13.07.2015 Views

Innovatie 2012.pdf - Brandweer Nederland

Innovatie 2012.pdf - Brandweer Nederland

Innovatie 2012.pdf - Brandweer Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4Voorwoord5<strong>Innovatie</strong> lééft!Fotografie: Rens PlascheckWe staan er niet dagelijks bij stil (dat hoeft ook niet), maar 2012 is voor de brandweer een bijzonderjaar. Omdat het dit jaar 300 jaar is geleden dat Jan van der Heyden overleed. Iedere brandweermandie de geschiedschrijving een beetje kent, weet dat deze Jan van der Heyden geldt als de uitvindervan de slangbrandspuit. Daarmee stond hij aan de basis van een nieuwe, veiliger manier vanbrandbestrijding. Niet zo vreemd daarom dat de innovatieprijs is vernoemd naar Jan van der Heyden.Het is een lustrumverkiezing dit jaar, want voor de vijfde keer wordt de Jan van der Heydenprijsuitgereikt. Dan is het mooi om vast te kunnen stellen dat we met dertig innovaties eenrecordaantal inzendingen hebben. Heel positief is dat er een behoorlijke dekking is over het heleland. Natuurlijk zijn er regio’s die er met meerdere inzendingen uitspringen, maar belangrijk is datalle regio’s minimaal één innovatieproject hebben aangemeld.Op basis daarvan en op basis van wat ik ‘proef’ in mijn dagelijks werk, durf ik de stelling aandat innovatie lééft binnen <strong>Brandweer</strong> <strong>Nederland</strong>. Ik merk dat velen van ons regelmatig denken:hoe zou dat beter, makkelijker of sneller kunnen? En soms resulteert dat dus in heel aardige,innovatieve ideeën.Daarop voortbordurend denk ik dat we ook eens goed moeten kijken naar de rode draad inde inzendingen. Is die er? En zo ja, wat kunnen we daaruit afleiden? Liggen bepaalde, groterevraagstukken ten grondslag aan de innovatieve ideeën of kunnen we projecten misschienkoppelen om tot een nog krachtiger, gezamenlijk initiatief te komen?U mag gerust uit mijn woorden afleiden dat we echt iets willen met de ideeën in dit boekje. Wedoen het niet af met een prijsuitreiking, om het daarna op z’n beloop te laten. ‘Innoveren moed’,weet u nog wel? Onze doelstelling luidt niet voor niets dat innovatie onderdeel moet zijn van debedrijfsvoering van de brandweerregio’s.Maar nu eerst, tijdens het NVBR-congres, de afronding van de verkiezing. Ik ben benieuwd. Hoedan ook bedank ik iedereen die een bijdrage heeft geleverd. En blijf vooral doen wat Jan van derHeyden meer dan 300 jaar geleden al deed: innovatief denken en doen!Gerard van Klaveren, Voorzitter Regiegroep <strong>Innovatie</strong> MoedLiefst achttien van de dertig innovaties zijn doorgegaan voor de beoordeling door de vakjury eninternetstemming voor de Jan van der Heyden-prijs. Dat betekent dat ook de kwaliteit van deinzendingen weinig te wensen overlaat. Anders gezegd: er zitten tal van heel bruikbare ideeën bij.Op voorhand zou ik niet durven voorspellen welke innovatie dit jaar met de eer gaat strijken enwelke initiatiefnemers een cheque van 10.000 euro (voor het verder ontwikkelen van het idee) inontvangst mogen nemen.In dit verband juich ik het nog steeds toe dat we vorig jaar de mogelijkheid hebben ingevoerd omte stemmen via de website. We zijn enorm blij met onze deskundige vakjury, maar de kracht vande democratie is toch dat iedereen zijn voorkeur kan aangeven. Voor mijn gevoel is daarmee hetdraagvlak voor het winnende innovatieproject nog groter dan voorheen.Wie was Jan van der Heyden?De <strong>Innovatie</strong>prijs is niet zomaar vernoemd naar Jan van derHeyden. Hij leefde van 1637 tot 1712 en vond onder andere deslangbrandspuit uit. Hij ontwikkelde een beter pompsysteem eneen leren brandslang, die brandweerlieden in staat stelde eenbrandhaard dichter te benaderen.Hoewel hij brandmeester was bij het brandspuitgilde, was Jan vander Heyden van beroep geen brandweerman maar architectonischlandschapsschilder. Hij behoort tot de belangrijkste 17de-eeuwseschilders van <strong>Nederland</strong>se stadsgezichten. Opvallend, volgenskenners, was zijn vaardigheid in het weergeven van perspectief.Dat Jan van der Heyden stierf als bemiddeld man was niet tedanken aan zijn schilderijen. De geboren Gorinchemmer (maarvanaf zijn 12e woonachtig in Amsterdam) had ook veel gevoel voorwerktuigbouw. Zo ontwierp hij in 1669 een betere straatverlichtingvoor de stad Amsterdam. Ruim 1.800 door hem ontworpenlantaarns werden geplaatst. Later volgden er nog vele duizenden inonder meer Haarlem, Groningen, Den Haag en Berlijn.De verbeterde slangbrandspuit van Jan van der Heyden kwam in1672 op de markt. Hij demonstreerde zijn uitvinding bij het stadhuisen vanaf de Westertoren. De burgemeester was zo onder deindruk dat hij gelijk voor alle zestig wijken van de stad een nieuwebrandspuit bestelde.


6Niet meer racen naar de kazerneCategorie: OrganisatieKorps:<strong>Brandweer</strong> TerheijdenProject:Manschap Volgorde Tabel (MVT)Initiator:Igor RasenbergGeïmplementeerd: Nee2012Een brandweerman mag niet meer een laddertegen een gevel zetten en naar boven gaan,maar hij moet wachten op een hoogwerker. Enzo zijn er nog veel meer veiligheidsregels waarde brandweer zich aan moet houden.Helemaal terecht, meent Igor van de<strong>Brandweer</strong> Terheijden. Ook hij vindt datveiligheid de hoogste prioriteit moet hebben.Maar vervolgens verbaast hij zich er wel overdat zonder enig voorbehoud wordt toegestaandat brandweermensen ‘als een gek’ naarde kazerne racen in het geval ze wordenopgeroepen voor een brand. In de hoop dat zebij de eerste zes zijn die mee kunnen met deuitruk. Hij bedacht er wat op.Igor Rasenberg: “Vanaf het moment dat je inde auto zit is alles bij de brandweer perfectgeregeld. Maar wat daar soms aan voorafgaat,dat kan niet. Iedereen wil graag mee, dusde stenen worden uit de straat gereden omals één van de eersten bij de kazerne te zijn.Daarmee werk je onveiligheid in de hand.Terwijl we tegenwoordig juist zo zijn gefocustop veiligheid.”Volgorde bepalenIn het alarmeringsysteem van Igor Rasenbergworden alle brandweermensen opgeroepen.Iedereen moet vervolgens direct laten wetenof hij op kan komen of niet. Degenen diekunnen komen worden meegenomen in hetuitrukvoorstel. Voor alle functies wordt inprincipe de man of vrouw geselecteerd die hetlangst niet is opgeroepen. Ook wordt er eenlijstje met reserves gemaakt. Iedereen weet dusals hij naar de kazerne rijdt waar hij aan toe is.Hard rijden heeft geen zin.Eenmaal op de kazerne kan iedereen op eenplotbord zien wat zijn functie is bij de uitruk.Mocht na een afgesproken tijd (bijvoorbeeld3.30 minuten) de ploeg niet compleet zijn, danvult de eerste reserve de lege plaats in.Een groot voordeel van het systeem is datchauffeurs vaker aan de beurt komen,waardoor ze meer ervaring opdoen en geengevaar op de weg vormen. Het systeem werktook positief als het gaat om de motivatie vanbrandweermannen. Igor Rasenberg: “Iemanddie vaak net te laat komt en dus niet mee kan,is minder snel bereid een aanvullende cursus tevolgen. Met dit innovatieve systeem voorkomje dat mensen gefrustreerd afhaken. Over eenlangere periode genomen komt iedereen evenvaak aan de beurt.”Meer informatieIgor Rasenberginfo@brandweer-terheijden.nl


8Beginnende branden rieten dakente lijf met ‘injectienaald’2012Categorie: TechniekKorps:<strong>Brandweer</strong> TerheijdenProject:RietlansInitiator:Igor RasenbergGeïmplementeerd: NeePrachtig, zo’n rieten dak. En het lijkt welof rieten daken helemaal terug zijn. Vooralexclusieve huizen worden er tegenwoordigregelmatig van voorzien. Niet alleen omdathet oog wat (moois) wil, maar ook omdat rieteen goede warmte-isolator is. Het houdt in dewinter warmte vast, en in de zomer warmtebuiten.De andere kant van een rieten dak is hetbrandgevaar. Dat is in de regel groter danbij een traditioneel pannendak. Volgens debranche geldt dit niet bij rieten daken diegedekt zijn volgens een nieuw, ‘gesloten’daksysteem. Hierbij wordt het dak onder hetriet afgedekt met platen van steenwol, diehet huis van binnenuit beschermen tegenbrand. Een constructie overigens die ook weernadelen kent, zoals minder snelle droging.Hoe dan ook, rieten daken worden vaak inverband gebracht met brandgevaar en dat isniet zo vreemd. Veel brandweermannen zijn erin hun carrière wel eens voor uitgerukt.Velen van hen zullen de ervaring hebben datbeginnende branden van rieten daken moeilijkzijn te blussen. Met (blus)water namelijk brengje ook lucht in het riet, zodat de brand verderaanwakkert, terwijl het water gewoon van hetriet afloopt. Er zit weinig anders op dan hetriet los te trekken, maar dat kost tijd, het isomslachtig en de kans op uitbreiding van debrand wordt alleen maar groter.RietlansIgor Rasenberg van <strong>Brandweer</strong> Terheijden vonder wat op. Hij fabriceerde een dunne lans meteen scherpe punt, die aan de onderkant isvoorzien van kleine gaatjes: de rietlans. Deze‘injectienaald’ wordt in voorkomende gevallenaangesloten op een poederblusser. Bij een(beginnende) brand wordt de ladder tegenhet dakvlak geplaatst en wordt met de rietlanspoeder geïnjecteerd rond de beginnendevuurhaard. Aan de rietlans zit een verstelbarering (een soort manchet) om de diepte in testellen, zodat wordt voorkomen dat door hetriet heen wordt geprikt.Igor Rasenberg: “Met het poeder brengenwe een onbrandbare zone rond de vuurhaardaan. We sluiten de vuurhaard als het warein. We hebben het uitgeprobeerd met eenlosse poederblusser en een lans, en het werktperfect. Een groot voordeel is ook dat je geenonnodige schade aanbrengt aan het dak. Deeigenaar kan volstaan met het vervangen vanhet deel van het dak dat door de brand isaangetast.”Meer informatieIgor Rasenberginfo@brandweer-terheijden.nl


10Eenvoudig maar praktisch: de slangendragerCategorie: TechniekKorps:<strong>Brandweer</strong> Zuidwest-FrieslandProject:SlangendragerInitiator:Cor MiedemaGeïmplementeerd: Ja2012De eenvoudigste ‘uitvindingen’ blijken in depraktijk vaak de beste en meest functionele.Misschien geldt dat ook wel voor de doorCor Miedema ontwikkelde slangendrager. Debrandweerman van de post Witmarsum van<strong>Brandweer</strong> Zuidwest-Friesland is zelf razendenthousiast. “Als de slangendrager winnaarwordt van de Jan van der Heijdenprijs probeerik hem in productie te brengen.”Ergernis stond aan de basis van het ideevan Cor Miedema. Ergernis over het feitdat slangen bij een uitruk soms ver moetenworden gedragen. Met als gevolg dat zegemakkelijk uit je handen glijden. Dat is nuverleden tijd.De slangendrager bestaat uit een brede band(9 cm) van kunststof, waaraan een gesp isbevestigd. De slang hangt in de band. Aande andere kant zit een soort lus waar eenarm in kan worden gestoken, zodat hetgewicht van de slang aan de schouder van debrandweerman hangt. Met zijn vrije arm enhand kan hij de slang tijdens het rennen tegenzijn lijf gedrukt houden en zo in balans blijven.Volgens de ontwerper is de slangendragerergonomisch volkomen verantwoord enkunnen er ook twee slangen tegelijkertijd inworden verplaatst.Handig dingCor Miedema: “Van het prototype dat ik hebontwikkeld maken we bij mijn korps gebruiken iedereen vindt het een handig ding. Bij eenuitruk trekken we de slangendrager standaarduit het rek en nemen hem mee. Heel simpel entegelijkertijd heel praktisch. Ik wil nog kijken ofik de drager misschien van een ander materiaalkan maken, al is het kunststof dat ik nu hebgebruikt prima geschikt. Sterk, en de bredeband zorgt ervoor dat de drager makkelijk opde schouder blijft rusten. Maar verder wil ik erniets meer aan veranderen. Goed is goed.”Meer informatieCor Miedema / F. Stabelf.stabel@gemeentesudwestfryslan.nl


