13.07.2015 Views

Plantaardig Nieuwsbrief3-2010 - Natuurpunt

Plantaardig Nieuwsbrief3-2010 - Natuurpunt

Plantaardig Nieuwsbrief3-2010 - Natuurpunt

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Kantoor van afgifte: 2800 Mechelen 1P 309638België – BelgiqueP.B. – P.P.2800 Mechelen 1BC 7215NieuwsbriefMossen en Lichenen - Planten - Paddenstoelen<strong>2010</strong> - 10 e jaargang nr. 3 juli - augustus - septemberVerschijnt driemaandelijksAfzendadres:Coxiestraat 112800 Mechelenstudie@natuurpunt.bewww.natuurpunt.beV.u. Willy Ibens. Coxiestraat 11 2800 Mechelen


Deze nieuwsbrief wordt gratis toegestuurd aan alle geïnteresseerden.Wenst u lid te worden van één van de werkgroepen en de nieuwsbrief opregelmatige basis te ontvangen, stuur dan een briefje naar <strong>Natuurpunt</strong> Studie,Coxiestraat 11, 2800 Mechelen of een mailtje naarRoosmarijn.steeman@natuurpunt.beDe nieuwsbrief wordt digitaal verstuurd (PDF-formaat).Wie dit wil kan de nieuwsbrief nog wel op papier ontvangen.Wenst u de nieuwsbrief niet langer te ontvangen, geef dan een seintje.Veel leesplezier!De volgende nieuwsbrief zal in december verschijnen.Artikels en kalenders kunnen tot 20 november ingestuurd worden.Wil u ons financieel steunen dan kan dat. Giften vanaf 30€ zijnfiscaal aftrekbaar.Storten kan op rekening nr.: 230-0524745-92 met vermelding vande volgende projectnummers:- Natuurstudie algemeen .......... 2000- Plantenwerkgroep .................. 2351- Paddenstoelenwerkgroep....... 2301- Mossenwerkgroep.................. 2202


INHOUDPaddenstoelentelweekend 16 en 17 oktober 4Welkom op de floristendag – 26 september <strong>2010</strong> 5Nieuw: Planten.flits 6Hulp gezocht bij het beantwoorden van allerlei vragen 6Nieuwsbrief Mossen en lichenenLophocolea semiteres, een korte geschiedenis van een nieuw mos 9Juul SlembrouckEen nieuwe mossoort voor Vlaanderen 11Juul SlembrouckNieuwsbrief PlantenPlantenwerkgroep Oost-Brabant in de pers 15Fon op excursie – verslagen door Erik Molenaar 15Nationale Werkgroep Botanie: verslag Botanisch verlof in de Alpen 31André Van den BerghNationale Werkroep Botanie: aankondiging botanische week 2011 35Limburgse plantenexcursies – Verslag excursie SAP-clubjeJan Wyers 36Plantenwerkroep <strong>Natuurpunt</strong> De Wielewaal – Verslag excursiesKristine Wuyts 37PWG Vlaamse ardennen plus - Bijzondere vondsten + verslag excursiesKarel Dewaele 38Planten- & Zwammenwerkgroep SchijnvalleiVerslag planten Staf Brusseleers – Verslag Lichenen Karl Hellemans 43Plantenwerkgroep Gent – Excursieverslagen door Jean Deprez,Kristel Keppens en Lut Van Daele 47Florawerkgroep <strong>Natuurpunt</strong> Oost-BrabantVerslag door Liesbet Cleynhens 52Nieuwsbrief ZwammenRoze stinkzwam voelt zich thuis in tuinen 55Paddenstoelen voor beginners 55Paddenstoelen voor gevorderden 56Weetjes en verhalen over paddenstoelen 56Paddenstoelwandelingen voor kinderen 57Paddenstoelwandelingen onder begeleiding van een kenner 57Paddenstoelhappening in Keerbergen 61Zwammenwerkgroep Zuid-West-Brabant 61Nieuw: Paddenstoelenwerkgroep Brugge 623


Paddenstoelenkijkweekend 16 en 17 oktoberMidden oktober organiseert <strong>Natuurpunt</strong> voor de eerste maal een nationaalpaddenstoelenkijkweekend. Naar voorbeeld van succesvolle acties alsVoeren en Beloeren en Vlindermee nodigen we iedereen uit om naarpaddenstoelen te speuren in eigen tuin.Deze mooie verschijningen zijn zeer goede indicatoren voor de kwaliteitvan onze natuur. De misvattingen dat nuttige paddenstoelen enkel in het bosgroeien en paddenstoelen in de tuin slechts schade aanrichten, sturen we bijdeze de wereld uit. Zelfs een kleine tuin die ecologisch beheerd wordt kan eenthuis zijn voor heel wat soorten.Het doel van deze actie is mensen warm maken voor paddenstoelen, tipsgeven voor een paddenstoelvriendelijke tuin en zoveel mogelijk gegevens overtuinpaddenstoelen verzamelen. Net zoals bij de rest van de publieksacties zaleen uitgebreide folder bij Natuur.blad verschijnen waarbij een aantal soorten inde kijker worden gezet.Paddenstoelen bedreigdHelaas gaat het in Vlaanderen niet zo best met de paddenstoelen, meer dan dehelft van de zwammen is ofwel uitgestorven ofwel bedreigd. Vooral de soortenmet relatief grote, met het blote oog zichtbare vruchtlichamen hebben het zeermoeilijk. De oorzaak moeten we zoeken bij de veranderingen in landgebruik enmoderne landbouwtechnieken, waardoor hun leefgebied vernietigd wordt. Dezesoorten zijn van groot belang voor de algemene kwaliteit van onze inheemsebossen.Ook de graslandpaddenstoelen hebben zwaar te leiden onder de intensievelandbouw, waar geen plaats meer is voor begrazing met dieren en onbemestegraslanden.De grasmat in de tuin wordt kort geschoren, altijd groen en mosvrij gehouden.Bij voorkeur groeit er enkel gras. Nochtans wordt je tuin zoveel rijker wanneerje de gazon niet bemest en mos laat gedijen tussen het gras. Al snel zullen ermassa’s paddenstoelen verschijnen en na enkele jaren volhouden verschijnenwellicht kleurrijke en zeldzame soorten waaronder wasplaten enknotszwammen.Tips voor een paddenstoelvriendelijke tuinLaat bomen staan, ook al worden ze oud en beginnen ze af te sterven. Alseen boom toch afgezaagd moet worden, laat dan de stronk staan tot op zekerehoogte, en laat de ondergrondse delen ongemoeid. Grote omgevallen stammenmag je laten liggen, deze zorgen voor een hele serie opruimendepaddenstoelen, die vaak zeldzaam zijn geworden.Plant een nieuwe boom voor elke gekapte boom. Plant bij voorkeur bomendie in symbiose leven met zwammen: ondermeer Eik, Beuk, Berk, Hazelaar ofLinde.4


Een gazon hoef je niet te bemesten of ontmossen, bespaar jezelf op diemanier uren werk. Het enige wat je moet doen is minstens twee maal per jaarmaaien en het maaisel goed afvoeren.Op een houtsnipperpad, kunnen massa’s paddenstoelen verschijnen, maarzorg ervoor dat je ze niet tussen bomen legt, want dat is nadelig voor dezwammen die in symbiose leven met die bomen.Verwijderen van bladstrooisel, onder alleenstaande bomen of kleineboomgroepen, bevordert de groei van symbionten.Je vindt alle informatie op de websitehttp://www.natuurpunt.be/paddenstoelen Je vindt er foto’s van de meestvoorkomende paddenstoelsoorten in tuinen, je leest er hoe je depaddenstoelen kan herkennen en hoe je de resultaten kan doorgeven.Wie op de hoogte wil blijven van het laatste ‘paddenstoelennieuws’, kan zichinschrijven op de gratis maandelijkse e-zine paddenstoelen.flits viahttp://www.natuurpunt.be/mijnnatuurpunt/Ezines.aspx.Nog paddenstoelrijke tuinen gezocht ...In Vlaams-Brabant en de provincie Antwerpen vonden we al een geschikte tuinwaar paddenstoelen een kans krijgen. Maar voor de overige provincies zijn wenog steeds op zoek....het hoeft niet groot te zijn, met eenn onbemestgazonnetje en/of wat bomen. Per provincie willen we een tuin als voorbeeldkiezen, waar we de pers te woord kunnen staan. Indien je dit ziet zitten, stuurdan alvast een foto van je tuin door aan aan Roosmarijn en voeg een lijstje toevan jaarlijkse herfstwaarnemingen. Het paddenstoelenkijkweekend gaat doorop 16 en 17 oktober. Laat ook weten welke dag je vrij bent.Welkom op de floristendag - 26 september <strong>2010</strong>Op 26 september wordt de tweejaarlijkse Emiel Van Romaeyprijs voorPlantkunde uitgereikt in de Plantentuin van Meise. Twee jaar geleden gingdeze prijs naar de "Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest"en vier jaar geleden kreeg de Paddenstoelenatlas van Limburg deze prijs. Dewinnaar van deze editie wordt voorlopig nog geheim gehouden. Maar FLo.wervzw wilde in samenwerking met <strong>Natuurpunt</strong> van deze gelegenheid profiterenom alle Vlaamse floristen samen te brengen. Er werd een dagvullendprogramma opgesteld, waarvoor u nog gratis kan inschrijven tot 10 september.5


NieuwPlanten.flitsSinds september 2007 wordt een maandelijkse paddenstoel.flits vol nieuwtjesen weetjes verzonden. Er is altijd genoeg stof om de mensen weer warm temaken voor paddenstoelen. Ondertussen zitten we al aan meer dan 2000abonnee’s, dus het zijn niet enkel de kenners die hiervoor intekenen. De flits isbedoeld om een breed publiek te bereiken.Onze nieuwsbrief planten -mossen & lichenen - paddenstoelen gaat naar 310mensen op papier en 1.000 mensen digitaal. Met een flits kunnen weongetwijfeld nog veel meer mensen bereiken en kunnen we kort op de balspelen. Binnenkort mag u de eerste planten.flits verwachten… aan het eindevan het plantenseizoen welliswaar. Maar tijd genoeg om in te tekenen en itemste bedenken voor het volgende seizoen.Plantennieuws voor de planten.flits is voortaan welkom bijRoosmarijn.steeman@natuurpunt.beHulp gezocht bij het beantwoorden van allerlei vragenEen groot deel van onze werktijd investeren we bij natuur.studie in hetbeantwoorden van vragen van allerlei aard. Meestal gaat dit omdeterminatievragen. In sommige gevallen gaat het eerder om overlastvragenzoals het verwijderen van plaagsoorten.Om deze vragen per thema zo snel mogelijk te kunnen behandelen werdenthematische mailadressen aangemaakt.planten@natuurpunt.bepaddenstoelen@natuurpunt.bemossen@natuurpunt.bekorstmossen@natuurpunt.beIn het verleden werden deze mails voornamelijk door professionelenbeantwoord. Maar in de toekomst zouden wij graag ook enkelevrijwilligers diegraag willen helpen bij het beantwoorden van dergelijke vragen opnemen indeze mailgroepen. Wens je toegevoegd te worden aan één van volgendemailgroepen, laat het dan weten aan Roosmarijn.steeman@natuurpunt.be6


NieuwsbriefMOSSEN&LICHENEN7


Werkgroep Mossen en Licheneneen symbiose tussenFloristisch Onderzoek voorNatuurbehoud&<strong>Natuurpunt</strong>FONVoorzitster:* Chris Janssens (014/21.67.49)Secretaris:* Karl Hellemans (03/383.26.58)Penningmeester:* Jan Dirkx (014/58.64.64)Ereleden:* Juul Slembrouck (03/321.32.75)* Hubert De Meulder (03/830.13.87)Redactie:* Marie-Claire Bottu (011/68.03.01)* Jan Dirkx (014/58.64.64)* Chris Janssens (014/21.67.49)* Vera Tetsch (014/36.88.50)* Juul Slembrouck (03/321.32.75)* Henri Stappaerts (03/288.43.70)excursies op maandagnamiddag om deveertien dagenContactpersonen<strong>Natuurpunt</strong>EDUCATIE* Hans Vermeulen (014/47.29.50)Graatakker 11, 2300 TurnhoutARTIKELS & INFO* Roosmarijn Steeman (015/29.72.22)Coxiestraat 11, 2800 MechelenDoelstellingen Werkgroep* bijdrage vormen voor natuurbehoud/-beheer* ecologisch onderzoek* verspreidingsonderzoek* popularisatie van de (korst)mossenstudie* stevige band met educatie: cursussenen initiatie-excursies* publicatiesDe Werkgroep Mossen en LichenenFON - <strong>Natuurpunt</strong> is een symbiosetussen de Werkgroep FloristischOnderzoek voor Natuurbehoud en<strong>Natuurpunt</strong>. De werkgroep F.O.N.bestudeert al meer dan een decenniumde mossen van ons land. Dewerkgroep opereerde in het verledenhoofdzakelijk in het Antwerpse maarrichtte ook tal van excursies elders in,o.a. naar Wallonië en het buitenland.De werkgroep staat open vooriedereen die geïnteresseerd is inmossen en/of lichenen, leken ofgevorderden. Op de excursies wordenbeginners met zorg opgevangen(educatie). Er wordt tevens veelgewerkt aan feedback naar de leden.Met dit alles poogt de werkgroep zijnsteentje bij te dragen aan zowelmossen- en lichenenstudie, als aan hetnatuurbehoud.Ook jij kan iets bijdragen aan dezenieuwsbrief!8


Lophocolea semiteresEen korte geschiedenis van een “nieuw” mosJules SlembrouckIn de Nieuwsbrief 8 e jg, nr 3 (2008), p. 8, verscheen een “Reactie op deuitbreiding Gaaf kantmos door klimaatopwarming”. Op die reactie nog dezeaanvulling!Theo Arts schreef in het verslag van excursie van 16/10/1988 van de VlaamseWerkgroep Bryologie naar het voormalig Brits militair domein vanGrobbendonk: “Op te merken valt ook een bijzondere vorm van Gedrongenkantmos (Lophocolea heterophylla) met gave, breed afgeronde bladtoppen, dieop ruwe humus op de grond aangetroffen werd (fig. 2)” (Arts 1990). Inderdaad,hij begeleidde het verslag met correcte, ietwat gestyleerde tekeningen van eenvertakt en een onvertakt plantje (dorsaal en ventraal) met de opvallende,afstaande, grote onderblaadjes. Ik had die (toen nog ‘onbekende’) soort tijdensde voorbereidende wandeling aangetroffen en alle deelnemers aan diewandeling (27 in getal, jawel) uitgenodigd om die nog eens te zoeken en zijvonden die ook. De vondst werd met “eindelijk weer eens Lophocoleaheterophylla !!” begroet – (dit mos is zo erg algemeen dat het verder dus geenaandacht behoefde). Theo gaf de naam … en daar bleef het bij.Eerder (1988) had ik die soort ook al eens aangetroffen op de Kesselse heidete Nijlen en die – zonder naam – (ik dacht aan Lippenmos [Chylocyphuspolyanthos], maar de standplaats klopte niet…) gedeponeerd in BR (NationalePlantentuin). Pas toen de nieuwe flora van de levermossen van Smithverscheen (Smith 1990) ging er een lichtje in de Nationale Plantentuin branden:het was – nog zonder Nederlandse naam - : Lophocolea semiteres. Smithvermeldt de vindplaats in de Scilly Islands ‘very rare but locally common’ en deverspreiding: Kaapprovincie (Zuid Afrika), het zuiden van Chili, Australië,Tasmanië, Nieuw Zeeland en de Nieuwe Hebriden. De juiste determinatiewerd bevestigd door Mevrouw Paton (Engeland) en Dr. Grolle (Duitsland) beidedé kenners bij uitstek van levermossen. Herman Stieperaere publiceerde danuitvoerig in het tijdschrift van de Vlaamse Werkgroep Bryologie (Stieperaere1993) - met tekeningen, die stukken beter zijn, dan die in Smith voormeld –vervolgens ook in het tijdschrift met internationale allure en faam Lindbergia(Stieperaere 1994) met een eerste voorlopige verspreidingskaart. Op grondvan de voorlopige verspreidingskaart in Vlaanderen bleek, dat de soort al eenhele tijd bij ons aanwezig moest zijn, maar door alle bryologen over het hoofdgezien.Hubert De Meulder, die ook betrokken was bij onze “eerste vondst” steldeprompt de Nederlandse naam “Gaaf kantmos” voor. Maar dat zinde een aantalmensen niet, die liever “Zuiders” kantmos hoorden. Bij de laatste herzieningvan de Nederlandse namen kreeg Hubert, zonder zijn tussenkomst, gelijk: hetwerd en het zal nu wel “Gaaf kantmos” blijven.Olivier Heylen maakte van het Gaaf kantmos het voorwerp van zijnlicenciaatsverhandeling (Heylen 1995) en zocht naar de optimumniveaus voorde soort (Heylen 1995bis).In mijn herbariummateriaal van mossen op kerkhoven en begraafplaatsen staathet vermeld in Putte (Noord-Brabant) en in de vroegere begraafplaats van9


Wilrijk als L. heterophylla met “terrestrisch” plus uitroepingstekens, want datklopte niet met de standplaats van het Gedrongen kantmos, die niet terrestrischwordt gevonden (1988). Bij nazicht van de mossenverzameling van prof. ir. J.-E. De Langhe vond ik materiaal, weer eens met de naam Lophocoleaheterophylla, dat door Vanden Berghe was nagezien, maar met een kaartje ‘letwel! grote onderblaadjes!’, - jaartal ben ik vergeten -, maar ook daaruit bleek,dat de soort inderdaad al jaren geleden opgemerkt noch juist gedetermineerdwas gebleven.Het Gaaf kantmos is op dit ogenblik niet alleen volledig ingeburgerd, maar komtals krachtige veroveraar en als indringer op zure gronden (pijnbossen, heiden,stuifzand) overal voor en gaat zelfs over tot gesloten vegetaties van honderdenm², b.v. in het Mastbos (Breda). In vrijwel geen mossenopname van het FON inde Kempen ontbreekt het; het komt zowel voor op verzuurde eroderendehellingen van gestoorde gronden in het verstedelijkt milieu als de Brilschans(Borgerhout-Antwerpen). Terwijl Smith als ecologie opgeeft : “tree bases androtting logs, especially under conifers in turf and on peaty soils and banks” duszuur, zoals tot nog toe bij ons gevonden, is de soort nu ook de basischebiotopen en de (bos- en park-) bomen aan het veroveren. Laatst vonden wij hetin “Hortiflora” een deel van het Nachtegalenparkcomplex (Antwerpen) in vrijduidelijk basische omstandigheden en als epifyt tot hoog in de bomen. Dit isook elders het geval (mond. meded. Herman Stieperaere). Het zoeken naar“optimumniveaus” is nu volkomen achterhaald. Wij gaan er misschien nog lastmee krijgen!En dat heeft dus niets te maken met de “opwarming van de aarde”.LiteratuurARTS, THEO (1990) Bryologische excursie naar Pulderbos en Grobbendonk,Muscillanea 9, p. 27-34HEYLEN, OLIVIER (1995) Onderzoek naar de invloed van de neofyt Lophocoleasemiteres (Lehm.) Mitt. (Hepatophyta) op andere mossen in de Kempen,Licenciaatsthesis KU Leuven, 172 pp.HEYLEN, OLIVIER (1995bis) Beschrijving van optimummilieus voor Lophocoleasemiteres (Lehm.) Mitt, Muscillanea 15, p. 6-11SMITH, A.J.E. (1990) The Liverworts of Britain & Ireland, Cambridge UniversityPress, 362 pp.STIEPERAERE, HERMAN (1993) Lophocolea semiteres (Lehm.) Mitt. in deVlaamse Zandstreek, de Antwerpse Kempen en Nederlands Noord-Brabant, wie zoekt mee?, Muscillanea 12, p. 11-16STIEPERAERE, HERMAN (1994) Lophocolea semiteres (Lehm.) Mitt. in Belgiumand the Netherlands, Another Bryophyte Spreading on the EuropeanContinent, Lindbergia 19, p. 29-3610


