld zijn stoffen dieplastic week maken. Ze zitten onder meerin kinderspeeltjes. Die speeltjes steken kinderenonvermijdelijk in hun mond, waardoorde ftalaten in hun lichaam kunnenterechtkomen. Philippe D’Hondt: “Ftalatenkomen in aantoonbare concentraties voorin het bloed van kinderen. Ze zijn een vande factoren die de hormonenhuishoudingkunnen verstoren. Daardoor kunnen kinderenbijvoorbeeld vroeger gaan puberen.Dergelijke stoffen zitten ook in het bloedvan de moeder en kunnen bij een zwangerschapde geslachtskeuze of ­kenmerkenmee beïnvloeden: zo wordt er momenteeleen verband gelegd met het feit dater minder jongens worden geboren of dathun geslachtsorgaan minder ontwikkeld isdan normaal.”De VMM heeft dus eveneens een belangrijkerol te vervullen als informatiebron.“We moeten de milieuproblemen blijvenaankaarten”, besluit Philippe D’Hondt, “via<strong>Verrekijker</strong>, maar bijvoorbeeld ook in onzecommunicatie naar de industrie en deoverheid. Onze informatie kan een opstapzijn naar effectieve maatregelen.” ■10 <strong>Verrekijker</strong>


luchtkwaliteitOnderwegmet ingehouden adem© Jan CaudronDe media hebben het steeds vaker over de relatie tussen fijn stof en gezondheid. HetVlaams parlement nodigde onlangs zelfs vijfhonderd Vlamingen uit om te debatteren overde problematiek. Maar wat is nu het aandeel van het wegverkeer in de concentraties vanverontreinigende stoffen in de lucht? Om dit alles in kaart te brengen, houden verschillendemeetnetten van de VMM dag en nacht de luchtkwaliteit van Vlaanderen in de gaten. Wordt erbijvoorbeeld te veel fijn stof verwacht in de lucht, dan manen ‘smog 90’-borden ons aan omcollectief wat gas terug te nemen. Ook tal van andere initiatieven maken het mogelijk om minderen zuiniger te rijden.


Katalysatoren, ontzwaveldebrandstof, zuinigere motoren:nieuwe technologieën makende auto steeds properder.Jammer genoeg wordt diewinst soms uitgevlakt doorhet toegenomen verkeer. Derelatie tussen technologischevooruitgang en leefmilieu gaatniet steeds over rozen.© GoodshootToen hij in 1921 tetra-ethyllood aan benzinetoevoegde, kon de Amerikaanseonderzoeker Thomas Midgley niet vermoedendat hij zo’n impact zou hebbenop de aardatmosfeer. Dit tetra-ethylloodverhoogde de klopvastheid vande benzine en zorgde voor een hogeroctaangetal. Motoren liepen inderdaadgesmeerder op gelode benzine, maar errezen ook twijfels over de toxiciteit. Nietonterecht: zestig jaar lang kwam het looduit tetra-ethyllood via de uitlaatgassen inhet milieu terecht. Het verkeer was danook lange tijd de grootste oorzaak vanlood in het menselijk lichaam. Aan diekwalijke toestand kwam pas een eindemet de invoering van loodvrije benzineen de katalysator, rond 1990.Dit verhaal van gelode benzine toontaan dat technologische vooruitgang nietaltijd leidt tot een verbetering van hetleefmilieu. Ook aan de positieve impactvan de katalysator zit een negatief kantje.De katalysator haalt stikstofoxiden (NOx)uit de uitlaatgassen. Stikstofoxiden ontstaanbij de verbranding van fossielebrandstoffen. De voornaamste zijn stikstofmonoxide(NO) en stikstofdioxide(NO 2). Dankzij de katalysator komendie niet langer uit de uitlaatpijp, maarwel het onschuldige stikstofgas. Bij eenonvolledige reductie worden evenweltussenproducten gevormd, zoals lachgas(N2O). En dat is een nog veel krachtigerbroeikasgas dan CO 2.12 <strong>Verrekijker</strong>


­­­­­­­­­Een ongemakkelijke relatieluchtkwaliteitHet aandeel van Het verkeerGelukkig zorgen de nieuwe technologieën ook voor een aantal gunstige evoluties in de transportsector. Caroline DeGeest (VMM, MIRA-team): “Hoe dan ookis na de invoering van de katalysator deuitstoot van stikstofoxiden gedaald. Ookdoor de strenger wordende Euronormenbouwen de constructeurs wagens diesteeds properder rijden. Die Euronormenschrijven voor hoeveel milligram vaneen bepaalde polluent een auto perkilometer mag uitstoten. Zo zullen deconstructeurs vanaf 2009 roetfilters ophun dieselwagens moeten installeren omvoortaan de Euro 5-normen voor fijn stofte halen.”Geen overbodige luxe, want bij een vergelijkingtussen de sectoren zie je dat hetverkeer nog steeds een behoorlijk grootaandeel heeft in de uitstoot van polluenten. Zo veroorzaakte het verkeer inVlaanderen in 2006 49 procent van deNOx-uitstoot, gevolgd door de energiesector met 15 procent en de industriemet 14 procent. Op het vlak van de emissievan fijn stof staat het verkeer met30 procent eveneens op nummer één,samen met de industrie. De landbouwis goed voor 21 procent van de uitstoot.Op het vlak van CO 2staat het verkeerop de derde plaats, met 20 procent. Deenergiesector bijt de spits af met 31 procent, de industrie volgt als tweede met24 procent. De verwarming van onze huiCaroline De Geest:‘Er zijn niet alleen meervoertuigen ingeschreven,er worden ook meerkilometers gereden’zen is goed voor 17 procent van de emissies van CO 2.Glas HalfvolDe Euronormen voor koolwaterstoffen,NOx, CO en fijne stofdeeltjes zijn verplichte normen. Voor de uitstoot vanhet broeikasgas CO 2geldt een andereregeling.Caroline De Geest: “De Europese commissie sprak met de constructeurs afdat die tegen <strong>2008</strong> de uitstoot van hunmodellen zouden beperken tot 140 gramCO 2per kilometer. In 2006 bedroeg degemiddelde uitstoot van nieuwe wagensin België ongeveer 154 gram. Voorlopig isde afspraak met de constructeurs vrijwillig.Omdat het streefdoel wellicht nietwordt gehaald, lopen nu onderhandelingen om ook de CO 2-normen verplicht temaken.”Nieuwe technologie heeft niet alleenmet de voertuigen zelf te maken. Ook debrandstoffen worden properder. Doorregelgeving rond het zwavelgehalte inbrandstoffen is de uitstoot van zwaveldioxide(SO 2) fors teruggedrongen. SO 2© Jan Caudron­ ontstaat onder andere bij de verbrandingvan fossiele brandstoffen en draagt bijtot de verzuring van het milieu. Sinds debrandstoffen voor het wegverkeer ontzwaveld worden, loopt het aandeel vanauto’s en vrachtwagens in de totale emissie van SO 2drastisch terug.Caroline De Geest: “In de brandstof voorschepen zit wel nog veel zwavel, maarook daar komt de komende jaren veranderingin. De belangrijkste bronnen vanSO 2zijn op dit moment de industrie, deelektriciteitsproductie en de verwarmingvan gebouwen.”­ ­Glas HalfleeGEr is dus wel degelijk goed nieuws: nieuwetechnologieën en schonere brand­<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 13


­­­© Jan Caudron© Jan Caudron© Jan Caudronstoffen zorgen voor een verminderdeemissie van vervuilende stoffen. Helaaswordt die winst tenietgedaan door hettoegenomen verkeer. In 2006 waren erin Vlaanderen 3.610.000 voertuigen ingeschreven.Dat is een groei van 42 procentin vergelijking met 1990. Het aantal personenwagensnam met 32 procent toetot 2.973.000. Bovendien zijn de gezinswagensgemiddeld groter en zwaarderdan vroeger. Ooit stelden de meestekroostrijke gezinnen het met een Escortof een Kadett in plaats van met eenmonovolume of een 4x4.De sterkste groeiers zijn evenwel demotorfietsen. Sinds 1990 zijn ze maarliefst verdrievoudigd. Motorrijders ziende motor als een handige manier omvoorbij de dagelijkse files of doorheenhun midlifecrisis te slalommen. Ook delichte vrachtwagens van minder dan 3,5ton zijn meer dan ooit een vertrouwdfenomeen op onze autowegen. Sinds1990 is hun aantal meer dan verdubbeld.Caroline De Geest: “Er zijn niet alleenmeer voertuigen ingeschreven, er wordenook meer kilometers gereden. Dat zie jeaan de totale transportstromen, waarbijook de buitenlandse wagens en vrachtwagenszijn gerekend. Het totaal aantalkilometers gereden op <strong>Vlaamse</strong> wegen issedert 1990 gestegen met 32 procent, opautosnelwegen met 56 procent.”Ook de ‘verdieselijking’ heeft een sterkeinvloed op de emissiecijfers. In geenenkel ander land kiezen automobilistenzo massaal voor een dieselwagen. Ongeveerde helft van ons wagenpark bestaatuit diesels en in 2006 reden drie op devier nieuw gekochte wagens op diesel. InDuitsland was dit 50 procent, in Nederland30 procent. Caroline De Geest: “Die-Indicatorenmet eengezichtMIRA, het Milieurapport Vlaanderen van de VMM, brengt verslag uitvan het leefmilieu aan de hand vanindicatoren. Die indicatoren gevenaan hoe het met het milieu gesteldis en of we op de afgesprokenkoers zitten. Voor het transportzijn er verschillende indicatoren,zoals de emissie van CO 2, deverkeersintensiteit op verschillende types wegen, de emissie vanPM2,5 of het aantal personenwagens opgesplitst naar brandstof encilinderinhoud.Om deze informatie direct toegankelijkte maken voor een breedpubliek, maakt MIRA gebruik vansmiley’s.Meer weten?Surf dan naar www.milieurapport.be >feitens en cijfers > sectoren > transport> emissies naar lucht door transportsel is – voorlopig – nog goedkoper aande pomp dan benzine. Gemiddeld verbruikendieselwagens minder dan benzinewagens,ze stoten dan ook minderCO 2uit. Maar dieselmotoren stoten welmeer stikstofoxiden en fijn stof uit. Sommigenieuwere modellen zijn weliswaarreeds uitgerust met een roetfilter, maarhet zal nog tot 2009 duren vooraleer allenieuwe wagens die hebben.”30 procentvan Het fijnste stofDe pijnpunten van het transport zijnbekend. Het is onwaarschijnlijk dat wede <strong>Vlaamse</strong> doelstellingen (normen dievastleggen hoe hoog de uitstoot en/ofde concentratie van een bepaalde stofmag zijn) voor CO 2, NOx en fijn stof in2010 zullen halen. Op het vlak van fijnstof is transport een grote boosdoener.Voor de grotere stofdeeltjes (PM 10 =kleiner dan 10 micrometer) is de landbouwnog de belangrijkste bron, gevolgddoor industrie en transport. Op het vlakvan PM 2,5 staan industrie en transportnaast elkaar op kop. Het verkeer neemt30 procent van alle stofdeeltjes kleinerdan 2,5 micrometer voor zijn rekening.En laat dat nu net de deeltjes zijn diede grootste impact hebben op onzegezondheid…■Meer info over de milieudruk vanlucht- en zeevaart vind je in hoofdstuk 4van het MIRA-T 2007 Focusrapport:www.milieurapport.be > publicaties14 <strong>Verrekijker</strong>