12Ontruiming oefenenmet lego en pictogrammen2012Categorie: MaatschappelijkKorps:Veiligheidsregio UtrechtProject:Eerste Hulp Bij OntruimenInitiator:Herman WesselingGeïmplementeerd: Jarol die ze hebben bij een ontruiming. Ook zijnze zich beter bewust waar zich vluchtwegenbevinden en waar brandbestrijdingsmiddelenen andere voorzieningen zijn. Je ziet ookdat wordt gediscussieerd en hiaten in deontruimingsprocedure aan het licht komen.”Met in het achterhoofd de succesvolle actierond brandveilige feestversiering tijdens hetWK voetbal in 2010, greep de VeiligheidsregioUtrecht de brandpreventieweken van 2011aan voor een vervolgproject. Gekozenwerd voor een gezamenlijke actie rond hetontruimen van zorginstellingen.Oefenen van een ontruiming is belangrijk, zekerin instellingen waar minder zelfredzame mensenverblijven. In noodsituaties moet het personeelweten wat ze moeten doen. Maar oefenen inde zorgsector is niet eenvoudig. Er werken veelparttimers die wisselende diensten draaien, enhet is ook lastig vanwege de patiënten, die vooreen deel niet of weinig mobiel zijn.Daarom is gekozen voor zogenaamdetable top-oefeningen. Hierbij wordt eenontruiming nagespeeld op een plattegrondvan een instelling of afdeling. Met legoen pictogrammen worden de positiesvan personeelsleden en patiënten en de(brandpreventieve)voorzieningen aangebrachtop een plattegrond. Ook nooduitgangen,telefoons en blusmiddelen wordengemarkeerd. Vervolgens krijgen medewerkerseen incidentscenario voorgelegd en wordtgevraagd hoe ze in de voorgelegde situatiezouden handelen.OverzichtelijkEen table top-oefening is overzichtelijk, kanmakkelijk worden onderbroken en vanafeen bepaald punt opnieuw worden gestart.Bovendien kunnen oefeningen simpel wordeningepast in het gewone werkproces.Communicatieadviseur Herman Wesseling:“Een oefening vervangt nooit een echteontruimingsoefening, maar het is wel eengoede aanvulling. Doordat medewerkersregelmatig ‘op papier’ met noodsituatiesworden geconfronteerd, beseffen ze beter deTijdens de actie in de Veiligheidsregio Utrechtzijn diverse bijeenkomsten gehouden waaruitleg werd gegeven over deze manier vanoefenen. Om de drempel te verlagen kregendeelnemers na afloop een ’starterset’ om meeaan de slag te gaan in hun organisatie.Herman Wesseling: “Het persoonlijke contacten de uitleg die mensen krijgen, zijn sterkepunten. Ook via mond tot mondreclame zijninstellingen bij ons gekomen. Als trigger willenwe regelmatig een kleine aanvulling op destarterset sturen en we denken erover omhet project naar andere doelgroepen uit tebreiden. Zo proberen we de aandacht voor hetontruimen in geval van nood vast te houden.”Meer informatieHerman Wesselingh.wesseling@vru.nlwww.eerstehulpbijontruimen.nl


14Dieren redden met het Honingh ankerCategorie: TechniekKorps:<strong>Brandweer</strong> Amsterdam-AmstellandProject:Honingh ankerInitiator:Willem HoninghGeïmplementeerd: Ja2012Een beetje paard of koe weegt al gauw 500 kilo.Stel dat zo’n dier in een drassig gebied in hetwater terechtkomt en er zelf niet meer uit kankomen. Sinds kort is er een oplossing voor datprobleem: het Honingh grondanker.Een eenvoudig, goedkoop en effectiefhulpmiddel, dat speciaal is ontworpen voorwaterongevallen met dieren. Het anker isvernoemd naar zijn bewerker: Willem Honinghvan de kazerne Landelijk-Noord van <strong>Brandweer</strong>Amsterdam-Amstelland.In het gebied aan de noordkant van Amsterdamstaan veel koeien en paarden en in deweilanden ontbreekt het vaak aan een vastpunt. Het is bovendien onmogelijk met eenbrandweervoertuig het weiland in te gaan,omdat de veengrond erg drassig is. Met behulpvan het Honingh grondanker kunnen dieren innood nu toch worden gered.Met het Honingh anker kan een vast puntworden gemaakt op elke gewenste plek. Hetanker bestaat uit een stang van 60 centimeter,met aan de ene kant een haak voor debevestiging van een vijfloper en aan de anderekant, in een hoek van ongeveer 75 graden,een vork van 60 centimeter. Deze vork wordtstevig in de grond gebracht. Als er kracht opwordt uitgeoefend zal het anker zichzelf in degrond vasttrekken en blijft de stang stevig opde grond staan.Stalen blokkenHet grondanker bestaat verder uit een lijn mettwee stalen dubbelschijfs blokken, een langelijn op een haspel en twee hulplijnen met eengrommer (ring van touw oftewel eindelozestrop). Bij een waterongeval met een paardof koe, wordt het dubbelschijfs blok met oogvastgemaakt aan de haak van het grondanker.De beide voorbenen van het dier wordenvastgemaakt aan de hulplijnen, waarna hetlangzaam op het droge kan worden getrokken.Het grondanker behoort tegenwoordig totde standaarduitrusting van de autospuit vanAmsterdam Landelijk-Noord. Andere korpsenhebben belangstelling.Willem Honingh: “Door het anker mee telaten dingen naar de Jan van der Heyden-prijshopen we er meer bekendheid aan te geven.Het is een hulpmiddel dat makkelijk en voorweinig geld is te maken en dat in de praktijkuitstekend werkt. Mijn standpunt is dat iederpaard of iedere koe die verdrinkt, er één teveelis. Met het Honingh anker kan deze vorm vandierenleed worden voorkomen.”Meer informatieWillem Honinghw.honingh@brandweeraa.nl


16GENOMINEERD2012Brandveiligheid als bindmiddel voor de samenlevingCategorie: MaatschappelijkKorps:Veiligheidsregio UtrechtProject:Samenleving verbinden door brandveiligheidInitiator:Cor KraaijenhagenGeïmplementeerd: Ja2012Eén op één. Een betere manier om mensente bereiken is er niet. Maar het is ook eenbewerkelijke manier. Een huis-aan-huiscampagneis arbeidsintensief. Toch koos deVeiligheidsregio Utrecht in het kader van hetstreven naar een (brand)veiliger leven voorzo’n één op één-project. Onder het motto: desamenleving, met name die in de krachtwijken,verbinden door brandveiligheid.Het begin was al in 2010 met een bijzonderehuis-aan-huis-campagne. Als onderdeel daarvanleidde de brandweer studenten van het ROCop tot veiligheidsvoorlichter. In het kader vaneen stage gingen de studenten vervolgens dewijk Overvecht-Zuidwest in, om daar in gesprekte gaan met bewoners over brandveiligheidin huis. “Een multiculturele groep jongerenin gesprek met een multiculturele groepbewoners. Dat werkt uitstekend”, aldus CorKraaijenhagen van de initiatiefgroep.Naast het geven van gerichte voorlichtingplaatsten de studenten rookmelders in 1.001eengezinswoningen van woningcorporatieMitros. De corporatie stelde de rookmeldersgratis beschikbaar en doneerde ook nogeens 25 eurocent per rookmelder aan deBrandwondenstichting. Met deze aanpakwerden de bewoners van liefst 87 procent vande woningen in Overvecht-Zuidwest bereikt.VeiligheidsbewustzijnIn 2011 en dit jaar krijgt het project eenvervolg en worden nog eens 5.000 huizenbezocht. Opnieuw zijn rookmelders eenbelangrijk instrument in de campagne, maar inbreder verband gaat het ook om het vergrotenvan het veiligheidsbewustzijn.Een schot in de roos is ook het besluit omsteeds twee studenten samen op pad testuren. De duo’s bestaan over het algemeenuit een student elektrotechniek en een studentmaatschappelijke dienstverlening. De eengeeft de voorlichting en de ander zorgt voorde installatie van de rookmelder.Cor Kraaijenhagen: “De studenten lerenmet elkaar rekening te houden en samente werken, en de bewoners krijgen énvoorlichting én de rookmelder wordt gelijkvakkundig geïnstalleerd.”Daarnaast is er een verdere verdieping. “Detot veiligheidsvoorlichter opgeleide studentenkomen bij mensen aan en in huis en zien desituatie daar. Zo bereiken we ook mensen dieleven in moeilijke omstandigheden. Samenmet andere instanties proberen we hunsituatie te verbeteren. In die zin is het echteen maatschappelijk project. We noemen hetniet voor niets: ‘Samenleving verbinden doorbrandveiligheid’. Omdat het veel verder gaatdan alleen brandveiligheid.”Meer informatieCor Kraaijenhagencor@brandweermancor.nl


20Wat doe jij voor een Brandveilig Leven?Categorie: Maatschappelijk‘doorgepakt’, om te voorkomen dat het snelKorps:<strong>Brandweer</strong> Flevolanddoodbloedt. De kansrijke ideeën wordenProject:Brandveilig Levendoor <strong>Brandweer</strong> Flevoland zo mogelijkInitiator:Marcel van Galenmeteen uitgevoerd. Een voorbeeld hiervanGeïmplementeerd: Jais het Twitter-spreekuur brandveiligheidWaar staat of valt het slagen van eencampagne tegenwoordig mee? Precies, met decommunicatie. Hoe de campagne BrandveiligLeven van <strong>Brandweer</strong> Flevoland ook verloopt,aan die communicatie kan het in dit gevalniet liggen. Er wordt breed uitgepakt meteen website, met accounts op Hyves, Twitteren Facebook en via Youtube zijn filmpjes tebekijken. ‘Een Brandveilig Leven, dat is waarwe het met z’n allen voor doen’, luidt detoepasselijke slogan van de campagne.De campagne richt zich op de inwonersvan Flevoland. Met name op hun woon- enleefsituatie, omdat is gebleken dat in huis hetmeest kan worden gedaan aan slachtofferenschadebeperking. “We proberen hetveiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheidvan mensen te vergroten en de eigenverantwoordelijkheid te stimuleren”, zegtMarcel van Galen, Hoofd Risicobeheersing bij<strong>Brandweer</strong> Flevoland.Met deze aanpak hoopt de brandweer deinwoners (en met name ook de jeugd) tebereiken en in beweging te krijgen. Uiteindelijkis het dan niet de brandweer die informatieover Brandveilig Leven overbrengt, maar deburger die wijzer wordt door zélf initiatief tenemen.Wat doe jij?Marcel van Galen: “We spreken de burgerrechtstreeks aan met de vraag: wat doe jij vooreen Brandveilig Leven? Daarmee wordt delink gelegd met eigen verantwoordelijkheid,zonder dat we belerend met een vingertjewijzen. Heel belangrijk in de communicatie isde term ‘Brandveilig Leven’. Die twee woordenmoeten meer gaan leven onder de bevolking.”Het visuele aspect wordt niet vergeten in decampagne. Op een veelal komische wijzeworden mensen getriggerd een bezoek tebrengen aan de website. Daar zijn uiteraardtal van tips te vinden voor een BrandveiligLeven. Initiatieven worden vervolgens onlinedat is gehouden. Mensen kunnen met hetindienen van ideeën ook prijzen winnen, zoalseen rookmelder, CO-melder, blusdeken ofbrandblusser.Marcel van Galen: “Met een mix vantraditionele en digitale vormen vancommunicatie zijn we op alle fronten actief.Het social media-platform zou je kunnenzien als hart. Daarom hebben we ook eensocial media-dashboard ontwikkeld, waaropzichtbaar wordt hoe, waar en hoe vaak er overBrandveilig Leven wordt gecommuniceerd.Het dashboard geeft inzicht in mogelijkeambassadeurs en levert aandachtspunten open waardevolle input voor nieuwe content.”Het adres van de ‘actiesite’ waarop ookalle social mediakanalen samenkomen is:www.brandveiligflevoland.nl.Meer informatieMarcel van Galenm.vangalen@brandweerflevoland.nl2012