Een nieuwe mossoort voor VlaanderenJuul Slembrouck, Drakenhoflaan 147, 2100 Deurne (Antwerpen)Er is een tijd geweest, dat het kwistig gebruik van vergift in het openbaar levengelijk stond met het verzekeren van de toekomst van ons volk. In die tijdhebben wij eens de mossengroei op de kerkhoven in het Antwerpse onderzocht(SLEMBROUCK & DE MEULDER 1989). Het St.-Fredeganduskerkhof te Deurne(Antwerpen) leverde slechts 14 soorten op. Het vergif was alom tegenwoordig.Maar dat wordt gelukkig stilaan anders.In 2009 verzocht ons Ludo PEETERS, de voorzitter van de Deurneseheemkundige kring “Turninum” de vaatplanten- (DE BEER, opname 2007 enSLEMBROUCK opname 2009 in één verslag samengebracht) en eenmosseninventaris van het kerkhof op te maken. Het kerkhof was inmiddels(deels) als landschap beschermd (K.B. 14.10.1976) en een beheerplan moestworden opgesteld. Het hele kerkhof had tevens het statuut “begraafpark”gekregen. In het beheerplan werd o.a. opgenomen dat mossen enkorstmossen, die op paden of tussen zerken of monumenten groeien, erkendworden als eigen aan het kerkhof en niet worden verwijderd of weggeschrobdof weggespoten.Nu er niet meer “gespoten” wordt, leverde de inventaris 37 soorten op 1 ,waaronder één, waarvoor wij met veel onzekerheid de naam Sciurohypnumplumosum voorstelden en Philippe DE ZUTTERE om bevestiging vroegen. Hijdacht Cirriphyllum tenuinerve 2 te herkennen, maar vroeg op zijn beurt toch nogom bevestiging aan ons beider vriend André SOTIAUX, die met de determinatievan Philippe akkoord ging … Zulke voorzichtigheid is in de bryologie nietongebruikelijk, vooral wanneer zoals in ons geval, de soort in de loop der tijdenal vijf verschillende namen had gekregen als gevolg van het toewijzen aan eenandere familie! Sindsdien is de soort van Cirriphyllum (Spitsmos) in de familieBrachythecium (Dikkopmos) (HILL et al. 2006) terechtgekomen en om héélzeker te zijn werd het staal naar Parijs gestuurd, waar dè Dikkopmosspecialistevan Europa, R. SKRZYPCZAK woont. En die bevestigde de naam:Brachythecium tommasinii (Sendtn. ex Boulay) Ignatov & HuttunenDe soort is een “blijver”, vrij zeldzaam in de Maasstreek, zeldzaam in hetArdeens district met de Nederlandse naam “Kalkspitsmos” (SIEBEL & DURING2006). Voor alle andere districten van België en Nederland, dus ook voorVlaanderen is zij helemaal “nieuw”. De soort komt niet voor in de laatstverschenen “bryophyte checklist” van ons land (SOTIAUX et al. 2007) –daarvoor kwam onze vondst te laat…Voorkomen op de groeiplaats: op en rond een oude arduinen (= kalksteen!)grafzerk (1924), verspreid over een oppervlakte van ca. ½ m² (20 %bedekking), in gezelschap van Gewoon dikkopmos (bedekking 60 %), Bleek1 Een verslag (12 pagina’s), een inventaris en een omstandige bespreking, zowel van biotopen als vansoorten , (“leesbaar” voor mensen, die nooit met het verschijnsel “mos” te doen hadden) werd terbeschikking van het beheer gesteld. 13 soorten van pionierbiotopen, 8 soorten van graslanden en 16soorten van schors- en steenbiotopen werden opgetekend .2 De vroegere naam van de nu hetende Brachythecium tommasinii.11


dikkopmos (bedekking 5 %), Fijn laddermos (bedekking ± 3%), Gewoonmuisjesmos, Gedraaid knikmos en Purpersteeltje (samen minder dan 1 %bedekking).Hoe ziet die soort er “in de hand “ uit ?Gelijkend op Bleek dikkopmos, tenzij een ietsje groener, dus minder bleek.Voor de “kenner” zijn de stam (en takjes) nogal smal vergeleken met Bleekdikkopmos. Maar ook met ‘mollig’ rond de stengel aanliggende bladeren, diede plantjes het uitzicht van een dun koordje geven. En zo begon het … Menzou eigenlijk goed kunnen zeggen: poging tot dubbelgangertje spelen.De “officiële” publicatie gebeurde in het tijdschrift voor bryologen “Nowelliabryologica” n° 37 (SLEMBROUCK & DE ZUTTERE.2009), met reproductie van oudemicroscopische tekeningen (HUSNOT [1884-1880, herdruk ASHON 1967],NYHOLM [1965] en B[RUCH], S[CHIMPER] & G[ÜMBEL] [1854] ) enverspreidingskaartje . Herbariummateriaal (Herbariumnummer SLEMBROUCK09/6334, IFBL C4.27.23, 7.3.09) : origineel in het archief van “Turninum”,duplum DE ZUTTERE, triplum SOTIAUX, quadruplum SLEMBROUCK.LiteratuurHILL, M.O., N. BELL, M.A. BRUGGEMAN-NANNENGA, M. BRUGUES, M.J. CANO, J.ENROTH, K.I. FLATBERG, J.P. FRAHM, M.T. GALLEGO, R. GARILLETI, J. GUERRA, L.HEDENÄS, D.T. HOLYOAK, J. HYVÖNEN, M.S. IGNATOV, F. LARA, V.MAZIMPAKA, J.MUNOZ EN L. SÖDERSTRÖM (2006) - An Annotated Checklist of the Mosses ofEurope and Macaronesia, Journal of Bryology (2006) 28, p.198-267SIEBEL, H. & H. DURING , m.m.v. H. STIEPERAERE & A. SOTIAUX (2006) –Beknopte Mosflora van Nederland en België, KNNV, 559 pp. ill.SLEMBROUCK, J. & H. DE MEULDER (1989) - Mossengroei op kerkhoven in hetAntwerpse, Muscillanea 8, V(laamse) W(erkgroep) B(ryologie), p. 22-28.SLEMBROUCK, J. & PH. DE ZUTTERE (2009) - Brachythecium tommasinii(Sendtn. ex Boulay) Ignatov & Huttunen présent en Flandre à Deurne-Antwerpen, au cimetière Sint-Fredegandus, nouveau pour le nord dupays, Nowellia bryologica n° 37, ill., p. 41-51SOTIAUX, A., H. STIEPERAERE & A. VANDERPOORTEN (2007) - Bryophyte andEuropean Red List of the Brussels-Capital Region, Flanders andWallonia (Belgium), Belgian Journal of Botany 140 (2) p.174-19612


NieuwsbriefPLANTENNWB13


Plantenwerkgroepen <strong>Natuurpunt</strong>In het Vlaamse land zijn tientallenplantenwerkgroepen actief binnen<strong>Natuurpunt</strong>. Zij organiseren i.s.m. denatuurvereniging talloze excursies. Demeeste excursies staan open voorbeginners, er wordt dan explicietaandacht besteed aan educatie.Veel werkgroepen doen aaninventarisatie op kilometerschaal (viahet ‘IFBL-raster’) in het kader vanatlasprojecten. Een reeks werkgroepenspitst zich evenwel toe op de studie eninventarisatie van natuurgebieden.Tijdens een aantal activiteiten van dewerkgroep Floristisch Onderzoek voorNatuurbehoud wordt zelfs zeernadrukkelijk aan vegetatiekundegedaan (vegetatie-opnamen). Je krijgtals vrijwilliger de kans om hieraanactief deel te nemen en bij te leren.Floristisch Onderzoek voorNatuurbehoudFONVoorzitter:Erik MolenaarFerdinand Coosemansstraat 242600 Berchemtel. 03/218.59.69e-mail:erik.molenaar@skynet.befon-o-foon 0474/35.53.69FON-Website:http://users.skynet.be/fon/Website (algemeen):http://www.natuurpunt.be(Fauna & Flora)Informatie inventarisatie & monitoring:Roosmarijn Steeman<strong>Natuurpunt</strong> StudieCoördinatorPlanten, mossen, lichenen, fungiCoxiestraat 112800 Mechelentel. 015/29.72.22fax. 015/42.49.21 (tav. Studie)e-mail:Roosmarijn.Steeman@natuurpunt.beNationale Werkgroep BotanieNWBVoorzitter:André Van den BerghVitsgaard 91745 Opwijktel. 052/35.05.18GSM 0472/68.83.35e-mail:andre.vandenbergh@pi.beOok jij kan iets bijdragen aan deNieuwsbrief Planten!14


Plantenwerkgroep Oost-Brabant in de persZeldzame planten opgemerkt in vijver SchalbroekHet Belang van Limburg, dinsdag 24 augustus <strong>2010</strong>In opdracht van <strong>Natuurpunt</strong> zijn in 2005 grote werken uitgevoerd in het natuurgebiedrond De Kleen Meulen. De visvijvers werden in hun oude glorie hersteld. Ondertussenis de zeldzame roerdomp hier al gespot. "In 2006 werd het gebied geïnventariseerddoor Pieter Hendrickx en de leden van de plantenwerkgroep van Diest", vertelt GuidoHuygens, conservator van het natuurgebied. "Woensdag zakten ze opnieuw af naar devijvers. Bedoeling was de pioniersplanten op de drooggevallen slibbodems tedetermineren. Ze ontdekten onder meer glaskroos, een plantje dat maximum 2 mmboven het slib uitsteekt. Ook Zeebies (of Heen), wat je normaal aan zee en in hetScheldegebied zou verwachten, was daar te vinden. We vermoeden dat het via vogelshier is terechtgekomen. Verder werd ook Waterpostelein, Ruwe bies enNaaldwaterbies opgemerkt.FON op excursieOnderzoek in St-Job (Ukkel): Kauwberg en AvijlErik Molenaar15 meiVoorafSt. Job is een wijk van Ukkel, één van de 19 gemeenten van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest. Het gaat door als een vrij groene gemeente. In ons hoke4-45-24 liggen enkele groene zones, voor de rest is het urbaan district er heeren meester. De hoogtepunten, ook in botanisch opzicht, zijn het plateau vanAvijl en dat van Kauwberg, de laatste ligt nog steeds onder vuur van debouwpromotoren. Het wordt een warme dag en de hellingen die we de dag open af lopen zijn niet mals. Door een aantal wegonderbrekingen, het onbediendzijn van de halteplaats van de trein en een lokale kermis is het niet makkelijkgeweest om elkaar te treffen, noch om er weer vandaan te raken.Het is hier tweetalig, dus we konden er ons desnoods met de Nederlandsestreeplijst behelpen. Na een poos blijken er geen Brusselse natuurgidsen ofbotanisten, of 'Vrienden van de Kauwberg' op te dagen en tellen we onder deaanwezigen Nico Wysmantel (lijst), Daniël De Wit, Erik Molenaar (nota's, foto's)en Pierre Van Vooren.BesprekingSint-Jobsplein en kerkWe vermelden alvast Hoge fijnstraal. Rond de kerk noteren we Muurvaren,Schaduwgras, Kruipertje en Geel nagelkruid.Halteplaats St.-JobOp het emplacement, de perrons en de spoorballast heeft zich Kleinrobertskruid gevestigd, dat fraai in bloei staat. Op de flanken van despoorinsnijding heeft zich een ruderaal essen-iepenbos ontwikkeld, waarin zichsoorten als Kardinaalsmuts, Boskortsteel, Kerspruim, Dolle kervel, Bosrank enZomereik hebben genesteld. Ook Gewone veldsla en Muursla is er ruimaanwezig. In de groenvoorzieningen rondom treffen we een boeket vanakkerkruiden, allen in het begin van hun ontwikkeling. In sommige15


oomspiegels groeit Akkerkers weelderig. Verder langs het spoor staat ookveel Reuzenberenklauw en op een tunnel een populatie Tongvaren.MuurfloraDe wijk op de heuvels is residentieel en in de laagte eerder volks. Bovenaanvinden we op de muren vooral tuinsoorten die er verwilderen. Ierse klimop,Chinese kamperfoelie, Spinnenwebhuislook, Kamchatka-vetkruid, Zachtevrouwenmantel, Prikneus enz. De holle wegen zijn grotendeels met stenenbekleed. Tussen de villa's vinden we ook een Vossenhol, en aan deomwoelingen er rond te zien zijn de jongen al aardig actief. Op de muren en opde stoepen groeien ook bosplanten, zoals Bergbasterdwederik,Heggenduizendknoop en Muursla.KauwbergBeneden aan de restanten van de berg liggen splinternieuwe sociale woningen,villa's, volkstuinen en ruigten. Iets hogerop zien we enkele schrale,overbetreden paardenweiden, waar we niet in gaan. Met de verrekijkerherkennen we wel Gelderse roos, aan de rand van Sleedoorn- enMeidoornstruwelen. Er staat een fraaie solitaire Zomereik en een Schietwilg.Langs de toegangsweg bloeit volop Gewone ereprijs. Op de lemige heuvelheeft zich een Essen-Iepenbos gehandhaafd met Kruisbes, Rode kormoelje enDauwbraam. We ontmoeten er een hele reeks van bosplanten die we nog nietgestreept hebben, zoals Bosgierstgras, Bosanemoon, Rode bes,… Er staat ookHeelkruid, en als we tellen komen we toch aan een 10-tal soorten langs hetpad. Verderop in het bos staan er nog meer. Hoe hoger we stijgen hoe schralerhet wordt. Er groeit Dalkruid, Gladde witbol, Lelietje-der-dalen, Valse salie enGrote muur. Op de top kijken we neer in een verlaten zavelontginning, geheelgeërodeerd door sport en spel, aangerijkt door ontelbare hondendrollen. Op desteilkanten van de uitgesleten paden treffen we resten aan van schraalland metEchte guldenroede, Brem, Veelbloemige veldbies, Klein vogelpootjeSchapengras, Schapenzuring en Struikhei. De historische vindplaats vanBochtige smele kunnen we niet vinden. In de groeve zelf lijkt het wat vochtigermet Drienerfmuur, Gevlekte aronskelk, Gewoon reukgras en Tijmereprijs. Erwoekeren weer volop soorten als Armeense braam, Tuin-gele dovenetel, Wittekornoelje en Late guldenroede. We volgen hierna de straat op de voet van deheuvel. In de tuinen en langs greppels vinden we aan kwel gebonden taxazoals Reuzenpaardenstaart, Hangende zegge, Moeraszegge en Beekpunge.We zamelen ook een ons onbekende Kardinaalsmuts in, met smalle hulstigeblaadjes. Mogelijk een populatie zaailingen, maar eerder ontstaan uitwortelende takken. In een voortuin staat ook een eenzame Grote keverorchis inbloei.Plateau van AvijlTot slot steken we de volgende heuvel over, waarop paarden grazen in een weivol Gewoon reukgras, Veldlathyrus en Knolboterbloem. Hier zijn ook nog 'wilde'volkstuinen, waaruit weggeworpen snoeisel o.a. Aardpeer, Slaapbol en Valsewingerd opslaat.BesluitWe zien vandaag 260 soorten, waarvan Vijfdelig kaasjeskruid, Heelkruid enRode spoorbloem als zeldzaam vermeld zijn. Muizenoor, Knolboterbloem en16


Struikhei staan op de Rode Lijst als Achteruitgaand. Dit was voorlopig hetlaatste onderzoek op de taalgrens.In de Vagevuurbossen te Wingene29 meiVoorafOpnieuw bezoeken wij het Houtland in West-Vlaanderen voor een exploratievan de flora op de Vlaamse zandgronden met onze gids Pierre Vanvooren. HetVagevuurbos (Wingene, Beernem) is een 200ha groot complex vannaaldhoutpercelen omgeven door mooie dreven van Zomereik en Beuk. Bij hetomvormingsbeheer van naald- naar loofhout werden een aantal stukken opengemaakt en opnieuw verbost of begraasd met het moeflonachtig 'Soayschaap'.We doorkruisen het bos en maken een streeplijst van c2-53-43. Er zijn enkelelosse nota's van aan de kerk van Wildenburg in d2-13-12. Vandaag nemenacht floristen deel aan de tocht: Pierre Van Vooren, Nico Wysmantel (lijst), ErikMolenaar (foto's, nota's), Daniël De Wit, Mia Barbieur, Marc Detollenaere, VevaVan Vooren en Miel Wagemans. Een onverwachte overvloed aanplantensoorten is er ons deel, evenals een verfrissende douche methemelwater vanaf halfvier.BesprekingDreven en bospadenAl voor we het eigenlijke domeinbos bereiken treffen we schraallandsoortenaan in de bermen van de centrale dreef, met Biezenknoppen, Brem,Mannetjesvaren en Gewoon reukgras. Op een plekje waar we een concentratievan Dubbelloof op de grachtkant zien, groeit een grootbloemige variant vanTormentil (Potentilla x suberecta) vergezeld van Blauwe knoop, Struikhei enSchermhavikskruid. In andere dreven staat een werkelijke overvloed aanHengel (soms zelf een 100m lange aaneengesloten populatie langs beidewegzijden). In de buurt van villa's duiken de gebruikelijk tuinvlieders op, zoalsMansbloed, Tuinakelei, Italiaanse aronskelk, Spaanse hyacint enVingerhoedskruid. Het duurde tot de regen viel voor wij het blauwegroenegrasje herkenden op de schrale paden. Meer dan verwacht staat hierTandjesgras, terwijl Borstelgras pas herkend is door zijn uitbundige bloei volwapperende sneeuwwitte meeldraadjes. Fijn schapengras onderging het zelfdelot; de inschatting op de overzichtslijst is dan ook vaag, maar waarschijnlijkonderschat. Boommarter - vaste klant in deze bossen - werd tijdens deplantenexcursie niet gezien...PlagplaatsenHeideherstel is in een sterk bemeste streek geen sinecure. Op veel openplaatsen domineert al snel Gewone braam. Op recente plagplaatsen zien weo.a. Pilzegge, Hazenzegge, Knolrus en Geelgroene zegge, Schapenzuring,Biezenknoppen en Straatgras. De plekken verbossen echter snel met Ruweberk, Esp, Amerikaans krentenboompje, Amerikaanse vogelkers, Gewonelijsterbes en Amerikaanse eik. Hoewel het hier doorgaat voor een vrij natbiotoop, is de grond uitgedroogd en liggen de greppeltjes met Veenmos erdroog bij. Van de begrazende dieren zien we slechts Soayschaapjes, die zelfsmet hooi bijgevoerd werden, terwijl de heide volstaat met Pijpenstrootje. Wel17


vallen dichte matten met Groot laddermos op. Levendbarende hagedis zit heren der te zonnen, maar het blijft een frisse dag voor deze fraaie schuwe dieren.BosDe plantages met coniferen hebben naar Vlaams model een ondergroei vanBrede stekelvaren, Braam en Amerikaanse vogelkers. De gebruikelijkeconiferen hebben hier bijna allen hun zaailingen achtergelaten: Douglasspar,Fijnspar, Corsicaanse den, Europese lork en Grove den. Bovendien vallen depurperen cultivar van Gewone esdoorn en Beuk erg op onder de juvenieleboompjes. Nitrifiëring lijkt de streekvreemde soorten een voorsprong te geven.We zien regelmatig Zoete kers, Framboos, Bosaardbei, Geel nagelkruid, Dollekervel en ook enkele exemplaren van Muursla verschijnen. In het spoor vanpaardentoerisme en hondenliefde staan Fluitenkruid, Hondsdraf en Grotebrandnetel. Rankende helmbloem en Bleeksporig bosviooltje is zeldzaamaanwezig. Er zijn ook plekken die overwoekerd zijn met Bonte gele dovenetel.Oosterse karmozijnbes werd maar op enkele plaatsen ontdekt.Waterpartijen en coDe meeste waterloopjes zijn ijzerhoudend en vrij diep uitgegraven, met eenlage waterstand. Op de oevers is veel kwel te zien. Knolrus en veenmossenzijn op de schonere plekken volop aanwezig. We ontmoeten één plek metDuizendknoopfonteinkruid. Op de droogvallende oevers komt Gevleugeldsterrenkroos in bloei. In kwellende zones staat ook Veldrus, vergezeld vanBiezenknoppen, Kantig hertshooi en Waternavel. In meer voedselrijkeomstandigheden - helaas ook erg talrijk te vinden hier - groeit Gekniktevossenstaart, Getand vlotgras, Blaartrekkende boterbloem, Grote waterweegbree,Mannagras en Rietgras. Open water is grotendeels overgroeid metRiet. De gagelstruwelen zijn het vitaalste met veenmos aan hun voeten. Er isook een populatie naast een akker, maar de struiken zijn grotendeelsafgestorven of kwijnend. Op vochtige bospaden treffen we nog soorten aan alsMoerasmuur, Tijmereprijs en Kruipganzerik.WildenburgVoor de middagpauze moeten we even naar Wildenburg. Als we in dewegberm gaan kijken, vinden we nog een aantal fraaie soorten, zoalsSpinaziezuring, Roomse kervel en in een greppel Grote waterranonkel.BesluitOp de Rode Lijst staan 10 soorten die we vandaag vonden, allen vermeld alsachteruitgaand. Dat zijn Struikhei, Tandjesgras, Gewone dophei, Muizenoor,Hengel, Wilde gagel, Borstelgras, Tormentil en Blauwe knoop.Meerbeek: Plantsoenbos en Molenbeekvallei12 juniVoorafHet hok dat we vandaag gaan onderzoeken is ons bekend van 20 juni 1998.We houden dus opnieuw de vinger aan de pols. Ten noorden van de kerk vanMeerbeek daalt de vallei naar de Molenbeek, die door het natuurgebied RotteGaten loopt. Daar liggen een aantal graslanden, bossen en moerasbossen.Landelijke wegen en de Leuvensesteenweg lopen door het hok. De18


verschillende biotopen staan garant voor een dag vol afwisseling. Ook in debermen wordt heel wat bijzonders aangetroffen. Recente natuurwerken enreservaatuitbreiding moeten de natuurwaarden verhogen, we zijn benieuwd.We blijven de hele dag in e5-11-42, maar er werden ook enkele lossegegevens van e5-11-44 (Dorpscentrum) opgenomen. Deelnemers zijn vandaagNico Wysmantel (lijst), Miel Wagemans, Daniël De Wit, Erik Molenaar (nota's,foto's), Pierre Van Vooren, Geert Andries, Nicole Gellens, Paul Nuyts en KristaDe Greef.BesprekingEen van de opmerkelijke bodemfeiten is dat er kalkrijke kwel uit de hellingen enhet moeras treedt. Bovenaan de vallei is de bodem schraler. Over dewaterkwaliteit valt niet veel te zeggen, wetende dat er nog steeds vuil waterdoor de Molenbeek vloeit. In het uiterste noorden van het hok ligt deKouterstraat die naar het station van Erps-Kwerps loopt. Dit deel is nietbezocht. We bleven ten zuiden van de Leuvensesteenweg.Bos, bospaden en drevenVanuit het dorp komen we via enkele weiden in het bos. Opvallende soorten inde kruidlaag zijn Eenbes, Bosanemoon, Hondstarwegras en Boswederik. In hetlagere deel werden populieren verwijderd. De overgebleven bomen staan volMaretakken. Naast Zomereik, Gewone es en Schietwilg neemt Zwarte els eenbelangrijke plaats in. Op open moerassige stukken domineert Oever-zegge. Inhet eigenlijke moerasbos staat Dotterbloem, vergezeld van Ijle zegge,Beekpunge en Knopig moerasscherm. Op enkele plaatsen komt ook Kleinewatereppe voor, goed onderscheidbaar van deze laatste door de scherpgetande bladrand en het 'litteken' dat gevormd wordt door een niet ontwikkeldonderste bladpaar. Dieper in het moerasbos staat het gewoon vol metMoerasstreepzaad. Een waar unicum is de vondst van een pol Tongvaren,gewoon op een omgevallen Schietwilg, vlak boven de waterlijn. In het quasiondoordringbare gebied gaan we op zoek naar de Grote boterbloem, die wehier vanouds weten staan. Na een hele omzwerving ontdekken we slechts éénexemplaar, en wel op dezelfde plek als 12 jaar geleden. Als we nagaan wat ervan die honderd stuks van '98 is overgebleven, is dat maar een zure zaak.Hopelijk staat ze elders in het complex nog talrijk. Ook in de namiddag - in dedreefjes en houtkanten aan de oostzijde - worden er nog soorten opgetekend,zoals Kardinaalsmuts, Kruisbes, Bermooievaarsbek, en dichter bij de bewoningsoorten als Akelei. Alleen al dit biotoop levert bijna 160 soorten.Graslanden en bermenNa het weiland is het hooiland nabij de Rotte Gaten aan de beurt. (We zijn nognet op tijd, want in het perceel ernaast is een landbouwer al aan het hooien.)Het perceel ligt in een glooiing en is duidelijk gezoneerd. Bovenaan domineertMargriet, met Jacobskruiskruid, Wilde peen, Groot streepzaad, Goudhaver,Rood zwenkgras, Veldzuring en Knoopkruid in haar gezelschap. Lager staathet vol Bosorchis, prima in bloei, met Beemdlangbloem, Gewoon reukgras,Knolsteenbreek en Herfsttijloos. Dan gaat het over in een rietland, metTweerijige zegge, Heelblaadjes en Grote kattenstaart. Er zijn buiten hetreservaat nog interessante graslandjes, o.m. langs de Leuvensesteenweg,waar we Kleine bevernel aantreffen, en op een greppelrand Gewonebermzegge. Op andere schrale plaatsen vinden we zelfs nog Bevertjes, samenmet Biezenknoppen, Platte rus en Wilde marjolein.19


