TRAMPOLINE - GymFed

TRAMPOLINE - GymFed TRAMPOLINE - GymFed

13.07.2015 Views

TRAMPOLINEPhilippe LamsZondag 18 oktober 2009K 1Didactische opstelling MT© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009

<strong>TRAMPOLINE</strong>Philippe LamsZondag 18 oktober 2009K 1Didactische opstelling MT© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009


KaderweekendGymnastiek<strong>TRAMPOLINE</strong>Philippe LamsIntro:Tijdens deze sessie zullen we enkele mogelijkheden bekijken die bijdragen tot het sneller aanleren vannieuwe sprongen. De opgesomde stellingen zijn zeker niet de enige mogelijkheden en tevens ook maareen mogelijkheid die ik u meegeef. Haal eruit wat voor u en uw gymnasten interessant is en/of pas aannaar jullie situatie.Overzicht:Tijdens deze sessie zullen we de volgende items overlopen:1) Waarom stellingen gebruiken?2) Soorten stellingen.3) Plaatsing minitrampoline bij een stelling zonder aanloop.4) Welke sprongen wel aanleren op de hoge stelling en hoe?5) Welke sprongen beter niet aanleren op de hoge stelling?6) Wanneer overschakelen van hoge naar lage stelling?7) Wanneer gebruiken we de stelling met aanloop?8) Wanneer wordt de schuine stelling gebruikt?9) Kleine aanpassingen/opstellingen,10) Ter info: eerst complex en vermoeiend, nadien simpelere sprongen,11) Moment van vraag en antwoord.☺Tekeningen samengesteld uit Jimi’s gymroom: www.jimigym.be© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009


KaderweekendGymnastiek<strong>TRAMPOLINE</strong>Philippe Lams1) Waarom stellingen gebruiken?Als je aan je gymnasten salto zou willen aanleren zonder dat je van stellingen gebruik maakt, dan zal jedat op het einde van de training geweten hebben. Je krijgt je armen niet meer omhoog, of een aantalgymnasten durfde niet te springen, …Door met een stelling te werken krijg je de mogelijkheid om de sprong in kleinere stappen aan te leren.Voor sommigen is de stelling op zich wel weer even iets om schrik van te hebben, maar dat is meestalmaar totdat ze inzien dat het juist veiliger is.Er zijn ook minder zaken waar de gymnasten aan moeten denken tijdens de sprong.Bv.: durven uitsteken bij salto voorwaarts ze moeten niet op de landing letten wanneer dit op de hogestelling wordt ingeoefend.Bij het gebruik van een hoge stelling zonder aanloop heb je nog een hele hoop voordelen:- Aanloop valt weg minder vermoeiend, beweging zelf gebeurt minder snel => meer kunnen bijsturen doordat zebeter gefocust zijn.- Tijdsduur per sprong is korter meer springen op een zelfde tijd waardoor de beweging dus snelleringeslepen zal geraken.- Grondoppervlakte is kleiner je kan meerdere opstellingen maken (als je genoeg materiaal en tijdhebt)- Doordat ze minder voorwaartse snelheid hebben, trainen ze automatisch meer op het ‘snel kunnendraaien’ van de salto (niet het snel inzetten van de draaiing !)- Door de hoogte van de stelling trainen ze de snelheid van de beweging zelf ook, bv.: hurksprong totbovenop de stelling, dus al terug uitgestoken zijn alvorens op de stelling te landen.- Problemen zoals:oooMijn aanloop komt niet uit … => vervalt,De timing van armen met benen => heeft minder grote invloed,Schrik om van hoog op de mat te vallen => ze komen maar netboven de matten op de hoge stelling,- Nadat je bij een eerste reeks sprongen hebt naast gestaan of bijgestaan (enhun (zelf-) vertrouwen te hebben gewonnen), kunnen de gymnasten dit zelfstandig trainen en heb jeals trainer de mogelijkheid om te analyseren en bemerking te geven i.p.v. heel de tijd te moetenbijstaan en minder te kunnen oppikken van wat er fout is doordat je zo dichtbij staat.© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009