22Informatie over constructievrachtwagencabines centraal opslaan2012Categorie: Techniek, OrganisatieKorps:<strong>Brandweer</strong> BergeijkProject:Centrale databank vrachtwagensInitiator:Rob VerhoevenGeïmplementeerd: NeeDoor het idee voor het inrichten van een Rob Verhoeven legt uit: “Ook in decentrale databank voor vrachtwagens aan vrachtwagenindustrie gaan de ontwikkelingente melden voor de Jan van der Heydenprijs,hoopt Rob Verhoeven het project in voorzien en met speciale constructies ooksnel. Moderne cabines zijn van alle gemakkeneen stroomversnelling te krijgen. “Lokaal of steeds veiliger. Maar het betekent wel datregionaal kan ik er op dit moment weinig wij als brandweer, in geval een chauffeurmee. Het moet landelijk worden opgepakt, klem komt te zitten, nauwelijks weten waarbijvoorbeeld door de het Landelijk Netwerk we met knippen moeten beginnen. DaarRepressie. Daar hoop ik op.”komt bij dat iedere vrachtwagenproducentzijn eigen kooiconstructies bedenkt en zelfsHet begon met een verzoek vantypen van hetzelfde merk van elkaar afwijken.vrachtwagenproducent DAF aan <strong>Brandweer</strong> Daarom zou het handig zijn als informatieBergeijk en Holmatro, een bedrijf datover de opbouw van cabine’s centraal wordthydraulische gereedschappen levert. Of op vastgelegd.”het proefterrein van DAF een demonstratiekon worden gegeven van het bevrijden van Professioneeleen vrachtwagenchauffeur die bij een ongeval Tijdens de demonstratie liet <strong>Brandweer</strong>klem is komen te zitten in zijn cabine. Tijdens Bergeijk zien, onder begeleiding van eende evaluatie kwamen de betrokkenen tot instructeur, hoe een chauffeur die beklemdde conclusie dat een centrale databank met zit, snel en professioneel uit zijn lastige positieinformatie over de opbouw van cabines geen kan worden bevrijd. Uiteraard hadden deoverbodige luxe is.medewerkers vooraf uitleg gekregen over deopbouw van de cabineconstructie en overbepaalde technische aspecten van de DAFtruck.Rob Verhoeven: “Als je bekend bent metde constructie, kun je snel en goed je werkdoen. Voor personenauto’s is er al een soortdatabank, hoewel die niet goed is bijgewerkt,en het zou flinke winst zijn als in de toekomstook de gegevens van vrachtwagens wordenopgeslagen. Daarmee tillen we de kwaliteitvan de hulpverlening naar een hoger niveau.”Een databank is niet alleen in het belang vanchauffeurs, benadrukt Rob Verhoeven, maarook in het belang van hulpverleners. “Als jeniet precies weet waar je moet gaan knippen,loop je een flinke kans op verwondingen.Onderdelen kunnen wegspringen en denk ookaan airbags die kunnen uitklappen. Het zoumooi zijn als we als brandweer dit probleemtackelen.”Meer informatieRob Verhoevenr.verhoeven@bergeijk.nl


24Gevaren van hittestraling in kaart gebrachtCategorie: Organisatie, Maatschappelijktoetsingsinstrument te geven. VolgensKorps:<strong>Brandweer</strong> Zuid-LimburgMaurice Weelen van <strong>Brandweer</strong> Zuid-LimburgProject:Gebiedsprofielen hittestralingscenario’sis de veiligheid van burgers gediend met deInitiator:Maurice Weeleninvoering ervan.Geïmplementeerd: Nee“Vooral omdat er op langere termijn een<strong>Nederland</strong> is de poort van Europa. Eenklein, geïndustrialiseerd land met veelinwoners. Inherent aan activiteiten die onsland welvarend hebben gemaakt, is dat weeen samenleving hebben die bol staat vande risico’s. Bijvoorbeeld risico’s die wordenveroorzaakt door hittestraling, overdruk envergiftiging.<strong>Brandweer</strong> Zuid-Limburg stelde een rapportop dat ingaat op hittestralingscenario’s,die verband kunnen houden met ondermeer (het transport van) gevaarlijke stoffen,lpg-tankstations en inrichtingen met hogevuurlasten. Uit het rapport blijkt overduidelijkdat de gevolgen van hittestraling niet mogenworden onderschat. Brandwonden dieworden veroorzaakt door hittestraling kunnendusdanig ernstig zijn dat een slachtofferer aan overlijdt. In het algemeen geldtuiteraard wel dat naarmate de afstand tot eenhittestralingsbron groter wordt, de kans opernstige verwondingen kleiner wordt.In het product dat is ontwikkeld, is debrandweervisie op het inrichten vaneen veilige leefomgeving vertaald naarfunctieaanduidingen die binnen ruimtelijkeplannen worden gebruikt. Zo is simpel tezien welk gebruik van gemeentelijke grondenwel en welk gebruik niet veilig is, en welkeeffectmaatregelen toepasbaar zijn.Door het gebruik van functieaanduidingensluiten de gebiedsprofielen goed aan bij debelevingswereld van stedenbouwkundigenen medewerkers ruimtelijke ordening. Hetproduct, met een duidelijk pro-actievesignatuur, is daardoor goed implementeerbaarin het gemeentelijk werkproces. Deaanbeveling van de brandweer is om bij hetmaken van ruimtelijke plannen al in een vroegstadium rekening te houden met de effectenvan hittestraling.ToetsingsinstrumentMet de gebiedsprofielen hittestralingscenario’sbeoogt de brandweer gemeenten eenbetere scheiding mee kan worden gerealiseerdtussen risicoveroorzaker en risico-ontvanger.We hopen dat gemeenten het toetsenaan de gebiedsprofielen inpassen in hunwerkprocessen. Inmiddels hebben we al enkeletoezeggingen in die richting. Daarnaast is hetplan voor ons een leidraad bij de adviseringbinnen de veiligheidsregio. We kunnen eruniformiteit mee waarborgen.”Het rapport van <strong>Brandweer</strong> Zuid-Limburg sluitaan bij de methodiek die onderdeel is vanhet Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen(BEVB). De gepresenteerde methode geldtderhalve voor alle hittestralingscenario’s.Naast hittestralingprofielen worden er ookprofielen opgesteld voor overdruk- en toxischescenario’s.Meer informatieMaurice Weelenm.weelen@brwzl.nlGebiedsprofiel EffectgebiedOntwikkeling in Effectgebied, GR = niet relevantHulpverleningsgebied Situatie: Doel: Strategie:Kansmaatregelen: Effect maatregelen: Zelfredzaamheidsmaatregelen:Kansmaatregelenreduceren het risicoop een calamiteitwaarvan degevolgen ook in ditgebied merkbaarzijn.3K2, Overeenkomstgraven/borenverbodenEffectmaatregelenworden nietvoorgesteld, omdatzij gezien deeffecten van defakkelbrand op ditgebied, alsdisproportioneelworden beschouwd.Preperatieve Maatregelen:Tabel 11: gebiedsprofiel Effectgebied.Zelfredzaamheidsmaatregelen zijn nuttig omhet gebied te kunnenverlaten, maar ook omdehulpverleningsdienstenhet opereren tevergemakkelijken.- Z1 Vluchtwegen haaksop de hittestralingsbronZ2 Vluchten in dehitteschaduw van eengebouw/objectDit gebied is nietruimtelijk relevantvoor deverantwoordinggroepsrisico. Wel zijner effectenwaarneembaar dieechter niet tot dodenleiden. Binnen eendeel van dit gebied kaner worden opgetredendoor repressie.In dit gebiedworden de basalemiddelen nodigvoor hetoptreden van debrandweergerealiseerd.Kwetsbareobjecten wordenhier nietuitgesloten.PreferenteNiet-preferentefunctieaanduidi functies:ng:Er worden geen De uitgeslotenpreferentefunctieaanduidingenfunctieaanduidin zorgen voor hetgenvermijden vanweergegeven. functies die zich nietin een gebouwafspelen incombinatie metverminderdzelfredzamepersonen. Ookworden risicovolleactiviteitenvermeden.- az, dr, dt, db, ev, go,jop, kp, kt, kb, kijs,ma, mc, ph, r, spt,spv, sd, tn, vr, wn,zbo, vm, vml, ri, dheGebiedsprofiel Rood1%Er wordt aandachtbesteed aan debluswatervoorziening en Kansmaatregelen: bereikbaarheid Effect maatregelen: Zelfredzaamheidsvoor het optredenmaatregelen:Kansmaatregelenbinnen zijn nuttig het om hetEffectmaatregelenzijn hier welIndien personenbinnenshuis zijn,invloedsgebied risico van een van effectief.overleven zij de initiëlede leidingbreuk tefakkelbrand. Dehittestralingsbron.verlagen.zelfredzaamheidsmaatregelen maken hetontvluchten van hetgebied beter mogelijkSBI-2008 Gasbuisleidingen: codes:K1 GronddekkingK2 BetonplatenK3 VergaanderestrictiesK4 Graven/borenverbodenK5 StriktebegeleidingAlle Wegtransport: SBI codestoegestaan, K9 Vaststelling mits zijniet routering conflicterenmet de uitgeslotenfunctieaanduidingen- Het realiseren van volledige dekking primair bluswater binnen dit gebied.- Het realiseren van een secundaire bluswatervoorziening om de 1000 meter(natuurlijk enkel als er sprake is van bebouwing).Tabel 8: gebiedsprofiel Rood1%.- Het gebied moet goed bereikbaar zijn voor de hulpdiensten.Ontwikkeling in 1% letaliteitszone, GR = roodRegressiegebied Situatie: Doel: Strategie:Spoor:K6 VerlagensnelheidLPG:K7 BluswaterK8 Sprinkler bovenlosplaatsE1 Gebruikalternatief glasE2 Blinde gevels aanhittestralingsbronzijdeE4 WBDBOverhogenE5 Venstertijdenvoor beleveringinvoerenE6 Hittewerendeconstructie langsinfrastructuurE7 Indeling vangebouw.Vloeistofbranden:E3 KanaliserenplasbrandAlgemene opmerking:Belemmeringenstrook:Er is op het moment vanbesluitvorming al sprake vaneen rode situatie voor dehoogte van het groepsrisico.De hoogte van hetgroepsrisico wordt echter nietbepaald door hetbeschouwde gebied. Er kanbinnen dat gebied nietworden opgetreden door debrandweer en er zijnsecundaire branden, dodenen gewonden te verwachten.Z1 Vluchtwegen haaksop de hittestralingsbronZ2 Vluchten in dehitteschaduw van eengebouw/objectZ3Ontruimingsinstallatie ingebouwen +ontruimingsplanZ4 Maatwerk BHVorganisatieZ5 Uitschakelen vanventilatiePreferentefunctieaanduiding:Binnen dit gebiedzijn meer functiesmogelijk. Welworden functieswaar nadrukkelijkverminderdzelfredzamepersonen wordenverwacht gemedenin dit gebied.b, bt, dh, dhg, dhp,dhv, ga, gh, k, nb,nv, op, weHet verhogen vandeoverlevingskansenvan de personen inhet beschouwdegebied en aldus hetminimaliseren vanhet aantal dodenen gewonden.Niet-preferentefuncties:Functies metverminderdzelfredzamepersonen wordengemeden uit hetgebied. Stapelingvan risico’s vindtplaats in het 100%letaliteitgebied vandehittestralingsbron.Dus binnen ditgebied worden EVrelevante bedrijvengemeden.az, atl, at, ac, bb,bah, bw, bp, be, bh,bi, bs, bd, brk, ca, c,coc, cc, da, dhe, dt,di, db, do, ev, fz, gz,go, h, ijs, ic, iw, jop,ji, kv, kp, kt, kb, kijs,ma, md, mu, ms,mt, nso, on, pb, ri,sau, si, ske, skb, spt,sz, s, spv, sd, sth, su,tn, tr, th, vr, v, vml,vm, vt, vu, wei, wn,zoi, zbo, zw, zbDoor hetdoorvoeren vankansmaatregelen eneffectmaatregelenworden deoverlevingskansenvan de in het gebiedaanwezige personenverhoogd.SBI-2008 codes:De SBI codes geveninvulling aanactiviteiten waargeen nadrukkelijkeverminderdzelfredzamepersonen teverwachten zijn.01, 10, 11, 12, 13,14, 15, 16, 17, 18,22, 23, 25, 26, 27,28, 29, 30, 31, 32,33, 36, 41, 42, 43,45, 46, 47, 49, 53,58, 59, 60, 61, 62,63, 64, 65, 66, 68,69, 70, 71, 72, 73,74, 75, 77, 80, 81,82, 95Er moet te allen tijde rekening worden gehouden met het voorkomen van domino effecten.Dit houdt in dat een calamiteit rond een hittestralingsbron groter Externe Veiligheidsincident veroorzaakt bij een ander object binnen het effectgebied van de hittestralingsbron.De <strong>Brandweer</strong> Zuid-Limburg raadt aan om grondroering binnen de belemmeringenstrook zoveel mogelijk uit te sluiten. Dit houdt dus niet in dat er een minimum aan activiteiten magplaatsvinden.2012