Open water, beken, vijvers, oeverplantenNatuurlijk valt deze rubriek wat samen met het moerasbos, maar de echtelichtminnende soorten zijn niet erg talrijk. In de Molenbeek staat Stomphoekigsterrenkroos en in de vijver van de Rotte Gaten is een populatie Gekroesdfonteinkruid en Veenwortel aanwezig. Het voorkomen van Hoge cyperzegge opstrandjes en oevers wijst alvast op sterk aangerijkt water.Ruderale plaatsen, akkers, muurfloraOnder dit hoofdstukje vallen 170 waarnemingen, waarvan er toch een aantalecht speciaal zijn. Zo vinden we op een bruggetje over een beekje een forseniet bloeiende composiet die een raadsel is gebleven, wel in het gezelschapvan Vlas. Iets verder staat Kleine honingklaver, met zijn piepkleine bloempjes,reeds grotendeels in zaad. Naast tal van neofyten in de urbane sfeer vinden weHaagbeuk, gekiemd op een stenen richeltje. Ook Akkerereprijs komt regelmatigvoor, soms zelfs met volblauwe bloempjes, zodat we blijven denken aan eenDoffe of Gladde ereprijs. Langs de grote baan is de speurtocht naarpekelsoorten een flop, maar we treffen er ter compensatie een aantalverwilderde landbouwgewassen aan, zoals Tweerijige gerst, Koolzaad enRaapzaad. De muurflora is maar bedroevend. We het moeten stellen metUitstaande vetmuur, Muurleeuwenbekje en Muurvaren. De eerste C4-grassenkomen uit; zo staat Groene naaldaar al in bloei. De akkerflora is dan weerfraaier. Zo staat er in het koren nog heel wat Oot, Akkerviooltje, Grote klaproosen zelfs een beetje Korenbloem: een lust voor het oog. Bij enkele huizen inaanbouw is allerlei akkerkruid te vinden op grondbergen, benevens een aantalexotische zaken zoals Pepermunt, Slaapbol, Prachtklokje, Hanenpoot enPrikneus. Voorts Gele ganzenbloem, Zwarte nachtschade en Knopherik. Opstenige bermpjes en opritten kiemt volop Postelein: de zomer is eindelijk inaantocht.DorpscentrumVan uit het raam van het café waar we 's middags middagmalen is een overwoekerendemassa Ierse klimop ons zicht. De meeste zaken hebben we algezien in ons hok, maar Straatliefdegras staat hier, en niet zoals verwacht aande grote baan.Moerasstreepzaad in bloeiKleine honingklaver in vruchtBesluitVan de 325 soorten staan er een aantal op de Rode Lijst. Als achteruitgaandworden Korenbloem, Groot streepzaad, Beemdkamgras en Goudhaververmeld. Bevertjes is kwetsbaar, Grote boterbloem zeldzaam en van Bosorchis20


is de status onvoldoende gekend, door aanvankelijke notatie als (complex)Gevlekte orchis. Een groot deel van het hok ligt in Habitat-richtlijngebied. Demaatregelen die hier zijn genomen hebben een grote invloed op desoortenrijkdom tot doel. Maar als de waterkwaliteit en de woonuitbreidingonevenredig evolueren kan de vindplaats van o.a. Grote boterbloem verlorengaan. We hebben heel wat meer gevonden dan de vorige keer, voornamelijkomdat de graslanden toen al gemaaid waren en de lente op tijd begonnen was,maar een aantal soorten hebben we niet gezien. We geven Katwilg, Fraai enGewoon duizendguldenkruid, Liggend hertshooi, Bittere veldkers, Waterviolieren Moerasbeemdgras als voorbeeld. Op onze website vind je een bondigverslag van 1998.Floristisch onderzoek in Ruiselede: De Visserij en omgeving3 juliVoorafVandaag nemen we het West-Vlaamse Houtland opnieuw onder de floristischeloep, geleid door Pierre Van Vooren, die een ware thuismatch speelt. Onskilometerhok d2-14-23 omvat, naast velden en de dorpskern van Kruiskerke,bosgebied en een aantal waterpartijen. In de noordkant van het hok ligt eenlandduin dat zuidwaarts glooit, met hierin de Wantebeekvallei. Ten zuiden vande Kruisbergstraat gaat het dan nog 10 meter lager, met hierin de VorteBossen, waarvan wij het minst natte, noordelijk deel bezoeken. Bosgebied “DeVisserij” is gelegen tussen de Kruisebergen en het Achterste Veld, ten noordenvan de Kruisbergstraat, tegen de grens met het Oost-Vlaamse Aalter.Heideontginning heeft in 'De Visserij' een groot naaldbos doen ontstaan, methierin een aantal witzandontginningen. Het gebied wordt door de Gemeentebeheerd en is geflankeerd door enkele schrale graslanden die helaas zijnbeplant (Geboortebos, Vredesbos). Natuurgebied De Vorte Bossen wordtbeheerd door <strong>Natuurpunt</strong>. Door de vakantie zijn we maar met weinig. Naastonze gids nemen deel: Erik Molenaar (foto's, nota's), Marc Detollenaere, DannyMinnebo (streeplijst) en Christine Troch.BesprekingAkkers, graslanden, landelijke wegenWe starten de excursie midden in het hok. Eerst bekijken we een raaigraslandwaar een bijenonderzoek is opgestart door de Universiteit van Gent. Deakkerrand is ingezaaid met een hele reeks exoten, die de wilde bijen vanvoedsel moeten voorzien en waarna men de larven kan tellen en determineren.Phacelia is erg toonaangevend, maar er bloeit ook Dille en rariteiten alsKranskaasjeskruid. De lijst is raadpleegbaar in een paneel terplekke. Uiteraardhebben wij deze zaken niet op de streeplijst gezet. Naast de gebruikelijkakkeronkruiden staat er ook Waterpostelein in een natte hoek. In deprikkeldraadflora treffen wij een relict van een ooit grote populatie Karwijselie.Blauwe knoop wordt verwacht, maar is niet gevonden. De hele berm is pas opde schop gegaan voor nutswerken, zodat we alleen aan de boomvoeten indeze dreef de schraallandflora aantreffen. Het gaat om Vogelpootje, Vroegehaver, Struikhei, Schermhavikskruid, Kruipganzerik, Pilzegge, Dubbelloof enFijn schapengras. Over grote delen zijn de bermen langs de grotere landwegengetroffen door herbiciden. De kleinere paadjes die ons in het bos toeganggeven herbergen de meeste graslandsoorten. Zo vinden we hier nog21


Biezenknoppen. Op de schrale greppelranden groeit plaatselijk alleen eenmospakket, waarin diverse haarmossen fraai staan te kapselen. Op een ruigeregreppelrand vinden we Bitter barbarakruid in knop, goed herkenbaar aan degewimperde oortjes van de bovenste blaadjes. Er rare vondst is deaanwezigheid van 2 exemplaren Grote ratelaar aan een composthoop. Hetblijkt nadien dat het om afgevoerd maaisel van de Gulke Putten gaat, waar desoort ook al per ongeluk is ingevoerd met zwaar maaimaterieel. Hier vinden weheel wat ruderalen en akkersoorten bijeen. Kleine majer is al goed herkenbaar.Als we 's namiddags door het dorp gaan vinden we nog enkele schrale gazons,waarin kussentjes met Gewone veldbies staan, en ook een plek met Oranjehavikskruid.Bos, kapvlakten en struweelWe doorzoeken eerst het noordelijke bos, gekend als De Visserij. Overwegenddroog bos, met veel oud naaldhout, wisselt af met vochtige stukken en enkelewaterpartijen en greppels. In een beukenplantage ontdekken we zowaar enkelejonge planten Blauwe bosbes. In de natte delen met kwel getuigt jongeKoningsvaren van een zeker herstel van de boskwaliteit. Sporkehout, Geoordewilg, Zomereik en Zachte berk zijn toonaangevend. Op de drogere delen staatook Veelbloemige veldbies, waaronder de ondersoort congesta, massa'sPilzegge en een fraai aandeel Sterzegge. Na de middag bezoeken we hetnoordwestelijke stuk, waar we een verbraamde kapvlakte bekijken met eenbeperkt aandeel Bochtige smele, Boskruiskruid en Brem. De bodem is lokaalbedekt met het mos Grijs kronkelsteeltje. Op de meeste plaatsen is na dekapping het kruinhout en het strooisel blijven liggen en komt er van enignatuurlijk herstel niets in huis. Daarna zijn we in de Vorte Bossen, waar ookaan omvormingsbeheer wordt gedaan. Daar zijn sommige percelen bevrijd vanAmerikaanse eik. Helaas is er op een bosbouwkundige manier heraangeplant.Er staat ook een massa Gewone esdoorn. De hemelsluizen gaan open als wein de zuidrand van het hok een nat stuk bos bereiken, met hierin Eenbes, Geledovenetel, IJle zegge, Sleedoorn, Wilde kardinaalsmuts, Dolle kervel en Slankesleutelbloem. Langs de Bruwaanstraat, met Bosgierstgras en Reuzenzwenkgrasin de bosrand, keren we door het gehucht Kruiskerke via De Visserijnaar ons vertrekpunt. Daar vinden we in het bos nog enkele zaken die er'nieuw' zijn voor de lokale floristen, zoals Bergbasterdwederik. Japansebamboe en Italiaanse aronskelk zijn natuurlijk met tuinafval meegekomen.Waterpartijen, Wantebeek, greppels en plassenOp een stockageplaats van een boomkwekerij, dicht bij de Wantebeek, staatnaast de Ratelaar een vlek met Klimopwaterranonkel. Deze zeldzame soortstaat hier in de buurt overal tussen plantages en enkele greppels. Deze wordtvergezeld van Slanke waterkers, Klein bronkruid en Akkerkers. In De Visserijligt een grote vijver, waarin het spierwit zand goed is te zien. Op de kanten zijnmatjes met Vlottende bies aanwezig en de planten staan in bloei.Duizendknoopfonteinkruid bloeit er eveneens. In de oeverzone, met plukjesVeenmos en Knolrus, krioelt het van de kikkervisjes. We zoeken nog een poosnaar Moerashertshooi, maar de planten zijn niet meer te vinden. Er liggen nogenkele waterpartijtjes en na enig zoeken vinden we een afleidingsgreppel meteen grote populatie Wateraardbei, vergezeld van Gele lis, Kikkerbeet en Kleinkroos. Daar vlakbij ligt ook een kikkerpoel, ooit gegraven door de Gemeente.De oevers zijn volledig verruigd met Grote egelskop, Riet en Grote kattenstaart.22


Er ligt een grote plant Waterlelie in, en dat doet ons eveneens fronsen bij hetvinden van Kikkerbeet en Parelvederkruid.Urbaan districtIn Kruiskerke houdt men niet van het urbane district: alles is tot de laatstecentimeter besproeid met vergif of geharkt. Op de voetpaden staat geen enkeleplant, zelfs geen vetmuurt of een zilvermos. Oude muurtjes zijn we niettegengekomen. We vermelden slechts enkele marginaliteiten. Zomerlinde isgekiemd in een lang niet meer gemaaide berm, en staat 1m hoog boven hetFluitenkruid. Tussen steenslag vinden we een rozet Spinazie. Ergens anderseen enkele Phacelia in bloei. Eén exemplaar Bloedgierst onder een heg enUitstaande vetmuur talrijk in de blote rand van een gazon.BesluitMet 271 taxa, en heel wat gewoons niet gezien, kan je toch van een goedgevarieerd hok spreken. Op de Rode Lijst staan vier soorten die vandaagwerden gezien: Tormentil en Struikhei zijn achteruitgaand, Kikkerbeet iskwetsbaar en Klimopwaterranonkel is zeldzaam. Als je dat met de excursie inWingene vergelijkt, dan zie je dat het toch maar toeval is dat we geenTandjesgras, Gewone dophei, Muizenoor, Hengel, Wilde gagel, Borstelgras, enBlauwe knoop hebben ontdekt. Met enkele floristen meer op het appel haddendie wellicht ook in deze lijst gestaan.Beernem, De Gevaerts en de Vallei van de Zuidleie10 juliVoorafBinnen het IFBL-hok c2-43-41 bevinden we ons in de vallei van de Zuidleie,waar thans een kanaal Brugge met Gent verbindt. Op deze plaats doorsnijdthet kanaal een hoogtekam, een landduin met gaspeldoornstruwelen en schralegraslanden. Op de noordzijde situeert zich het natuurgebied Gevaerts-Noord.Aan de zuidzijde ligt bewoning, wegen en een voormalig fort, dat stilaanverbost en een soort industriële bestemming heeft gekregen. Langs het kanaalis in het groen een wandelpad en een fietspad voorzien. Voor de florist eenuitdagend hok vol afwisseling. De moordende hitte weerhoudt ons er niet vandeze km² grotendeels af te speuren. Het stukje spoorweg is echter nietbezocht. Daar we langs het kanaal even oostelijk buiten ons hok zijn en erandere zaken zien dan op de lijst, vermelden we deze zaken uit c2-43-42 ineen aparte rubriek. Deelnemers zijn Pierre Van Vooren (Gids, streeplijst),Danny Minnebo (streeplijst), Christine Troch, Daniël De Wit en Erik Molenaar(verslag, foto’s).BesprekingWegbermen, struwelen en akkerrandenWe starten de inventaris in de oostkant van het hok, langs een wegberm dieparallel langs het kanaal loopt. Het eerste dat opvalt zijn de reuzenscheutenvan Armeense braam (thans Dijkviltbraam) en de intussen veel zeldzamereroep van Zomertortel. In de schrale en enigszins zure bermen duiken alspoedig soorten op die we op neutrale en licht basische bodem verwachten. Zostaat in zomen soms Gewone agrimonie, Heggendoornzaad, Iep, Sleedoorn en23


Zoete kers en in grasland Kleine leeuwentand, Vijfvingerkruid, Asperge enZandmuur. Al spoedig zien we Kleine ratelaar in bloei. Buiten maïsveldenhebben we geen akkers gezien; de nieuwe generatie herbiciden is bijzonderstraf. Alleen in de randen staat soms een beetje Bloedgierst, soms overvloedig.Aan het reservaat De Gevaerts-Noord is de greppel naast het veld vollediggedood, met uitzondering van Echte kamille en Heermoes. De doornstruwelenlangs het kanaal zijn eveneens geraakt door sproeistoffen die over het veld zijnafgedreven. In een heg met Sleedoorn hangen Hongerpruimen, een olijfgal diedoor de schimmel Taphrina pruni ontstaat. In de houtkanten langs het fietspadstaan enkele jonge cotoneasters (Cotoeaster dielsianus), die we inzamelen. Erligt hier een heel fraai graslandje, waar het wemelt van de vlinders ensprinkhanen. Kleine ratelaar staat er nog in bloei. Boven op een knotwilg groeiteen flinke Hulst. Het fenomeen is weinig gezien. Op deze korte weg hebben wetoch al 150 soorten genoteerd.FortDoor een houtkant heen zien we het fort, waar we de bedrijvige eigenaarvragen of we eens rond mogen zien. De man wijst ons zelfs een aantalvijvertjes. De verlaten site is stilaan aan het verbossen. Op enkele grondhopenvinden we heel wat akkersoorten, waaronder heel wat Zwarte mosterd in bloei.Er ligt ook een klein stukje heide met veel Akkerhoornbloem en Zandzegge.Veel van de vegetatie is al verdord in de aanhoudende hitte. Onder Brem staathier Grote bremraap, met een drietal grote groeiplaatsen. In een gemaaidgraslandje staat Potentilla x suberecta. In de verdroogde bloem zit alleen looszaad. Kruipganzerik zelf kunnen we niet vinden. Hier bloeit nu ook Groteteunisbloem. We vinden op dit terrein vrijwel dezelfde planten als in de bermener buiten.Urbaan districtAls we het fort verlaten langs de echte toegangsweg noteren we een aantal‘straatgebonden’ soorten. Zo kruipt Ierse klimop een pad op, en zaait Bredelathyrus zich langs het voetpad uit. Kleine varkenskers en Langbaardgras staanook op het voetpad. Aan het recyclagepark heeft een aangeplante Duindoornzich uitgezaaid: het gaat hier echter om Hippophae rhamnoides subsp.fluviatilis, een veel verkochte groenvoorziening die echter geen Atlantischesoort is. De twijgen staan trouwens veel ijler dan subsp. rhamnoides uit deduinen zelf. Ook Sneeuwbes gaat hier zijn eigen gang. Op een stenig paadjestaat een zaailing van een Prunus (met kleine steunblaadjes aan de bladsteel).Deze heeft veel weg van Weichselboom; we zamelen toch maar een tak in. Omte checken dat de tak naar cumarine zou ruiken ben ik later gefopt: er zit eenGoudgele honingklaver mee in de kaft, dus alles ruikt er naar. Het blad kloptalvast.Kanaal en waterpartijenIn en om het fort bekijken we enkele plassen. Het vijvertje dat ons gewezen isziet er nogal verzorgd uit. Er staat 1 plant Oosterse waterlelie en flink watWatergentiaan. Er zijn door de eigenaar geen soorten uit de winkel ingebrachten de poel is vorig jaar helemaal drooggevallen, zodat we deze laatste soorttoch maar opnemen in de lijst. Ze zou hier in de buurt nog voorkomen… Deandere poel die we bezoeken is helemaal verruigd. Hoewel de kikkers er vrolijkkwaken zijn er geen waterplanten te bespeuren. Wel is dit de enige plek metGrote lisdodde, die er wedijvert met Riet en Liesgras. We gaan ’s middag langs24


een wandelpad langs het kanaal terug naar ons vertrekpunt. Onze gids isbenieuwd of de plek met Onderaardse klaver hier heeft standgehouden. Navijftien jaar is de zaak helemaal overgroeid en worden de planten niet meergevonden. Wel heeft er zich een duinachtige vegetatie ontwikkeld, met alsfraaiste klant twee grote populaties Zandhaver.De Gevaerts-NoordTerwijl de hitte blijft toenemen bereiken we het natuurgebied ten noorden vanhet kanaal. Het is een steile kanaaloever, waarvan de dijk als wandelpad isopengesteld. Ook hier staat overal de exoot Dijkviltbraam, maar er wordt tochtegen opgetreden. De planten zijn ook nog herkenbaar in hun bastaarden, dieiets minder fors en viltig zijn. Boslathyrus staat fraai in bloei. Enige jongescheuten Sneeuwbalspirea, met hun Elsbesachtig blad staan in de bosrand. Erworden nog wat bijkomende soorten gevonden, zoals Slangenkruid, Kraailook,Margriet, Zandblauwtje en Knolboterbloem. Ook hier staat veel Kleine ratelaar.Halfweg het pad verschijnt de eerste Kleverige ogentroost, die haar naam eeraandoet met duizend klierharen op bloem, blad en steel. Aan de noordzijdewerd een oude maïsakker afgegraven en is een begrazingsproject gaande. Alswe in dit plagdeel van het natuurgebied een kijkje gaan nemen staan er daarwerkelijk honderden bloeiende exemplaren Kleverige ogentroost, al dan nietvergezeld van Grote ratelaar. Centraal loopt een slenkje, dat met dit weer alhelemaal is uitgedroogd. Ook hier kunnen we nog tal van soorten optekenen,zij het dat er veel in verdorde toestand verkeert. Aan een grotere poel groeit erWaterpostelein tussen de Grote waterweegbree. We vermelden nogHeelblaadjes, Veldrus, Getand vlotgras, Knolrus en Zeegroene rus, denominaatsoort van Moeraswalstro, met de zeer fijne kleine bloempjes enenkele mooie vindplaatsen van Grote bremraap. De cotoneaster die hier in hetnatuurgebied verwilderd is, met de kleine ronde kale blaadjes, is op naamgebracht als Cotoneaster hjelmqvistii.Net buiten hokHoewel de biotopen geenszins zijn afgelijnd per km², staan in dezelfde bermtoch nog een aantal typische soorten die we niet terug vinden in ons hok.Tussen het reservaat en de brug van Beernem over het kanaal noteren we o.a.Gevlekte scheerling, Dauwbraam, Kruldistel, Avondkoekoeksbloem, Kleinkruiskruid en Late ogentroost. Het zal we toeval geweest zijn.BesluitVan de 250 soorten die we hier vandaag hebben gezien staan er zeven op deRode Lijst als aandachtsoort. Tormentil, Gewone agrimonie en Knolboterbloemzijn achteruitgaand. Watergentiaan - weliswaar enkel gevonden in een poelachter in een tuin - is bedreigd. Grote bremraap, wier populatie al flink isafgenomen langs het kanaal, is zeldzaam. Zowel Grote als Kleine ratelaar zijnkwetsbaar. Deze soorten zijn inmiddels populair bij de Gemeentelijkegroendiensten. Ze worden vrij verkocht uit een genetisch smallekweekpopulatie (net als zoveel Rode-Lijstsoorten) en drukken door regelmatigeinzaai de kosten van het bermbeheer. Waarom de soortgenootKleverige ogentroost hier eveneens zo massaal voorkomt is voorlopig eenraadsel. Ivan Hoste (Plantentuin Meise) schrijft ons: Van vroegerewaarnemingen in die omgeving is me niets bekend. Echt wel een onverwachtesoort! Meegekomen uit Zedelgem lijkt inderdaad een mogelijkheid. De bekendevindplaats van Kleverige ogentroost bevindt zich in het militair domein, 20km25