Het kan ook andersZonder auto lukt het voor veel mensen niet. Maar minder en zuiniger rijden, datis wel binnen ieders bereik. Zeker omdat er voortdurend alternatieven en nieuweinitiatieven bijkomen.1 Met de fietsnaar Pekingluchtkwaliteit© Jan Caudron“Ik had nooit verwacht dat je als school zo’n grote impactkon hebben op het fiets- en milieugedrag van kinderen”,zegt meester Christoph De Smedt van de Vrije BasisschoolDe Stip in Erembodegem. “Twee jaar geleden hebben weons leerlingenbusje van de hand gedaan, wegens te duur.Sindsdien promoten we carpooling en fietspooling. Viaprojecten zoals Milieuzorg Op School en Knipperlicht werkenwe ook aan thema’s zoals verkeersveiligheid en milieuzorg.Sinds vorig jaar zetten we de theorie ook om in depraktijk tijdens de fietsweek. De eerste leerjaren krijgendan fietsvaardigheidslessen op de speelkoer, het derde envierde leerjaar leggen een stapexamen op de openbare wegaf en de oudste leerlingen doen een fietsproef in het centrum van de gemeente. Tegelijkleren ze zelf hun fiets onderhouden en herstellen met milieuvriendelijke producten. Wedoen ook mee met ‘Met de fiets naar Peking’. Wanneer leerlingen met de fiets naar schoolkomen of met de klas een fietsuitstap maken, sparen ze kilometers op een spaarkaart. Erzijn extra punten als ze een helm en een fluo hesje dragen. Ze kunnen hun vooruitgang inde klas volgen op een grote kaart. De klas die eerst in Peking aankomt, wint een extra uurlichamelijke opvoeding. Het succes was enorm: de kinderen zeuren hun ouders de orenvan het hoofd om te voet of met de fiets naar school te komen.”2 Sportief pendelenWie op fietsafstand van het werk woont, kan tijdens de werkweekgerust een tandje bijsteken. Maar ook aan de pendelaars wordtgedacht. Zo verhuurt Max Mobiel, naast het Sint-Pietersstation inGent, knalrode fietsen aan treinreizigers die het laatste eindje naarhun werk graag trappend afleggen. Daarnaast zien de Gentse stratengeel van de studentenfietsen van StudentENmobiliteit, dat fietsenverhuurt aan hogeschool- en universiteitsstudenten. Dergelijkefietsinitiatieven steken overal in Vlaanderen de kop op.© Bart Cloet<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 15


Verschillende meetnettenvan de <strong>Vlaamse</strong><strong>Milieumaatschappij</strong>houden dag en nachtde luchtkwaliteit vanVlaanderen in de gaten.Vooral de meest vervuildeplaatsen worden scherpbewaakt.© Jan CaudronNiet Zaventem zelf, maar Steenokkerzeelkrijgt bij een normale zuidwestenwindde typische geur van de nationaleluchthaven over zich heen. Vakantiegangersmogen bij het parfum van onverbrandekerosine wel wegdromen vaneen of andere exotische bestemming, deomwonenden hebben andere bekommernissen.De VMM controleert sindseen tiental jaar de omgevingslucht. Ditmoet met de nodige precisie gebeuren,zo bewijzen de verrassende resultaten.“We vroegen ons af hoeveel pollutievan de luchthaven zelf kwam en hoeveelvan het autoverkeer”, legt WalterTroch (VMM) uit. “Het verkeer is daar ergdruk. Zeker in de spits wordt de N227als een sluipweg voor de Brusselse ringgebruikt.”De polluenten van vliegtuigen en auto’slijken sterk op elkaar. Daarom plaatste deVMM één meetpost links en één meetpostrechts van de N227. Het toestellinks meet, in normale windomstandigheden,alleen de pollutie van de luchthaven.“Elk opstijgend vliegtuig veroorzaakteen korte verhoging van de concentratiespolluenten. Die vervuiling wordt welmeteen verspreid, omdat een opstijgendvliegtuig zich zowel horizontaal als vertikaalsnel voortbeweegt. Daardoor metenwe in de luchthaven zelf verhoogdeNOx-waarden, maar eens daarbuitennemen die sterk af. Het wegverkeerbleek in de omgeving beduidend meervervuiling te veroorzaken dan de vlieg­16 <strong>Verrekijker</strong>


­­­­­­­­­­Cowboys op de weg,canyons in de stedenluchtkwaliteit© Jan Caudrontuigen. Eén voorbeeld: op woensdagmiddagmaten we in Steenokkerzeel, zekerin de winter, opvallende benzeenpieken.Het meettoestel stond tegenover eenkleuterschool. Veel ouders die hun kinderenophalen, laten hun auto stationairdraaien om het binnen lekker warm tehouden.”Edward Roekens:‘De lucht op het voetpadis vaak dubbel zo ergvervuild als die in de tuinachteraan.’verscHillende meetnettenZoveel is duidelijk: wil je de luchtkwaliteitvan Vlaanderen in de gaten houden,dan heb je een uitgebreid en voldoendedicht meetnet nodig. De VMM heeft erverschillende. Het ‘telemetrisch meetnet’werd al in 1974 opgestart. Het bestaat uit35 vaste meetpunten en wordt gebruiktom de algemene luchtkwaliteit op te volgen.Volgende stoffen worden onder deloep genomen: zwaveldioxide (SO 2), stikstofoxiden (NO/NO 2), ozon, koolstofmonoxide (CO), fijn stof (PM10 en PM2,5),koolwaterstoffen en benzeen. Op basisvan de metingen van dit telemetrischnetwerk worden onder andere smogalarmenafgekondigd (zie ook pagina 23).Edward Roekens: “De meetpunten vanhet telemetrisch meetnet staan verspreidover heel Vlaanderen, met eenextra focus op de grote agglomeratiesvan Gent en Antwerpen en hun industriegebieden. De concentraties wordendoor de toestellen om het halfuur gemeten, per telefoonlijn naar de computerdoorgestuurd, gecontroleerd en onlinegezet. De jongste jaren meten we ietsminder de concentraties van SO 2, omdatdie problematiek verbeterd is. Hetaccent van de metingen is verschovennaar onder andere fijn stof en ozon.”Ook het ‘lokaal meetnet’ stuurt automatisch om het halfuur meetgegevensdoor naar de computer. Het verschil isdat deze toestellen vlakbij vervuilendebronnen staan en verhuizen wanneer dievervuiling is verdwenen. De meetstationsin Zaventem en Steenokkerzeel (luchthaven)en in Oostrozebeke (spaanderplaatindustrie) zijn mooie voorbeelden.In Tessenderlo stonden vroeger achtmeetstations die SO 2maten. Nu de SO 2vervuiling daar afneemt, wordt daar nogslechts op één plaats SO 2gemeten.Edward Roekens: “Naast die twee grotemeetnetten hebben we nog een paarmeer gespecialiseerde meetnetten: voorzware metalen, voor organische componenten,voor de dioxinedepositie, voorverzuring en voor fluorwaterstoffen.”stad en plattelandBekijk je het vanuit een satelliet, danis Vlaanderen één groot verstedelijktgebied. Vergeet de mythe van het platteland: het is ver zoeken naar een plekjedat niet vervuild is. Toch zijn er accentverschillentussen de stad en het buitengebied.In steden en industriegebiedenen langs drukke wegen vormen vooralfijn stof en roet een probleem. Het platteland heeft dan weer meer last vanozon.Edward Roekens: “Ozon is het resultaatvan een samenspel tussen zonlicht, stikstofdioxiden (NO 2) en vluchtige organischestoffen (VOS) uit het verkeer en deindustrie. Ironisch genoeg wordt ozonafgebroken door stikstofmonoxide (NO):hoe meer verkeer, hoe meer NO en dusook hoe meer afbraak van ozon. HetMeetjesland zal dus langer lijden onder<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 17