26Bijlage 1, Procesverloop <strong>Brandweer</strong>.Operationele probleemobjecten nader bekekenCategorie: Organisatie, Maatschappelijksuccesvolle brandweerinzet. Een aanpakKorps:<strong>Brandweer</strong> Zuid-Limburgwaarmee het maatschappelijk belang isProject:voorstel <strong>Brandweer</strong>invulling Artikel 25 WVR voor operationeleprobleemobjectengediend.Initiator:Maurice WeelenActief communicerenGeïmplementeerd: Nee“De brandweer kan niet alles, hoe graag weArtikel 25 van de Wet op de Veiligheidsregio’sspreekt duidelijke taal. Tot de taken vande brandweer behoren het voorkomen,beperken en bestrijden van brand, en hetbeperken en bestrijden van gevaar voormensen en dieren bij ongevallen anders danbij brand. Ook zijn er in het artikel regelsopgenomen over het waarschuwen van debevolking in geval van nood, het adviserenvan overheden en organisaties op het gebiedvan de brandpreventie en brandbestrijding, enhet voorkomen, beperken en bestrijden vanongevallen met gevaarlijke stoffen.Het leven naar de regels is soms echter mindereenvoudig dan het op het eerste gezicht lijkt.Zeker als het gaat om wat wordt genoemd‘operationele probleemobjecten’. Objectendie na het reguliere adviestraject vanuit debrandweerzorg nog steeds een onveiligesituatie vertegenwoordigen, ondanks dat zeaan de regelgeving voldoen.Sterker nog: op basis van de repressieveervaring van de brandweer zijn er scenario’sdenkbaar, die zowel een maatschappelijkeontwrichting veroorzaken als ook eenontwrichting van de brandweerorganisatie.Dit laatste betekent dat de brandweergeen handelingsperspectief met voldoendeslagkracht mogelijk acht.In plaats van te zoeken naar enkel eenrepressieve uitweg, is het vaak handiger devoor de brandweerzorg verantwoordelijkepartij actief te betrekken bij het vindenvan een oplossing. In dat kader werkte de<strong>Brandweer</strong> Zuid-Limburg een werkwijzeuit die een integraal brandweeradvieswaarborgt en tegelijkertijd de gemeentelijkepartners als verantwoordelijke partij eenhandelingsperspectief biedt. De werkwijzegaat over risico’s in plaats van regelgeving, metals doel het scheppen van zo veel mogelijkvoorwaarden om te kunnen komen tot eendat ook zouden willen”, zegt Maurice Weelen.“Daarom willen we zaken die we niet ondercontrole hebben actief naar onze bestuurderscommuniceren. Door het aan te kaarten gevenwe bestuurders de mogelijkheid vooraf tehandelen en te bepalen wat wel en niet totzijn core business behoort. Op deze manierzijn de risico’s bij alle partijen bekend en hoefter niet te worden gevreesd voor onderzoeken,bijvoorbeeld van de Onderzoeksraad voorVeiligheid.”Als effect verwacht <strong>Brandweer</strong> Zuid-Limburgdat calamiteiten op termijn beter bestrijdbaarzijn. Wat niet wegneemt dat er altijd eenrestrisico blijft bestaan. Maurice Weelen:“Honderd procent beheersing bestaat niet,zeker niet bij operationele probleemobjecten.”Meer informatieMaurice Weelenm.weelen@brwzl.nlBijlage 3, Case 1 Onderneming. (echte ondernemingsnamen zijn verwijderd)Toetsingsdocument Artikel 25 objectenUitgangspunten voor het toetsingsrapport.Beoordeellaar: I. NspecteurBouwkundigInstallatieOmgevingObject: OndernemingAdres: Denkbeeldigheidsweg 5OverwegingsfactorVerwachte stabiliteit constructie bij brand.Afvoer van rook en gassen bij brand.Mogelijkheid van uitbreiding brand buiten compatiment.Het voorhanden zijn van een automatische gestarte blusactie.Doormelding naar een PAC of RAC.Kwaliteit van de installatieWaarschijnlijkheid van schade in de directe omgeving van het object bij brand.De bereikbaarheid van het object.De bluswatervoorziening van het objectDe kwetsbare objecten in de omgeving van het object.Kan een brand binnen het object leiden tot een grotere brand in de directeomgeving.Aandachtspunt?Inzet wordt hierdoor beperktNiet voldoendeWel naar aangrenzendcompartiment en buiten deinrichtingsgrensObjectWaarschijnlijkheid dat derden gebruik maken van het object.De BHV organisatie binnen het object.Het aantal werkzame personen binnen het object.Van de voorhanden stoffen binnen het object (kwantitatief en kwalitatief). Alcohol ADR klasse 3De afstand tussen het object en de erfgrens.Repressief optredenKan er met het huidig repressief materieel worden opgetreden binnen het Neeobject.Repressieve inzet door obstakels belemmerd.Is er een veilige inzet van personeel mogelijk binnen het object.NeeWat is de opkomsttijd voor dit object.Mogelijke scenario’sOmschrijf het scenario waarop de evalautie van de bestrijdbaarheid isgebaseerd.Benoem wat het primair zwaartepunt van de inzet zal zijn. Kies uit: evacuatie evacuatie omgeving enomgeving, ontruiming, redding, uitbreiding voorkomen, afbrandscenario uitbreiding voorkomenDe PGS15 opslag van ************** combineert de aanwezigheid van een gevaarlijke stof die een aanzienlijke vuurlast vertegenwoordigt metoperationele beperkingen waarmee de brandweer wordt geconfronteerd. Gezien de aard van de opgeslagen goederen in combinatie met debouwkundige aspecten van de opslagvoorziening is het voor de repressieve dienst niet veilig om een binnenaanval door te voeren.Een tweede operationele beperking wordt gevormd doordat de brandweer niet de beschikking heeft over materieel wat binnen 15 minuten terplaatse kan zijn om een brand te bestrijden. Een verder punt is dat er te weinig water voorhanden is om tot blussing over te gaan. Zelfs als debrandweer alle materieel te beschikking heeft wat gewenst is voor deze situatie, kan dit materieel niet binnen de gestelde 15 minuten vanvoldoende water worden voorzien. Tenslotte is de manoeuvreerruimte op en rond het object beperkt. Hierdoor kan er niet optimaal wordeningezet.Een blussing met schuim zou een mogelijkheid zijn, maar de brandweer beschikt momenteel niet over het materieel om een dergelijke blussingsuccesvol binnen korte tijd op te starten (binnen 15 minuten). Succesvol houdt hierbij in dat de brand tot het compartiment wordt beperkt.Er is een grote kans dat indien een brand buiten het compartiment treedt, zowel het aangrenzende compartiment binnen de inrichting alscompartimenten buiten de inrichting ook zullen gaan branden. Binnen De Kissel liggen de panden namelijk op kleine afstand van elkaar.Het scenario:Doordat een vorkheftruck hard in aanraking komt met een magazijnstelling, bezwijkt deze. Hierdoor raakt een grote hoeveelheid parfumflessenbeschadigd, waardoor er onder de stelling een plas alcohol wordt gevormd. De damp die hiervan vrijkomt, ontsteekt door een vonk die afkomstig isvan de batterij van de vorkheftruck. De plasbrand zorgt ervoor dat er steeds meer parfumflessen zullen deelnemen aan de brand en door dewarmtestraling zullen ook de omringende magazijnstellingen deelnemen aan de brand. Er bevinden zich tot 2 personen in het pand. Als debrandweer arriveert heeft zicht een vuurfront gevormd van 30 meter.2012


28De Brandroos: de nieuwe maniervoor het bepalen van de inzettactiek2012Categorie: OrganisatieKorps:<strong>Brandweer</strong> HoornProject:De BrandroosInitiator:Gerard ZomerGeïmplementeerd: JaRepressie wordt, zeker bij niet-brandweermensen,nog altijd gezien als het echtebrandweerwerk. Het zwaailicht en de sireneaan, de slangen uitrollen en blussen maar.Intern hebben we het tegenwoordig echterover de kwadranten (inzettactieken): deoffensieve en defensieve binneninzet en deoffensieve en defensieve buiteninzet. Doel vandeze indeling is brandweerpersoneel bewust temaken van repressieve gevaren.Mensen moeten de kans krijgen terug tegrijpen op eigen ervaringen.”De afgelopen decennia heeft de brandweer in<strong>Nederland</strong> zich met name geconcentreerd opde binneninzet. Deze staat al jaren centraal inopleidingen en oefeningen. Maar zoals eentimmerman niet genoeg heeft aan alleen eenhamer, zo kan de brandweer niet alle brandenbestrijden met een binneninzet.Bij drie van de vier kwadranten (metuitzondering van de offensieve binneninzet)wordt voorafgaand aan de inzet eerst eenveiligheidsplan gemaakt. Hierbij geldt alsopdracht: hoe garanderen we dat er geenpersoonlijke ongevallen onder het eigenpersoneel plaatsvinden? Dat wordt SUSTgenoemd: samen uit, samen thuis.De topprioriteit bij de offensieve binneninzetis inzetsnelheid. Het gaat dan vooral ombranden in woningen waarin nog mensenzijn. Uiteraard is ook bij de offensievebinneninzet het voorkomen van persoonlijkeongevallen van belang, maar de kans hierop isin woningen zoveel kleiner, dat niet eerst eenSUST-plan gemaakt hoeft te worden.<strong>Brandweer</strong> Hoorn koppelde er het project DeBrandroos aan, als aanvulling op de bestaandeleerstof over gevaarherkenning. Met behulpvan beelden en tekst worden de criteria belichtdie aan de vier manieren om ‘aan te vallen’vooraf zouden moeten gaan.Initiatiefnemer Gerard Zomer: “Ik noem hetin gesprek gaan met brandweermensen.Niet op een belerende manier, maar met eenpresentatie waarbij ruimte is voor interactie.Vier inzettactiekenDe Brandroos, de nieuwe gereedschapskistvoor gebouwbrandbestrijding, kent dus vierinzettactieken. Bij een brand wordt op basisvan vastgestelde criteria gekozen voor één vandeze vier opties. Iedere inzettactiek heeft eendoelstelling en een basistactiek. Eventueel kan,afhankelijk van de effecten van de inzet, opeen later tijdstip worden overgeschakeld naareen andere tactiek.Gerard Zomer: “Anders dan we gewendwaren, is veiligheid bij deze kwadranten geenaandachtspunt, maar een topprioriteit. Deveiligheid van onze eigen mensen komt op deeerste plaats, het bestrijden van de brand opde tweede.”Meer informatieGerard Zomerg.zomer@hoorn.nl


30Defensief denken krijgt voorrangboven offensieve aanpak2012Categorie: OrganisatieKorps:<strong>Brandweer</strong> HoornProject:Defensieve binneninzetInitiator:Gerard ZomerGeïmplementeerd: JaBinnen- en buiteninzetten, offensief endefensief. Begrippen die iedere brandweermanen -vrouw kan dromen. Onder leiding vancommandant Gerard Zomer van <strong>Brandweer</strong>Hoorn werd een apart project opgestartgericht op de defensieve binneninzet.Uitgangspunt: maximale veiligheid voor debrandweermensen die worden ingezet.De basis voor het project werd gelegd op 9mei 2008 en 8 maart 2010. Dagen die metinktzwarte letters staan geschreven in debrandweeranalen, omdat op die dagen in hetDrentse De Punt en het Groningse Veendamrespectievelijk drie en één brandweermensenom het leven kwamen. We kennen allemaal deonderzoeken die volgden en waaruit bleek datde collega’s handelden volgens de geldendeprocedures.Omdat de kans groot is datbrandweerpersoneel met een soortgelijkincident wordt geconfronteerd, werdenandere manieren van brandbestrijding inindustriële gebouwen bekeken. De conclusieluidde dat de gewoonte dergelijke brandenvan binnenuit aan te pakken, moet wordenvervangen door een aanpak van buitenaf. Pasals er sprake is van voldoende zekerheid dateen binneninzet verantwoord is, kan hiertoeworden overgegaan. Ed Oomes, voormaliglector brandweerkunde bij het NIFV en éénvan de mensen die de branden in De Punten Veendam onderzocht, wist met een paarwoorden de kern van de risico-inschatting teraken: ‘brand in gebouw of gebouw in brand’.Nieuwe proceduresDe onderzoeken leidden tot een nieuweprocedure voor een ‘defensieve inzet’,genaamd het defensief afleggen. De primairefocus is niet gericht op de brandbestrijding,maar op het voorkomen van ongevallen onderhet brandweerpersoneel.‘Defensief afleggen’ is gevat in vijfuitgangspunten:1 Omgekeerd denken: als eerste defensiefgereed maken, daarna pas - indienmogelijk - offensief;2 De bevelvoerder zorgt voor een 100procent garantie onder het motto ‘samenuit, samen thuis’ (SUST);3 Het brandende compartiment wordt nooitbetreden;4 De benadering vindt plaats via de kortstec.q. meest veilige aanvalsroute;5 Er wordt voor het betreden van iedereruimte een ‘terugtrekscenario’ bepaald.Gerard Zomer is blij met de duidelijkheid dieer nu is. “Pas als de procedure ‘DefensiefAfleggen’ is voltooid en alles in gereedheidstaat, kan de toegang naar het brandendecompartiment worden geopend voor inspectie.Duidelijker kan het niet. Ontzettend tragischblijft alleen dat er doden voor nodig zijngeweest om tot het huidige inzicht te komen.”Meer informatieGerard Zomerg.zomer@hoorn.nl