hier vandaan! Na de excursie gaan we nog even napraten aan het station vanBeernem, waar we op een terras verder opdrogen na de onweersbui van dezenamiddag. Men beschikt hier trouwens over een zeer goede collectie bieren.Als Pierre zijn lage schoenen even uitklopt, vallen daar de zaden van ratelaargewoon uit. Een deel van de geheimzinnige verspreiding van deze soort ishiermee al opgelost! Als de zaden van Kleverige ogentroost, eveneens uit defamilie van de Orobanchaceae, met het zelfde gemak verspreid worden, dan isdeze soort snel ofwel een pest ofwel een fraaie inburgerende neofyt. InNederland gaat ze echter door voor ‘onstandvastig’. We houden de vinger aande pols.Heverlee, Philips site en Abdij van Park17 juliVoorafNa signalisatie van ontsnappende siergrassen uit 'prairietuinen' wordt eenexcursie gepland naar het IFBL-hok e5-24-13. Hierin liggen uiteenlopendebiotopen. De Norbertijnenabdij ligt nog steeds buiten de stad, maar Philips siteligt er midden in. Er gaan spoorlijnen, wegen en waterlopen door een kleinevallei, er zijn eeuwenoude muren, volkstuinen en landbouw. Vandaaghandtekenen er op het onderzoek Marc Detollenaere, Paul Nuyts, Krista DeGreef, Roger Dierickx, Emiel Wagemans, Geert Andries, Nico Wysmantel (lijsten determinaties achteraf) en Erik Molenaar (verslag, streeplijst en foto's).Enige Leuvenaar ontbreekt.BesprekingWoonwijk Oost-HeverleeAan de start van de excursie bevinden we ons in de Noordwestelijke punt vanhet hok. We gaan eerst even door de straten om de toch wel verrassende floraop te tekenen. De goten en voetpaden zijn niet doodgespoten en uit devoortuintjes groeit allerlei de straat op. Er zitten overal vlinders en de mensen(die niet op vakantie zijn) maken een praatje over de natuur in de straat. Datmaak je niet veel mee. Zo bloeit er Zwarte toorts en Wilde sorgo tegen degevels, Fraaie vrouwenmantel, Oranje havikskruid en Getande weegbree op destoep, Kleine leeuwentand op de oprit en Hoge fijnstraal tegen de verkeerspaal.Net buiten het hok staat er een grote plek Schaafstro op een oprit; de plantenhebben zich naar de buren verplaatst en al worden ze bestreden, ze sporulerener zelfs. We vermelden nog twee amaranten, nl. Kleine majer en Witte amarant,beide op de stoep.Philips siteHet voormalige industriegebied is omgevormd tot een sportcomplex metnutsgebouwen en open ruimten. Het regent bijna de hele tijd terwijl we op degemaaide bermen en afgeschraapte bodems de flora noteren. Allerleischraallandsoorten, tot Zandblauwtje toe, staan hier in de zomerhitte tegroeien. Het plateau eindigt op het spoortalud, dat grenst aan het kerkhof. Ditlaatste is niet onderzocht. Er is een oude houtkant langs de straat die omlaagloopt. Hierin vinden we allerlei bosplanten, zelfs Boskortsteel. Naast Sleedoorn,Appel en Zoete kers groeit er ook een Pruim (Prunus domestica). Op de opensteilten kiemt Grove den, samen met Stijf en Schermhavikskruid. Er bevinden26


zich grote zandhopen op het terrein waar we tal van akkerkruiden noteren. Hiervinden we ook Amerikaanse kruidkers; er is dus weer geen Dichtbloemigegezien, en we vragen ons af of de flora wel duidelijk genoeg is!!! De vruchtjeszijn immers rond en de haartjes spits, sikkelvormig gekromd. Er zijn kleine wittekroonblaadjes te zien. Er werd hier trouwens geen enkel siergraswaargenomen.SpoorbermLangs een spoorbruggetje belanden we buiten de stad, met zicht op de groteommuurde abdij. Van op de brug merken we al dat alles er onder ros isgespoten. Er groeit een grote Ierse klimop tegen de beton omhoog, met detypische terpentijnige geur en ook wat Plat beemdgras. Beneden vinden weo.a. Zwenkdravik, Hondsroos, Gewone es en Hollandse iep.Rond de Norbertijnenabdij met abdijkerk, kerkhof en hoeveLangs de Parkweg, goed voorzien van Kruldistel, Gewoon IJzerhard, Zwartetoorts en Zwenkdravik, bereiken we de dreef naar de Norbertijnerpoort. Hiervinden we nog een verzameling graanadventieven, waaronder Gewoon vlas,Pluimgierst, Kanariegras, Postelein en Knopherik. Reuzenberenklauw staat erals een schildwacht aan de poort. Langs de boerderij en de Watermolen gaanwe terug naar de stad voor het middagmaal. Later doorsnuffelen we nog hetAbdijkerkhof, maar het is er zo netjes 'gegritseld' dat we er alleen nog Kleineleeuwenbek, Rood guichelheil en Japanse kamperfoelie terug vinden als wildeplanten. De Bonte zandloopkever brengt hier echter leven in de zaak, wantzelfs op de romaanse muren staat niets. Voor de echte muurflora moeten we'binnen' zijn. Er is ook een klein graslandje aan de ingang waarin een aantalsoorten van droge graslanden in bloei gaan. Dat zijn Wouw, Echt bitterkruid,Kleverig kruiskruid, Beklierde nachtschade en Gewoon IJzerhard.Abdij binnentuinHier worden nog een aantal fraaie vondsten gedaan. Onder de hoge muurgroeien soorten als Koningskaars, Grote kaardenbol, er is een grote vindplaatsRankende duivenkervel, een honderdtal exemplaren Esdoornganzenvoet, eenbeetje Schijnaardbei en zaailingen van Witte paardenkastanje. Voorts Kleinspringzaad, Moederkruid en Muursla.Abdij MuurfloraOndanks de respectabele leeftijd van de muren is de oogst hier magertjes.Onze meest voorkomende muurbewoner is Steenbreekvaren, met eenhonderdtal exemplaren, vergezeld van Gewoon zijdemos. Ook staat er bovenop de abdijmuur heel wat Spoorbloem. Opmerkelijke coniferen op de murenzijn Californische schijncipres (blad geurend naar ananas en jasmijn) enReuzenlevensboom. Grote delen van de ommuring zijn al bevrijd van Ierseklimop, maar de exoot heeft nog erg veel ruimte ingepalmd.Oevers, vijvers, bassins, moerasjes, waterpartijen, beekjes en greppelsWe overlopen hier de vochtgebonden biotopen in het hok. Die bevinden zichallemaal in de diepte van het valleitje, met daarin de afleidingsbeek naar deoude Abdijmolen (voorlopig gestut), de greppels rond de vijvers en hetmoerasje gekend als de kwellen. Een oud Vlaams verhaal van ruimtelijkeordening: zandzakjes getuigen van recente wateroverlast in de bewoondebeekvallei. Eerst bekijken we een oud bassin aan de poort van de eigenlijke27


abdij. Het bevat een meter slib en 25cm water, waarin enkele soorten die welater niet meer terug zien. Dat gaat dan om Kikkerbeet en Veelwortelig kroos. Ineen hoek staan Kleine watereppe, Watermunt, Beekpunge en Blaartrekkendeboterbloem. Verder op loopt de Molenbeek langs de oude molen, met op deoevers naast Reuzenzwenkgras ook Reuzenbalsemien, Japanse duizendknoop(bestreden) en Gewone engelwortel. In de loop zien we veel Aarvederkruid,Gewoon sterrenkroos en Schedefonteinkruid. Overal schieten visjes weg. Wevolgen de zijloop stroomopwaarts rond de vijvers. Daar stuiten we nog openkele lastige exoten, zoals Grote waternavel (een vijftal populaties) enwoekerende soorten als Rotsooievaarsbek en Gunnera, die intussen al enkeleuitlopers in de beek heeft geworteld. Aan inheemse soorten ontbreekt hetgelukkig niet, want naast een grote partij Witte waterkers (brede hauwen)vinden we ook haaksterrenkroos en enkele grotere vlekken met Stomphoekigsterrenkroos. De vijvers van de Abdij worden beheerd als natuurreservaat doorde vrienden van de Parkabdij en <strong>Natuurpunt</strong> Leuven. De vloedgolf van exotendie aan de poort rammelt is een hot item. Op de vijvers vol algenbloei drijvennog steeds vermeldenswaardige Rode Lijstvogels. Er zijn maar enkele plekjeswaarvan de oevers niet verruigd zijn. Daar vinden we nog Hangende zegge,maar ook Fraaie vrouwenmantel en Nieuw-Nederlandse aster, vermoedelijkalle drie ontsnapte tuinsoorten. De villa's en volkstuinen liggen hier vlakbij, eengevaarlijke buffer voor een natuurgebied. We keren naar de abdij terug langsde Molenbeek en de Norbertijnenweg.Buiten hokOp de spoorberm oostzijde (hok e5-24-14) staat de Dijkviltbraam, samen metde andere griezel Grauwe abeel. In de wijk aan de Geldenaaksebaan gaan weeven uit het hok. In e5-23-24 noteren we Schaafstro en de exoot Bidenstriplinervia.Rankende duivenkervelKikkerbeetBesluitUit de nota's van 550 waarnemingen hebben we in ons km-hok 285 soorten.We hebben niet het ganse hok bemonsterd (wie kan dat, zeg) want de wijk ende spoorbermen aan de Hoegaardenstraat, de zuidzijde van het Leuvenskerkhof, noch de velden aan de Abdijstraat hebben wij gezien. Devervollediging laten we graag aan de lokale floristen over, want wie weet, wathebben we gemist. Op de Rode Lijst staat als achteruitgaand Witte waterkersvermeld. Kikkerbeet, in het bassin aan de poort van de Abdij, is kwetsbaar.Zeldzaam zijn Rode spoorbloem, Esdoornganzenvoet, Rankende duivenkervelen Schaafstro (e5-23). Na afloop bezoeken 'enkelen onzer' nog bepaalde28


locaties langs de Leuvense vaart en in Rotselaar op weg naar het station vanAarschot.e5-13-43: Leuven, verwilderde siergrassen en kanaalbermend5-53-44: Wijgmaal, loskade Remy en kanaalbermend5-53-22: Rotselaar, schrale bermen, slootje en graanakkersIn het Niels Broek en op de Boomse Krekelenberg31 juliVoorafAan het Niels broek zijn enkele nieuwe percelen toegevoegd. In de loop vanhet jaar wordt het Broek perceel per perceel geprospecteerd. De bevindingenzullen in het najaar in een apart artikel verschijnen. Hierbij dan al eenvoorproefje, met losse waarnemingen. Vandaag zijn we in de zuidhoek vanIFBL c4-55-13. We gaan door het bos naar het schor aan de Rupel - in c4-55-31 - en keren langs het veer terug naar de vertrekplaats. In de namiddag doenwe een onderzoek op een toekomstig industriegebied, gekend als IZKrekelenberg II in Boom. Hier is het merendeel van de Rugstreeppadpopulatieafgevangen en naar het Noordelijk eiland overgebracht. De interessante floraheeft men er laten staan. De bevindingen hiervan zijn opgenomen in eentotaallijst, met een aantal onverwachte aandachtssoorten voor de ProvincieAntwerpen. Vandaag handtekenden Nico Wysmantel (lijst), Erik Molenaar(nota's en foto's), Pierre Van Vooren, Frans Wouters, Emiel Wagemans, JudithDe Keyser, Veva Van Vooren en Thierry Heyman, die ons deels vergezelt in denamiddag.BesprekingVerlaten weiland met slotenOp deze percelen hebben zeer lang ezels gestaan, schattige woestijndieren diezelfs dorre distels en bramen een lekkernij zouden vinden. Uit de buurt kwamsnel een voedselstroom op gang, maar van enige verschraling komt zo nietsterecht. De dieren horen niet in het natuurgebied en hebben nu een andereplek die ze kunnen verwoesten. De werken die gebeurd zijn hebben hunsporen nagelaten in omwoelingen met pioniers zoals Korrelganzenvoet. Er ispas gemaaid, zodat we alleen op de slootranden ontwikkelde planten zien.Daar vinden we o.a. Penningkruid, Gevleugeld hertshooi, Biezenknoppen,Pitrus, Oeverzegge en een massa Mannagras, Glanshaver en Rietgras. OpMoeraszegge vinden we een overvloed aan Zeggenspleetlip, een kleineascomyceet met een sprekende naam. Zwart en Veerdelig tandzaad staan ookin het ruige deel van het grasland. Een opvallende verschijning in het kortgemaaide hooiland is Potentilla x mixta, al duidelijk onderscheiden door de driei.p.v. vijf blaadjes op de uitlopers. De bloemen zijn viertallig en als Pierre dezaaddozen bekijkt, zien we er niets van zaadvorming in. Deze zeer algemenebastaard wordt eigenlijk veel te weinig vermeld. In de sloot staat volopKikkerbeet in bloei en er drijven dikke pakken Waterviolier en Klein kroostussen de rietstengels. Het Kroosvlindertje raast over de planten. Vandaag ishet Vlinderteldag, maar erg veel soorten zien we niet. Ook de weilandvogelsstellen teleur. Het Broek wordt gedomineerd door Nijlganzen en Canadeseganzen, de Japanse duizendknopen van de avifauna.29


DwarsslootEen klein biotoop, maar apart vermeld omdat hier Dwergkroos aanwezig is. Hetis vergezeld van Kroosmos, dat we hier dit voorjaar ook al hebben gezien. DeKikkerbeet is in de overschaduwde beek met een zeer grote bladschijfuitgerust.BroekbosLangs het bos gaan we naar de dijk. Onderwijl worden planten geroepen, maarhet merendeel staat al op de voorjaarslijst. Ik noteerde hiervan Zoete kers,Zomereik, Bloedzuring, Blauw glidkruid, Bosandoorn, Boszegge, Ruwe smele,Moesdistel en Slanke sleutelbloem. Het prevernaal aspect is helemaalverdwenen (gelukkig maar) en nu pas valt op hoeveel Damastbloem er in hetbos is verwilderd. Een grote populatie Groot hoefblad uit het bos is de dijkopgegroeid. Zo komen we aan het volgende biotoop.Dijk en SchorOok op de dijk groeit Potentilla x mixta uitbundig voort in de pas gemaaidevegetatie. Onze aandacht gaat vooral naar het Rupelschor, waar in een zeevan Riet, Reuzenbalsemien en Wilgen gele vlekken met metershoge, bloeiendeMoerasmelkdistel staan. Vele jaren geleden werd hier van op het waterDodemansvinger gesignaleerd en ook daadwerkelijk opgenomen in de atlas. Inhet voorjaar werd al eens gepiept en vandaag gaan we de vindplaatsenchecken op de zaadjes en de wortelstokken. De verspreiding vanDodemansvingers in Vlaanderen is erg treurig. Twee vlekjes: één in Gent en deandere langs de Rupel, in zijn normale habitat. Dit kan volledig naast dewaarheid zijn, maar ook in Nederland zijn maar enkele natuurlijke vindplaatsenbekend. De soort zit in de strook met brakwater invloeden. Wie de schorrenlangs de Schelde en de Rupel kent weet wel waarom er zo weinig van dezesoort gevonden wordt: wie waagt zijn hachje voor de eer? Het F.O.N. trotseertde Cettiszanger en na een glibberige tocht door het metershoge ongewissekomen we de eerste planten tegen. Ze zijn manshoog en dragen duizendenzaden, met typische lange stijlen op de zwak geribde vruchtjes. Dewortelstokken bestaan inderdaad uit lange zwarte vingers, die we reserverenvoor een dodelijk middagmaal. Op het slik staat volop Heen, waarinMoeraszuring, Gele waterkers en Blauwe waterereprijs een dagelijks grijsmodderbad ontvangen. Kleine matjes met Sterrenkroos en algen bedekken hetmeest rustige slib. We lopen de dijk verder af langs het gesloten veer enbereiken het dorp.Veerhuis en omgevingOp enkele oude muurtjes bekijken we de muurflora. Over grote delen is hiermet een hogedrukreiniger op de planten ingewerkt. Er verschijnt bijna alleennog Muurvarentje. In de straatjes rondom noteren we o.a. Campanulafenestrellata, met de zeer diep ingesneden kroon. Hoewel de klokjes thansallemaal op één hoop worden gegooid is deze toch nog wel onderscheidbaar.Er staat nogal wat Straatliefdegras en Groene naaldaar op de stoepen en in degoten. Hoge fijnstraal is hier al flink uitgebreid.KrekelenbergNa een deugddoend middagmaal en een overvloed aan Moerbeibessen in detuin van Miel bezoeken we het laatste fragment van een lang vergeten heide opeen landduin. De relicten zijn evenwel zeer interessant en verbonden door de30


spoorbermen tussen Boom en Hoboken. De bestemming is echterindustriegebied. Er zijn enkele greppels gegraven en ook grote delen afgedektmet gipsstort en elders weer afgegraven. Van het voormalig weiland is nietsmeer te zien. In al deze rimram is de zaadbank echter geroerd en na een fraaiezoektocht tussen neofyten en ‘gipsofielen’ komen we op een aantal uniekevegetaties uit. Het onweerachtig weer is zeer vermoeiend, maar de soorten diewe ontmoeten zijn dat eveneens. In een depressie vinden onder meer debastaard van Krulzuring en Moeraszuring, en grote plekken metDuizendguldenkruid, Dwergviltkruid, Borstelbies en zelfs enkele exemplarenBosdroogbloem. Na een poos stuiten we zelfs op zaailingen van Koningsvaren.Het terrein heeft erg veel overeenkomsten met het 14km noordelijker gelegenterrein in Hoboken waar we naast Koningsvaren ook Stippelvaren vonden.Beide terreinen zijn niet voor natuur bestemd. We zijn benieuwd of de Provinciehaar voornemens kan waarmaken en de habitat van deze beschermde soortenzal veilig stellen.Spoorbermen KrekelenbergHier vinden we een flinke populatie Klein robertskruid, sinds dit seizoen sterk inuitbreiding op de spoorballast, én Echte guldenroede op retour enMannetjesvaren op de spoorberm. Als het nabijgelegen heideterrein verdwijntzal Echte guldenroede in het land van Boom geen schijn van kans meerhebben; het is één van de prioritaire soorten van de Provincie Antwerpen.BesluitOok vandaag zijn een aantal Rode Lijstsoorten terug te vinden in het overzicht.Dwergviltkruid en Kikkerbeet zijn Kwetsbaar. Moerasmelkdistel,Dodemansvingers en de verwilderde tuinplant Damastbloem zijn Zeldzaam.Echte guldenroede is Achteruitgaand.Nationale Werkgroep BotanieVerslag Botanisch verlof in de Alpen: Kleinwalsertal, 20-27 juni <strong>2010</strong>André Van den BerghVan zondag 20 juni tot zondag 27 juni verbleven we in Hotel BerggasthofHammerer te Hirschegg in het Kleinwalsertal in Oostenrijk, van waaruit wetelkens een bepaald gebied in de omgeving botanisch onderzochten.Afhankelijk van de weersomstandigheden, werd getracht om tijdens deze weekeen maximale verscheidenheid aan biotopen in deze Alpenregio te bekijken.Naast het verslag is er ook per dag een streeplijst van de gevonden soorten. Erwaren 23 deelnemers: Andre, Christiane, Lucrèse, Eric, Rita, Jozef, Vera,Marc, Jacqueline, Boudewijn, Brigitte, Luc, Lydie, Willy, Mady, Hedy, Harry,Leo, René, Mia, Freddy, Daniel en Nico.Maandag 21 juni: Schwarzwassertal en Breitachtal (tussen 1100m en900m)Tijdens de nacht van zaterdag op zondag was de sneeuwgrens gedaald tot1300m en ook de maandagmorgen bleven de bergen gehuld in een dichtwolkendek. Geen weer om hoog in de bergen te gaan, zodat de optie voor hetpad langs de beide bergriviertjes de beste keuze leek. Met paraplu, regenkledij31


en lichte winterkleding werd de tocht vanaan het hotel aangevat. Eens aan deontstuimige Schwarzwasser kon het strepen beginnen met Carum carvi,Tragopogon orientalis, Chaerophyllum villarsi, Astrantia major, Epilobiumalpestre, Galium rotundifolium, Geum rivale, Melampyrum sylvaticum,Polygonum viviparum, Phyteuma orbiculare en P. spicatum, Phegopterisconnectilis, Prenanthes purpurea, Rhinanthus alectorolophus en R. minor,Rumex alpinus, Huperzia selago, Selaginella selaginoides, Trifoliummontanum, Valeriana dioica, tripteris en V. montana, Veronica urticifolia, Viciasylvatica, Viola biflora en talloze andere taxa. Rosa pendulina vonden we alsmeest verspreide roos en Ranunculus aconitifolius gaf de toon aan bij deRanonkels, terwijl de distelachtigen vertegenwoordigd werden door Carduusdeflorata en C. personata. Aan een overdekte houten brug over deScharzwasser was de beschutte zitplaats welgekomen voor de picknick. Wekwamen aan de samenvloeiing van de beide riviertjes en de kloof werd almaarsmaller met een imposante kolkende watermassa. Het pad was met houtenbalken gestut en hier en daar beveiligd met kabels, maar toch zorgden kleineglijpartijen voor enige paniek. Gentiana asclepiadea werd gestreept, alsook enheel gamma orchideeën, zoals Gymnadenia conopsea, Neottia nidus-avis,Dactylorhiza majalis en D. maculata, Listera ovata en als kers op de taart eengroepje van een tiental prachtig bloeiende Cypripedium calceolus. Nog enkelebelangrijke vondsten waren: Erucastrum nasturtifolium, Oreopterislimbosperma, Parnassia palustris, Polygala amarella (geproefd) en P.chamaebuxus, Primula farinosa, Moneses uniflora. Uit het Carex geslachtvonden we o.m. C. davalliana, C. digitata, C. echinata, C. flava, C. pallescens,C. panicea, C. paniculata en C. rostrata. Hordelymus europaeus, Melicanutans, Nardus stricta, Poa alpina en P. chaixii waren de bijzonderstegrassoorten.Dinsdag 22 juni: Zaferna zetellift tot Zafernaalpe (1420m) en te voet totBaad (1200m) via Bühlalpe en Stützalpe ( ongeveer 1500m)Met onze Gästekarte hadden we gratis gebruik van alle kabelbanen enzetelliften in het Kleinwalsertal en Oberstdorf en vandaag konden we dieuittesten op de Zafernalift. En inderdaad, naar Österreichische Gründlichkeitscheen die kaart perfect te werken. Op de Höhenweg aan de alm bleken deweersvoorspellingen niet helemaal te kloppen, want de bergen bleven gehuld ineen dicht wolkendek, maar het regende niet. De basisflora van de Alpen keerdezowat dagelijks terug, doch op elke uitstap troffen we telkens een aantalnieuwe soorten aan, zoals hier o.m. Achillea macrophylla, Adenostyles alliaria,Anemone narcissiflora, Cerinthe glabra, Euphrasia rostkoviana, Gnaphaliumsylvaticum, Laserpitium latifolium. Een opvallende vlinderbloemige trok onzeaandacht en na heel wat zoeken in de boeken kwamen we uit bij Lathyrusoccidentalis of laevigatus. Aan de Bühlalpe begon het te miezeren, zodat nietveel overtuigingskracht nodig was om de groep in de almhut binnen te krijgen.De picknick werd voor ’s anderendaags gereserveerd en in de hut werd van denood een deugd gemaakt om de plaatselijke gastronomie uit te proberen. Leokende het lievelingsgerecht van keizer Franz Jozef niet en wou deKaiserschmarren toch eens proberen samen met mij, Chris en Daniel.Uiteindelijk moesten we beroep doen op Hedy, Nico en Freddy om de bordenleeg te krijgen. Gelukkig moesten we nog een steile glibberige afdalingverwerken tot Baad. Verder kwamen op de streeplijst nog Pedicularis foliosa,Polygala alpestris, Sanicula europaea, Saxifraga paniculata, Senecio alpinus ofcordifolius en de opvallende Streptopus amplexifolius, die wat op32