© Jan CaudronGelukkig voor de automobilist verblijft hij maar korte tijd in de tunnel, want de concentraties van polluenten lopen er hoog op.de ozonvervuiling dan pakweg het centrumvan Gent of Antwerpen. Maar daarheb je dan weer hogere concentratiesfijn stof. De meeste stedelijke, industrieleen verkeersintensieve gebieden halenwel de jaargemiddeldenorm, maar dedaggemiddeldenorm wordt bijna overalmeer dan de toegelaten 35 keer per jaaroverschreden.”Hoewel het verkeer een belangrijke bronis van fijn stof, valt op dat dieselroet in detotale massa PM10 toch slechts een kleinefractie inneemt. Aan de andere kant kunnenlokale factoren zoals opwaaiendbodemstof – veroorzaakt door voorbijrijdendeauto’s of treinen – een groteimpact hebben op de PM10-resultaten.Voorbeelden hiervan zijn de metingen inZwijndrecht en Roeselare, waar de resultatenvan twee meetstations op slechtsenkele honderden meter van elkaar tochsterk verschillen.Edward Roekens: “De verschillen in éénen dezelfde stadswijk zijn vaak frappant.Op 50 à 100 meter van een drukke wegzijn de concentraties vervuilende stoffenvaak al gezakt tot de stedelijke achtergrondconcentratie.De lucht op hetvoetpad is vaak dubbel zo erg vervuildals de lucht in de tuin achteraan: de huizenrijhoudt de verontreiniging tegen.Hoe smaller de straat en hoe hoger dehuizen, hoe meer de pollutie gevangenblijft en hoe hoger de concentraties vanpolluenten oplopen. We noemen dathet canyon-effect.”tunnelmetinGenEn hoe zit het dan in een tunnel? Eind2007 deed de VMM, op vraag van hetAgentschap Wegen en Verkeer, metingennaar CO, NO 2, fijn stof en zwaremetalen in de Antwerpse Waaslandtunnel.De gegevens werden vergeleken metde concentraties van het stedelijk meetstationin Borgerhout. Edward Roekens:“Over het algemeen maten we concentratiesdie 5 à 10 keer hoger liggen danin de stedelijke buitenomgeving. De NOconcentratieslagen in de weekdagen,en zeker tijdens de spitsuren, een stukhoger dan in het weekend. De tunnelsworden wel geventileerd, maar als automobilistleg je toch beter je eigen ventilatieeven af.” Als voorlopige conclusiekan wel gesteld worden dat de gemetenconcentraties voor een verkeerstunnelaanvaardbaar zijn, zeker gezien het korteverblijf van de bestuurder in de tunnel.Te klein om te metenTot slot worden buiten de meetnettenvan de VMM ook nog zogenaamde‘passieve samplers’ ingezet. De VMMmeetnettenbestrijken immers niet heelVlaanderen. Vroeger vielen kleinere stedenwel eens uit de boot. Daar wordennu ‘passieve samplers’ gebruikt: kleinebuisjes die je overal kan hangen en diedoor diffusie een aantal verontreinigendestoffen opnemen. Het resultaat:hoewel er in Leuven, Aalst, Hasselt enOostende verhoogde concentraties vanpolluenten werden gemeten (zeker stikstofdioxide),bleken deze steden tochminder vervuild dan Antwerpen en Gent.Oostende scoorde het best, dankzij zijnfrisse zeebries.■Sommige oude vrachtvliegtuigen, zoals het typeTupolev, laten bij het opstijgen een roetwolk achterdie zelfs met het blote oog zichtbaar is. Pogingenom in de omgeving van Zaventem de deeltjes PM10en PM2,5 (kleiner dan 10 en 2,5 micrometer) van dieuitstoot te meten, mislukten echter jammerlijk. Hetmeettoestel (foto) zat wel zichtbaar onder het roet,maar daar viel in de meetresultaten gek genoeg nietsvan te merken.Walter Troch: “De roetdeeltjes waren zo klein dat hettoestel ze niet kon meten. Sinds vorig jaar hebbenwe een toestel waarmee dat wel lukt. Het gaat omeen optische meetmethode. De omgevingslucht wordt door een witte filterbandgezogen, waarna de zwartingsgraad wordt gemeten. Hoe zwarter de filter, hoemeer roet. Met dit nieuwe toestel zagen we perfect de correlatie tussen het typetoestel en het moment van opstijgen enerzijds en de roetconcentratie anderzijds.Het gaat hier grotendeels om PM0,1. Dat zijn stofdeeltjes die kleiner zijn dan 0,1micrometer. Vliegtuigen vormen dus een kortstondige, maar onmiskenbare bronvan roetdeeltjes.”© Jan Caudron18 <strong>Verrekijker</strong>


­Het kan ook anders3 Slimweg: van a naar bmet minder CO 2Je wil ergens heen en je wil dat duurzaam doen: te voet, metde fiets, bus, tram, trein, taxi, een gedeelde wagen of een combinatievan die mogelijkheden? Waar vind je de nodige info?Tot voor kort moest je talloze sites raadplegen, uurregelingenuitpluizen of stadsplannen bestuderen om het allemaal uitte vissen. ‘Slimweg’ bundelt nu al die informatie en bespaartje zo een hoop werk. Slimweg is een initiatief van De Lijn insamenwerking met de NMBS, Cambio, Taxistop, de Voetgangersbeweging,de Fietserbond, Autopia, FBAA, de Taxifederatie,VSV en de <strong>Vlaamse</strong> provincies. Op www.slimweg.be vind je eenhandige routeplanner. Die stippelt gratis je traject uit, van deurtot deur.Wim Nicque (De Lijn): “Je kan ook bellen naar 070 345 346 of langsgaan in de winkel aande Rooseveltplaats 1a in Antwerpen. Daar word je verder geholpen door ervaren baliemedewerkers.Wil je het liever zelf uitzoeken, dan staan daar ook pc’s ter beschikking.Het is de bedoeling dat tegen eind volgend jaar alle <strong>Vlaamse</strong> provincies zo’n winkelpunthebben. Slimweg mikt zowel op particulieren als op bedrijven. Die laatste kunnenbijvoorbeeld bij Slimweg terecht voor hulp bij hun mobiliteitsproblemen of om eendossier voor het Pendelfonds op te stellen. Meer info daarover vind je ook op www.mobielvlaanderen.be/pendelfonds”.© Jan Caudronluchtkwaliteit4 Deel eens een auto© Jan CaudronHet grootste deel van de dag staat je auto werkloos stil. Zonde,want ondertussen betaal je je wel blauw aan de bank, de fiscus ende parkeermeter. Daarom doen steeds meer mensen aan autodelen.Dat kan op verschillende manieren. Je kan samen met een ofmeerdere andere gezinnen een auto kopen en hem alleen gebruiken als het echt nodig is. Dat kan door een vaste toerbeurt in testellen of door te bellen naar iemand die de coördinatie op zichneemt. Je kan de hele regeling ook overlaten aan een gespecialiseerdeorganisatie. In dat geval kan je zelfs een model kiezen datprecies bij de nood van het moment past: een klein modelletjevoor een korte werkverplaatsing, een bestelwagentje voor de groteinkopen of een break voor een weekendje naar zee. Autodelen isvooral interessant voor wie in een stedelijke omgeving woont. Andere voorwaarden: jeauto is geen statussymbool, je bent bereid om je autogebruik flexibel te organiseren, jegebruikt de auto niet voor je dagelijkse werkverplaatsing en je rijdt maximum 10.000 à12.000 kilometer per jaar.Meer info: www.autodelen.be , www.cambio.be en www.autodelen.net<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 19


­­­­­­Welke en hoeveel schadelijkestoffen stoot het verkeer uit?De ‘emissie-inventaris lucht’brengt het zo goed mogelijk inkaart.© Jan CaudronDe emissie-inventaris heeft niets temaken met de metingen die de <strong>Vlaamse</strong><strong>Milieumaatschappij</strong> uitvoert. Die metingen brengen vooral de concentraties vanvervuilende stoffen in beeld.De emissie-inventaris zoekt het aan debron en berekent wat er in totaal uitgestoten wordt en door wie: het verkeer,de industrie, de gebouwenverwarmingen de land- en tuinbouw. Dat gebeurt aande hand van ingewikkelde modellen enextrapolaties.Caroline De Bosscher (VMM): “Het vertrekpuntom de emissies van het verkeerte berekenen is Mimosa, een Vlaamsmilieumodel. Tegenwoordig is Mimosagebaseerd op echte tellingen. Die gebeuren met behulp van de kabels die ophonderden locaties over het wegdek liggen, ingeslepen lussen, radartoestellen enwegcamera’s. Daarmee weten we bij benadering hoeveel voertuigen op de <strong>Vlaamse</strong>wegen rijden, maar nog niet om welk typehet gaat: personenwagens, motorfietsen,bestelwagens, vrachtwagens, bussen… Eenverdere verfijning gebeurt daarom aan dehand van statistieken van de Dienst voorInschrijvingen van Voertuigen. Die bevatten ook informatie over het type motor– diesel, benzine of LPG – , het bouwjaaren de inhoud. Daarnaast houden we reke­ning met de buitenlandse voertuigen dieVlaanderen doorkruisen.Ten slotte bekijken we ook de invloedvan de dagtemperaturen: op koude dagenduurt het langer voor een motor efficiënt20 <strong>Verrekijker</strong>