32Leren van beelden gemaakt met helmcameraCategorie: TechniekKorps:<strong>Brandweer</strong> Brabant-NoordProject:HelmcameraInitiator:Ronald JongenGeïmplementeerd: Nee2012Camera’s, we zien ze overal tegenwoordig. Ophuizen en in winkels, in kantoren, op pleinenen langs de snelweg. Bij sportwedstrijdenworden ook camera’s gemonteerd op auto’s ofmotoren, waardoor het lijkt alsof je zelf aan derace deelneemt.Het kon natuurlijk niet uitblijven: een cameraop een brandweerhelm. <strong>Brandweer</strong> Brabant-Noord heeft er een project van gemaakt,hoewel ze eerlijk genoeg zijn om toe te gevendat ze daarmee niet de primeur hebben.Ronald Jongen: “Ik weet dat enkele korpsenal mensen inzetten die zijn uitgerust meteen helmcamera. Ook voor opnamen vaneen televisieprogramma is wel eens gebruikgemaakt van een helmcamera. Nieuw isdenk ik wel dat beelden worden gebruikt bijevaluaties en opleidingen van manschappenen bevelvoerders. Dat is wat wij met hetproject voor ogen hebben.”Beelden zijn ook handig om een goed encompleter beeld te krijgen van een incidentof oefening. Met een pilot hoopt <strong>Brandweer</strong>Brabant-Noord de mogelijkheden en de voorennadelen scherper in beeld te krijgen.OnopvallendZeker is dat een helmcamera onopvallend zijnwerk doet en dat de drager van de helm erin principe niet door wordt gestoord. Met alsprettige bijkomstigheid dat hij achteraf zijneigen optreden kan bekijken en ervan kanleren. Dat geldt ook voor anderen.Nadelen zijn er echter ook. De drager vande helmcamera kan tijdens een inzet foutenmaken. Met de kans dat hij daar later doorcollega’s op wordt ‘afgerekend’. RonaldJongen erkent dat gevaar.“In sommige kringen kan heel negatiefworden aangekeken tegen mensen die eenfout maken. Daarom zal niet iedereen zichveilig voelen met een helmcamera. Onsuitgangspunt is dat je een omgeving moetcreëren waarin het mogelijk is eventuelefouten op een positieve manier met elkaarte bespreken. Is die mogelijkheid er niet,dan is het beter om er helemaal niet aan tebeginnen.”Persoonlijk heeft de Brabantse brandweermanuitsluitend positieve ervaringen: “Ik gebruikal sinds 2008 regelmatig een helmcamerabij uitrukken. Het ruwe materiaal is overhet algemeen goed te gebruiken en tijdenseen inzet ben ik me helemaal niet bewustvan het feit dat er op mijn helm een cameramee draait. Ik hoop van harte dat de pilotslaagt en dat we als brandweer meer enmeer gestructureerd gebruik gaan maken vanhelmcamera’s.”Meer informatieRonald Jongenhraj@brandweer-oss.nl


34Campagne ‘Blijf uit de rook’wegens succes geprolongeerd2012Categorie: MaatschappelijkKorps:<strong>Brandweer</strong> Regio GroningenProject:campagne ‘Blijf uit de rook!’Initiator:Hans CoenraadsGeïmplementeerd: JaHet vermoeden bestond al veel langer, maar onderzocht voor zijn promotieonderzoek ruimpas vorig jaar werd het wetenschappelijk 400 brandweermensen uit Noord-<strong>Nederland</strong>.aangetoond: het inademen van rook heeft De uitkomsten van het onderzoek geldennegatieve gezondheidseffecten. Het negatieve uiteraard niet alleen voor brandweerpersoneel,effect is zichtbaar als regelmatig kleinemaar ook voor burgers.hoeveelheden rook worden ingeademd, maarook als het eenmalig om een grote hoeveelheid In het kader van de campagne ‘Blijf uit degaat. Een conclusie die niet strookt met de rook’ is een radiospot gemaakt die regelmatigveelgehoorde uitspraak: ‘Bij de brand zijn geen te horen was op de regionale omroep Radiogevaarlijke stoffen vrij gekomen. Er is geen Noord. Daarnaast zijn op alle tankautospuitengevaar voor de volksgezondheid’.in de regio ‘Blijf uit de rook’-stickers geplakten op enkele websites is een banner geplaatst.Voor de <strong>Brandweer</strong> Regio Groningen was Ook heeft de organisatie al haar medewerkersdat reden de campagne ‘Blijf uit de rook’ te formeel, via een brief, gewezen op de risico’slanceren. De campagne is wegens succes van rook.en geringe kosten geprolongeerd en looptnu tot eind 2012. Verschillende andereUiteraard wordt de boodschap ookbrandweerkorpsen hebben de campagne uitgedragen na een brand met veelinmiddels overgenomen.rookontwikkeling. De persvoorlichters makener melding van, er verschijnen berichten via hetFrans Greven van GGD Groningen, detwitteraccount @BRWGroningen en er wordtonderzoeker die het verband aantoonde, verwezen naar de internetpagina brandweer.groningen.nl/rook. Tijdens hun tweejaarlijksemediatraining wordt de boodschap eveneensonder de aandacht gebracht van de Officierenvan Dienst.DoorbrekenHet innovatieve van de campagne zit inhet doorbreken van de traditionele maniervan communiceren over het risico van hetinademen van rook. Zowel in de koude alsin de warme fase wordt nu actief gewezenop de risico’s en wordt geappelleerd aan dezelfredzaamheid van burgers.Roelf Knoop, Ondercommandant Regiovan <strong>Brandweer</strong> Groningen: “De boodschapvan de campagne is er op gericht mensenbewust te maken van de risico’s van hetinademen van rook en ze een duidelijkhandelingsperspectief te bieden. Daaromzeggen wij: ‘Blijf uit de rook! Sluit ramen endeuren, zet ventilatiesystemen uit en help alshet kan anderen om zoveel mogelijk uit derook te blijven’.”Meer informatieHans Coenraadsh.coenraads@hvd.groningen.nl


36Geavanceerde debietmetervervangt traditionele watermeter2012Categorie: TechniekKorps:<strong>Brandweer</strong> TilburgProject:DebietmeterInitiator:Jorrit NaaijkensGeïmplementeerd: JaSteeds meer waterleidingmaatschappijengeven aan niet gelukkig te zijn met debrandweer als afnemer van leidingwater. Inverband met vervuiling van de leidingen envanwege de kosten van het aanleggen enonderhouden van de kranen. Dat betekent datkorpsen meer en meer in hun eigen bluswatermoeten voorzien.Als gevolg hiervan worden steeds vakerNorton-boringen ingezet om alternatievebluswatervoorzieningen te creëren. Uit deputten die worden geslagen kan grondwaterworden opgepompt. De putten kunnen echterdichtslibben, waardoor de watervoorzieningkan stagneren.Het is dus noodzakelijk met enige regelmaatde putten te controleren. Een water- ofdebietmeter is daarvoor het meest geëigendemiddel, maar de werkwijze van de bestaandemeters laat in de praktijk veel te wensen over.De informatie is niet nauwkeurig of de meterszijn lastig te hanteren.Jorrit Naaijkens van <strong>Brandweer</strong> Tilburgontwikkelde daarom een nieuwe, digitaledebiet- of flowmeter, voorzien van onder meereen Bluetooth-functie voor het doorsturen vaninformatie. Bijvoorbeeld meetrapporten dieautomatisch worden opgesteld.Volgens Jorrit Naaijkens is het werken met denieuwe debietmeter heel eenvoudig. “Het iseen kwestie van regelmatig water onttrekkenmet de debietmeter ertussen. Als de meterwordt ingeschakeld, meet hij het debiet ende zuigdruk. Is het niet goed, dan wordt ookgelijk duidelijk of het aan de grondwaterstandligt of dat er een andere oorzaak is,bijvoorbeeld het verzanden van de put.”Meten, borgen, bewakenDe informatie die met de debietmeter wordtverzameld, kan dankzij de Bluetooth-functieworden doorgestuurd naar de operationelevoorbereiding van het betreffende korps.Zo gaan meten, borgen en bewaken in éénmoeite door. Jorrit Naaijkens: “Bij een uitrukkunnen de brandweermensen in de autozien wat de dichtstbijzijnde put is en of diebruikbaar is. Zo niet, dan weten ze dat ze eenandere put moeten gebruiken en gaat er geentijd verloren.”Jorrit Naaijkens spreekt liever van een ‘digitaledruk- en flowmeter’ dan van een debietmeter.Omdat alleen de zuigdruk in relatie tot hetdebiet een goed beeld geeft van de kwaliteitvan een put. Jorrit Naaijkens: “Voor hetcontroleren van bluswatervoorzieningen isdit echt de perfecte oplossing. Het eerstemodel is inmiddels bij ons korps in gebruik.De volgende stap is serieproductie, maar voorhet zover is willen we eerst nog een aantalverbeteringen doorvoeren.”Meer informatieJorrit Naaijkensjorrit.naaijkens@brandweermwb.nl


38Snel schakelen met Linked Data-internettechniekenCategorie: TechniekKorps:<strong>Brandweer</strong> Amsterdam-AmstellandProject:Linked Open DataInitiator:Bart van LeeuwenGeïmplementeerd: Deels2012Koppelen van informatie. Dat is waar hetom gaat bij het project Linked Open Datavan <strong>Brandweer</strong> Amsterdam-Amstelland.Gelinkte data als verbindend element tussenBrandveilig Leven, de gegevens in de BAG(Basisregistraties Adressen en Gebouwen) ende operationele dienst.Met een confronterend voorbeeld maakt Bartvan Leeuwen van Amsterdam-Amstelland hetdoel van het project duidelijk. “Stel dat mij oféén van mijn collega’s tijdens een incident ietsernstigs overkomt, en dat na onderzoek blijktdat wij of één van ketenpartners wisten dater een extra risico was. Daar moet je toch nietaan denken? Nu er zoveel mogelijkheden zijnom data uit te wisselen moeten we daar ookoptimaal gebruik van maken.”De BAG is een mooi voorbeeld van een schataan informatie, die in principe met een drukop de knop beschikbaar is. Ook de brandweerzelf weet steeds meer, bijvoorbeeld vanwege deimplementatie van Brandveilig Leven. Bart vanLeeuwen: “De urgentie om snel en eenvoudigbij die informatie te kunnen, neemt toe. Omdatde traditionele manier, waarbij weer een extragadget of kaartlaag in het voertuig wordtgeplaatst, niet meer voldoet. Je moet iedere keermaar hopen dat er gebruik van wordt gemaakt.”Belangrijk bij het vastleggen van informatieis het maken van afspraken over determinologie die wordt gebruikt. Amsterdam-Amstelland heeft daarvoor de firebrarygecreëerd. Een informatiefile waarin alleLandelijke Meldings Classificaties (LMC) zijnopgenomen. Door gebruik te maken vanBAG-identificatienummers voor het registrerenvan de Brandveilig Leven-rapporten, kantijdens een uitruk worden uitgezocht of hetbetreffende pand een registratie heeft. Altijdhandig immers om te weten of een pandbekend staat als risico-object.Snel schakelenBart van Leeuwen: “Linked Datainternettechniekenmaken het mogelijk snelte schakelen. De techniek die we samen meteen ICT-partner ontwikkelen is niet specifiekvoor Brandveilig Leven-rapporten, maar kanook voor andere informatiebronnen wordengebruikt. Zo wordt het eenvoudig data teverrijken zonder dat applicaties aan moetenworden gepast. Het voordeel van Linked Datatechniekenis ook dat het goed mogelijk isom klein te beginnen. Het is een platform datzich bij uitstek leent voor innovatie zonderdat er van te voren een compleet model isuitgewerkt.”In een poging manschappen tijdensoperationele inzetten te voorzien van de juisteinformatie, publiceert <strong>Brandweer</strong> Amsterdam-Amstelland inmiddels alle meldingen als LinkedOpen Data.Meer informatieBart van Leeuwenb.vanleeuwen@brandweeraa.nl


40<strong>Innovatie</strong>dagen in tekenvan variabele voertuigbezetting2012Categorie: OrganisatieKorps:<strong>Brandweer</strong> Gooi en VechtstreekProject: <strong>Innovatie</strong>dagen 2011Initiator:Hein Jan PlatGeïmplementeerd: JaOm het personeel en met name de vrijwilligers Rotterdam-Rijnmond en Flevoland uitleg overmee te nemen bij de ontwikkelingen rond variabele voertuigbezetting.variabele voertuigbezetting, organiseerde<strong>Brandweer</strong> Gooi en Vechtstreek in september Veel belangstelling was er voor de DSPAblusbom(waarmee een flash-over en een2011 twee <strong>Innovatie</strong>dagen. Tijdens dezedagen kon het personeel op een actieve backdraft kan worden voorkomen) en termanier kennis maken met het fenomeen plekke kon de Termal Helmet met ingebouwdevariabele voertuigbezetting.warmtebeeldcamera worden uitgeprobeerd.Demonstraties van Fognails, de ColdcutterZo gaf een projectgroep een inkijkje in een en OneSeven, producten waarmee bij anderenieuw dekkingsplan. Uitgangspunt van het korpsen al wordt gewerkt, maakten deplan is dat de eerstelijns uitruk wordt ingevuld <strong>Innovatie</strong>dagen compleet.op basis van variabele voertuigbezetting: TS2+ TS4 = TS6. Dit betekent dat alle posten Volgens Hein Jan Plat van <strong>Brandweer</strong> Gooiuitrukken met een TS4 en dat er op een aantal en Vechtstreek waren de dagen een grootposten tevens een TS2 uitrukt.succes. “Vooral omdat deelnemers deinnovaties zelf konden ervaren, kondenMedewerkers konden tijdens demeepraten over ontwikkelingen en huninnovatiedagen een demonstratie bekijken gevoelens konden delen. Ook in het kadervan een inzet met een TS2 door de Falck van verandermanagement bleek deze vormFire Brigade uit Denemarken. Ook gaven een uitstekende manier om de dialoogervaringsdeskundigen van de veiligheidsregio’s op gang te brengen, en daarmee debeweging in de organisatie. Ik denk dat weveel onduidelijkheid weg hebben kunnennemen. Zeker ook ten aanzien van hetveiligheidsaspect.”Geschikte locatie<strong>Innovatie</strong>dagen zoals gehouden door<strong>Brandweer</strong> Gooi en Vechtstreek kunnenzonder veel problemen ook elders wordenopgezet. De belangrijkste voorwaardeis dat er een geschikte locatie is om deactiviteiten tot hun recht te laten komen.Hein Jan Plat: “Verder is het een kwestievan communicatie vooraf. Je moet zorgendat je de juiste doelgroep bereikt en dat dieweet wat er staat te gebeuren. Als je hetinnovatiedagen noemt, is het natuurlijk welaardig als er ook daadwerkelijk innovatiesworden gepresenteerd. Wij hadden er nogeen wedstrijdelement ingebracht met eenverkiezing van Regionale <strong>Innovatie</strong> van hetJaar. Het vraagt even wat voorbereiding,maar met zo’n verkiezing is succes bijnagegarandeerd.”Meer informatieHein Jan Platheinjan.plat@brandweergooivecht.nl