salomonszegel lijkt, maar opvallende stengelomvattende bladeren heeft. Devondst van Orchis mascula wees er op dat het plantenseizoen ook in de Alpenver achteruit was. Lucrèse liet ons Carex montana zien.Woensdag 23 juni: Oberstdorf Fellhorngifpelstation (1967 m),Fellhorngipfel (2038m), Schlappoldtkopf, Schlappoldalm, Schlappoltsee(1719m) MittelstationVandaag een korte autorit van zowat een halfuur naar het dalstation van deFellhornbahn op 904m. Eindelijk zagen we de bergtoppen en scheen volop dezon. Het hogedrukgebied had de Alpen bereikt en zou zeker tot het weekendhet weer gunstig beïnvloeden. Er was heel wat volk op de been, zodat dekabine van de kabelbaan goed gevuld was. In twee secties geraakten we aanhet bovenstation met zijn prachtig uitzicht. Op de bergkam zagen we al directdat we in een ander biotoop zitten. We konden onmiddellijk twee gentianen opnaam brengen: Gentiana verna en G. acaulis. Beide juist want even verderstaat een verklarend bord met de uitleg. Op de zuidflank, tussen enkelesneeuwresten vonden we massaal Primula auricula en Allium victorialis. Op hetrotsachtig gedeelte van de kam troffen we enkele nieuwkomers aan:Antennaria dioica, Androsace chamaejasme, Astragalus frigidus, Gentianaacslepiadea, Dryas octopetala, Botrychium lunaria, Coeloglossum viride,Globularia nudicaulis, Hieracium villosum, Pedicularis recutita, Linaria alpina,Peucedanum ostruthium, Plantago maritima, Primula farinosa, Ranunculusalpestris en R. montanus. De mooi bloeiende Pulsatilla alpina gaf alleszins nogeen lentetint aan de bergflora. Aan enkele sneeuwvelden bloeiden massaal debeide Soldanella’s, nl. alpina en pusilla. Verder ook beide Rhododendronferrugineum en hirsutum, Carex ornithopoda en sempervirens, alsook Sorbuschamaemespilus. Blinkende gentiaanbladeren zonder bloeiwijze deden onsdenken aan purpurea of punctata. Een beginnende bloeiwijze met al deduidelijk zichtbare zwarte punten op een gele achtergrond gaven ons uitsluitselvoor G. punctata. Op de Gratweg waren we verplicht te blijven staan om tekijken, want hier was het oppassen om de voeten te plaatsen en afwijken vande weg was geen optie wegens het ontbreken van de terugweg. Wepicknickten op de Schappoltkopf, waar we konden genieten van een prachtigbergpanorama. Na de steile afdaling naar de alm konden we nog evenverpozen; alvorens het laatste stukje aan te vatten naar het bergmeertje en hetmiddenstation. Veronica aphylla groeide op een rots aan het bergmeer, maarvoor de rest viel dit meer een beetje tegen. Salix myrsinifolia en reticulata,alsook Silene pusilla, Arnica montana, Dactylorhiza majalis, D. maculata enGeum montanum vulden verder de lijst aan. De Seilbahn bracht ons veilig terugbeneden en met de wagens keerden we terug naar Hirschegg, waar we na hetHappy Hour (tussen 15 en 17u) terugkwamen.Donderdag 24 juni: Bergstation Kanzelwand (1968m), Kuhgehrenspitze(1910m), Innere Kuhgehrenalpe, Wannenalpe, Vorderwildenalpe,Fluchtalpe, Höfle (Mittelberg – 1200m)Opnieuw een prachtige zomerdag met iets hogere temperaturen voor deze tochtamelijk lastige tocht over een moeilijk parcours. Om 9u20 zaten we al op hetbusje dat ons naar de Kanzelwand bracht. Met de gondels naar het bergstation,waar onze botanische tocht begon. Acinos alpinus, Arabis subcoriacea enBiscutella laevigata waren al de eerste nieuwkomers. Luzula forsteri, L.luzulina, alsook Pinguicula leptoceras en Polystichium lonchitis vulden dit lijstjeaan. Aan de Kuhgehrenspitze hadden we een mooie bergkam met heel wat33


prachtige planten, zoals, Botrychium lunaria, Orchis mascula, Traunsteineraglobosa, Pseudorchis albida, Coeloglossum viride, Buphtalmum salicifolium,Crepis bocconei, Daphne striata, Lilium martagon, Gypsophila repens,Moehringia muscosa, Sedum atratum, Thesium alpinum, Thlaspi rotundifolium,Trifolium badium en Veronica bellidoides. Op de top zelf konden we genietenvan een wondermooi uitzicht op alle Kleinwalserdorpjes. Verder noteerden wenog Eriophorum latifolium en scheuchzeri, alsook talrijke andere Alpenplantenvan de voorbije dagen. Tot de Innere Kuhgeherenalpe ging het nog vlot, maarhet stuk naar de Wannenalpe deed ons terug 200m klimmen en die laatstewaren lastig, maar ook Mady en Lucrèse geraakten boven op hun eigen tempo.We kwamen stilaan in tijdnood om de laatste lokale bus in Höfle te halen en hetstuk naar de Fluchtalpe via de Vorderwildenalpe leek nog zwaarder dan wedachten. Freddy en ikzelf besloten dan maar zelf snel af te dalen en de wagensaan het hotel te gaan halen. En inderdaad de afdaling tussen boomstronken enverder op losliggende kalksteen was voor sommigen een ware hel, maar ik hebChris naar de Fluchtalpe meegesleurd en vandaar ben ik met Freddy inijltempo afgedaald en we haalden nog nipt die laatste bus in Höfle en wekeerden samen met Luc, Harry en Marc met de wagens terug naar Höfle om deanderen op te pikken.Vrijdag 25 juni: Bovenloop van de Schwarzwasser - Wäldele, Auenhütte,Melköde en terug tot de bushalte aan het dalstation van de Ifen zetellift(tussen 1200 en 1350m)Het weer bleef mooi en het werd van dag tot dag warmer. Vandaag was er eengemakkelijke excursie gepland stroomopwaarts in het Schwarzwassertal. Nicowas streper van dienst, zodat ikzelf wat meer tijd kreeg om een boek open teslaan en de flora wat rustiger te bekijken. Langs een slingerend bospad gingenwe richting Auenhütte en ontdekten in het bos al enkele mooie planten, zoalsArabis ciliata, Aruncus dioecus, Phegoptersi connectilis, Lonicera alpigena,Moneses uniflora, Orthilia secunda en Pyrola media. Talrijke exemplaren vanCorallorhiza trifida trokken onze aandacht en ook Epipactis atrorubens kwamop het lijstje. We passeerden enkele mooie hooilandjes met Dactylorhizamajalis, D. maculata en D. fuchsii, Gymnadenia conopsea, alsook Orchismascula en O. ustulata. Enkele prachtige veengebiedjes tussen de almenleverden enkele nieuwe soorten op zoals Andromeda polifolia, Menyanthestrifoliata, Parnassia palustris, Pedicularis palustris, Eriophorum angustifolium enE. vaginatum. Aan een waterafvoer door een weide vonden we Equisetumsylvaticum en E. variegatum en verder noteerden we in de zonnige wegbermen34


nog Doronicum austriacum, Stachys alpina en een gele onbekende plant, dieals Tozzia alpina gedetermineerd werd. Zoals gewoonlijk keerden we met debus terug en we waren nog net op tijd om in het hotel van het Happy Hour(alles aan 2€) te genieten.Zaterdag 26 juni: Vanaf Auenhütte met de zetellift tot de Ifenhütte (1586m)en vandaar te voet tot het Gottesackerplateau op 2000m en terug tot hetbergstationIn de zetellift werd al ijverig uitgekeken naar de planten en langs de bosrandonder de zetellift werden talrijke witte orchideeën ontdekt. Aanvankelijk werdgedacht aan Platanthera bifolia, maar achteraf bleek het hier te gaan omCephalanthera longifolia. Aan het bergstation werd afgesproken om eerst totboven te wandelen zonder te kijken en dan in de afdaling gedetailleerd rond tezien. Enkele mensen, zoals Mady, Lucrèse en Leo bleven op de panoramaweggenieten en de overigen geraakten zonder planten te kijken naar boven, iederop zijn tempo. Boven op het plateau wachtte ons een verrassing, want hetganse hoogplateau was nog ondergesneeuwd, zodat van verdere exploratieafgezien werd. Rond de 2000m werd de inventarisatie ingezet met Asteralpinus, Globularia cordifolia en G. nudicaulis. Intussen was Freddy op wegnaar de top van de Ifen (2230m) en konden we even later hem zelfs bovenopde top aan het kruis herkennen. We volgden een rotsrichel onder een skilift enontdekten er Loiseleuria procumbens, Coeloglossum viride, Gymnadeniaconopsea, Pedicularis rostrato-capitata, Plantago alpina, Pseudorchis albida enPlatanthera bifolia. Onze zoektocht naar Nigritella werd uiteindelijk beloond meteen minuscuul exemplaar van Nigritella nigra. Beide Soldanella’s werdengestreept en ook Traunsteinera globosa, Dactylorhiza majalis, D. maculata,Thesium alpinum en T. pyrenaicum kregen een potloodlijn over hun naam. Eenklein opvallend zonneroosje werd gedetermineerd als Helianthemum alpestreen verder noteerden we ook nog Huperzia selago, Saxifraga exarata enSenecio doronicum. We waren aan het bergstation en lieten ons naar benedenvoeren met de zetellift, terwijl we nog konden genieten van de talrijkeCepalanthera longifolia naast de pylonen. De Ifenbus bracht ons een laatstekeer naar Wäldele. We moeten toegeven dat dit systeem van gratis busvervoeren liften in de vallei en Oberstdorf een heel milieuvriendelijke oplossing is,waardoor de auto praktisch aan de kant kan blijven staan. Ook financiëel wasdit een meevaller, want kabelbanen kosten al vlug rond de 20€ per rit perpersoon heen en terug.Onze botanische week in de Alpen was weer eens veel te vlug voorbij. Ikbedank alle deelnemers voor de goede sfeer in de groep, alsook voor hetijverig opzoeken en determineren van de planten (ook de avondploeg die nietverzadigd geraakte). Dank aan streper Nico voor de hulp in het veld, maar ookvoor het opstellen van de plantenlijsten. Ook dank aan Lucrèse voor hetnakijken van de zeggendeterminaties.BOTANISCHE WEEK IN DE AVEYRON LARZAC (F) MET DE NWB VAN22/5/2011 TOT 29/5/2011Na een aantal jaren in de Alpen is het misschien tijd om eens wat anders tedoen tijdens de jaarlijkse botanische vakantie. De Larzac hebben we 10 jaargeleden al eens verkend met een klein groepje en dit programma kunnen webijna integraal hernemen, vermits bijna niemand van de traditionele deelnemersis meegeweest in 2001. Alleen moest nog een geschikt hotel gevonden worden35


voor de groep. In La Cavalerie (tussen Millau en Montpellier op zowat 1000 kmvan Brussel) vond ik een degelijk hotel (Hotel de la Poste) met 31 kamers,waarvan ik 12 tweepersoonskamers en 2 singles gereserveerd heb op basisvan halfpension in kamers met bad/douche en wc. De prijs bedraagt 45 € perpersoon per dag in tweepersoonskamers. Voor een single geldt eentoeslag van 16€ per dag. Er is een parking aan het hotel voor 15 auto’s. Hetontbijt kan vanaf 7u tot 9u30 en avondeten kan vanaf 19u30 tot 21u.Botanisch is de streek een juweeltje. Het is een kalkplateau, dat doorverschillende riviertjes begrensd wordt. De Larzac ligt tussen 400 en 900 m. Destreek herbergt heel wat orchideëen, alsok talrijke endemische soorten. Ook deTarnvallei ligt vlakbij. Gewoon een aanrader voor elke botanist ! ! ! Maar ook opcultureel vlak kan men aan zijn trekken komen. De meeste dorpen en stedenzijn oude vestingen van de voormalige tempeliers ; de Middellandse Zeebevindt zich amper op 100km en ook de kaasfreak wordt niet vergeten(Rochefort met zijn beroemde grotten ligt maar een boogscheut verwijderd).Inschrijven kan vanaf nu en UITERLIJK TOT 30 SEPTEMBER <strong>2010</strong> dooroverschrijving van 100 EURO per persoon op rekeningnummer 000-0891025-80, Van den Bergh Andre, Vitsgaard 9, 1745 Opwijk.Voor eventuele bijkomende inlichtingen, kan je steeds op mijn telefoonnummerterecht.052/35.05.18, na 18 u of GSM: 0472/ 688.335Limburgse plantenexcursiesNatuurstudiewerkgroep <strong>Natuurpunt</strong> Hasselt-Zonhovenhttp://users.telenet.be/natuurpunthasseltzonhoven/Contacpersonen: Jan Wyers 011 81 55 33, jan.wyers@skynet.beBart Wursten, ndundu@zol.co.zw.Verslag excursie SAP-clubje planten Prinsenhof Kuringen 30 juniJan WyersDe plantenwandeling ging dit keer door in de parkomgeving van het Prinsenhofte Kuringen, een plaats waar we met het SAP-Clubje nog nooit waren. Omdatde vijver rond het kasteel droog was gezet en de vijverbodem geheel ofgedeeltelijk op de binnenste dijk werd afgezet konden de planten die daarinweer opgeschoten waren op een gemakkelijke manier gedetermineerd worden.We zagen onder andere Watertorkruid, een Waterranonkel en Blaartrekkendeboterbloem. Verder volgden we onze gids Rik die ons via het geboortebos inhet park en omgeving bracht met de biotopen grasland, loofbos, Demerdijk enruigten. Er konden een groot aantal planten, struiken en bomen gestreeptworden en enkele daarvan waren toch niet zo alledaags. Een Europeseblazenstruik viel op door zijn opgeblazen vruchten van 5 tot 7cm. Lang en meteen papierdunne geaderde wand. Een tulpenboom of Liriodendron tulipifera zieje ook niet zo dikwijls: erg opvallende bladeren en bloemen. De bladeren zijn10-15cm groot, in omtrek vierkant, aan de top afgeknot en enigszinsingesneden. De prachtige bloemen, die pas verschijnen vanaf dat de boomzeven jaar oud is, zijn met 5cm erg groot en groengeel. Ook de Grote ereprijskonden we tot nu toe nog niet strepen, maar hier zagen we deze liggendeplant, met tot 40cm lange stengels, die een voorkeur heeft voor kalkhoudendekleigrond. Op de dijk van de Demer stond heel wat Bonte of Zachte wikke: een36


plant die we hier in Midden-Limburg tot nu toe, buiten Sluisbemden, nognergens anders vonden. Ze is wel goed ingeburgerd in de Maasvallei. Van opafstand lijkt deze plant op Vogelwikke, maar ze is er toch wel duidelijkverschillend van; de plaat van de vlag is korter of half zo lang, als de nagelterwijl bij Vogelwikke de plaat even lang is als de nagel. Een groot verschil metVogelwikke zijn ook de opvallend lange bloemen die een bonte indruk maken,doordat de lichtblauwe tot witte zwaarden contrasteren met de dieppaarse vlag.Er werd afgesloten in een lindendreef die de weg naar het kasteel afboordt. Weverorberden er de smakelijke vers geplukte kersen die Rik ons aanbood.Omdat alle linden volop in bloei stonden konden we dit doen bij eenaangename bloesemgeur. Alles puur natuur. De volledige waarnemingenlijstvind je op waarnemingen.bePlantenwerkgroep <strong>Natuurpunt</strong> De WielewaalExcursieverslagenKristine WuytsWandeling rond de Steenbeemden – 25 juliDe uitgestippelde wandeling rond De Steenbeemden te Kessel maakt ook eenommetje langs het Zomerklokjesreservaat. Vandaag is dit aan de beurt. HetZomerklokje is natuurlijk al lang uitgebloeid, maar op de oevers van de Bolllaaken de Kleine Nete vinden we wel wat. Poelruit , Gele waterkers, Moesdistel,Wilde bertram zijn vermeldenswaard. Van de Lange ereprijs vonden we nogbloeiplaatsen die we niet eerder hadden. Grote Kaardenbol en KleinePimpernel bloeien op het pad tussen het gebied en de Kleine Nete. GroteBevernel bloeit massaal in de berm.Cursus composieten en schermbloemigenIn juni en september stonden ter gelegenheid van de cursus composieten enschermbloemigen, deze planten extra in de kijker. De lesgever was HansVermeulen. De dijk van de Jutse Plassen te Koningshooikt was ideaal om deverschillende bloemtypes van de composieten uit te leggen. De bloemen vanKorenbloem, Knoopkruid, Echte kamille, Akkerdistel werden opengepruts omde prachtige bloemstructuren te observeren.Op de dijken van de Kleine Nete in Kessel en Emblem probeerden de cursistende verschillende determinatiesleutels van Hans uit. De Bleke morgenster stondprachtig in bloei. Deze verschilt van zijn gewone soortgenoot onder anderedoor de bleekgele kleur en de geleidelijke verbreding aan de stelen van dehoofdjes. Op het pad waar we eerder de Kleine pimpernel vonden, bloeiden hetKleverig kruiskruid, de Kleine klit en Guichelheil. Natuurlijk keken we ook naarde ander planten die zo typisch zijn voor deze dijken: de Wilde marjolein,Zwarte toorts, Rechte ganzerik, Ijzerhard. In het Viersels Gebroekt werd doorde cursisten het Moeraskartelblad bewonderd. Deze plant is aan een opmarsbezig in het gebied. Pijptorkruid en Melkeppe werden gesleuteld met de tabelvan onze lesgever. Alvast hartelijk dank aan Hans voor de cursus en de veleweetjes.Ter voorbereiding van de inventarisatie in Berlaar trokken we Broekelst in. Ditbestaat eigenlijk uit drie verschillende percelen. In een ruig gedeelte met Riet,Grote Brandnetel en Haagwinde stond massaal het Groot Warkruid. Nogvermeldenswaard is het Watertorkruid. Enkele akkeronkruiden zoalsKorrelganzevoet en Spiesmelde zijn langs de rand ook talrijk te vinden. Het37


andere gedeelte inventariseerden we tijdens een officieel aangekondigdeactiviteit op 28 augustus maar daar werden geen uitschieters gevonden. Detypische ruigteplanten waaronder Koninginnekruid en Moerasspirea zijnmassaal aanwezig. Het is nat geweest en dat merkten we al aan depaddenstoelen waarvan vooral de talrijke Zwerminktzwammen heel schattigwaren en hun naam alle eer aandeden.PWG Vlaamse Ardennen plus2 augustus <strong>2010</strong> Oprukkende pekelplanten in Leupegem-OudenaardeTijdens onze plantenwerkgroepsexcursie op 31 augustus <strong>2010</strong> was het al vanin het begin prijs. We waren amper begonnen aan het rondpunt in Leupegemen hadden zeker al meer dan twintig minuten gespendeerd aan de eerstehonderd meter met het noteren van de gewone soorten als Varkensgras,Straatgras, Canadese fijnstraal, ... maar ook van de minder gewone soort alsStraatliefdegras. Toen trokken we de Berchemse steenweg in, waar eenbraakliggend terreintje onze eerste aandacht trok. Maar enkele van onzedeelnemers bleven de strook tussen het fietspad en de rijweg afspeuren ensloegen alarm: eerst voor een klein, platgereden plantje met roze bloempjes.Het verdict was al vlug geveld (te vlug bleek achteraf): het zal wel Rodeschijnspurrie zijn. Een stap verder merkte iemand dan al vlug ook een raregrassoort op: dit bleek Stomp kweldergras te zijn. En toen we al speurend opdeze plek ook nog Hertshoornweegbree ontdekten was de vreugde bij mij, alsgids, die de mensen tracht te motiveren met educatieve achtergrondverhaaltjes,niet meer te stelpen. We hadden hier op enkele meters afstand driesoorten die indicatoren waren voor het oprukken van pekelplanten, die in hetbinnenland profiteren van het winterse zoutstrooien ... en daarbij werd dan ookmelding gemaakt van het Deens lepelblad dat op 100meter hiervandaan alenkele jaren de middenberm van de N60 siert met een witte middenboord in devroege lente. Het straffe is dat ik mijn kritische observatiezin blijkbaar volledigkwijt raakte bij het vertellen van dat pekelverhaal, want op dezelfde plekvonden we ook een grote groeiplek van verse, niet platgereden schijnspurries,waarbij ik zelfs de moeite niet nam om ze eens beter te bestuderen. Gelukkigwas ook Dirk Duytschaever mee, die in alle stilte een exemplaar meenam omthuis eens beter te bekijken ... en was er ook een fotograaf mee, die enkeleweliswaar niet 100% gelukte detailfoto’s nam van die vegetatie.Want in mijn enthousiasme was ik eraan voorbijgegaan dat de rodeschijnspurrie geen echte pekelplant is, maar dat er een broertje van bestaat datde laatste jaren meer en meer in het binnenland gesignaleerd wordt, met alstoepasselijke naam “Zilte” schijnspurrie.Resultaat: twee dagen later kreeg ik van Dirk het volgende mailtje:“Dag Karel, Ik heb nog een leuke verrassing: die schijnspurrie die we vonden iswel degelijk een zoutminnende soort, wat S. rubra eigenlijk niet is. Ik heb eenplantje meegenomen en dat eens met al mijn flora's bestudeerd. Wat valt er temelden? Bladen vlezig en spits en stekelpuntig; kroonbladeren wit aan de voet.Drie meeldraden. Zaadje 0,5 à 0,6mm lang, ongevleugeld. De conclusie is datwe Zilte schijnspurrie (S. marinar) hebben gevonden. Heukels vermeldt deplant als voorkomend in het binnenland langs gepekelde wegen, en deNederlandse ecologische Flora voegt eraan toe dat de plant vaak in het38


gezelschap van Stomp Kweldergras op zulke plaatsen optreedt. We haddendaar dus echt een mooi trio van zoutplanten.”En inderdaad: ook op foto waren die vlezige blaadjes goed te zien! Voor mijenerzijds een les in nederigheid en een aansporen tot meer zin voor kritischewaarneming ... maar anderzijds ook een voldoening, dat we zo’n mooi verhaalhebben kunnen vertellen aan de deelnemers ... Of moeten we met deze vondsteigenlijk niet zo blij zijn ??? Want duidt dit niet op een verzilting van ons milieuin het normaal zoete binnenland???Foto’s vind je bij het verslag van deze excursie. Belangrijke opmerking: bekijkook eens de foto bij het verslag van 12 juni: ook dit is een foto van zilte en nietvan rode schijnspurrie!10 augustus Dwergviltkruid: een mysterieuze nieuwe vondst in hetBurrekenBegin augustus kreeg ik van Ronny De Clercq een seintje dat hij bij hetplaatsen van de genummerde paaltjes in de “Bramentuin” van <strong>Natuurpunt</strong> aande Ganzenberg, een deel van het Burrekenreservaat, ‘gestruikeld’ was over deaanwezigheid van enkele tientallen exemplaartjes van Dwergviltkruid op deopen zavelplekjes in de gemaaide gangen tussen de bramenrijen. Beseffenddat deze vondst eerder ongeloofwaardig was, vroeg hij mij deze plantjes eenste gaan bekijken.Op 9 augustus trok ik dan maar eventjes langs die bramentuin, op weg naareen te inventariseren “zwart” hok in de buurt. En inderdaad: alle kenmerkenvan dit plantje waren duidelijk teherkennen en zijn zelfs enigszins tezien op bijgaande foto die ik daargenomen heb. Toch vreemd dat zo’nplantjes van droge, kale,voedselarme zandgronden hier inhet Burreken te voorschijn komen.Alhoewel de plekjes waar zegevonden zijn toch enigszins aandie voorwaarden voldoen (enkel aandat voedselarme zou ik twijfelen). Dedichtste bekende groeiplaatsenlagen in de periode vóór 1939 in hetGentse, in de periode tussen 1939 en 1972 in de buurt van Deinze (ik vermoedNazareth), én na 1972 moest men al meer naar de streek tussen Gent en SintNiklaas gaan. Meest van al vindt men deze Filago minima echter in deKempen. Ronny opperde dat er misschien zaden meegekomen zijn aan deschoenen van bezoekers van de bramentuin, die daarvoor bvb. in de Kempenrondgelopen hebben, wat een plausibele verklaring is.In de “Atlas van de Flora van Vlaanderen” maakt men echter ook debemerking dat de verschillende verspreidingspatronen in die drie periodes eenindicatie zijn voor het pionierskarakter van de plant en de onstabiele aard vanveel van de groeiplaatsen. Het is dus helemaal niet zeker of dit plantje over tienjaar nog zal staan in die bramentuin, want op dit moment is de bodem daar nogop vele plaatsen verstoord en kaal, maar bijna onvermijdelijk zullen die gangensteeds maar graziger worden en minder herbergzaam voor ons “dwergje”.39