­­­­­­­­­­­Fijn, fijner, fijnstluchtkwaliteitCaroline De Bosscher© Jan Caudrondraait en stoot hij dus meer vervuilendestoffen uit.”stoffiGe plekkenEen blik op de grafiek met de evolutie vande belangrijkste emissies is op het eerstegezicht geruststellend. Koolstofmonoxide(CO), totaal zwevend stof (TSP),zwaveldioxide (SO 2), stikstofoxiden (NOx)en niet-metaan vluchtige organische stoffen(NMVOS): al deze polluenten dalen,ondanks de toename van de sector transportin het algemeen en het dieselverkeerin het bijzonder. Alleen de uitstootvan CO 2gaat nog in stijgende lijn. Samenmet dat bewuste CO 2is zwevend stoftegenwoordig de meest mediageniekevervuiler. Marie-Rose Van den Hende(VMM): “De emissie-inventaris geeft eenbeeld van het totaal zwevend stof (TSP)en van de fracties PM10 (stofdeeltjes kleiner dan 10 micrometer) en PM2,5 (kleinerdan 2,5 micrometer). De totale stofemissie nam tussen 1995 en 2006 met 17% af.Dat is voor een groot stuk te danken aaninspanningen vanuit de industrie. Ookde ‘uitlaatemissies’ van het verkeer zijngedaald.”Die gunstige evolutie wordt wel tenietgedaan door een toename van de ‘nietuitlaatemissies’van het verkeer. Dezestofdeeltjes komen onder meer vrij doorde slijtage van remmen, banden en hetwegdek. Het fijn stof van deze niet-uitlaatemissiesheeft gemiddeld een groterediameter dan dat van de uitlaatemissies.Marie-Rose Van den Hende: “De nietuitlaatemissieszijn goed voor 36% vande totale emissie van fijn stof, de uitlaatemissiesvoor 9%. Bekijk je de emissies vanfijn stof op een kaart van Vlaanderen, danzie je zeer duidelijk de hoofdwegen en deautosnelwegen liggen. Ook de woon- enindustriezones springen er uit. De meeststoffige plekken in Vlaanderen zijn de steden Antwerpen en Gent en de bijhorendeindustriezones.”klein, maar GevaarlijkDe opdeling in fracties PM10 en PM2,5levert een gedetailleerder beeld op. Zodaalde de totale PM10-emissie in Vlaanderen tussen 1995 en 2006 met 36% endie van PM2,5 zelfs met 42%. Het verkeer en de industrie zijn de sectoren diehet meest bijdragen aan de uitstoot vanPM2,5. Ze zijn elk goed voor 30%. Deland- en tuinbouw neemt 16% voor zijnrekening.Deze gegevens verdienen de nodige aandacht,want het is niet alleen de hoeveelheid stof die schadelijk is voor de gezondheid, maar ook de diameter van dat stof.De grotere stofdeeltjes (PM10) wordendoor het lichaam relatief gemakkelijkafgevoerd, hoewel ze ook ademhalingsproblemenen astma-aanvallen kunnenuitlokken. De kleinste stofdeeltjes (PM2,5en misschien ook PM0,1, dus kleiner dan0,1 micrometer) hebben op langere termijneen nefaster effect. Ze zouden immersdoordringen in de longblaasjes en zelfsin de bloedbanen, en kunnen zo ontstekingsreactiesen uiteindelijk bloedklontersveroorzaken. Een extra risicofactor voormensen die al een verhoogd risico liepenop een hartinfarct of beroerte.De impact op de volksgezondheid is groot.Leuvense epidemiologen pakten onlangsnog uit met beangstigende cijfers. Fijn stofzou de levensverwachting van de gemiddelde Belg met dertien maanden doendalen en in Vlaanderen alleen 630 onmiddellijke doden per jaar veroorzaken.Conclusie: het wegverkeer stoot recentminder fijn en ultrafijn stof uit, maar hetmoet nog een stuk beter. Zelfs in kleinehoeveelheden zijn deze kleinste stofdeeltjes immers gevaarlijk.■<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 21


­­­­­Het kan ook anders5Hoe proper is je bolide?De ene auto is de andere niet. Tussen een volledig elektronischkarretje en de Hummer bestaat er een zeer brede waaier aanmodellen. Hoe vind je een auto die niet alleen bij je behoeftenpast, maar waarmee je ook zo milieuvriendelijk mogelijk rondkan tuffen? Zoek het uit met de ecoscore! Op deze websitevind je alle automodellen en hun ecologische score, een getaltussen 0 en 100. De ecoscore houdt rekening met de uitstootvan CO 2en andere broeikasgassen, met de uitstoot van stoffendie een rechtstreekse impact op de gezondheid hebben (fijnstof, stikstofoxiden…) en met geluidsproductie. Die drie factoren maken respectievelijk 50, 40 en 10% van de score uit.Hoe dichter de score bij 100, hoe milieuvriendelijker het voertuig. Onder de 50 is belabberd, boven de 70 is zeer goed. Gelukkig vind je in bijna elke categorie auto’s met een ecoscore hoger dan 65. Een voertuigdat 10% minder verbruikt, wint algauw een paar ecoscorepunten, terwijl een roetfilterop een dieselwagen een bonus van 5 punten oplevert. Je kan zoeken op model, maarook op een welbepaalde ecoscore, CO 2-uitstoot…on© Jan CaudrInfo: www.ecoscore.be6Woon waar je werkt© Jan CaudronHonderdduizenden storten zich elke werkdag opnieuw zoals despreekwoordelijke lemmingen op de treinen en autosnelwegenrichting Brussel. Om er te gaan wonen daarentegen, is onze hoofdstad lang niet zo populair bij de Vlamingen. Bedrijven en openbareinstellingen hebben nochtans geld veil om die liefde aan te zwengelen. Zo krijgt een <strong>Vlaamse</strong> ambtenaar die naar Brussel verhuist eenpremie van 2.480 euro netto. De voorbije drie jaar zijn evenwel nogmaar negen dergelijke premies uitbetaald. Ook het stadsbestuur ende politie van Brussel en onderwijsminister Frank Vandenbrouckevoorzien premies. Zelfs de privésector probeert nu zijn Brusselsevacatures op te vullen met financiële steuntjes in de rug. Helaasrijden al deze initiatieven zich voorlopig vast op de karakteristiekehonkvastheid van de Vlaming.22 <strong>Verrekijker</strong>


Met z’n allen wat gas terugnemenluchtkwaliteitWanneer er te veel fijn stof in de lucht hangt, beperken ‘smog 90’-borden de snelheid opverschillende <strong>Vlaamse</strong> autosnelwegen. Een toveroplossing zijn ze natuurlijk niet, maar huneffect is wel sterker dan verwacht.In de zomer van 2006 werden in deruit Antwerpen-Gent-Brussel-Leuvendriehonderd nieuwe verkeersbordengeplaatst, vlak na de opritten van eenaantal autosnelwegen. Ze beperken erde maximumsnelheid tot 90 kilometerper uur wanneer verwacht wordt dat deconcentratie fijn stof in de lucht tweedagen na elkaar 70 microgram per m³zal overschrijden. De borden wordendan door wegenwachters met de handomgedraaid. Dat is sindsdien ook driekeer gebeurd, vertelt Frans Fierens, VMMmedewerker bij IRCEL, de intergewestelijkecel voor het leefmilieu. IRCEL brengtde bevolking op de hoogte wanneer deinformatie- of alarmdrempels voor ozon,stikstofdioxide en zwaveldioxide of degrenswaarden voor fijn stof wordenoverschreden.Frans Fierens: “Die drie episodes van snelheidsbeperkingdateren van maart 2007,december 2007 en februari <strong>2008</strong>. Nietomdat er op dat moment meer vervuilingwerd uitgestoten. De oorzaak is hetweer. Ten eerste was er op dat momentzeer weinig wind. Daardoor kon de vervuilingniet wegwaaien en verspreidworden. Ten tweede was er sprake vaneen temperatuursinversie. Een koudeluchtlaag zit dan gevangen onder eenwarmere luchtlaag. De vervuiling kandus ook verticaal niet weg en blijft in dieluchtbel hangen.”pieken aftoppenDe smog 90-maatregel is een Vlaamsinitiatief. Voor fijn stof zijn er geenEuropese informatie- of alarmdrempels.Vooral omdat men ervan uitgaat dat ervoor fijn stof geen onschadelijke ondergrensis. Zelfs kleine hoeveelheden zijnFrans Fierens:‘Naar een persberichtkraait geen haan, eensnelheidsbeperking zethet land in rep en roer.’waarschijnlijk ongezond. Europa zegt weldat de daggrenswaarde van 50 microgramper m³ niet meer dan 35 keer perjaar overschreden mag worden – watoverigens op twee derde van de meetplaatsenin Vlaanderen niet lukt. De hamvraagis natuurlijk: helpt die snelheidsbeperkingtot 90 km per uur? Verminderende concentraties fijn stof wanneer wemet z’n allen het gaspedaal wat minderdiep indrukken?Frans Fierens: “Er zijn geen meetposten© Jan Caudron<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 23


© VMM archief© VMM archief© Jan CaudronAan 90 km per uur stoot een dieselauto 25 tot 30% minder dieselroet uit dan aan 120 km per uur.vlak langs de snelwegen en de episodeszijn ook te kort om het resultaat van desnelheidsbeperking te kunnen meten. Wehebben nu wel samen met de <strong>Vlaamse</strong>instelling voor technologisch onderzoek(VITO) een project opgezet om heteffect met computermodellen te berekenen.Die studie loopt pas in oktoberaf, maar het is nu al duidelijk dat er weldegelijk een effect is. Het is zelfs sterkerdan we aanvankelijk hadden gedacht.Een toverformule om de verwachteoverschrijdingen op die dagen zelf tegente houden, zijn de snelheidsbeperkingenwellicht niet. Maar ze kunnen er wel meevoor zorgen dat de concentratiepiekenminder groot zijn. Tegelijk willen weook sensibiliseren. Naar een persberichtover de overschrijding van een stofnormkraait geen haan. Maar schroef de snelheidop de autosnelwegen een paardagen terug en het halve land staat inrep en roer. Noem het een opstapje voorandere, minder populaire maatregelen.De fiscale bevoordeling van dieselauto’sdoet bijvoorbeeld zeker geen goed aande problematiek van fijn stof.”slok op een borrelDieselrijders kunnen zich troosten metde gedachte dat 90 in plaats van 120 kmper uur wel degelijk een slok op een borrelscheelt. Een dieselauto stoot 25 tot30% minder dieselroet uit als je 30 kilometerper uur trager rijdt. Net dat stof(de kleinste fracties zoals PM2,5 en PM0,1)heeft gevolgen voor de gezondheid. Hetaandeel van de auto-uitlaten in de volledigestofuitstoot stelt in massa niet veelvoor, maar het gaat wel om de kleinsteen dus de ongezondste stofdeeltjes (zieook pagina 21).Frans Fierens: “De link tussen zeer fijn stofen gezondheidsproblemen blijkt uit driesoorten epidemiologische studies. Deeerste vergelijken dag op dag de luchtverontreinigingen het aantal ziekte- ensterfgevallen. Daaruit blijkt een sterkverband tussen verhoogde concentratiesfijn stof en een toename van ziekte- ensterfgevallen. De tweede zijn studieswaarbij men grote groepen mensengedurende lange tijd volgt. Daaruit blijkteen verband tussen fijn stof en een verhoogdrisico op kanker. Een Nederlandsonderzoek vond een gelijkaardige correlatietussen wonen langs een drukkeverkeersweg en een verhoogde kans opkanker en sterfte. De derde soort studieszijn incidentiestudies. Tijdens de OlympischeSpelen van Atlanta golden strengeverkeersmaatregelen. In die periode kwamendaar minder astma, ziekte en sterfgevallenvoor. Hetzelfde gebeurde toende stad Dublin alle steenkool verbooden zo de roetconcentraties in de luchtterugdrong. Dat steenkool tijdens eentemperatuursinversie een killer kan zijn,is trouwens voor de eerste keer aangetoondin België. In de jaren dertig stiervenin de Maasvallei enkele tientallenmensen aan de gevolgen van die luchtverontreiniging.”■24 <strong>Verrekijker</strong>