42Communiceren via columnsCategorie: OrganisatieKorps:<strong>Brandweer</strong> Gooi en VechtstreekProject:Column ‘Voor de Rode Haan’Initiator:Hein Jan PlatGeïmplementeerd: Ja2012‘Het is nu misschien moeilijk voor te stellen,maar ooit was er een tijd dat de wereldonder de indruk was van de prestaties vande Grieken. Zij waren de uitvinders van dedemocratie en kenden een beschaving die alsvoorbeeld diende voor de gehele westersewereld. Maar ja, dat waren de oude Griekenen het zijn nu andere tijden.’Waar gaat dit over?, vraagt u zich misschienaf. We leggen het uit. Bovenstaande isde eerste alinea van één van de columnsgenaamd ‘Voor de Rode Haan’ van Hein JanPlat. Het gaat over het project Aristoteles.Regelmatig schrijft de beleidsmedewerkerKwaliteit, <strong>Innovatie</strong> en Projecten (KIP) van<strong>Brandweer</strong> Gooi en Vechtstreek op dezemanier gedachten van zich af. Met eenalternatieve blik en humor kijkt hij naarcomplexe brandweeronderwerpen die verbandhouden met zijn vakgebied.De columns worden geplaatst op het intraneten voor alle collega’s is het dus een kwestie vaneen paar keer klikken om de hersenspinsels vanHein Jan Plat tot zich te nemen.Een originele manier om zaken (intern)onder de aandacht te brengen. En, nietonbelangrijk, Hein Jan Plat ziet dat hij metzijn pennenvruchten iets bereikt. “Sinds ik decolumns schrijf, merk je dat collega’s beterweten waar wij als stafafdeling KIP mee bezigzijn. Met name abstracte onderwerpen zijnmeer gaan leven.”Een aanpak die volgens de bedenker ookbij andere korpsen een positief effect kanhebben. “Zoek binnen je organisatie iemanddie van zaken op de hoogte is en die het leukvindt om te schrijven. Ik raad mensen wel aanniet alleen maar stellingen te deponeren. Houhet algemeen en probeer vooral op een leukemanier te informeren.”AristotelesNu bent u natuurlijk benieuwd hoe het metde column over Aristoteles verder gaat. Eenproject dat tot doel heeft een instrument teontwikkelen voor het meten van prestaties.Hein Jan Plat schrijft verder onder meer:‘Het project is genoemd naar Aristotelesomdat hij heeft bedacht dat algemeengeldende waarheden af te leiden zijn uit dewaarneembare werkelijkheid. Dat wil onsbestuur en het directieteam ook graag’.Hij eindigt in columnstijl met een knipoog:‘Daar hebben die Grieken ons toch maar mooimee geholpen’.Meer informatieHein Jan Platheinjan.plat@brandweergooivecht.nl


44GENOMINEERD2012Brandbestrijding nu60 m3 / uurTS 11.500 l.30 m3 / uur18 m3 / uur<strong>Brandweer</strong> Drenthe neemtafscheid van de brandkraanTS 21.500 l.Inleiding Waarom Al gedaan Systeem2012Categorie: Techniek, Organisatie, MaatschappelijkKorps:<strong>Brandweer</strong> DrentheProject: Bluswater 2.014Initiator:Jurjen TimmermanGeïmplementeerd: NeeDe brandweer in Drenthe staat aan deom drinkwater als bluswater te gebruikenvooravond van een grote verandering. Het is echter verleden tijd. De levering vaneinde van de brandkraan is in zicht. Vanaf bluswater is ook geen wettelijke taak van de1 januari 2014 neemt de brandweer inwaterleidingmaatschappijen. Sinds de invoeringtankwagens haar eigen bluswater mee. Vier van nieuwe ontwerpeisen voor distributienetten,Drentse gemeenten hebben hiertoe inmiddels verkleinen veel maatschappijen de diameter vanbesloten. De overige acht gemeenten moeten de waterleidingen. Daar komt bij dat er in delenhet besluit nog nemen.van Drenthe sprake is van een geringe dichtheidvan het brandkranennet.De nieuwe bluswatervoorziening heeftgevolgen voor de gehele brandweerorganisatie Mede om die redenen is gekozen vooren ver daarbuiten, stelt Jurjen Timmerman een nieuw bluswatersysteem metvan <strong>Brandweer</strong> Drenthe. “Het is zondermeer pendelende tankwagens in combinatie metingrijpend. Zonder lef, doorzettingsvermogen vulpunten. Het systeem levert een continueen de bereidheid tot innoveren, was het niks bluswatervoorziening op van minimaal 30geworden met dit project.”kubieke meter per uur.Voor een adequate bluswatervoorziening zijn 95 procentin ons land veiligheidsregio’s of gemeenten Jurjen Timmerman: “Bij elke echteverantwoordelijk. In Drenthe wordt hierinbrandmelding rijdt, naast de tankautospuit,voorzien door gebruik te maken vaneen tankwagen met vijftien kubieke meterbrandkranen die zijn aangesloten op hetwater mee. Deze wagen levert de eerstedrinkwaterleidingnet. De vanzelfsprekendheid bluswatervoorziening. Uit onderzoek blijktdat daarmee 95 procent van de brandenkan worden geblust. Mocht er toch meerbluswater nodig zijn, dan kan de bevelvoerderom een tweede tankwagen vragen. Samenmet de eerste kan, al pendelend, een continuebluswatervoorziening worden opgezet.”Technisch gezien wordt de tankwagenuitgevoerd met vier extra slangen. Hiermee kande tankwagen in lastig bereikbare gebieden detankautospuit ook op afstand voeden.Volgens Jurjen Timmerman biedt dit systeemde <strong>Brandweer</strong> Drenthe een basis voor ‘hetnieuwe blussen’. “We nemen met dezeinnovatie de bluswatervoorziening in eigenbeheer en verzekeren we ons van eenconstante bluswatervoorziening op alle voorde brandweer bereikbare plekken. Doordatde beschikbare hoeveelheid bluswater voorafbekend is, wordt het eenvoudiger om eenjuiste afweging over de te volgen blustactiekte maken. Bovendien gebruiken we geenkostbaar drinkwater meer.”Meer informatieJurjen Timmermanjurjen.timmerman@hvd-drenthe.nl


46Een blusbom voor iedere scootmobielCategorie: Techniek, Maatschappelijke relevantieKorps:<strong>Brandweer</strong> Hoogezand-SappemeerProject:Brandveilige scootmobielInitiator:Peter Paul LuikenGeïmplementeerd: Nee2012Branden in zorgcentra kunnen rekenen opveel belangstelling van het publiek, de mediaen soms zelfs de politiek. Vragen die gesteldworden zijn vaak: ‘was de brandbestrijdingeffectief en efficiënt?’, ‘hoe kon de brandzich uitbreiden?’ en ‘zijn de operationelehulpdiensten in voldoende mate voorbereid opdit soort branden?’ontstaan soms zelfs files in de gangen en descootmobielen staan op de raarste plekkengeparkeerd. Dat levert regelmatig gevaarlijkesituaties op. In het geval van een calamiteitis de vraag hoe iemand die afhankelijk is vaneen scootmobiel zichzelf in veiligheid brengt.Daarnaast is een toename waarneembaar vanscootmobielen die in brand vliegen.”Via speurwerk op internet kwam deonderzoeker uit bij het Aërosol blussysteem.Een systeem met chemische stoffen waarmeeeen brand snel kan worden geblust. Metmedewerking van een leverancier van hetblussysteem werd een praktijktest uitgevoerdin het brandweeroefencentrum in Zuidbroek.De resultaten waren zeer bevredigend.Peter Paul Luiken, sinds 2005 vrijwilliger bij hetkorps Haren in Groningen, volgde in het kadervan zijn hbo-studie Bouwkunde de minor FireSafety Engineering en deed als afstudeerstageonderzoek naar de brandveiligheid inzorginstellingen en woongebouwen. Hij kwamtot de ontdekking dat zich de afgelopenjaren in <strong>Nederland</strong> verschillende brandenhebben voorgedaan met een scootmobiel. Alsreactie daarop lanceerde hij het idee voor eeningebouwde blusbom in scootmobielen.Peter Paul: “Het gebruik van scootmobielenneemt sterk toe de laatste jaren. Veelzorginstellingen zijn daar niet op berekend. ErPraktijkproefOm een goed beeld te krijgen van debrandgevaarlijkheid van een scootmobiel,werd een praktijkproef gehouden. Hieruitkwam naar voren dat de brandsnelheidenorm is en dat er veel dikke rook bijvrijkomt. Er bestaat wel een brandwerendeafdekhoes, maar deze is uiteraard niet ingebruik als iemand op de scootmobiel zit.Daaruit vloeide het idee voort scootmobielente voorzien van een blusbom. Peter PaulLuiken: “Alleen met een blusbom kan hetprobleem bij de bron worden aangepakt enverkleinen we de kans op brand van en doorscootmobielen.”Peter Paul: “Ik denk dat we in de goederichting zitten. Het idee kan nog verderworden uitgewerkt en daarmee zal hetresultaat verder verbeteren. Mijn conclusieis in ieder geval dat een blusbom op iederescootmobiel de veiligheid in het algemeen enin zorginstellingen in het bijzonder, ten goedekomt.”Meer informatiePeter Paul Luikenbrandweer@hoogezand-sappemeer.nl


48Met het 23dingen-programmaallemaal thuis in de digitale wereld2012Categorie: Techniek, Organisatie, Maatschappelijke relevantieKorps:<strong>Brandweer</strong> Hollands MiddenProject:23brandweerdingenInitiator:Harold MugieGeïmplementeerd: NeeDe ontwikkelingen rondom (mobiel) internet, Voor een goed begrip: Web 2.0 is de aanduiding‘het nieuwe werken’ en sociale media hebben voor de fase waarin de internetontwikkelingenzich de afgelopen jaren in een razend tempo zijn beland. Kenmerkend voor de tweedevoltrokken. Het lijkt wel of je niet meer meetelt fase internettoepassingen is dat iedereenals je niet op Facebook, Hyves of LinkedIn tegenwoordig kan meedoen aan het ‘verrijken’zit. En een beetje brandweerman twittert van websites, door het toevoegen van tekst,natuurlijk ook. Duizelt het je nu al? Lees dan links, foto’s en videofilmpjes. Deze ‘uservooral verder.generated content’ is inmiddels minstens zoomvangrijk als de professioneel gepubliceerdeWat gebeurt er allemaal? Wat moeten we content.als brandweermensen met al die digitalemogelijkheden? Wat kan je ermee en wat <strong>Brandweer</strong>siteniet? En hoe werkt het eigenlijk? De kans is Harold Mugie van <strong>Brandweer</strong> Hollandsgroot dat het 23brandweerdingen-programma Midden maakt zich, in navolging van debinnenkort antwoorden gaat geven oppolitiesite 23politiedingen.nl, hard voor eendeze vragen. We hebben het niet over een speciale brandweersite 23brandweerdingen.standaardcursus of een e-learning-pakket, nl. “Dan kunnen we het programma breedmaar over een programma waarmee je aan uitdragen en zijn alle brandweermensen in dede hand van oefeningen (23 om precies te gelegenheid de digitale mogelijkheden vanzijn), spelenderwijs leert hoe Web 2.0 werkt, deze tijd te ontdekken. Met dit programmaen tegelijkertijd meer kennis opdoet van de vergroot je je kennis van de brandweer en jebrandweer.bouwt een interessant netwerk op.”Volgens Harold Mugie is de brandweer overhet algemeen vrij behoudend of conservatiefingesteld. Met als gevolg dat er juist weiniguitwisseling is van kennis. Met het 23dingenprogrammakan daar volgens hem perfect inworden voorzien. “Een 23brandweerdingenprogrammazou een enorme verrijkingzijn van de communicatiestructuur binnenonze organisatie. Ik verwacht dat met dekennisinfrastructuren die ontstaan, de sterkhiërarchische cultuur rondom ‘kennis ismacht’ zal verschuiven naar ‘kennisdelen ismachtiger’.”Het oorspronkelijke idee voor het 23dingenprogrammais afkomstig van de AmerikaanseHelène Blowers. In 2006 ontwikkeldezij dit programma met veel succes voorde medewerkers van de bibliotheek vanMecklenburg County. Met naamsvermeldingmag iedereen van het materiaal gebruikmakenen dat gebeurt inmiddels wereldwijd.Meer informatieHarold Mugieharold.mugie@brandweer.vrhm.nl