ExcursieverslagenBostmolen in Roborst1 meiGids: Karel De Waele17 deelnemersMet een minder talrijke, maar comfortabeler groep kamden we de muren aande Bostmolen uit en noteerden Tongvaren, Steenbreekvaren en (na langzoeken ook) Muurvaren, naast Muurleeuwenbek en Muurfijnstraal (hier alenkele jaren verwilderd vanuit de bloembakken op de vensterbank). Op deZwalmoever ontdekten we Barbarakruid, Wolfspoot, Hangende zegge enjammer genoeg ook Reuzenbalsemien. Op de voetpaden stond Zandraketvolop in bloei en vroegeling in vrucht. Daarna trokken we naar een stukje vanhet Bertelbos dat nog net in onze km-hok lag. Daar constateerden we dat devoorjaarsflora al flink over haar hoogtepunt van bloei was, maar toch genotenwe van de vele bosanemonen, Muskuskruid, Daslook, Boszegge, Ijle zegge enSlanke sleutelbloem. Jammer dat de Reuzenpaardenstaart net buiten onze kmhokgroeide! We sloten de lijst af met 194 soorten.Foto Karel De WaeleFoto van C. Vanheuverzwijn:de groep op zoek naar muurvegetaties “Wat groeit daar ?"Schorisse 15 meiGids: Karel De Waele 32 deelnemersOpnieuw een grote opkomst, maar gelukkig zitten er onder de deelnemersgenoeg kenners, die ook hier en daar spontaan een woordje uitleg geven,zodat iedereen aan zijn trekken kan komen. Een langgerekt beekbegeleidendbosje met Dotterbloem, Moesdistel, Bosbies, Hangende zegge, Boszegge,Moeraszegge, Muskuskruid, Bosanemoon, Bittere veldkers, Reuzenpaardenstaart,Slanke sleutelbloem, Speenkruid en beide soorten goudveilvormde de hoofdschotel van deze excursie.Claude Grandsart: HeggevogelmuurBosereprijs40


Aan de grotere beek, waar zich een aantal huisjes genesteld hebben had destreper het iets moeilijker: waren dat Daslook en dat Gevlekt longkruid, die daartoch massaal groeiden wel wild of eerder verwilderd vanuit de aanplant in detuinen ??? Ze kwamen wel op de lijst, ook al omdat ze in de streek zeker in hetwild voorkomen. De lijst vulde zich op die manier aan tot weeral 194 soorten.Maarke-Kerkem 29 meiGids: Karel De Waele 20 deelnemersNa een korte verkenning van het kerkhof waar we o.a. Vreemde ereprijsvonden en een muurtje bij het schooltje dat vol muurvaren stond trokken werichting Maarkebeek. Aan de watermolen hoorden en zagen we de Grote gelekwik, maar daarvoor waren we niet gekomen. Dus noteerden we daar de eerstebeekbegeleidende soorten zoals Gewone smeerwortel, Rietgras,Reuzenbalsemien, Dagkoekoeksbloem, ... maar ook Gewone es, Vlier enAmerikaanse vogelkers. Op een braakliggend stukje grond leerden sommigenvoor het eerst Stippelganzenvoet kennen. Op die manier was al heel wat tijdverstreken en we wilden persé nog naar een klein bosje langs de beek. Maarhet begon plots fel te regenen zodat we verplicht moesten schuilen tegen eengevel. Gelukkig ging de regenbui over, maar we moesten wel door het hogenatte gras naar ons bosje en niet iedereen had laarzen aan! Gelukkig voor dieonverlaten stond dit normaal drassig moerasbosje zo droog als wat. Een raargezicht die dotterbloemen in een uitgedroogd bos. We noteerden daar ookBosmuur en Paarse schubwortel. Via een weide klommen we naar de hogergelegen weg. En op de terugweg vonden we in een gazonnetje op zandigebodem zelfs nog Vogelpootje, de derde vondst in de Vlaamse Ardennen! Intotaal kwamen 185 soorten op de lijst.Claude Grandsart: de groep aan de watermolenKlein vogelpootjePlantenstudienamiddag “Voorzomerflora” deel 1 in Ronse 12 juniGids: Karel De Waele15 deelnemersDe excursie verliep voornamelijk langs wegbermen met toch op meerdereplekken heggenrank en op één plaats zelfs Brede lathyrus. De Veldlathyruskleurde de wegbermen mooi geel. We waren wel verbaasd bij de vondst langseen straatkant van Stomp kweldergras en Zilte schijnspurrie (foto ClaudeGrandsart hieronder), beide soorten die nogal houden van pekeltoestanden endus in het binnneland verband houden met het zout strooien in de winter. Despoorberm leverde eigenlijk niet veel op, maar op de bakstenen spoorbruggroeide wel overvloedig muurvaren. Langs een voetpaadje door een bosjenoteerden we ook een aantal typische bosplanten zoals Bosanemoon,Gevlekte aronskelk en Muskuskruid, maar we zochten vergeefs naar41


Speenkruid (wat daar zeker wel zal groeien onder de nu te hogebrandnetelvegetatie). En langs een beekje langs dit paadje ontdekten we nogeen late Paarse schubwortel, bloeiende Grote valeriaan en Reuzenzwenkgrasmet zijn blinkende bladeren.Claude Grandsart - Zilte schijnspurrieEddy Vervynck - HertshoornweegbreeAndere mooie vondsten waren Kruisbladwalstro, Kamgras en Kleine zandkool.Door de gevarieerdheid aan biotopen kwamen we aan een totaal van 220soorten. We hadden dus geen reden tot klagen!“Voorzomerflora” deel 2 in Ronse, aan de Hotond26 juniGids: Karel De Waele12 deelnemersOnder een snikhete zon waren we blij dat een groot deel van de excursieverliep in de schaduw van het bos en de houtkanten op de zuidkant van deHotond en pas op het einde op de akkers op de top en de noordkant. Wededen twee verrassende vondsten: Rapunzelklokje en Beemdkroon. Ook hetKamgras op een nochtans zandige weide hadden we eigenlijk niet verwacht.Wel verwacht was het Muurhavikskruid, Ruige veldbies en Eikvaren op eentalud van Diestiaanzand. Ook Mannetjesereprijs en Muizenoortje in eenzandige berm lagen in dezelfde lijn van de verwachting. Interessant was ookhet vergelijken van de mannelijke en de vrouwelijke bloemen van Heggenrank,die we op meerdere plaatsen vonden. Dank zij de ijverige speurneuzen van dedeelnemers groeide het lijstje toch aan tot 188 soorten.Plantenstudienamiddag “Zomerflora” deel 1 in Leupegem 31 juliGids: Karel De Waele17 deelnemersEen km² met de N60 erin, de baan naar Berchem, de industriezone ernaast, deMaarkebeek en verschillende baangrachten én de oevers van de Schelde, datbeloofde een grote plantenoogst te worden. En inderdaad: er kwamen 229soorten op de lijst, met uiteraard veel adventieven en tuinvlieders zoalsPrikneus, Wijnrank, Oranje havikskruid,... en ook zaailingen van deaangeplante struiken in het industriepark en langs de banen zoals Spaanseaak, Mahonie, Kardinaalsmuts, Rode kornoelje,... Aan de Maarkebeek vielenvooral de kleine kaardebol en – jammer genoeg – de Reuzenbalsemien op.Opvallend was ook dat in de vochtige bermen massaal de Heelblaadjesaanwezig waren. Langs de Schelde vonden we vanzelfsprekend Pluimzegge,Grote engelwortel, Gele lis, Grote egelskop en Blauw glidkruid. En op de dijkgroeiden al even verwacht de Middelste teunisbloem, Koningskaars,Slangenkruid, Bitterkruid en Bosrank. Maar we waren vooral blij met de vondst– langs de Berchemse steenweg – van de ‘pekelplanten’ Stomp kweldergras,Hertshoornweegbree en Zilte schijnspurrie.42


Plantenstudienamiddag “Zomerflora” deel 2 in Moregem 14 augustusGids: Karel De Waele9 deelnemersVakantie, regen voorspeld, ... daardoor een eerder lage opkomst? Tochhadden we niet veel last van regen ... maar eerder van de voetwegeltjes dieplots doodliepen op een akker of een weide of privaat terrein! Opvallendstesoorten waren het Straatliefdegras tussen de kasseien op het Moregemplein,Vogelwikke met de witte bloemen, Parelvederkruid dat een langzame dood tewachten staat (want met het slib van een tuinvijver gedumpt in de rand van eenakker), de massa’s Veerdelig tandzaad, Beekpunge en Groot moerasscherm ineen beek met heerlijk helder stromend water, Bosbies die op de oever van diebeek blijkbaar een voor hem gunstige kwelzone gevonden had ... én enkeleplekjes Kaal breukkruid op het voetpad, die daar blijkbaar toch niet van naturegekomen waren, want in de tuin ernaast had de eigenaar blijkbaar dit plantjegebruikt als mini-bodembedekker! In totaal kwamen toch 190 soorten op delijst: niet mis dus voor een dorpshok.Planten- & Zwammenwerkgroep SchijnvalleiOp verzoek van Rembrandt De Vlaeminck van de Dienst Duurzaam Milieu- enNatuurbeleid van de Provincie Antwerpen deed de plantenwerkgroep van NPSchijnvallei in juni <strong>2010</strong> een tweetal inventarisaties langsheen de 1.5km langeKorhoendreef op de Brechtse Heide. De Brechtse Heide is sinds 1977beschermd landschap en heeft een opper-vlakte van ca. 1700ha. Het is eenopen landbouwgebied met in de periferie een aantal bosgebieden. Historischwas de Brechtse Heide een enorm uitgestrekt heidegebied met een grootaantal vennen. Hier en daar zijn er nog een aantal relicten van de vroegere(heide)biotoop te vinden. Ondanks het statuut van beschermd landschap is deecologische kwaliteit van het gebied de laatste jaren sterk afgenomen. Daaromwerd door de provincie Antwerpen, het Regionaal landschap en deaangrenzende gemeentes een landschapsbeheerplan voor dit unieke gebiedopgemaakt. Hieronder vind je het resultaat van onze inventarisaties en wehopen toch een weliswaar bescheiden bijdrage te hebben geleverd aan hetbeheer van het gebied. In tabel 1 vind je de plantenlijst, tabel 2 vermeldt degevonden lichenen. Wij zijn vertrokken vanaf de Vraagstraat richtingNoenheuvel. Jammer genoeg hebben wij het lopend onderzoek vroegtijdigmoeten stopzetten vermits er op diverse plaatsen duchtig herbiciden warengesproeid. Vermoedelijk werden vooral de distels geviseerd. Wat de plantenbetreft vonden we in de houtkant naast de dreef een aantal heiderelicten zoalsStruikhei, Dophei, Spurrie, Pijpenstrootje, Zilverschoon & Rode schijnspurrie.Ook waren een aantal typische bosplanten aanwezig zoals Bochtigesmele, Scherm- en Stijf havikskruid, Smalle- en Brede stekelvaren, enz. Watook opviel was de aanwezigheid van diverse parelamanieten, een boombegeleidendepaddenstoel, die je normaal niet in volle zomer zou verwachten.Hopelijk kunnen we een van de volgende jaren opnieuw een inventaris doen,maar dan van een onbespoten berm.Deelnemers: Lucy de Nave, Leo Van Herbruggen, Nicole Van Hoydonck, JacquelinePoeck, Karel Demeyere, Christine Simons, Alberto Durinck, André Bosmans, KarlHellemans, Walter Van Spaendonk, Dré Van Steenvoort, Roland De Jonghe, StafBrusseleers43


Notitie & verslag lichenen: Karl HellemansNotitie & verslag planten: Staf BrusseleersKorhoendreef – Brechtse heide 15 & 29 juni <strong>2010</strong> km-hok: b5-52-11N° Wetenschappelijke naam Nederlandse naam KFK419Achillea millefoliumAgrostis capillarisDuizendbladGewoon struisgras101018 Agrostis stolonifera Fioringras 1040 Alopecurus geniculatus Geknikte vossenstaart 966 Anthoxanthum odoratum Gewoon reukgras 1070 Anthriscus sylvestris Fluitenkruid 1073 Apera spica-venti Grote windhalm 996 Arrhenatherum elatius Glanshaver 10101 Artemisia vulgaris Bijvoet 10119 Athyrium filix-femina Wijfjesvaren 9140 Betula pendula Ruwe berk 10143 Bidens frondosa Zwart tandzaad 7144 Bidens tripartita Veerdelig tandzaad 92337 Bromus hordeaceus Zachte dravik 10186 Calluna vulgaris Struikhei 8200 Capsella bursa-pastoris Herderstasje 10203 Cardamine hirsuta Kleine veldkers 10235 Carex hirta Ruige zegge 10296 Cerastium fontanum subsp. vulgare Gewone hoornbloem 10295 Cerastium glomeratum Kluwenhoornbloem 9305 Chelidonium majus Stinkende gouwe 10306 Chenopodium album Melganzenvoet 10331 Cirsium arvense Akkerdistel 10336 Cirsium vulgare Speerdistel 10475 Conyza canadensis Canadese fijnstraal 10358 Coronopus didymus Kleine varkenskers 8372 Crepis capillaris Klein streepzaad 10386 Cynosurus cristatus Kamgras 81140 Cytisus scoparius Brem 10390 Dactylis glomerata Kropaar 10398 Deschampsia flexuosa Bochtige smele 9426 Dryopteris carthusiana Smalle stekelvaren 9419 Dryopteris dilatata Brede stekelvaren 9446 Elytrigia repens Kweek 10450 Epilobium angustifolium Wilgenroosje 10460 Epipactis helleborine Brede wespenorchis 9473 Erica tetralix Gewone dophei 6490 Eupatorium cannabinum Koninginnenkruid 10520 Festuca rubra Rood zwenkgras 10543 Galeopsis tetrahit Gewone hennepnetel 10544 Galinsoga quadriradiata Harig knopkruid 10546 Galium aparine Kleefkruid 102376 Galium palustre Moeraswalstro 9570 Geranium dissectum Slipbladige ooievaarsbek 9571 Geranium molle Zachte ooievaarsbek 10574 Geranium pusillum Kleine ooievaarsbek 10582 Glechoma hederacea Hondsdraf 10589 Gnaphalium uliginosum Moerasdroogbloem 10618 Hieracium laevigatum Stijf havikskruid 6625 Hieracium umbellatum Schermhavikskruid 9647 Hypericum dubium Kantig hertshooi 8649 Hypericum perforatum Sint-Janskruid 10654 Hypochaeris radicata Gewoon biggenkruid 102290 Jacobaea vulgaris Jakobskruiskruid 10680 Juncus effusus Pitrus 10706 Lamium purpureum Paarse dovenetel 10708 Lapsana communis Akkerkool 1044


725 Leontodon autumnalis Vertakte leeuwentand 10745 Linaria vulgaris Vlasbekje 10756 Lolium perenne Engels raaigras 10763 Lotus pedunculatus Moerasrolklaver 101933 Luzula multiflora Veelbloemige veldbies 7767 Luzula multiflora subsp. congesta Veelbloemige veldbies subsp. congesta 7772 Lychnis flos-cuculi Echte koekoeksbloem 9780 Lycopus europaeus Wolfspoot 10784 Lysimachia vulgaris Grote wederik 10796 Matricaria discoidea Schijfkamille 10794 Matricaria recutita Echte kamille 10799 Medicago lupulina Hopklaver 10832 Molinia caerulea Pijpenstrootje 9872 Oenothera biennis Middelste teunisbloem 6973 Persicaria lapathifolia Beklierde duizendknoop 10977 Persicaria maculosa Perzikkruid 10977 Persicaria maculosa Perzikkruid 10932 Phleum pratense subsp. pratense Timoteegras 9943 Pinus sylvestris Grove den 7946 Plantago lanceolata Smalle weegbree 10947 Plantago major subsp. major Grote weegbree 10952 Poa annua Straatgras 10959 Poa trivialis Ruw beemdgras 10968 Polygonum aviculare Gewoon varkensgras 10983 Populus tremula Ratelpopulier 91006 Potentilla anserina Zilverschoon 101008 Potentilla erecta Tormentil 81017 Prunella vulgaris Gewone brunel 91020 Prunus serotina Amerikaanse vogelkers 101037 Quercus robur Zomereik 101048 Ranunculus flammula Egelboterbloem 81056 Ranunculus repens Kruipende boterbloem 10530 Rhamnus frangula Sporkehout 101076 Rorippa palustris Moeraskers 91078 Rorippa sylvestris Akkerkers 81634 Rubus fruticosus Gewone braam 101093 Rumex acetosa Veldzuring 101094 Rumex acetosella Schapenzuring 101101 Rumex obtusifolius Ridderzuring 101118 Salix caprea Boswilg 101593 Salix xmultinervis X Geoorde wilg x Grauwe wilg 9*1133 Sambucus nigra Gewone vlier 101170 Scrophularia nodosa Knopig helmkruid 101192 Senecio vulgaris Klein kruiskruid 101218 Solanum dulcamara Bitterzoet 101224 Sonchus asper Gekroesde melkdistel 101225 Sonchus oleraceus Gewone melkdistel 101234 Spergula arvensis Gewone spurrie 91237 Spergularia rubra Rode schijnspurrie 61248 Stellaria graminea Grasmuur 101250 Stellaria media Vogelmuur 101260 Tanacetum vulgare Boerenwormkruid 102430 Taraxacum officinale Paardenbloem 101299 Trifolium dubium Kleine klaver 101306 Trifolium repens Witte klaver 101321 Urtica dioica Grote brandnetel 101347 Veronica arvensis Veldereprijs 101351 Veronica chamaedrys Gewone ereprijs 91369 Vicia cracca Vogelwikke 101370 Vicia hirsuta Ringelwikke 105454 Vicia sativa subsp. nigra Smalle wikke ?5455 Vicia sativa subsp. segetalis Vergeten wikke ?45


KilometerfrequentieklasseKFK 0: 0 kwartierhokken niet meer waargenomen sinds 1972KFK 1: 1-17 kwartierhokkenuiterst zeldzaamKFK 2: 18-59 kwartierhokkenzeer zeldzaamKFK 4: 132-228 kwartierhokkenvrij zeldzaamKFK 5: 228-353 kwartierhokkenvrij algemeenKFK 6: 354-729 kwartierhokkenvrij algemeenKFK 7: 730-1128 kwartierhokken AlgemeenKFK 8: 1129-1856 kwartierhokken AlgemeenKFK 9: 1857-3183 kwartierhokken zeer algemeenKFK 10: >= 3184 kwartierhokken uiterst algemeenN° : Plantennummers refereren aan deFoto ‘s Alberto DurinckLichenen op de Brechtse heideNotitie van de lichenen bij een bezoek aan de Brechtse Heide op de begroeiinglangs de Korhoendreef op 16 juni <strong>2010</strong>. Het toont nog maar eens hoe een houtkantook kansen biedt aan de korstmossen om zich te vestigen. Een voordeelnaast vele andere!Notitie: Karl HellemansN° Wetenschappelijke naam Nederlandse naam Substraat Zeldz.1 Amandinea punctata Vliegenstrontjesmos wilg aaa2 Candelaria concolor Vals dooiermos eik aaa TNB3 Candelariella reflexa Poedergeelkorst eik aaa4 Evernia prunastri Eikenmos eik aaa5 Flavoparmelia soredians Groen boomschildmos eik aa TNB6 Hyperphyscia adglutinata Dun schaduwmos populier aa TNB7 Lecanora barkmaniana Ammoniakschotelkorst wilg a8 Lecanora carpinea Melige schotelkorst populier aaa9 Lecanora chlarotera Witte schotelkorst populier aaa10 Lecanora hagenii Kleine schotelkorst populier aaa11 Lecidella elaeochroma Gewoon purperschaaltje populier aaa12 Lepraria incana Gewone poederkorst wilg aaa13 Melanelixia subaurifera Verstop-schildmos populier aaa14 Parmelia sulcata Gewoon schildmos wilg aaa15 Parmotrema perlatum Groot schildmos wilg aaa16 Phaeophyscia orbicularis Rond schaduwmos eik aaa17 Physcia adscendens Kapjesvingermos wilg aaa18 Physcia tenella Heksenvingermos wilg aaa19 Physconia grisea Grauw rijpmos eik aaa20 Punctelia borreri Witstippelschildmos eik aa TNB21 Punctelia jeckeri Rijpschildmos eik aaa TNB22 Punctelia subrudecta Gestippeld schildmos populier aaa23 Ramalina farinacea Melig takmos eik aaa24 Ramalina fastigiata Trompettakmos wilg aaa25 Xanthoria parietina Groot dooiermos wilg aaa46