­­­­­­­de mILIeUWeRkeRVMMaanhuis© Jan CaudronDaniël Danckaert en Annick Stickens zijn de enige VMM-medewerkers die bij particulieren thuismetingen uitvoeren. Ze trekken erop uit om de drinkbaarheid van het putwater te meten bijmensen die niet kunnen aansluiten op het leidingwaternet. Het gaat doorgaans om afgelegenwoningen, waarvoor het doortrekken van de waterleiding een te dure aangelegenheid zou zijn.“Voor het meten van putwater zijn er tweenormen”, zegt Daniël Danckaert. “Er is dewettelijke norm en er is de gezondheidsnorm. Wij werken volgens de strengeregezondheidsnorm. De wettelijke normvoor nitraat bijvoorbeeld bedraagt 50 milli© Jan Caudrongram per liter, de gezondheidsnorm is dubbelzo streng.”Samen op StapAnnick Stickens is verantwoordelijk voorde staalnames van putwater ten oostenvan de as Antwerpen-Brussel, haar col-lega Daniël Danckaert neemt de westkantvoor zijn rekening. Voor de reportage zijnze uitzonderlijk eens samen op stap. Sindsde samenwerking met de AdministratieGezondheidszorg van de <strong>Vlaamse</strong> Gemeenschap in 2001 van start ging, zijn de tweeDaniël Danckaert:‘Mensen die voor hunhuishouden aangewezenzijn op putwater hebbenjaarlijks recht opeen gratis controle’VMM-medewerkers verantwoordelijk vooreen correcte staalname bij particulieren. Dedaaropvolgende analyses van de stalen zijnde taak van een labo. Het Vlaams AgentschapZorg en Gezondheid staat uiteindelijkin voor het advies over de stalen: is hetbemonsterde putwater drinkbaar of niet.“Ik neem jaarlijks zo’n 150 stalen”, zegt DaniëlDanckaert. “Mensen die voor hun huishoudenaangewezen zijn op putwater hebbenjaarlijks recht op een gratis controle. Zekunnen daarvoor een aanvraag indienen viade website van de VMM of een aanvraagformulier afhalen bij hun gemeentelijkemilieuambtenaar.”In de fIk“Precies omdat we bij de mensen thuisgaan, is onze planning heel belangrijk”, zegtAnnick Stickens. “Enerzijds willen we demensen niet te lang laten wachten: we willen dat ze binnen de zes weken uitsluitselkrijgen over de kwaliteit van hun putwater.Anderzijds willen we de aanvragen zoveelmogelijk groeperen op locatie, zodat weniet onnodig heen en weer moeten rijden.”“Bovendien willen we ook echt op tijd oponze afspraken zijn, ongeacht de files”, piktDaniël Danckaert in. “De mensen doenvaak een inspanning om thuis te kunnenzijn op een weekdag. We willen ze nietlaten wachten.”Klantvriendelijkheid is één ding. Maar hetnemen van stalen gebeurt ook volgens deregels van de kunst, die vastgelegd zijn in deinternationale kwaliteitsnorm ISO 17025.Bij de klant van vandaag in het Oost­<strong>Vlaamse</strong> Machelen-Zulte, gaat de keukenkraan eerst onverbiddelijk in de fik. “Wenemen steeds stalen op de plaats waar hetmeeste water wordt gebruikt. In veel gevallen is dat de keuken”, zegt Daniël Danckaert.“We willen laten onderzoeken welke bacteriëner in het drinkwater zitten. Daarommag het water dat door de kraan stroomtniet gecontamineerd zijn door bacteriënop de kraan zelf.”<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 25


­­­­­­­­­­­de mILIeUWeRkeR© Jan Caudron© Jan Caudron© Jan Caudron© Jan Caudron© Jan Caudron© Jan CaudronDe bewoners zijn er in elk geval gerust in:ze weten dat ze bij eventuele schade gratis een nieuwe kraan krijgen. Maar Daniëlheeft hen ook verzekerd dat er nog nooiteen kraan is stuk gegaan. Als de kraan bacterievrij is, trekt Daniël latexhandschoenenaan: ook van zijn handen mogen er geenbacteriën in de stalen terechtkomen.Het eerste staal zal in het labo onderandere getest worden op de aanwezigheidvan fecale bacteriën: de intestinale enterokokken. Voor de staalname maakt Daniëleerst een verzegeld recipiënt open. Dezegels wijzen erop dat het compleet sterielis. Daniël vult nog enkele recipiënten. Diezal men in het laboratorium onderzoekenop chemische stoffen zoals ammonium,nitraat, nitriet, lood, ijzer en fluoriden. Destalen verdwijnen allemaal in de koelbox enworden dezelfde dag nog opgehaald doorhet analyserend laboratorium. De bacteriologische tests moeten immers binnen de24 uur na het nemen van het staal plaatsvinden. Anders gaan de bacteriën zich opeigen houtje vermenigvuldigen en is demeting waardeloos. Van de andere testszijn de resultaten drie weken later bekend.VeLdWaaRnemIngenSommige analyses gebeuren niet in hetlabo. “We doen ook zogenaamde veldwaarnemingen”,zegt Annick Stickens. “Webeoordelen de geur en de kleur van hetwater. De geur van rotte eieren wijst bijvoorbeeldop de aanwezigheid van zwavel.We vragen de bewoners tevens naar desmaak van het water, als ze er al van drin-Annick Stickens:‘Slechts 20 procent vanhet putwater waarvanwe stalen nemen, isdrinkbaar’ken. Veel mensen met putwater kopen hundrinkwater in flessen.”De staalnemers meten zelf de helderheidvan het water. Daarvoor gebruiken ze eenglazen kolom, waarop een schaal van 1 tot 6is aangebracht. Op de bodem van de kolomstaat een zwart kruis. Je vult dan water bij,tot je het kruis op de bodem niet meer kanzien. Dan kijk je hoe hoog het water in dekolom staat en lees je op de schaal de helderheid af: 1 is heel helder, 6 heel troebel.“We meten ook zelf de zuurtegraad vanhet water”, zegt Daniël. “Daarvoor gebruikenwe een pH-meter, een heel gevoeligtoestel dat heel nauwkeurig gekalibreerdmoet worden. Bacteriën vermenigvuldigen zich bijvoorbeeld makkelijk in watermet een neutrale pH-waarde.” Het water inMachelen-Zulte heeft een pH-waarde van7,5. “Perfect!”, besluiten de VMM-medewerkers in koor.Alle gegevens worden netjes bijgehoudenop een formulier dat bestemd is voor hetanalyserend laboratorium. Om de privacyvan de bewoners te beschermen, krijgt hetformulier enkel een volgnummer.geen oVeRbodIge LUxeMaar hoe is het nu gesteld met de drinkbaarheid van ons putwater? “Slechts 20procent van het putwater waarvan we stalen nemen, is drinkbaar”, zegt Daniël. “Je kanook niet voorspellen welke putten drinkwaterleveren en welke niet. Normaal kanje stellen: hoe dieper de put, hoe zuiverderhet water. Maar dat klopt niet altijd. Veelhangt af van de bodem. Een zandbodembijvoorbeeld zuivert niet, klei wel. Ik kendan ook putten op 4 meter met drinkbaarwater en een put op 130 meter waarvan het© Jan Caudronwater niet drinkbaar is. Ook de vervuilingin de omgeving, zoals de aanwezigheid vanpesticiden door de landbouw, speelt mee.De controles zijn dus zeker geen overbodige luxe.”■26 <strong>Verrekijker</strong>


VEELGESTELDE VRAGENSommige vragen die binnenlopen bij het Infoloket van de VMM zijn zo interessant dat zemisschien ook jou aanbelangen. Heb je nog andere vragen, dan is het Infoloket alle werkdagenbereikbaar van 9 tot 16.30 uur, via tel. 053 72 64 45, fax 053 71 10 78 of e­mail : info@vmm.beIk wil besparen op mijn drinkwaterfactuur.Is een grondwaterwinning laten plaatsen een goed idee?Wie een grondwaterwinning heeft,krijgt vaak twee rekeningen in de bus:een heffing op waterverontreinigingvan de VMM en een gemeentelijkesaneringsbijdrage voor de riolering, diewordt aangerekend door de drinkwatermaatschappij.De VMM berekenthaar heffing op basis van het aantalgedomicilieerde personen op 1 januarivan het heffingsjaar. Over het tariefvan de gemeentelijke saneringsbijdragebeslist de gemeente zelf. Voor meer informatie contacteer je best de milieudienst vanje gemeente.Aan de andere kant zijn er geen premies voor het boren van een grondwaterwinning.Logisch, want grondwater is geen milieuvriendelijk alternatief voor leidingwater. InVlaanderen worden de verschillende grondwaterlagen nu al overbevraagd en het wordtdan ook afgeraden om kwalitatief hoogwaardig grondwater te verspillen aan laagwaardigetoepassingen zoals de toiletspoeling. En voor hoogwaardige toepassingen, zoalsdouchen en koken, kies je dan weer beter leidingwater, aangezien de kwaliteit ervancontinu wordt gecontroleerd.Als je wil besparen op je drinkwaterfactuur, is er een veel duurzamer alternatief:hemelwater. Voor het gebruik van hemelwater moet je geen heffing of saneringsbijdragebetalen. Sommige gemeenten geven zelfs een premie voor het plaatsen vaneen hemelwaterinstallatie. Voor meer informatie neem je best contact op met demilieudienst van je gemeente.Wie een nieuwe woning bouwt of een grondige verbouwing doet, is sowieso verplichtom een hemelwaterput te plaatsen, met minstens één aftappunt. De stap naarhet gebruik ervan is dan ook niet groot meer. Hemelwater leent zich perfect voor detoiletspoeling, de wasmachine, het kuisen of het besproeien van de tuin. Enkel voorhygiënische toepassingen zoals koken of persoonlijke netheid wordt het gebruik vanhemelwater afgeraden.© ComstockIs de waterkwaliteitin mijn favoriete badplaatsof zwemvijver goedom in te zwemmen?Tijdens de zomermaanden vind je opwww.vmm.be in een oogopslag hoe hetgesteld is met de kwaliteit van je favorietezwemwater. De VMM controleertin veertig badzones aan de kust en inbinnenlandse zwem­ en recreatievijversof het water voldoet aan de <strong>Vlaamse</strong> enEuropese normen.Op de website van de VMM en opwww.zorg-en-gezondheid.be vind je ookmeer informatie over de analyses vanhet water en de beoordeling ervan. Dezeinformatie vind je eveneens bij de hogeredderstoelen van de strandbewaking enop de infoborden aan de recreatievijvers.Mag ik zout, azijn of bleekwatergebruiken als bestrijdingsmiddel?Wil je minder bestrijdingsmiddelen gebruiken en ben je op zoek naar alternatieven, danben je op www.zonderisgezonder.be zeker aan het juiste adres. De website vermeldteen waaier aan tips om zonder bestrijdingsmiddelen aan de slag te gaan. Zout, azijn enbleekwater zijn geen goede alternatieven, ook al lijken ze op het eerste gezicht onschadelijk.Enkel producten die daarvoor erkend zijn door de federale overheid mogen ingezetworden als bestrijdingsmiddel. Meer informatie daarover vind je op www.fytoweb.fgov.be© Jan Caudron<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 27