50Praktische training helpt bevelvoerders verderCategorie: Organisatievan de mogelijke gedragsalternatieven die deKorps:<strong>Brandweer</strong> Zaanstadbetrokken deelnemer per situatie kan kiezen.Project:BevelvoerdertrainingInitiator:Tijs van WijkVariabelenGeïmplementeerd: JaDeze aanpak voorziet erin dat alle variabelenOptreden bij operationele inzetten (lees:leidinggeven onder lastige omstandigheden)vraagt om bijzondere vaardigheden. Eenleidinggevende moet bijvoorbeeld snel kunnenwisselen tussen de verschillende stijlen vanleidinggeven. En niet zelden zullen snelbeslissingen moeten worden genomen, diedirect van invloed zijn op het verdere verloopvan het incident.Maar dan de cijfers die uit onderzoek naarvoren komen:Verontrustende cijfers, die <strong>Brandweer</strong>Zaanstad aanzette tot actie. In samenwerkingmet Provectus Academy en LolkemaMassop, specialisten in organisatie- encultuurveranderingen, werd een speciale, opde praktijk gerichte training georganiseerdvoor bevelvoerders. De training is gebaseerdop de Kuil®-methodiek. Bij deze aanpak staanhouding en gedrag centraal. Hiervoor zijn eentweetal trainingsmomenten opgezet. Eén omgedrag onder stress zichtbaar te maken en temonitoren, en een operationele dag.die van invloed kunnen zijn op hetfunctioneren van de betrokken repressievefunctionaris, kunnen worden gecontroleerd.Hierdoor kan de focus helemaal op het gedragen het functioneren van de deelnemer wordengelegd. Omdat de enige variabele die nietgestuurd kan worden het gedrag van debevelvoerder/OVD is, kan het functioneren vande deelnemers goed worden vergeleken.Het spreekt voor zich dat een veiligeleeromgeving essentieel is om deze indringendetraining te kunnen doen. Standaard wordtook het Feed Forward-principe gebruikt: niet– één op de vijf bevelvoerenden scoortterugkijken en beoordelen, maar vooruitkijkentijdens operationele trainingenonvoldoende voor de wijze waaroprekening wordt gehouden met deveiligheid van het eigen personeel;Tijdens de operationele dag ligt de nadrukniet alleen op het ontwikkelen van repressievecompetenties, vaardigheden, kennis en kunde.Ook aan houding en gedrag als instrumenten ondersteunen.Inmiddels hebben ongeveer 65 bevelvoerdersde trainingen gevolgd en heeft iedereen een op– één op de drie bevelvoerenden ontwikkeltzich onvoldoende een beeld van hetincident;om leiding te kunnen geven bij een incident,wordt aandacht besteed. Alle scenario’szijn tot in de kleinste details gearrangeerd,de persoon gericht ontwikkeladvies ontvangen.– één op de twee bevelvoerenden besluit toteen inadequaat inzetplan of plan+.beschreven en uitgeschreven. Niet alleen tenaanzien van het incident en de evenementendie worden ingebracht, maar ook ten aanzienMeer informatieTijs van Wijkt.van.wijk@brandweerzaanstad.nl2012


52Kwaliteit van oefenen verbeterenCategorie: Techniek, OrganisatieKorps:Veiligheidsregio UtrechtProject:Beeld bij oefenleiderInitiator:Lex TillartGeïmplementeerd: Ja2012Oefening baart kunst, zegt een bekendspreekwoord en niemand zal de juistheid ervanontkennen. Maar oefenen en oefenen is twee.Góed oefenen is efficiënter en effectiever.Om het verbeteren van de kwaliteit van hetoefenen, gaat het bij het project Beeld bijoefenleider van Veiligheidsregio Utrecht.Essentieel voor het project is het gebruik vanfilmpjes.Met een speciale cursus Oefenleider probeert‘Utrecht’ mensen die geschikt zijn om eenoefening te leiden hierin te scholen. Onderdeelvan de training is ook het (leren) maken vaneen goede evaluatie, waarbij de belangrijksteleermomenten worden benoemd.Na de tweede les krijgen de cursisten eenhuiswerkopdracht mee. Gevraagd wordt of zede volgende les als oefenleider willen optredenen een briefing willen voorbereiden. Tijdens devolgende les deelt de aangewezen oefenleiderde cursisten in. Iedereen krijgt een rol,bijvoorbeeld deelnemer, veiligheidsfunctionarisof waarnemer. Na de briefing wordt eenfilmpje gestart dat inzoomt op de uitvoeringvan de oefening. De cursisten bekijken de filmvanuit hun eigen rol, waarna een evaluatievolgt. Onderdeel van de evaluatie is eenrollenspel.“De innovatie is het gebruik van de filmpjes”,legt Lex Tillart uit. “Daarin zitten foutenverborgen. Technische fouten, maar ookfouten in de manier waarop de groep eenoefening uitvoert. Zo wordt in een paarminuten een beeld geschetst van een situatie.Met de rollenspelen gaan we in op die fouten.Het voordeel van deze manier van werkenis dat er geen hele oefeningen nagespeeldhoeven te worden om een leerdoel te halen.”In veel gevallen zijn van filmpjes meerdereversies gemaakt om de verschillen tusseneen goede en foute aanpak duidelijk temaken. De instructeur kan hiermee ‘spelen’,ook afhankelijk van het leerdoel van eenbepaalde les.ProefLex Tillart: “De methode zetten we sinds tweejaar in als proef. Over het algemeen worden delessen door de cursisten als leuk en leerzaamervaren. De filmpjes voegen duidelijk iets toeen zijn ook te gebruiken bij bijscholingen vanoefenleiders. Ze leveren tijdwinst op, omdat deoefenleider veel effectiever les kan geven.”De Veiligheidsregio Utrecht wil de kennisdie met het project is opgedaan graag delenmet andere regio’s en korpsen die strevennaar een verbetering van de kwaliteit van hetoefenen. Mogelijk dat dan ook de kosten vanhet maken van nieuwe films kunnen wordengedeeld.Meer informatieLex Tillartl.tillart@vru.nl


54Maken, beheren en gebruikenvan de DBK op GIS-niveau2012Categorie: Techniek, Organisatie, MaatschappijKorps:Veiligheidsregio IJssellandProject:Digitale BereikbaarheidsKaart IJsselland en DBK IJsselland MobielInitiator:Jaap SmitGeïmplementeerd: NeeDe Veiligheidsregio IJsselland heeft eenDe GIS-techniek die Veiligheidsregio IJssellanddemoversie ontwikkeld van een applicatie, in huis heeft, sluit naadloos aan op de landelijkewaarmee op internet een regionale Digitale standaard. Door het gebruik van deze techniekBereikbaarheidskaart (DBK) kan worden is veel basisfunctionaliteit beschikbaar. Dezegemaakt. De webapplicatie is gebaseerd op informatie kan in een website worden gebruikthet landelijke DBK-project, dat als trigger en kan zowel worden bekeken (webviewer)hanteert: ‘Met één druk op de knop de juiste als bewerkt (webapplicatie). Het gebruikinformatie vanuit de bron’.in een gratis App en van de standaardenvoor het uitwisselen van informatie is ookDe demoversie kan worden gezien als een mogelijk. De bestaande projectversie wordteerste aanzet tot het lokaal maken en beheren momenteel doorontwikkeld en uitgebreid metvan digitale bereikbaarheidskaarten viafunctionaliteiten (onder andere objectfoto’s).internet, waarbij de gegevens als GIS-bestand(Geo Informatie Systeem) worden gebruikt. Er is ook een mobiele projectapplicatiebeschikbaar als GIS-kaartlaag in plaatsDe informatie van de DBK is als GIS-bestand van PDF-bestand, voor het gebruik van deregionaal opgeslagen, maar kan ook als een informatie op de MDT. Deze mobiele applicatiePDF-bestand in andere applicaties op een werkt lokaal zonder internet. Als er wel eenMobiele Data Terminal (MDT) worden gebruikt. internetverbinding beschikbaar is, kunnenUitgangspunt voor de regionale demoversie is wijzigingen in de regionale opslag wordende landelijke standaard die de NVBR voor de verwerkt. Ook het bepalen van de route naardigitale bereikbaarheidskaart heeft ontwikkeld. de locatie wordt lokaal uitgevoerd.Unieke combinatieProjectleider Jaap Smit: “De DBK IJsselland ende DBK IJsselland Mobiel zijn uniek vanwege decombinatie van eigenschappen. Geïntegreerde,regionale voorzieningen voor het maken,beheren, gebruiken en delen van de gegevensvan de DBK door de hele organisatie.”Doordat alle tools onderdeel zijn van de geoarchitectuur,kunnen gegevens ook gebruiktworden in een webviewer, een webapplicatie,een website en in App’s op de platformsAndroid, IOS en WP7.Beide applicaties worden dit najaar getest enkomen naar verwachting in januari 2013 op demarkt. Jaap Smit: “Het proces van verzamelen,controleren en beheren van gegevens wordtzo minder arbeidsintensief. Daardoor is ermeer capaciteit beschikbaar om de kwaliteitvan de informatie te garanderen. Bovendienkunnen we deze werkwijze uitbreidennaar duiklocaties, evenementen en andereplatforms.”Meer informatieJaap Smitj.smit@veiligheidsregio-ijsselland.nl


56Snel specialistische hulp inroepen bij calamiteitenCategorie: Techniek, OrganisatieKorps:<strong>Brandweer</strong> Zuid-LimburgProject:Repressief specialist officier RSOInitiator:Thei SpeetjensGeïmplementeerd: Nee2012<strong>Brandweer</strong>werk is soms erg complex en datbetekent automatisch dat bij calamiteitensoms onmenselijk veel wordt verwacht vanoperationeel leidinggevenden. Inherentdaaraan is een groot afbreukrisico.Het idee van Thei Speetjens van <strong>Brandweer</strong>Zuid-Limburg is om in de toekomst specialistende moeilijke klussen mede te laten klaren.Repressief specialist officier noemt hij ze.Hun namen en specialismen zouden in eendatabank vastgelegd moeten worden, zodatin voorkomende gevallen direct een beroep opde juiste man of vrouw kan worden gedaan.Thei Speetjens: “Leren doe je vooral vanervaringen, maar bepaalde incidenten komennu eenmaal niet vaak voor. De mogelijkhedenom te leren zijn dan ook beperkt. Daaromzeg ik: laten we de mensen die wel relevanteervaring, kennis en vaardigheden hebbenin kaart brengen. In principe zou dat heelsimpel moeten kunnen met een databank. BijDefensie en bij de politie wordt dat al gedaan.Ik vind het hoog tijd worden dat we alsbrandweer die stap ook zetten.”Repressief specialist officieren zoudenvia de landelijke meldkamer moetenworden opgeroepen en via een spreekluisterverbindingmoeten wordenbetrokken bij het incident. De Limburgseinitiatiefnemer denkt aan specialisten opverschillende gebieden: treinongevallen,grensoverschrijdende incidenten,nautische incidenten, luchtvaartincidenten,mensenmassabeheersing, nucleaire incidenten,chemische ongevallen en branden. Deofficieren moeten beschikken over specifiekedeskundigheid, waarvan met name in deeerste uren na een ongeval gebruik kanworden gemaakt.SouffleurIn de visie van Thei Speetjens functioneert deRSO als een soort souffleur van de Officier vanDienst. Deze laatste blijft wel verantwoordelijk.Thei Speetjens: “Ik denk dat een RSO binneneen kwartier operationeel moet zijn. In eersteinstantie via een spreek-luisterverbinding,daarna mogelijk ook via een beeldverbindingvan bijvoorbeeld een brandweer-videoteam ofwarmtebeeldcamera. De RSO zit dus gewoonthuis of op zijn werk. Zo mogelijk kan hijuiteraard bestaande, digitale hulpapplicatiesraadplegen.”Snelheid is het belangrijkste aspect, benadruktSpeetjens: “Om wat voor incident het ookgaat, we weten allemaal dat veel ellende kanworden voorkomen als in het eerste uur dejuiste beslissingen worden genomen. Kennisachteraf, als de Onderzoeksraad voor deVeiligheid ermee is belast, is wel leuk, maardaar hebben de eventuele slachtoffers nietsmeer aan.”Meer informatieThei Speetjenst.speetjens@brwzl.nl