26 Xanthoria polycarpa Klein dooiermos wilg aaa27 Xanthoriicola physciae Xanthoria parietina pZeldzaamheidsklassenzzz =uiterst zeldzaam zz = zeer zeldzaam z = zeldzaamaaa = heel algemeen aa = zeer algemeen a = algemeen0 = uitgestorvenp = parasiet ( geen zz)Rode Lijst-categorieënVN = verdwenen in Nederland EB = ernstig bedreigd BE = bedreigdKW = kwetsbaar GE = gevoelig TNB = totaal niet bedreigdPlantenwerkgroep GentExcursieverslagenGent Molenhoek HOK C3-52-34 17 juniOnze gids was in voor een grapje (of gewoon een heel klein beetje verstrooid?)en dus mochten de fietsers deze avond voor het strepen begon eerst bewijzenhoe snel ze meekonden met de auto’s bij een ommetje rond door de stratenvan Wondelgem. Ons onderzoeksgebied was een verkaveling ‘de lange velden’waar we zouden onderzoeken welke planten een gewisse dood staat tewachten als de bouwwerken echt beginnen.De eerste minuten konden we bij de auto’s blijven staan, Gewone spurrie,Bezemkruiskruid, Grote klaproos, Klein streepzaad, een reuzenexemplaar vande Speerdistel, Kleine klaver,… We moesten maar 1 stap zetten en ze stondenallemaal binnen handbereik. Onze grassenspecialist Pierre, legde geduldigenkele keren opnieuw uit dat Agrostis stolonifera of Fioringras en Agrostisgigantea of Hoog struisgras allebei een lange tong hebben maar dat Fioringrasbovengrondse uitlopers heeft die wortelen op de knopen, terwijl Hoogstruisgras zich uitbreidt via ondergrondse wortelstokken.We mochten ook enkele “mooie” vondsten noteren waaronder enkelemanshoge, prachtexemplaren van Wegdistel, de niet zo zeldzame maar tochniet zo vaak gestreepte Bleekgele droogbloem, het Vogelpootje en deBlaassilene. Voor één plantje, de Eenjarige hardbloem of Scleranthus annuusvan de anjerfamilie, ging de helft van de groep zelfs op de buik aangezien ermaar één exemplaartje te zien was. Natuurlijk stonden er wat verder veel meermaar het eerste is toch altijd speciaal.Eenjarige hardbloem - foto Gert Arijs47


Bij de vijver zagen we een uit de kluiten gewassen vlasplantje, Linumusitatissimum.En omdat we in het huidige politieke bestel ons Latijn best op peil houden, tocheven vermelden dat usitatissimum ‘zeer nuttig’ betekent. Vlas wordt immersgebuikt om linnen van te maken, om lijnzaadolie te maken, de zaadjes zijn ookgoed voor onze gezondheid, al bij al toch wel een uiterst nuttig plantje. Op deterugweg herkenden we nog Potentilla recta, alweer een niet alledaagse plant.Stilaan begon de groep uit elkaar te vallen, het was een mooi gevulde avondgeweest!Driedaagse naar de Peel, NederlandLang, lang geleden lag er in Nederland op de grens van Brabant en Limburgeen gigantisch hoogveengebied van ± 30.000ha. Het grootste deel van dithoogveengebied is ondertussen jammer genoeg verdwenen door turfwinningen ontginning tot landbouwgrond. Er rest nu nog ± 4.000ha waarvan hetNationaal Park De Groote Peel en de Mariapeel deel uitmaken. Daar gingen wemet onze PWG de eerste 2 dagen van ons weekend de lokale floraonderzoeken. Gelukkig bestaan er nog ouderwetse wegenkaarten enwegwijzers zodat iedereen toch min of meer op tijd op de plaats van afspraakgeraakte. Als het van de “GPS-madammen” alleen zou afgehangen hebben,waren sommigen misschien nog niet ter plaatse…Van oorsprong zijn hoogveengebieden voedselarm maar door de aanvoer vanvoedingsstoffen via de regen en de omliggende landbouw is daar welverandering in gekomen. We streepten dus een heleboel algemene soorten,grassen en talrijke tred- en ruigteplanten maar ook o.a. Koningsvaren,Wateraardbei, Eenarig wollegras, Veenpluis, Trosbosbes en Melkeppe.Op de geplagde stukjes bewonderden we natuurlijk Kleine- en Rondezonnedauw en in het bos stond vooral Berk, Blauwe bosbes, Bochtige smeleen Adelaarsvaren. Daar 6 van de 15 aanwezigen op dit moment grassencursusvolgen, besteedden we relatief veel tijd aan het determineren van grassen,biezen en zeggen. Knolrus, Vroege haver, Canadese rus, Vroege zegge,Gewone en Naaldwaterbies en Pijpenstrootje hebben voor ons geen geheimenmeer…Tussen de pollen Pijpenstrootje zagen we de prachtige Dophei in bloeien op de verhogingen van de pollen veel jonge struikhei! De derde dagwandelden we op de Somerensche heide waar we vooral de bovenvermeldeheidesoorten terugzagen en -hoe kan het anders- natuurlijk ook weer héél veelPijpenstrootje in alle stadia.foto’s Nancy Leyssens48


Het was een zeer leerrijk weekend, we zagen misschien niet zoveel soortenmaar elk plantje werd door elke aanwezige die het wilde uitvoerig onder de loepgenomen, niets werd als vanzelfsprekend aangenomen en vele plantjeswerden meermaals gedetermineerd met behulp van de verschillende flora’s,kwestie van de flora’s te vergelijken en zeker te zijn dat wat we uitkwamen ookcorrect was.Merelbeke HOK D3-32-441 juliOndanks temperaturen van 30°C en meer waren we toch met 13 present aande kerk van Merelbeke. Na enig overleg vertrokken we te voet richting hok.Naar goede gewoonte lag het tempo aanvankelijk traag, wat bij dezetemperaturen voor één keer een pluspunt was. De streeplijst was al gauwingevuld met een lange lijst... De wandeling ging richting Bergwegel. Toen wede Valleiweg insloegen zaten we ineens volop in het groen. Toch was de oogsteerder mager. Langs een boswegeltje stond volop Salomonszegel en ook deBrede wespenorchis vonden we hier. Vriendelijke bewoners lieten ons graag inhun tuin waar ondermeer adelaarsvaren groeide. Al bij al waren we het erovereens dat een groen gebied niet noodzakelijk synoniem is van gevarieerdeplantengroei. Een drietal "vondsten" maakten het nog enigszins goed:Duizendguldenkruid (en nog wel in de greppel!), Kleine leeuwentand en Ruigeleeuwentand. Rond negen uur gaven we er de brui aan, erg vroeg voor zo´nmooie zomeravond.Lut Van DaeleSint-Martens-Latem, Buizenberg HOK D2-38-22 13 juliOns studieterrein van vanavond besloeg de met kasseien belegde straatjes inde buurt van het golfterrein. We verwachtten dus niet te veel qua biodiversiteitof qua bijzondere plantjes. Maar kijk, de eerste meters gestapt leverden ons aleen paar “speciallekes” op: Muursla, Klein springzaad, Wilde liguster en eenBosroos. Een massa zaailingen van Amerikaanse vogelkers lieten ons van opafstand bijna geloven dat er Maagdenpalm onder de bomen stond, gelukkigwordt er altijd van dichtbij gecontroleerd. Peter bewees dat hij op de driedaagsegoed opgelet had door zomaar Pijpenstrootje te herkennen achter deomheining. Ons grasje stond ook hier in goed gezelschap van Struikhei enBrem. Robert maakte ons attent op de kruisbekken die boven onze hoofdenvlogen, ’t moeten niet altijd alleen maar plantjes zijn…We vonden ook twee exemplaren van de Springzaadveldkers met zijn typischepijlvormige, stengelomvattende bladstelen met lange spitse oortjes en getandebladslippen, toch een vrij zeldzame plant. We moesten langs dezelfde wegterug en de grote meerderheid van de groep deed dat aan een iets snellertempo dan een ander deel met als gevolg dat de groep daar splitste. Als er nogzeldzaamheden gevonden zijn, lees je dat dus in een later verslag….St.Amandsberg / Potuit Hok D3-13-31 29 juliIs het nog vakantieregime of zit er, na 9 streeptochten, de klad al een beetje inof was het misschien omdat dit uurhok vorig jaar ook op ’t programma stond dater slechts 10 mensen, mijzelf inbegrepen, op de plaats van afspraak waren.Wie zal het zeggen? Maar vandaag hadden om een of andere reden, spijtiggenoeg vooral de dames het laten afweten. Of was ook dat toeval? Toch istwee jaar na elkaar hetzelfde hok strepen, zeker in dit geval, geen overbodige49


luxe. Ten eerste lukt het ons zo goed als nooit om op een avond een volledighok te bewandelen en in dit geval is er voor een stadshok toch redelijk watgroen te zien op de Google Earth luchtfoto. Een beetje ontgoochelt over deopkomst maar vol verwachting vertrokken de aanwezigen toch maar, preciesop tijd. De eerste straat, die we vorig jaar ook al eens bekeken, leverde zoalsverwacht niets bijzonders op voor een hok in de rand van een grootstad.Behalve dan misschien de Amerikaanse kruidkers of Lepidium virginicum dietot de kruisbloemenfamilie behoort en van nature in Noord-Amerika voorkomt,maar sinds enkele jaren zo goed is ingeburgerd dat we hem tot de stadsfloramogen rekenen. In de volgende straat werden we echter weer geconfronteerdmet de steeds prangender wordende vraag, strepen of niet? Doordatverschillende natuur en milieuorganisaties en instanties natuurlijke tuinenpromoten en daarvoor zaadmengels tegen spotprijs of zelfs gratis terbeschikking stellen, worden wij steeds vaker geconfronteerd met uit halfverwilderde of zogenaamde natuurlijke tuinen ontsnapte of bijna ontsnapteplanten. Ook boomspiegels en geveltuintjes worden door brave burgerswelwillend van kleurrijk groen voorzien. Zelfs de stedelijke plantsoendienstgeeft onze moderne stadsparken graag een door wandelaars gesmaakt, zei hetdan een exotisch inheems, kleurrijk tintje. De vraag is dan wanneer hebben wijeen interessante nieuwe vondst gedaan. Moeten we als ingeburgerdaanvaarde nieuwkomers koesteren of moeten we ze aangeven wanneer ze alsinvasief staan gecatalogeerd. Wie zal bepalen of een soort al dan niet invasiefis, economische instanties, natuurliefhebbers of plantenfreaks?Wat mij persoonlijk betreft vind ik Geelgroene naaldaar, Vingergras, Hemelboom,Dalmatiëklokje, Hoge fijnstraal, Gele helmbloem, Japanseduizendknoop, Gouden regen, Liefdegras dan wel Amerikaanse kruidkers, diehun plekje, toegegeven misschien tijdelijk, gevonden hebben tussen destraatstenen langs een gevel of voortuinmuurtje of op een nog braakliggendmaar bouwklaar perceeltje, altijd weer plezante vondsten. Misschien is het weleen leuk idee om onze nieuwe (inheemse) flora te zien als een afspiegeling vande moderne multiculturele samenleving van een grootstad. Jean De PrezSint-Amandsberg HOK D3-13-32 11 augustusWas het het miezerige weer, was het de vakantieperiode of was het deverwachte onaantrekkelijkheid van dit hok? Feit is dat er weer slechts amper 7streeplustigen aan de kerk van Campo Santo verzamelden. Maar gelukkigwaren daar dan weer wél vrouwen bij… We begonnen met het buurtpark“Potuit”, een beetje een verwaarloosd parkje met vooral veel grasvelden. Wevonden er de klassieke gazonplanten zoals Brunel, weegbree, Madeliefje enWitte klaver. Maar toch ook bv Klein springzaad, een plantje dat afkomstig is uitAzië en bij ons ondertussen ingeburgerd is in loofbossen en struwelen, aanbosranden en in tuinen. Klein springzaad heeft bleekgele, hoogstens 1cm langebloemen met een korte, rechte spoor. Dit laatste in tegenstelling tot degekromde spoor bij de veel grotere bloemen van het Groot springzaad, deenige echt inheemse plant uit de balsemienfamilie. We streepten nog Zwartetoorts, Akkerklokje en, minder aangenaam, ook Alsemambrosia. Langs dedrukke Antwerpsesteenweg leek het eerst alsof er niets aan de lijst zoutoegevoegd worden, maar uiteindelijk kwamen er toch nog wat planten bij zoalsHarig vingergras, Tengere rus, Gele morgenster, Muurvaren, Gele helmbloemen Uitstaande melde. Ondertussen probeerden we ons lijstje met planten meteen dierennaam te vervolledigen: Hazenpootje, Vogelpootje, Reigersbek,50


Schapenzuring, Kleine leeuwentand, Hanenpoot, Schermhavikskruid, Kleineooievaarsbek,…’t Was niet direct een droomhok maar we vonden toch wel meer variatie danverwacht.Kristel KeppensZwijnaarde Hekers HOK D3-32-14 26 augustusZoals de traditie het wil als we een Zwijnaards hok strepen, regende het weerflink vanavond. Maar toch waren er 7 mannen en 5 vrouwen, dapper of “goedzot”, zoals Peter ons bestempelde, die samen de regen wilden trotseren om delokale plantengroei in beeld te brengen.En wat ziet een mens zoal langs de straten in Zwijnaarde? Harig vingergras enStraatliefdegras, twee soorten die nu hun hoogtepunt kennen. Straatliefdegraskomt oorspronkelijk uit Oost-Azië. Het is een kosmopoliet van de warme engematigde gebieden maar sinds een dertigtal jaren steeds meer te vindenlangs onze wegen. Meel gemaakt van graantjes van het Harig vingergras zougoed zijn om pasta te maken, een ideetje om eens uit te proberen?We zagen alle te verwachten tred- en ruigteplanten en de aandacht verplaatstezich wat van de flora naar de medemens tot een Dubbelkelk ons weer watalerter maakte voor de omgeving. Er werd even gefilosofeerd over waarom weenkele jaren geleden overal Klein liefdegras vonden en nu haast nooit, waaromwe sommige seizoenen vaak Slipbladige ooievaarsbek zagen terwijl die dit jaarniet lijkt voor te komen in onze hokken, kortom over het komen en gaan enweer opduiken van planten zonder dat er onmiddellijk zichtbare redenen voorzijn. De regen bleef vallen en er werd voorgesteld om na nog tien soorten testoppen. De eerste tien planten werden echter snel gevonden dus zouden weer nog twee bijdoen, dan nog één, dan nog…We keerden gewoon rustig terug en vonden onderweg toch nog wat mooiesoorten. We leerden dat Agrostis vinealis of Zandstruisgras te herkennen valtaan de lange wortelstokken met strokleurige schubben en aan het fijne, spitsetongetje bij het vlagblad. In een straatje stond overal Geelrode naaldaarverspreid, een C4-gras dat te herkennen is aan het feit dat de aartjessteel 5 tot10 roodachtig gele borstels met naar boven gerichte tandjes heeft. Detrosvormige aartjes staan ieder apart op niet vertakte steeltjes. Even werdgeopperd dat bij “rijpe” exemplaren van de groene naaldaar de borsteltjesonder de aartjes ook roodpaarsig kunnen kleuren maar na de “klit-test” werd dediscussie lachend afgesloten.Enkele grote exemplaren van Gevlekte scheerling mochten onze streeplijstafsluiten en na een laatste lekker snoepje van Annie, stapte iedereen in de autoof op de fiets. Ik mocht zelf nog een laatste lesje “aan den lijve” ondervinden:zelfs een totaal regenpak garandeert je geen droog vel als de regen klettertzoals vanavond op de terugweg….Kristel Keppens51


Florawerkgroep <strong>Natuurpunt</strong> Oost-BrabantVerslag excursiesLiesbet CleynhensHet Betserbroek in Geetbets, een deel vanhet door <strong>Natuurpunt</strong> beheerde gebied AronstHoek, werd op 4 augustus het voorwerp vaneen minutieuze zoektocht. Doel van de dag:het Kruipend moerasscherm vinden. De dagkon bijna niet meer stuk toen we dachten hetvermoedelijk in Vlaanderen uitgestorven Kleinvlooienkruid te hebben gevonden, maar hetbleek Heelblaadje te zijn. Heel veel speurenleverde enkel Pijptorkruid op. Aardbeiklaverwas wel massaal aanwezig.foto Jules Robijns11 augustus kreeg de Leeuwerikenheide(Averbode Bos & Heide) bezoek van deflorawerkgroep. Hier werd een jaar geledenover een grote oppervlakte geplagd. Onsbezoek was een jaartje te vroeg, want nogweinig planten hadden zich al gevestigd.Waterpostelein was wel reeds present. Langsde bosrand stond ook nog het vrij zeldzameDicht havikskruid.Op 18 augustus trokken we allemaal de laarzen aan om de bodem van één vande vijvers van Kleen Meulen, beheerd door <strong>Natuurpunt</strong>, te onderzoeken. Deplanten die hier groeien hebben een heel spannend bestaan. Zij moeten snelkiemen en zaad zetten op die enkele weken in de zomer wanneer de vijverdroog staat. Daarom blijven ze ook allemaal lilliputtertjes, soms slechts enkelemillimeters hoog. Maar het loonde wel de moeite: o.a. Drietallig glaskroos,Gesteeld glaskroos en Schijngenadekruid.De Pinnekenswijer in Gerhagen was de bestemming op 25 augustus. Eerstliepen we door het bos, waar Muursla en Stijf havikskruid langs het padgroeiden. Deze laatste wordt steeds zeldzamer langs bospaden, omdat deranden van het bos steeds rijker worden. Aan het ven zelf troffen we heel watzeldzaamheden aan die voorkomen op natte heide: Moeraswolfsklauw,Veelstengelige waterbies en uiteraard Ronde en Kleine zonnedauw.Op 1 september trok de Florawerkgroep Diest er op uit naar het WebbekomsBroek. Jules Robijns begon meteen ijverig te vissen in de vijver en haalde heelwat interessants boven. Met stip op één staat het Groot nimfkruid, een plant dienormaal enkel in mariene milieus voorkomt, maar hier in het Hageland openkele plaatsen (o.a. ook in Schulensbroek) vaste voet aan wal heeft.Haarfonteinkruid, met zijn heel spitse blaadjes en op het einde 1 nerf, groeit ernaast Gekroesd en Drijvend fonteinkruid. Verder vonden we heel wat plantendie starten met ‘moeras’: o.a. de zeldzame Moerasvaren en Moeraskartelblad(vermoedelijk uitgezaaid).Interesse om volgend seizoen mee te wandelen met de florawerkgroep, geefdan een seintje aan: chris.pacquee@skynet.be.Voor de volledige lijst van de waarnemingen: zie www.waarnemingen.be.52


NieuwsbriefPaddenstoelen53


Paddenstoelenwerkgroep<strong>Natuurpunt</strong>Momenteel zijn er in Vlaanderen 16paddenstoelenwerkgroepen van<strong>Natuurpunt</strong> actief.Zij organiseren talloze excursieswaarbij aandacht besteed wordt aaneducatie en inventarisatie vangebieden. Deze waarnemingen wordensystematisch ingevoerd op opkwartierhokniveau (1 km x 1 km). Dezeverspreidingsgegevens kunnengebruikt worden om een beter inzichtte krijgen in de diversiteit, verspreidingen achteruitgang van paddenstoelen inVlaanderen.In Vlaams-Brabant werd in 2001 eenatlasproject opgestart metondersteuning van de provincie.Momenteel wordt naar 60 gemakkelijkherkenbare soorten op houtsnippers, ingraslanden, tussen mossen en inbossen gezocht. Dit project wiliedereen aansporen om in eigen tuinen streek naar paddenstoelen te kijkenen de gegevens door te sturen naar<strong>Natuurpunt</strong> Studie. Meer info over hetproject vind je op de website.Een handige brochure voor herkennenvan de 60 soorten is verkrijgbaar in de<strong>Natuurpunt</strong> winkel voor de symbolischeprijs van 3 euro.Coördinatie <strong>Natuurpunt</strong> StudieRoosmarijn Steeman<strong>Natuurpunt</strong> StudieCoxiestraat 112800 Mechelen015/ 29 72 22Roosmarijn.steeman@natuurpunt.be<strong>Natuurpunt</strong> EducatieHans Vermeulen & Wim VeraghtertGraatakker 112300 Turnhouttel. 014 47 29 53Hans.Vermeulen@natuurpunt.beWim.Veraghtert@natuurpunt.beWebsite (algemeen):http://www.natuurpunt.be(Fauna & Flora)PaddenstoelenPaddenstoel.flitsDé maandelijkse digitale nieuwsbriefover paddenstoelen. Vol nieuws overnieuwe publicaties, projecten, excursiesen interessante vondsten.Schrijf je in viawww.natuurpunt.beOok jij kan iets bijdragen aan deNieuwsbrief Paddenstoelen!54