Sinds kort kan je op de website van de VMM je eigen drinkwaterfactuur uitpluizen en een kijkjenemen in het rioleringsbeleid van je gemeente. “Zo weet je tenminste waarvoor je betaalt”, zegtLutgarde Fleurinck. “En dat is mooi meegenomen, want de gemiddelde drinkwaterfactuur is forsgestegen.”Weet wat je betaaltDat de drinkwaterfactuur de hoogte is ingegaan,ondervond iedereen. Het blijkt ook uit de cijfers diede VMM verzamelde bij de drinkwatermaatschappijen.Is leidingwater dan zoveel duurder geworden?Eigenlijk niet. Het zijn vooral de saneringsbijdragen diede ‘eengemaakte waterfactuur’ de hoogte injagen: desom van bovengemeentelijke en gemeentelijke bijdragen.Let wel: de bovengemeentelijke bijdrage om dewaterzuiveringsinstallaties te kunnen bekostigen,betaalde je vroeger via de afvalwaterheffing aan deVMM. En heel wat gemeentebesturen verstuurdendaarbovenop een rioleringstaks. Aangezien alles nuop één factuur staat, krijg je een beter zicht op dereële kostprijs van water en lijkt drinkwater alleenmaar veel duurder geworden.Zaventem is het duurstOm de consumenten te informeren, ontwikkelde de© Jan CaudronLutgarde Fleurinck:‘Op korte termijn moetenwe kunnen bepalen of degemeenten niet te veeldoorrekenen aan hun burgers.’© ComstockVMM een informatieinstrument dat je gratis kan raadplegenop de website.Lutgarde Fleurinck: “Je kan twee dingen doen. Ten eersteje eigen waterfactuur ontcijferen. Hoeveel abonnementsgeldbetaal ik? Hoeveel bedraagt de bijdragevoor zuivering en afvoer? Wat is de kostprijs van leveringen productie?Je kan ook uitrekenen hoeveel euro je bespaart als jeminder water verbruikt. Ten tweede vertellen kleurrijkekaartjes en tabellen hoe het rioolbeheer in elkegemeente is georganiseerd. Wat is de gemiddeldedrinkwaterprijs? Welke contracten heeft de gemeenteafgesloten, en met wie? En hoe zit het nu met degemeentelijke bijdrage?”Hiermee ontsluit de VMM de informatie die ze deafgelopen jaren verzamelde. Opvallend is bijvoorbeelddat de drinkwaterprijs in Vlaanderen sterk varieert.Die was in de maand mei van dit jaar met 1,8 europer kubieke meter het laagst in Baarle-Hertog en met3,4 euro het hoogst in Zaventem.28 <strong>Verrekijker</strong>


iedereen draagt steentje bijSinds de reorganisatie van de watersectorin 2005 is de VMM economisch toezichthouderop de waterzuivering. Wat wil datprecies zeggen? Lutgarde Fleurinck: “Wijhebben twee officiële opdrachten. Wehouden toezicht op de uitbouw en hetbeheer van de waterzuiveringsinfrastructuur.En we houden toezicht op de kostendie de drinkwatermaatschappijen hiervoordoorrekenen aan de verbruiker.”Inzake de waterzuivering schrijft de kaderrichtlijnWater voor dat tegen 2015 allegoed georganiseerd”, aldus Hilde Soetaert.“De VMM plant en controleert, terwijlAquafin instaat voor de uitbouw en hetbeheer van de infrastructuur.”De beheersovereenkomst die de <strong>Vlaamse</strong>overheid sinds 1991 heeft met Aquafinbevat de afspraken rond ecologisch eneconomisch toezicht. “Onze taak is kijkenof de investeringen kostenefficiënten binnen de afgesproken tijdsspannegebeuren. Wij houden ook toezicht ophet budget van Aquafin en controleren ofde gevraagde budgetten werden gebruiktwateren in een goede ecologische toestandmoeten verkeren. Daarvoor moetiedereen zijn steentje bijdragen, van hetVlaams Gewest over de gemeenten totde burgers. Het <strong>Vlaamse</strong> Gewest is verantwoordelijkvoor de bovengemeentelijkeinfrastructuur: de prioritaire rioleringen,collectoren en zuiveringsinstallaties. “Opdit bovengemeentelijk niveau is het toezichtop de saneringsinfrastructuur zeervoor de beoogde projecten. Op basis vanons advies bij het jaarverslag van Aquafinbeslist de <strong>Vlaamse</strong> Regering of Aquafin degemaakte kosten volledig terugbetaaldkrijgt van de drinkwatermaatschappijen. Inde toekomst willen we een indicatoren- ennormeringskader ontwikkelen dat preciezekrijtlijnen vastlegt om de uitbouw en hetbeheer van de saneringsinfrastructuur tebeoordelen.”WegenWerkenDe gemeenten zijn dan weer verantwoordelijkvoor de gewone riolen en kleinschaligewaterzuiveringsinstallaties. Zij kunnenbij de VMM terecht voor advies en subsidies.Hilde Soetaert: “Vlaanderen vergoedt75% van de rioleringskosten als het gaatom een gescheiden rioleringsstelsel en100% als het hemelwater over de hele lijnwordt afgekoppeld.”Als de werken volledigworden terugbetaald, waarom springt danniet elke gemeente op de kar? “Omdat hetbudget beperkt is. Onze collega’s van ecologischtoezicht bepalen welke projectenprioritair zijn en subsidies krijgen. Bovendienbetalen wij de rioleringswerken weltot 100% terug, maar ook de straat en hetfietspad openbreken kost geld. En dat is ervaak niet. Of plots zijn andere projectenvoor de gemeente dringender.”Het economisch toezicht op de gemeentelijkeinfrastructuur is dan ook niet vande poes. Lutgarde Fleurinck: “Op boven<strong>juli</strong><strong>2008</strong> 29


GratiswaterleveringElke Vlaming krijgt 15 kubieke meter water gratis geleverd, wat Vlaanderen uniek maakt in dewereld. Nergens anders wordt water gratis geleverd. Sinds <strong>2008</strong> zijn ook ongeveer 180.000<strong>Vlaamse</strong> gezinnen automatisch vrijgesteld van de bovengemeentelijke bijdrage: bejaarden meteen klein pensioen, mensen met een leefloon en personen met een handicap die leven vaneen integratietegemoetkoming.Ook mensen die verplicht zijn tegen 2015 hun eigen water te zuiveren met een IBA, moetengeen bovengemeentelijke bijdrage betalen en zijn veelal vrijgesteld van de gemeentelijke bijdrage.Volgens de nieuwe zoneringsplannen worden gemeenten in de toekomst niet langer ingedeeldin zone A, B en C, maar wel in kleurzones, waarbij in de rode zones een IBA verplichtis. Voor mensen in een rode zone is er goed nieuws: de wetgeving rond IBA’s werd aangepast,zodat naast de burgers ook gemeenten en bedrijven subsidies kunnen krijgen voor de bouwen exploitatie van IBA’s. De <strong>Vlaamse</strong> Regering hoopt zo de collectieve aankoop en het beheervan IBA’s te stimuleren. Het grootste voordeel? Een groter garantie op een betere werking.© Jan Caudrongemeentelijk vlak is er één speler, Aquafin.Op gemeentelijk vlak zijn er veel meer rioolbeheerdersen wordt de controle dus moeilijker.Sommige gemeenten blijven zelf hunrioleringsnetwerk beheren, bijvoorbeeldomdat men al ver gevorderd is of omdatmen gespecialiseerd personeel heeft.Steeds meer gemeenten besteden dit© Jan Caudrontakenpakket echter uit aan de drinkwatermaatschappijenof andere rioolbeheerders.Al die informatie over contracten, afsprakenen de verschillende spelers hebbenwij verzameld. Vervolgens hebben we eeninstrument ontwikkeld om effectief toezichtte kunnen houden: de gemeentenmoeten in de toekomst regelmatig rapporterenover hun uitgaven in het kader vande aanleg en het beheer van rioleringen. DeOost-<strong>Vlaamse</strong> gemeenten werden hieroveral geïnformeerd, de gemeenten van deandere provincies in Vlaanderen zullen nogdit jaar geïnformeerd worden, zodat zij zichhierop geleidelijk kunnen afstemmen. Totnu toe hadden zij er weinig baat bij om bijvoorbeeldwerken in de straat op te splitsennaar rioleringswerken en wegenwerken.Op korte termijn moeten we in staatzijn om te bepalen of de gemeenten niette veel doorrekenen aan hun burgers. Sommigegemeenten hebben zich intercommunaalgeorganiseerd om de uitbouw van desaneringsinfrastructuur aan te passen, watdeze beoordeling bemoeilijkt. Binnen dezegroep van gemeenten is er een zekere solidariteit:in sommige gemeenten wordt erHilde Soetaert:‘Iedereen kan terecht oponze website voor meerinformatie.’nauwelijks geld gepompt in de riolering, inandere veel, maar men is niet geneigd omcijfers per gemeente vrij te geven.”drinkWatermaatschappijenVoor haar tweede opdracht – controlerenof de drinkwatermaatschappijen debovengemeentelijke bijdrage correct doorrekenenaan de verbruiker – werkt de VMMonder meer met steekproeven. Een aantalfacturen wordt bijvoorbeeld ter plaatsegecontroleerd. Hilde Soetaert: “Daarnaastkunnen we ons baseren op de rapportendie de drinkwatermaatschappijen op regelmatigetijdstippen moeten afleveren aande VMM. De VMM rapporteert en geeftadvies. Tot hiertoe bleef die informatieintern. Nu kan iedereen hiervoor op onzewebsite terecht.”de vervuiler betaaltTot slot moet ook de burger zijn bijdrageleveren opdat de oppervlaktewateren ineen goede ecologische toestand zoudenzijn. Hij is verplicht om ofwel op het rioleringsnetwerkaan te sluiten als er een inzijn straat ligt of om zijn afvalwater zelfte zuiveren met een individuele behandelingsinstallatie(IBA). Maar is de koek weleerlijk verdeeld? Lutgarde Fleurinck: “Nahet toegankelijk maken van informatievoor iedereen, is onze volgende prioriteiteen correcte kostentoerekening. DeEuropese kaderrichtlijn Water stelt dat degebruikers een ‘redelijke bijdrage’ moetenleveren in de kosten van de waterdiensten,volgens het principe de-vervuiler-betaalt,en dat er een onderscheid moet wordengemaakt naar gezinnen, bedrijven en delandbouwsector. Via de drinkwaterfactuurleveren zij al een bijdrage, de vraag is echterof die evenredig is met de veroorzaaktekosten. De burger wil niet meebetalen voorbedrijven, en omgekeerd. De VMM heeftdaarom al enkele scenario’s uitgewerkt omte bepalen wie welk aandeel draagt. Welkegevolgen dit zal hebben op de integralewaterprijs, hangt af van wat beschouwdwordt als een ‘redelijke bijdrage’. En dat isuiteindelijk een politieke beslissing.” ■Meer info:www.vmm.be > water > drinkwaterfactuur30 <strong>Verrekijker</strong>