58Amber Alert voor gevaarlijke stoffenCategorie: Techniek, Organisatie, MaatschappelijkKorps:<strong>Brandweer</strong> Zuid-LimburgProject:OGS-waarnemingsapparatuurInitiator:Thei SpeetjensGeïmplementeerd: Nee2012Een soort Amber Alert, maar dan als applicatievoor gevaarlijke stoffen. Dat is het idee vanThei Speetjens, specialist op het gebiedvan gevaarlijke stoffen bij <strong>Brandweer</strong> Zuid-Limburg. “Ik heb geïnformeerd en het makenvan zo’n app is technisch gezien geen enkelprobleem en bovendien relatief goedkoop. Alser draagvlak komt voor dit idee kunnen we hetdoorzetten”, aldus de initiatiefnemer.Thei Speetjens schetst de werkwijze zoals dienu is. Er is een ongeval met gevaarlijke stoffen,de brandweer rukt uit, er wordt opgeschaalden de waarschuwings- en verkenningsdienstwordt ingeschakeld. Gekeken wordt naar dewindrichting en op bepaalde plaatsen wordenmetingen verricht. Thei Speetjens: “Eentijdrovende operatie. De praktijk leert dat hetbij dit soort ongevallen minstens een uur duurtvoor de Officier van Dienst actuele gegevensheeft.”Dat kan anders én beter, vindt de Limburger.Een mobiele app Ongevallen GevaarlijkeStoffen (OGS), waarmee burgers informatieover (mogelijk) gevaarlijke stoffen in de luchtkunnen doorgeven. Wat ruik je?, en hoe sterkis de geur? Omdat locatiebepaling met GPSonderdeel moet worden van de app, is directbekend waar de meldingen vandaan komenen dus kan de brandweer sneller op situatiesanticiperen. Bovendien kan aan burgers actiefen gericht advies worden gegeven wat tedoen.Betrouwbaar beeldThei Speetjens: “Als er iets aan de handis komt er via de applicatie informatie vanmeerdere mensen binnen. Daarmee kande brandweer zich een betrouwbaar beeldvormen van wat er aan de hand is en waar.De waarschuwings- en verkenningsdienstkan sneller en gerichter metingen doen envervolgens kunnen burgers via dezelfde appworden geïnformeerd over wat er aan de handis en wat ze het best kunnen doen. Hun huisverlaten bijvoorbeeld of juist thuisblijven enramen en deuren sluiten. Die terugkoppeling isbelangrijk, omdat het om die reden interessantis de app op je smartphone te downloaden.”Een bijkomend voordeel van een OGS-app isdat de meldkamer niet onnodig wordt belast.Thei Speetjens: “Zo maken we meerdereslagen in één keer. Wie wil dat nou niet?Het enige dat ontbreekt is budget voor deproductie van de app. Volgens mijn informatiemoet het voor minder dan 10.000 eurokunnen. Een klein bedrag in verhouding tot destap die je zet op het gebied van verbeterdeveiligheid.”Meer informatieThei Speetjenst.speetjens@brwzl.nl


60Het probleem van vrijwelontoegankelijke binnensteden2012Categorie: Organisatie, MaatschappelijkKorps:Veiligheidsregio HaaglandenProject:Pilot Motor Ondersteuning <strong>Brandweer</strong> (MOB)Initiator:Kour van der LaanGeïmplementeerd: JaDe dichtbebouwde centra van de grote steden hoeven worden”, zegt Kour van der Laanin ons land worden steeds drukker. Voeg van het korps Den Haag. “Soms is ééndaarbij dat de opstallen van de ene voorstelling brandweerman prima in staat de burger teof tentoonstelling nog niet zijn afgebroken helpen. Bijvoorbeeld bij het plaatsen vanof die voor het volgende evenement worden een airbaghoes of het uitvoeren van eenalweer opgebouwd. Het gevolg is datkoolmonoxidemeting. Met dit project willenbinnensteden steeds ontoegankelijker worden we ervaring opdoen en van daaruit hopenvoor hulpverleners.we op een zichtbare vernieuwing van deincidentbestrijding. Tegelijkertijd zetten we met<strong>Brandweer</strong> Haaglanden weet er allesdit project stappen als het gaat om het leverenvan. Een snelle opkomst is al lang geenvan flexibele en vraaggerichte brandweerzorgvanzelfsprekendheid meer. Maar dein een grootstedelijke omgeving.”Veiligheidsregio Haaglanden legt zich daarniet klakkeloos bij neer. In een poging de Extra uitrukvoertuigincidentbestrijding te vernieuwen en aan te De Motor Ondersteuning <strong>Brandweer</strong> (MOB)passen aan de huidige eisen en verwachtingen wordt tijdens de proefperiode in veel gevallenvan de samenleving, wordt een aantalals extra uitrukvoertuig meegestuurd maar depilots uitgevoerd met andere vormen van MOB kan ook zelfstandig klussen afhandelen,voertuigbezetting voor de basisbrandweerzorg. zoals het plaatsen van een airbaghoes ofhet uitvoeren van een koolmonoxidemeting.“Er zijn nu eenmaal klussen die nietHiervoor zijn uitrukprocedures opgesteld, diedoor een autospuit met zes man gedaan lopende de pilot zullen worden getoetst enzo nodig worden aangepast. Afgesproken isook dat de bestuurder van de MOB tijdensde pilotperiode in het bezit moet zijn van hetdiploma Bevelvoerder en dat hij minstens tweejaar operationele ervaring moet hebben opeen TS. Daarnaast is langdurige ervaring alsmotorrijder een vereiste.De aanpak van het project is gedegen. Deevaluatie die onderdeel is van de pilot is breedopgezet. De <strong>Brandweer</strong> Haaglanden neemtop voorhand geen genoegen met alleen deervaring die wordt opgedaan. Kour van derLaan: “Van iedere uitruk wordt een verslaggemaakt en alle feitelijke gegevens leggenwe vast. Die worden vervolgens geanalyseerd,zodat we zicht krijgen op de effecten tenaanzien van de beschikbaarheid van eenheden,opkomsttijden en het aantal noodzakelijkebrandweervoertuigen. Daarnaast verwachtenwe meer te weten te komen over de motivatievan de deelnemers en we zijn benieuwd naarde ervaringen van de deelnemers met deprocedures en het gebruikte materieel.”Meer informatieLucas de Langemiriam.van.der.meyde@brandweer.vrh.nl


62Positieve ervaringen met eerste leertafelCategorie: OrganisatieKorps:<strong>Brandweer</strong> HaaglandenProject:LeertafelInitiator:Lucas de LangeGeïmplementeerd: JaRuim twee maanden na een grote brandin Den Haag kwamen medewerkers van<strong>Brandweer</strong> Haaglanden op 16 december2011 bijeen voor een leertafel. Het woordzegt het al: elkaar het verhaal vertellen omte leren. Te leren van een brand waarbij driebrandweerlieden door een explosie gewondraakten.‘Leertafel Westvlietweg’ heet het boekjedat naar aanleiding van de brand en degezamenlijke bijeenkomst werd samengesteld.Een boekje waarin de gebeurtenissen op6 oktober en de (thematische) gesprekkentijdens de Leertafeldag worden beschreven. Inhet boekje zijn naar aanleiding van de verhalentijdens de leertafel vragen opgesteld voor ‘deorganisatie’ (de brandweer in zijn geheel),maar ook heel specifiek voor ‘jou als collega’.Centraal staat de vraag: ‘hoe kunnen we ditsoort incidenten in de toekomst voorkomen?’“Door op deze manier te leren van eenoptreden, neemt onze kennis toe en kunnenwe de veiligheid voor onszelf en voor deburger vergroten”, stelt Lucas de Lange van<strong>Brandweer</strong> Haaglanden, één van de auteursvan het boekje.‘Zeer grote brand’De eerste melding van de brand op 6 oktoberis om 17.40 uur. Dan gaat het snel. Minderdan twintig minuten later, als de brandinmiddels is opgeschaald tot ‘zeer grotebrand’, ontbranden de aanwezige rookgassen.Er volgt een explosie en de bevelvoerder ende aanvalsploeg staan vol in de vuurzee.Gelukkig weten ze zichzelf op tijd in veiligheidte brengen. De schrik zit er goed in, maar hetbluswerk gaat door. Om 20.23 uur kan hetsein ‘brandmeester’ worden gegeven.Voor <strong>Brandweer</strong> Haaglanden was gelijkduidelijk dat aan dit incident een vervolgmoest worden gegeven. Gekozen werdvoor de vorm leertafel, een kleinere variantvan de leerarena. Binnen de leertafel wordteen incident opnieuw ‘verteld’, waarbij hetdraait om de mensen die betrokken zijngeweest. Vakcollega’s worden uitgenodigdvoor reflectie. Het bijzondere van deleertafel, eigenlijk een soort verdiepingsslag,is dat het hele verhaal compleet wordtgemaakt, zelfs aangevuld vanuit de hoekvan risicobeheersing. Zo zoekt de leertafelverbinding binnen de organisatie.Lucas de Lange: “Als eerste korps hebben wevan de leertafel-methodiek gebruik gemaakten dat heeft goed gewerkt. De leertafelheeft risicobeheersing, incidentbestrijding enbrandonderzoek dichter bij elkaar gebracht.Als we een conclusie willen trekken is dat ookde kern: preventie en repressie moeten meernaar elkaar toe groeien.”Meer informatieMiriam van der Meydemiriam.van.der.meyde@brandweer.vrh.nlLeertafelWestvlietweg2012


64Leuker leren, beter blussen!Categorie: Techniek, Organisatie, MaatschappelijkKorps:<strong>Brandweer</strong> TwenteProject:Brainbox Brandgedrag©Initiator:Albert GielingGeïmplementeerd: Ja‘Weg met de ouderwetse manier van leren! Nog belangrijker is dat BrainboxGeen dikke boeken die je moet bestuderen, Brandgedrag© een positieve bijdragegeen lesavonden in een theorielokaal en dan levert aan de vakbekwaamheid van deurenlang naar sheets kijken.’Twentse brandweermensen. Er wordtveiliger geblust en effectiever en efficiënterDat soort teksten doen het goed bij veel gewerkt. Daarnaast zet het programma(brandweer)mensen. Het zijn de woorden nieuwe ontwikkelingen in gang, zoals eenwaarmee <strong>Brandweer</strong> Twente medewerkers innovatie van straalpijpen en het creëren vanenthousiast maakt voor een andere manier mogelijkheden om medewerkers flexibeler tevan leren. Hoe? Door ze te laten voelen, zien trainen.en beleven. Met als doel kennis (‘brains’) overte dragen, zodat ‘tools’ effectiever en veiliger Uitdagend programmakunnen worden ingezet.Leren binnen het programma BrainboxBrandgedrag© houdt in: leren door te doen enBrainbox Brandgedrag© heet het programma leren door te zien. Dit gebeurt onder leidingen Albert Gieling is razend enthousiast:van gemotiveerde instructeurs en met een“Ingewikkelde theorie brengen we op een uitdagend programma. De lesstof wordt opbegrijpelijke, toegankelijke en leuke manier een interactieve manier aangeboden onder hetop mensen over. Oftewel: Keep it simple, motto: leuker leren, beter blussen.experience more. Het vernieuwende zit vooralin de vorm. Met als resultaat dat iedereen “Wij brengen kennis van brand letterlijk enpositief is: instructeurs, medewerkers en figuurlijk naar de kazernes”, zegt Albertmanagement.”Gieling. “Niet met stapels boeken, maarmet simpele attributen als een kaars, eenplofkast, houten huisjes, ventilatiehuisjes,een straalpijp, een ventilator en eenwarmtebeeldcamera. Daarmee brengeninstructeurs aan de hand van een uitgekienden uitdagend lesprogramma kennis over opbrandweermensen.”Albert Gieling roept in herinnering hoebrandweermensen in Twente (en elderswaarschijnlijk ook) altijd goed waren in ‘hardwerken’. Pas de laatste jaren wint ‘slimmerwerken’ terrein. “Daarin past de ommezwaainaar een meer aansprekende manier van leren:praktijkgericht, actief en realistisch.”Het Brainboxconcept is opgezet als eenmodulair systeem. De module brandgedrag ishelemaal klaar om te delen met collega’s in hetland en momenteel is de module ‘repressieveventilatie’ gestart. De bedoeling is in detoekomst nog andere thema’s (bijvoorbeeldtechnische hulpverlening) uit te werken envia dezelfde aanpak over te brengen opmedewerkers.Meer informatieAlbert Gielinga.gieling@brandweertwente.nl2012


<strong>Innovatie</strong> blijft speerpunt voor <strong>Brandweer</strong> <strong>Nederland</strong>In de afgelopen jaren werd de brandweersector geconfronteerd met een vreemde paradox. Aande ene kant het beeld van een behoudende branche, aan de andere kant een organisatie die instaat blijkt om steeds weer goede, innovatieve ideeën voort te brengen. Voor de NVBR en de Raadvan Regionale Commandanten (RRC) was dat in 2009 aanleiding om het programma ‘<strong>Innovatie</strong>Moed’ te lanceren. Hiermee willen we het innoverende vermogen van <strong>Brandweer</strong> <strong>Nederland</strong>verder vergroten. Het programma staat niet op zich, maar heeft zijn ankers in de visie ‘Debrandweer over morgen’ en het programma Lerend Vermogen.Colofon<strong>Brandweer</strong> <strong>Nederland</strong>Kemperbergerweg 783Postbus 70106801 HA Arnhemt (026) 355 24 55f (026) 351 50 51innovatiemoed@brandweernederland.nlwww.brandweernederland.nlTekst: Daan Appels, Appels CommunicatieRedactie: Bureau <strong>Brandweer</strong> <strong>Nederland</strong>Vormgeving: Carlo Polman, Oud.Zuid OntwerpIllustratie voorzijde: Ad HupkesDrukwerk: Rikken Print© <strong>Brandweer</strong> <strong>Nederland</strong>, oktober 2012

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!