Roze stinkzwam voelt zich thuis in tuinenDe Roze stinkzwam (Mutinus ravenelii), het roze,exotische broertje van de Kleine stinkzwam isstillaan niet meer zeldzaam te noemen. Tien jaargeleden kwam deze soort nog als "zeldzaam" op deRode Lijst. Maar tegenwoordig wordt de soort her ender in tuinen gemeld. Deze stinkzwam is in feiteafkomstig uit Noord-Amerika. Aan het einde van de19e eeuw werd hij in Zuid-Europa opgemerkt ensinds 1950 wordt deze stinkzwam uit Nederlandgemeld. In Vlaanderen is deze soort voor het eerstopgedoken in 1988 te Beernem. Maar in deprovincie Vlaams- Brabant werd hij pas voor heteerst in 2004 waargenomen. De Roze stinkzwamvoelt zich vooral thuis in tuinen, daar hij graag opvermolmd hout, strooisel en compost groeit. DeSpitse stinkzwam (Mutinus elegans) heeft eveneenseen roze top, maar die is veel spitser en destinkende, bruine, kleverige massa waarin de sporenzitten bevindt zich meer op de helft van de steel.Deze soort werd pas in 2007 voor het eerst inVlaanderen gemeld, het is best mogelijk dat dezeexoot zich in de toekomst ook snel zal uitbreiden.Ook de Inktviszwam wordt tegenwoordig regelmatig uit tuinen gemeld en af entoe wordt er ook een Traliestinkzwam gezien.Paddenstoelen voor BeginnersDeze praktijkcursus laat je kennis maken met de algemene mycologischebegrippen, de indeling van het zwammenrijk, de ecologische aspecten vanzwammen, actuele literatuur rond zwammen en giftigheid en eetbaarheid vanpaddenstoelen. Tijdens de excursies ligt het accent niet enkel en alleen op hetopsporen van de juiste paddenstoelennaam, maar ook en vooral op hetherkennen van grotere groepen. Er wordt zeer uitvoerig ingegaan op welkekenmerken essentieel zijn en welke minder.Provincie AntwerpenLand van Reyen kern MortselTheorie: 8/10 en 15/10 van 19u30 tot 22u30Plaats: Hoeve Dieseghem, Wouter Volckaertstraat 44, MortselPraktijk: 16/10 en 30/10 van 9u00 tot 12u00Prijs: 20€/leden en 30€/niet-leden op 000-1002509-14 t.n.v. NP Land van Reyen metmededeling “cursus paddenstoelen”Inschrijven: Yves Joris, 03 440 08 70, fa866819@skynet.beLesgever: Hans VermeulenWilrijkPlaats: Lokaal De IJsvogel, Fort VII, Legerstraat 40 te Wilrijk.Theorie: 2/9 van 20u00 tot 23u0055


Praktijk: De excursies vinden plaats op 18 + 25 september en 2 + 9 + 16 + 23 oktober,telkens van 9u00 tot 12u00. Gebieden worden later meegedeeld.Organisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling Zuidrand Antwerpen/ <strong>Natuurpunt</strong> EducatieMeer info: Vandercruyssen Catherine 03-288 81 07 0486-16 06 14cvdx@pandora.beBrussels GewestBrusselPlaats: Gemeenschapscentrum De Markten, Oude Graanmarkt 5 te 1000 Brussel.Theorie: 19u30 dinsdag 21 + 28 septemberPraktijk: De excursies vinden plaats op zaterdag 9 + 16 oktober van 14u00 tot 17u00.Afspraakplaatsen worden meegedeeld tijdens de theorieles.Organisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling Brussel/ <strong>Natuurpunt</strong> Educatie/ vzw UitstralingPermanente VormingMeer info: Seynaeve Adriaan - 0498-74 76 06 adriaan.seynaeve@gmail.comLesgever: Wim VeraghtertProvincie Oost-Vlaanderen‘s HeerenboschTheorie: 2/9 en 9/9 van 19u30 tot 22u30Plaats: Taverne De Groene Wandeling, Kasteelstraat 189, BuggenhoutPraktijk: 11/9 en 25/9 van 9u00 tot 12u00Prijs: 20€/leden en 25€/niet-leden op 001-2567282-59 t.n.v. NP ’s Heerenbosch metmededeling “cursus paddenstoelen”Inschrijven: Geert Van Damme, 0474/93 84 81, geert.vandamme@meerskant.orgLesgever: Hans VermeulenProvincie West-VlaanderenInZichtTheorie: 3/9 en 10/9 van 19u30 tot 22u30Plaats: Jeugdverblijf Merkenveld, Merkenveldweg 15, ZedelgemPraktijk: 11/9 en 25/9 van 14u00 tot 17u00Prijs: 25€/leden en 30€/niet-leden op 001-2773465-20 t.n.v. NP InZicht metmededeling “cursus paddenstoelen”Inschrijven: Kris Lesage, 0486/25 25 30, tuinen.kris.lesage@telenet.beLesgever: Hans VermeulenProvincie LimburgHechtel-EkselTheorie: 27/9 en 4/10 van 19u30 tot 22u30Plaats: De Schans, Rode Kruisplein 10, Hechtel-EkselPraktijk: 10/10 en 17/10 van 9u30 tot 12u30Prijs: 20€/leden en 25€/niet-ledenInschrijven: Krista Bovens, 011/73 12 79, natuurpunt.hechtel-eksel@skynet.beLesgever: Wim VeraghtertLanakenTheorie: 30/9 en 7/10 van 19u30 tot 22u30Plaats: Cultureel Centrum, Aan de Engelse Hof 10, LanakenPraktijk: 9/10 en 16/10 van 9u00 tot 12u00Prijs: 10€/leden en 15€/niet-ledenInschrijven: Bart Hoelbeek, 0472/48 81 72, natuurpuntlanaken@hotmail.com56


Lesgever: Wim VeraghtertBeringen i.s.m. VBC De WatersnipTheorie: 30/9 en 7/10 van 19u30 tot 22u30Plaats: VBC De Watersnip, Grauwe Steenstraat 7/2, Koersel (Beringen)Praktijk: 9/10 en 23/10 van 9u00 tot 12u00Prijs: 20€/leden en 28€/niet-ledenInschrijven: Jan Kenens, 011/45 01 91, watersnip.anb@vlaanderen.beLesgever: Hans VermeulenPaddenstoelen voor GevorderdenProvincie AntwerpenWilrijkPlaats: Lokaal De IJsvogel, Fort VII, Legerstraat 40 te Wilrijk.Theorie: 2/9 van 20u00 tot 23u00Praktijk: De excursies vinden plaats op 18 + 25 september en 2 + 9 + 16 + 23 oktober,telkens van 9u00 tot 12u00. Gebieden worden later meegedeeld.Organisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling Zuidrand Antwerpen/ <strong>Natuurpunt</strong> EducatieMeer info: Vandercruyssen Catherine 03-288 81 07 0486-16 06 14 cvdx@pandora.beInschrijving voor <strong>Natuurpunt</strong>leden door storting van € 32op rekening 979-9767547-40van <strong>Natuurpunt</strong> Zuidrand Antwerpen met als mededeling “paddenstoelen -gevorderden” + uw naam en telefoonnummer/e-mail adres. Niet-leden betalen € 56 enzijn dan automatisch lid.Provincie Oost-VlaanderenBoven-ScheldePraktijk: 11/9, 25/9, 6/11 en 13/11 van 13u30 tot 16u30Plaats: locaties worden meegedeeld bij inschrijvingPrijs: 17€/leden en 22€/niet-ledenInschrijven: Lieve Van Acker, 09/232 23 70, lievevanacker@hotmail.comLesgever: Wim VeraghtertProvincie Vlaams-BrabantPaddenstoelenwerkgroep ZemstPraktijk: 15/9, 22/9, 29/9, 6/10, 13/10, 20/10, 27/10, 10/11 en 17/11van 14u00 tot 17u00Plaats: kerk van WeerdePrijs: gratisInschrijven: Jeanne Peeters, 015/61 20 86, jeanne.peeters@skynet.beLesgever: Hans VermeulenWeetjes en Verhalen over PaddenstoelenProvincie AntwerpenVoorkempenTheorie: 14/10 en 21/10 van 19u30 tot 22u30Praktijk: 23/10 en 30/10 van 14u00 tot 17u00Inschrijven: Frank Reusens, 03/384 01 83, frankreusens@yahoo.co.ukLesgever: Wim Veraghtert57


KasterleeTheorie: 11/10 en 18/10 van 19u30 tot 22u30Plaats: De Pastorij, Pastorijstraat 10, KasterleePraktijk: 23/10 en 30/10 van 9u00 tot 12u00Prijs: 16€/leden en 24€/niet-ledenInschrijven: Dirk Potters, 0485/41 54 29, dirk.potters@telenet.beLesgever: Wim VeraghtertProvincie LimburgWerkgroep Ecologie Tessenderlo vzwTheorie: 28/9 en 5/10 van 19u30 tot 22u30Plaats: Bosmuseum Gerhagen, Zavelberg 10, Schoot (Tessenderlo)Praktijk: 9/10 en 23/10 van 14u00 tot 17u00Prijs: 15€/leden WET en NP en 20€/niet-ledenInschrijven: Werkgroep Ecologie Tessenderlo, 013/67 38 44, info@wet.gerhagen.beLesgever: Hans VermeulenPaddenstoelwandelingen voor kinderenZondag 19 september Natuurspeurdertjes - Kabouters en paddenstoelenAfspraak: 14u00 Grauwe Steenstraat 7/2, 3582 KoerselOrganisatie: Vl. Bezoekerscentrum De WatersnipMeer info: Vl. Bezoekerscentrum De Watersnip - 011-45 01 91watersnip.anb@vlaanderen.beZondag 17 oktober Herfsttocht met aparte kinderwandeling en excursiepaddenstoelenAfpsraak: 14u00 Kamertstraat , 3940 HechtelOrganisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling Hechtel-EkselMeer info: Bovens Krista 011-73 12 79 natuurpunt.hechtel-eksel@skynet.bePaddenstoelwandelingen onder begeleiding van een kennerDit najaar worden her en der weer talloze paddenstoelwandelingen georganiseerd.Woensdag 1 september Provinciaal domein ArdooieHet provinciedomein met zijn oude bomen is een schatkamer aan kleurrijkepaddenstoelen. Afspraak parking van het domein via Brugsesteenweg.Afspraak: 13u30 Aardbeienstraat, 8850 ArdooieOrganisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling KortrijkMeer info: Chrtistine Hanssens 056-21 23 13Zondag 3 oktober paddenstoelwandeling KoerselAfspraak: 14u00 Grauwe Steenstraat 7/2, 3582 KoerselMeer info: Vlaams Bezoekerscentrum De Watersnip011-45 01 91 watersnip.anb@vlaanderen.beZondag 3 oktober – Op zoek naar prioritaire paddenstoelen in het VierselsgebroektAfspraak: 14u00 kerk VierselMeer info: Roosmarijn Steeman Roosmarijn.steeman@natuurpunt.be0485 68 88 48Zondag 3 oktober Paddenstoelwandeling HuizingenPaddenstoelenwandeling Over buisjes, plaatjes en doempers. Paddenstoelen sprekentot de verbeelding : ze verschijnen snel en verdwijnen even vlug. Wat is hun rol in het58


os en hun band met kabouters en reuzen.Afspraak: 14u30 H. Torleylaan 100, 1654 Huizingen<strong>Natuurpunt</strong>-afdeling BeerselMeef info: Onnockx Piet 02-380 17 52 Piet.onnockx@telenet.beZondag 3 oktober Hegte Heyde, St.-Antonius-ZoerselAfspraak: 9u30 op de parking achteraan de Oude Liersebaan (nierdialyse).Gids: Wim Veraghtert 0496/97.87.79Zondag 3 oktober Paddenstoelenwandeling in het Landschap De LieremanO.l.v. Marianne en Paul maken we kennis maken met de wondere wereld van depaddenstoelen. Je hoeft zeker geen specialist te zijn om van deze tocht te genieten.Afspraak: 9u00 Schuurhovenberg 43, 2360 Oud-TurnhoutVertrek aan de ingang van het bezoekerscentrum Landschap De Liereman.Zondag 6 oktober Paddenstoelen in provinciedomein De Palingbeek te ZillebekeIn loof- en naaldbos is de variatie en ook het grote aantal soorten aan paddenstoelenzeer uitgebreid.Afspraak: 13u30 Begijnenbosstraat, 8902 Zillebeke, grote parkin van hetPalingbeekdomeinOrganisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling KortrijkMeer info: Hanssens Christine - 056-21 23 13Dinsdag 8 oktober Paddenstoeleninventarisatie van het Goorbos en omgevingPaddenstoeleninventarisatie van het Goorbos en omgeving : voor ieder die zijn kennisover paddenstoelen wil bijschaven. Voorkennis is vereist!Afspraak: Mechelsebaan 218, 2570 DuffelDe inventarisatie start aan 't Mosterdpotje, Mechelsebaan 218, Duffel.Parkeermogelijkheid op PVT. Zelfde afspraakplaats om 13u00 voor diegenen die in denamiddag aansluiten.Meer info en inschrijving bij Van Driessche Lutgarde - 015-32 01 66 - 0485-55 97 13lutgarde.van.driessche@telenet.beDeze inventarisatie wordt ingericht door <strong>Natuurpunt</strong> Oude Spoorweg in samenwerkingmet <strong>Natuurpunt</strong> Educatie. Gids is Wim Veraghtert, educatief medewerker van<strong>Natuurpunt</strong> EducatieZondag 10 oktober Paddenstoelwandeling HechtelAfspraak: 14u00 Resterheide Parking Begijnenvijvers - Begijnenstraat HechtelOrganisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling Hechtel-EkselMeer info: Bovens Krista - Contactpersoon011-73 12 79 natuurpunt.hechtel-eksel@skynet.beZondag 10 oktober Paddenstoelenwandeling in BeisbroekIn Beisbroek treffen we een rijke variatie aan zwammen, vooral op het heideterrein kunje de vliegenzwammen of eekhoorntjesbrood niet missen. Maar ook tref je er debijzonder grote echte tonderzwammen aan die overleven op de afgestorven bomen.Dood hout laten liggen is trouwens een belangrijke vereiste om zwammen te latenontwikkelen. Op deze excursie leer je veel over de levenswijze van zwammen. Zespelen namelijk een belangrijke rol bij de afbraak van afgestorven organismen enleveren op deze wijze voedingsstoffen voor de planten.Afspraak: 14u00 parking Diksmuidse Heerweg , 8200 BruggeOrganisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling BruggeMeer info: Jans Wim - 0498-29 61 26 jans-pillen@village.uunet.beZondag 10 oktober Paddenstoelwandeling Hellebos KampenhoutAfspraak om 10u00 aan de slipschoolgids: Roosmarijn Steeman59


meer info: Katrien Devlieger<strong>Natuurpunt</strong> afdeling Kampenhoutkatrien.devlieger@skynet.beZondag 10 oktober Paddenstoelwandeling Kluysbos GalmaardenAfspraak om 14u00 aan de St.-Pauluskapel te Galmaardengids: Roosmarijn Steemanmeer info: André Prové andreprove@hotmail.comVzw De MarkZondag 10 oktober Paddenstoelenwandeling De Inslag – Maria-ter-HeideHet domein De Inslag is 147ha groot en ligt in het noordelijk deel van de gemeenteBrasschaat. Er groeit veel Grove den en Lork en er staan dus veel paddenstoelen.Afspraak: 13.30 u aan de Bist te Wilrijk (kostendelend vervoer) en eindigen om 17 u terplaatse. Wie rechtstreeks naar daar wil gaan wordt om 14.00 u verwacht in deKerkedreef, voor de ingang van het domein ‘De Mik’.Mee te brengen: loep, fototoestel, paddenstoelengids, stevig schoeisel.Leiding en gids: Lucy de Nave 03/237 99 52 - 0485/71 73 48(GSM-nummer is enkel op de dag zelf bereikbaar).Zondag 17 oktober Paddenstoelen in Provinciedomein Baliekouter te WakkenIn dit relatief jonge gebied met diverse aanplantingen vinden we een groot aantalkleurrijke paddenstoelen. Oktober is paddenstoelenmaand. We genieten van vorm- enkleurenrijkdom van deze nuttige organismen uit onze natuur.Afspraak: 14u00 Ommegangstraat , 8720 Wakken, parking van het domeinOrganisatie: Paddenstoelenwerkgroep ZW-Vlaanderen MycologiaMeer info: Vandendriessche Frank - 056-22 71 39 - vandendriessche.frank@skynet.beZondag 17 oktober Paddenstoelenwandeling in de Gulke Putten (Wingene)Afspraak: 9u30 aan de Parking OC Wingene (Rode Kruis), Boskapeldreef 6, St.-Pietersveld, Wingene.Meer info: <strong>Natuurpunt</strong> Kern Gulke Putten, Lindeveld 4, 8730 Beernem (tel: 050 / 78 9463 )christine.verscheure@scarlet.beZondag 24 oktober Paddenstoelen in vele vormen en kleurenDe diversiteit aan biotoopjes in dit jonge bos is een garantie voor een groteverscheidenheid aan kleurrijke paddenstoelen.Afspraak: 9u30 Doorniksesteenweg , 8500 Kortrijk, aan de ingang van het bos in deKennedylaan.Organisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling KortrijkMeer info: De Prest Trees 056-20 05 10 natuurpuntkortrijk@telenet.beVandendriessche Frank – Gids 056-22 71 39 vandendriessche.frank@skynet.beZondag 24 oktober Wasplaten d'HeyePaddenstoelen zijn goede indicatoren voor het natuurbeheer. In het natuurgebiedd'Heye vinden we verschillende soorten Wasplaten, een ecologisch hooggewaardeerde groepAfspraak: 10u00 Danckaertstraat , 8450 Bredene VWM d'HeyeOrganisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling MiddenkustMeer info: Vanhoecke Dirk 059-32 29 29Woensdag 3 november Paddenstoelen in het bos Den Doel te ZonnebekeTot diep in de herfst is het provinciedomein bekend om zijn gevarieerdepaddenstoelenflora. Het hoge aantal soorten vindt men zelfs nog in de winter.Afspraak: 13u15 Albertstraat , 8980 Zonnebeke, aan de afrit A19 Besqelare60


- Bellewaarde of 13u30 parking domeinOrganisatie: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling KortrijkMeer info: Vandendriessche Frank – 056-22 71 39Woensdag 1 december: Zwammen in de GodtschalkbossenIn de Godtschalkbossen leven de oude bomen noodgedwongen samen met een groteverscheidenheid aan paddenstoelen. Russula's, Melkzwammen en vele andere zijn erte bewonderen.Afspraak: 13u15 Albrecht Rodenbachplein , 8980 Beselare, afrit A19 Beselare-BellewaardeAfspraak: <strong>Natuurpunt</strong>-afdeling KortrijkContact: Hanssens Christine - 056-21 23 13PaddenstoelhappeningZondag 24 oktober Paddenstoelenhappening <strong>Natuurpunt</strong> KeerbergenVanaf 13u30 in Zaal Berk en Brem: tentoonstelling over paddenstoelenOm 14u00 starten 5 gidsen met een begeleide wandeling door de Broekelei.Na terugkomst in de zaal rond 16u30 worden alle wandelaars op gratispaddenstoelensoep getrakteerd. Deze happening is gratis voor leden van <strong>Natuurpunt</strong>en kost 1 euro voor niet-leden.Afspraak: Zaal Berk en Brem, Sint Michielsstraat 20, 3140 KeerbergenMeer info: www.natuurpuntkeerbergen.beVoorzitter: Guido Baert, 016 – 53 31 12, guidobaert@telenet.beOrganisator: Hugo Sweerts, 016 – 60 27 78, hugo.sweerts@skynet.beZwammenwerkgroep Zuid-West-BrabantElke woensdag- en zondagvoormiddag trekt depaddenstoelenwerkgroep Zuidwestbrabant er op uit om inde Zennevallei en het Pajottenland, de paddenstoelenonder de loep te nemen. De periode begint op woensdag 1september en eindigt op zondag 7 november. Deuitstappen beginnen steeds om 9 uur en eindigenomstreeks de middagklok. Vast vertrekpunt is de parkingvan de St Gurikkerk Dworp Alsemberg-esteenweg, tenzijanders vermeld. Veranderingen in het wandelschema aijnsteeds mogelijk afhankelijk van de weersgestelheid.Meer info: Piet Onnock - 02/380 17 52 - piet.onnockx@telenet.beOrganisatie: <strong>Natuurpunt</strong> Afdeling BeerselWoensdag 8 september Kleetbos Afspraakplaats: LaborelecZondag 12 september Hallerbos Afspraakplaats: parking ’t KriekskeWoensdag 15 september Weikes (reservaat <strong>Natuurpunt</strong>)Zondag 19 september Hanenbos Afspraakplaats: Parking HanenbosWoensdag 22 september Zevenbronnen Afspraakplaats: Zevenbronnen61


Zondag 26 september Hof ter Plutsingen, PepingenAfspraakplaats: Parking Provinciaal domein HuizingenWoensdag 29 september RilroheideAfspraakplaats: Parking voetbal DworpZondag 3 oktober Lombergbos, LeerbeekAfspraakpaats: Parking Prov. domein HuizingenWoensdag 6 oktober Acht dreven, HallerbosAfspraakplaats: Acht dreven, HallerbosZondag 10 oktoberBegijnenbosWoensdag 13 oktober Maasdalbos Afspraakplaats: MaasdalZaterdag 16 en Zondag 17 oktober weekend Gaume(meer info: Pierre.Kestemont@belgacom.net)Woensdag 20 oktober Gaasbeek Afspraakplaats: Parking domein GaasbeekZondag 24 oktoberZevenbronnen Afspraak: 9u15 ZevenbronnenWoensdag 27 oktober Kanaaloevers en kasteelpark LembeekAfspraakplaats: Kerk LembeekZondag 31 oktober Kesterheide, KesterAfspraakplaats: Parking prov. domein HuizingenWoensdag 3 november GasthuisbosAfspraakplaats: Watertoren AlsembergNieuw: Paddenstoelenwerkgroep BruggeReeds jarenlang wordt door enkele mensen in de Brugse bosrijke omgevingactief naar paddenstoelen gekeken. Onder impuls van Yan Verschueren, dieprachtige foto's maakt, gaat dit najaar de Brugse paddenstoelenwerkgroep vanstart. Charlotte Pieters (studeerde in 2003 af aan de universiteit van Gent, methaar licentiaatsverhandeling over de "Strophariaceae in Vlaanderen") neemt decoördinatie op zich. Op de startvergadering werd gekozen om opzondagochtend te gaan wandelen en de kalender werd vastgelegd. Iedereen iswelkom. Wil je op de hoogte blijven van de activiteiten van de werkgroep, stuurdan een mail naar de kersverse coördinator Charlotte Pieters:mycolotje@yahoo.comDe eerste excursie van de werkgroep op 22 augustus in Bulskampveld was eenoverweldigend succes met 31 deelnemers en heel veel paddenstoelen.Planning:26 september Ryckevelde 9u00 ingang Schobbejakshoogte24 oktober Vloethemveld 9u00 parking14 november Damme 9u00 parking Zuid12 december Zwin 9u00 aan bezoekerscentrum62

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!