Het zonnetje dat in de lente, de herfst en de winter zoveel deugd doet, kan je woning inde zomer herscheppen in een verschroeiende broeikas. Hoe hou je het hoofd koel zonderenergieverslindende airco?Hou het hoofd koel© Jan CaudronDe warmste maanden van het jaar komener weer aan. Dat voel je niet alleen, tegenwoordighoor je het ook: uit steeds meerstraten stijgt het zachte gezoem van koelinstallatiesop. Maar is airconditioning weleen slimme keuze? In sommige kantoorgebouwenmisschien wel, in een privéwoninghoogstwaarschijnlijk niet. In elk gevalis het geen zuinige keuze. Mechanischekoeling is een echte energieslokop. Eenhuis 1 graad afkoelen kost drie keer zoveelenergie als het 1 graad opwarmen. Neemeen klein toestel van 2kW, wat net grootgenoeg is om een deel van de woningkoel te houden. Laat dat toestel tweemaanden lang 12 uur per dag draaien en jeverbruikt 1.440 kWh per jaar. Dat betekentniet alleen een aanslag op je bankrekening,maar ook op het milieu. De airco die jegebruikt om de hitte tegen te gaan, draagtbij tot de opwarming van de aarde. Bij deproductie van elektriciteit komt immersCO 2vrij. Een vicieuze cirkel.Natuurlijk veNtilatieDe oplossing? Isoleren. Doorgaans associerenwe isolatie meteen met winterkou.Terecht, want in een niet geïsoleerd huisvliegt de warmte langs alle kanten naarbuiten. De grootste verliesposten zijn hetdak (26%), de muren (26%), de ramen endeuren (20%), de vloer (15%) en ongecontroleerdeventilatie (13%). Maar een goedgeïsoleerd huis houdt ook de warmte buiten:het vertraagt de opwarming tijdenseen hittegolf en zorgt dus ook in de zomervoor een optimaal wooncomfort.Te veel isoleren, dat bestaat niet. Een goedvoorbeeld is het dak van Myriam en Krisuit Heusden. Daarin zit zomaar eventjes 40centimeter isolatie, in de muren 30 centimeter.Het is dan ook een passiefhuis.<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 31


© Jan Caudron© Jan Caudron© Jan CaudronZonwering aan de buitenkant is niet enkel effectief, ze kan ook stijlvol en gezellig zijn.Zo’n woning heeft dankzij een doorgedrevenisolatie, een luchtdichte afwerkingen een uniek ventilatiesysteem nauwelijksnog verwarming nodig. Bij Myriam en Kriskomen ze met 50 euro aardgas de winterdoor.“Al die isolatie en de driedubbele isolerendebeglazing houden ook de hittebuiten”, zo ondervond Myriam tijdens devoorbije hete zomers. “In feite zouden weoverdag alle deuren en ramen dicht moetenhouden. Dan blijft het huis lekker koel.Maar ja, bij warm weer loop je veel heenen weer naar de tuin en is het gezellig omdeuren en ramen af en toe eens open telaten staan. Daarom laten we het ’s avonds,als het koeler is, stevig tochten in huis.Daarbij gebruiken we ook ons ventilatiesysteemom ’s nachts extra af te koelen. Debasis van dat ventilatiesysteem zijn buizendie enkele meter onder de grond zitten.De temperatuur in de ondergrond is hethele jaar door ongeveer 8°. In de winterwordt de lucht in die buizen gebruikt omwarmte binnen te brengen, in de zomerom af te koelen.”Natuurlijke ventilatie is ook in klassiekewoningen een prima manier om verkoelingte brengen. Het principe is eenvoudig.Verlucht ’s morgens kort de woning,mocht dat ’s nachts nog niet gebeurd zijn.Laat de ramen en deuren de rest van dedag helemaal dicht, dus ook niet in kipstand.’s Avonds of ’s nachts laat je het dangoed tochten door tegenover elkaar liggenderamen wijd open te zetten.iN alle mateN eN kleureNNet zoals de meeste moderne woningenwordt een passiefhuis – ook wel eens een‘zonnewoning’ genoemd – zo goed mogelijknaar de zon georiënteerd. Zo haalt hethuis zelfs uit een waterig winterzonnetjemaximaal profijt. Die grote ramen aan dezuidkant zijn in de zomer wel een openuitnodiging voor oververhitting. Zeker alsde architect een modernistische ‘glazendoos’ heeft getekend. Niet overdrijvenmet glas is dus de boodschap. Een bruikbarevuistregel: zet niet meer dan eenvijfde van de vloeroppervlakte om in glas.Zelfs in dat geval, heb je in de zomer zonweringnodig. Bij Kris en Myriam kozen zevoor een origineel systeem. Aan elke kantvan het terras staan drie ruwe acaciastammen– dus zes in totaal. Ter hoogte van debovenste verdieping rust op die stammeneen constructie van horizontale gegalvaniseerdemetalen buizen. Op die buizenzijn bamboematten bevestigd. Wanneerde zon hard schijnt, toveren ze een mooispel van schaduw- en lichtstrepen op dehele achtergevel.“Wanneer het echt heet wordt, spannenwe nog eens doeken vlak boven het terras.We hebben een tijdje geleden ook druivelaarsgeplant. Het is de bedoeling dat dielangs de palen naar boven groeien. Als zegroot genoeg zijn, zullen ze met hun bladerdakvoor extra schaduw zorgen.”Idealiter houdt de architect al in zijn ontwerprekening met het probleem van zonwering:vaste overstekende delen, zoalseen balkon of verdieping, houden de hogezomerzon tegen maar laten de lage winterzonwel nog binnen. In een bestaandhuis kan je nog altijd een beroep doen opbeweegbare zonwering. Screens, lamellen,rolgordijnen, schuifpanelen, uitvalschermen,zonnetenten: zonwering bestaat letterlijkin alle maten en kleuren. Een goedkoopalternatief dat je zelf kan maken:breng op de buitenkant van het raameen wit laken aan met behulp van handdoekhaakjesmet zuignappen. Belangrijkis dat het systeem aan de buitenkant zit.Buitenzonwering houdt 85 tot 90% vande zonne-energie tegen, binnenzonweringmaar 35 tot 65%. De warmte blijft in datlaatste geval een tijdje tussen het glas enhet gordijn hangen, maar zal zich uiteindelijktoch in de kamer verspreiden.GroeN is coolDe commercieel verkrijgbare vormen vanzonwering hebben ook natuurlijke alternatieven:bomen en klimplanten, zoals dedruivelaar of blauweregen. Op de juisteplek zijn ze een slimme manier om schaduwte creëren. Kies dan wel voor soortendie hun blad verliezen. In de herfst en dewinter laten die maximaal licht en zonne­32 <strong>Verrekijker</strong>


­­© Jan CaudronEen huis dat naar de zon georiënteerd is, haalt maximaal profijt uit een winterzonnetje. Het zuiderse tintje in de zomer is mooi meegenomen.energie binnen, in de zomer houden zede zon net buiten. Zonwerend glas is inde meeste gevallen niet de ideale keuze:het is nuttig in de zomer, maar contraproductief in de winter. Kies liever een flexibel systeem dat je kan aanpassen aan hetseizoen.Een tip voor mensen met een plat dak:leg een groendak aan, met echte plantjes.De temperatuur van een plat dak gaat bijwarm weer vlot naar 80°C en meer. Als deconstructie het extra gewicht kan dragen,kan je dat soms oplossen door het dakte bedekken met (lichtafstotende) wittekeien. Een elegantere oplossing is evenweleen groendak. De temperatuur blijft danbeperkt tot 25 à 30°C. Zo blijft de ruimteonder het dak koel, en je dakbedekkinggaat nog eens langer mee ook. Ideaal heefteen groendak 8 à 10 centimeter grond. Danhoef je niet bij te gieten. Bovendien wordthet hemelwater helemaal gebufferd enheb je geen hemelwaterafvloeiing nodig.Een huis 1 graad afkoelen kost drie keer zoveelenergie als het 1 graad opwarmen.kers op de taartIn plaats van de zon alleen maar te weren,kan je ook actief gebruik maken van haarkracht. Fotovoltaïsche panelen wekkenelektriciteit op en thermische panelen(met zonneboiler) maken warm water aan.De overheid voorziet verschillende subsidiesen fiscale voordelen. Als je die allemaalin rekening brengt, heb je dergelijkeinvesteringen op 7 à 10 jaar teruggewonnen.Opgepast: zonnepanelen op het dakmoeten de kers op de duurzame taart zijn.Slim bouwen, maximaal isoleren en zuinigomspringen met energie en water, dat zijnde prioriteiten. Staat dat allemaal op punt,dan kan je zonnepanelen overwegen. ■© Jan Caudron<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 33


­­­­­Kantoorgebouwmet voorbeeldfunctie© Steven LedouxHet welzijn van de medewerkers, respect voor de natuur,gebruik van natuurlijke materialen, spaarzaam omgaan metenergie: het verlanglijstje van de VMM voor het nieuwe kantoorgebouw in Aalst was niet min. Het gebouw is dan ook eenvoorbeeld geworden voor wie ecologisch wil bouwen en zuinigwil wonen. Elk detail werd een staaltje van duurzaamheid: deramen met superisolerend glas die ’s nachts automatisch opengaan om het gebouw te verluchten, de dikke pakken isolatie, dezonneboiler die voor warm sanitair water zorgt, de formaldehydevrije wanden en meubels, het gebruik van recyclagemateriaal, de ondergrondse parking (die de buurt moest ontlasten),de groene platte daken tot en met de waterhoudende verf. Dehonderd jaar oude kastanjeboom in de tuin is misschien nog hetmooiste symbool van de ecologische zorg: tijdens de werkenwerden de wortels beschermd en enkele keren per dag beregend via een geperforeerde darm. Het resultaat: een prachtigeboom in blakende gezondheid.Passiefhuis: hoe werkt het?Vlaanderen telt nog maar een handvol passiefhuizen, maarin andere Europese landen (zoals Duitsland) zijn ze geenuitzondering meer. Een passiefhuis verbruikt minder dan15 kWh/m² per jaar voor verwarming. Ter vergelijking: bijeen woning uit 1960 is dat ongeveer 200 kWh/m², bij eennieuwbouwwoning 100 kWh/m² en bij een lage-energiewoning75 kWh/m². De goede resultaten van een passiefhuisworden bereikt met verschillende technische oplossingen.De woning is meestal naar de zon gericht, zodatdie meehelpt om het huis op te warmen. Daarnaast wordtvia een ventilatiesysteem (warme en eventueel bijverwarmde)lucht uit de ondergrond aangevoerd, waarbij ookde warmte van de afgevoerde lucht wordt gerecupereerd.Om de warmte vast te houden, is de woning zeer sterkgeïsoleerd en tot in de kleinste kieren en naden luchtdichtgemaakt. Het resultaat is dat bij een temperatuurverschiltussen binnen en buiten zo weinig energie verloren gaatdat er geen centrale verwarming meer nodig is.© Jan Caudron34 <strong>Verrekijker</strong>


­­­­­­­WorkshopKnutselen met natuurmateriaalKORTAnimatoren en begeleiders in kinderopvangcentra kunnen op zaterdag 20 septemberin het NEC De Vroente, van 10 tot 12 uur, gratis deelnemen aan de workshop ‘Knutselen met natuurmateriaal’. Op het programma staan verschillende natuurateliers voorkinderen van 6 tot 12 jaar, zoals kijkdozen maken en schilderen met natuurmaterialen.Inschrijven kan tot vrijdag 12 september.Info: NEC De Vroente, Putsesteenweg 129, 2920 Kalmthout,03 620 18 30, www.devroente.be© De VroenteJe eigenvirtueel leefmilieuMijnEcosysteem.beVoor kids van 8 tot 12 jaar is er het nieuwe didactische onlinespel MijnEcosysteem.be, gebaseerdop het beroemde Tamagotchispel. Dit keer moetje niet zorgen voor een poes of kuikentje, maarvoor een volledig ecosysteem: een huis met vijver,tuin, moestuin, boomgaard en woud. Door jeecosysteem verschillende keren per week goedte onderhouden, kan je fantastische prijzen winnen.Met gereedschapskist en ecodossiers kan jedirect aan de slag. Je hoeft je alleen maar op desite in te loggen en gratis in te schrijven. MijnEcosysteem.be speelt zich af in reële tijd. Wanneer jeonline gaat, neemt het systeem de echte datumen het echte uur aan, het hele jaar door.KorstmossenMet de klas op onderzoekVoor de tweede en derde graad secundair onderwijs loopt tot oktoberin Bokrijk het nieuwe educatieve project ‘Korstmossen, snuffelpalen vanons milieu’. Korstmossen zijn zeer gevoelig voor zwaveldioxide, ammoniak en temperatuurwisselingen en zijn dus een prima indicator voorlucht- en klimaatveranderingen. Om die veranderingen te onderzoeken,gaan de leerlingen aan de slag met digitale thermometers, hygrometers,lichtmeters, een ‘determinatiekaart korstmossen’ en een ‘kleurkaart ammoniakgevoeligheid’. Het project duurt 2,5 uur en kost 50 euro, gids,werkmaterialen en leerkrachtenhandleiding inbegrepen.Info: Voor reservatie of inlichtingen, kan je terecht bij het ProvinciaalNatuurcentrum, Domein Bokrijk, 3600 Genk, 011 26 54 53.Monopolygaat voor groene energieDeze herfst ligt er een ‘groennieuwe’ editie vande spelletjesklassieker Monopoly in de winkels:de elektriciteitscentrale en de watermaatschappijzijn uit het straatbeeld verdwenen en maken plaatsvoor hedendaagse producenten van zonne- enwindenergie. Hiermee levert de fabrikant een symbolische bijdrage aan de strijd voor het klimaat.Info: www.mijnecosysteem.beWord Ecoagent Red onze planeetOp de nieuwe ‘Eco Agents’-website van het Europees Milieuagentschap gaan 9- tot 14-jarigenin stripverhalen undercover als ecoagent. In elk verhaal krijgen vijf helden uit Nederland, Finland, Polen, Turkije en Griekenland een speciale opdracht, zoals het infiltreren ineen windmolenpark dat een dekmantel is voor aardgaswinning. Elke nieuwkomer maakteen persoonlijk profiel aan en beleeft samen met de permanente striphelden spannendeavonturen. Je leert heel wat bij door de ‘ecotip van de dag’, het econieuws en de milieu­quizzen. Als je alles heel goed onder de knie hebt, word je misschien wel topagent.Info: http://ecoagents.eea.europa.eu<strong>juli</strong> <strong>2008</strong> 35


Fietsen op de heide Zomer in De Vroente© De VroenteHet Natuureducatief Centrum De Vroente in Kalmthout houdt op zondag 7 septembereen toffe familiedag met als thema ‘Gaan dieren ook naar school?’. Van10 tot 17 uur kan je er gratis deelnemen aan wetenschappelijke proefjes, knutselactiviteitenen andere leuke workshops. Als afsluiter is er een grote quiz met talvan leuke prijzen. Nog meer dierenmysteries ontdek je op de tentoonstellingSchone Slapers die nog loopt tot 2 maart 2009. Wist je bijvoorbeeld dat gierzwaluwenslapen in de lucht? Dat nachtzwaluwen vasten? Of dat egels in hunwinterslaap slechts drie keer per minuut ademen? Tijdens de grote vakantie kanje al fietsend ook deelnemen aan de zomerwedstrijd. Deelnameformulieren zijnverkrijgbaar in De Vroente, waar je in <strong>juli</strong>, augustus en september ook nog eengratis kunsttentoonstelling kan meepikken.Info: NEC De Vroente, Putsesteenweg 129, 2920 Kalmthout, 03 620 18 30, www.devroente.beDe jobvan je leven?Vacatures bij de VMMWil je meewerken aan een beter leefmilieuin Vlaanderen? Dan ben je bij deVMM aan het juiste adres. Geologen,ecologen, communicatiemedewerkers,bio-ingenieurs, secretaresses… een jobvoor jou? Neem alvast een kijkje opwww.vmm.be > vacatures. Solliciterenkan via vacatures@vmm.be of per post,ter attentie van Ann Meert, A. Van deMaelestraat 96, 9320 Erembodegem.Gewoon doen Bewust consumerenWil je milieuvriendelijke producten aanschaffendie in sociaal aanvaardbare omstandighedenzijn gemaakt en waarvoor een eerlijke prijs werdbetaald? Dan vind je alle informatie op www.bewustverbruiken.be,de zopas volledig vernieuwdewebsite van het Netwerk Bewust Verbruikenvzw (NBV). Nieuw is vooral dat er meer interactieis: je kan op elk artikel reageren, je kan je latenverwittigen wanneer er nieuwigheden op dewebsite staan en je kan in een handomdraai naarpagina’s surfen die je interesseren. Een kalendergeeft je bovendien een overzicht van duurzameactiviteiten in Vlaanderen. Hoe moet je composteren? Zuinig verlichten? Gezond wonen?Wie voorheen al zijn weg vond naar de leuke weetjes, veelgestelde vragen en uitgebreideartikels op de website van het NBV, houdt er best wel rekening mee dan de .org achteraande domeinnaam vervangen is door .be !Doe de testZonder is GezonderWaarom chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken als het ook zonder kan? Het gemakis dat je niet voortdurend moet opletten dat er geen voedingsmiddelen of kinderen inde buurt zijn. Het voordeel is dat je een schitterende zaak doet voor het milieu. En hetplezier is dat je een pak kennis over de natuur gewoon thuis in de praktijk kan omzetten.Heb je als eens citroenmelisse als kamerplant gebruikt en zo de muggen een lelijke steektoegebracht? Of heb je bijvoorbeeld al eens geprobeerd om de natuur te snel af te zijndoor onbegroeide bodem zelf te bedekken? Op www.zonderisgezonder.be ontdek je eenschat aan huis-tuin-en-keukentips die je verlossen van onkruid, ongedierte en andere ongewenstegasten zonder dat je de verdelgingsspuit moet bovenhalen. Ideaal om deze zomerzelf uit te proberen!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!