KaderweekendGymnastiek<strong>TRAMPOLINE</strong>Philippe Lams- Je kan eenvoudig de oefening aanpassen verzwaren,door ze bv nog eens over een klein mousse voorwerp telaten springen of rollen.- Bij het afspringen van de hoge stelling kan je ze op eenander deel van de sprong laten trainen, bv.: gewoon streksprong af en landen, basissprongen af enlanden, dezelfde sprong als op de stelling maar dan nu eraf, waardoor enkel op de landing wordtgefocust, …2) Soorten stelling:- Stelling met aanloop- Stelling zonder aanloop- Hoge stelling en/of lage stelling- Schuine stelling3) Plaatsing minitrampoline bij een stelling zonder aanloop:Een verkeerd opgestelde minitrampoline zal er voor zorgen dat de gymnasten sneller geneigd zijn om eenholle rug te trekken wanneer ze in de minitrampoline komen.De gouden regel hierin is dat de minitrampoline altijd lager moet staan aan de kant waar je vandaan komt(voor voorwaartse sprongen).Hoeveel lager dat deze moet staan is afhankelijk van de voorwaartse snelheid die de gymnasten hebben:hoe groter hun snelheid hoe lager de voorkant mag staan (of dus hoe schuiner deze mag opgesteldworden).In ons geval hebben de gymnasten bijna geen voorwaartse snelheid, dus mag hij ook niet te schuin staanvermits ze dan niet op de stelling zullen geraken.© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009


KaderweekendGymnastiek<strong>TRAMPOLINE</strong>Philippe LamsZet je hem plat of schuin naar de kant waar ze naartoe springen, dan zullen de gymnasten dus vaker eenholle rug aannemen, wat te allen tijde vermeden dient te worden.GOEDFOUT4) Welke sprongen wel aanleren op een hoge stelling en hoe?* Streksprong, hurksprong, open karper (spreidhoeksprong, …), en halve draai kan je perfect op de hogestelling oefenen, al zullen sommigen met open karper al wat last hebben.* Salto aanleren kan je volgens de 2 verschillende werkwijze oefenen:A) Beginnen met gestrekte salto aan te leren:- Hiervoor leren we ze tot handstand te springen (zonder een holle rug aan te nemen!) en vervolgens over tevallen tot plat op de rug (recht rug!), armen blijven voorlopig boven.- Eenmaal ze dit onder controle hebben is de volgende stap om juist hetzelfde te doen maar iets hogerzodanig dat ze mat juist wel/niet raken als ze handstand passeren.- Vervolgens vraag je ze om hun armen naar beneden te brengen op het moment dat ze normaal gezien hunhanden zouden plaatsen in handstand (vertikaal dus).- Dit tijdstip laat je nadien vervroegen maar er wel op letten dat ze nog altijd eerst stijgen met hun armen(vervroegen is altijd gemakkelijker dan verlaten)- Volgende stap is dan naar de lage stelling en tot op de voeten doordraaien (nadat je ze op hun landinghebt laten oefen bij het afspringen van de stelling).- De tussenstap om de stelling nu schuin te plaatsen waardoor ze iets meer saltorotatie maken heeft eerdereen negatief dan positief gevolg: om dat beetje meer te draaien dienen ze hun snelheid van rotatie bijnaniet aan te passen en zullen ze denken dat het voor de volledige salto ook niet nodig is, hetgeen uiteraardniet waar is.© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009


KaderweekendGymnastiek<strong>TRAMPOLINE</strong>Philippe LamsB) Beginnen met gehurkte salto aan te leren (stelling eventueel schuin plaatsen):- Als ze erop geraken door eerst de handen en vervolgens de voeten tussen de handen te plaatsen, danplaats je een (schuin) mousse blokje op de stelling waarop ze hun handen dienen te plaatsen en door terollen. Dit om te voorkomen dat ze te snel aan hun rotatie zullen beginnen.- Volgende stap is om het blokje te draaien of verhogen en ze hun handen over dit blokje te laten zetten endoor te rollen. Hierdoor dienen ze de hoogte die ze ervoor nodig hadden te behouden. Om dit te kunnenmoeten ze op hun onderrug/bekken trekken om over het blokje te kunnen rollen.Let er wel op dat ze hun rol afmaken! Als je dat niet zegt dan zullen ze meestal van op hun rug eenhalve draai doen en rechtstaan. Maar voor het inslijpen van de beweging is dit niet goed, aangeziende salto die ze later zullen moeten draaien geen halve draai heeft halverwege de salto. Als zedaarentegen telkens hun rolletje afwerken totdat ze recht zijn gekomen, dan is dat al eenautomatisme zonder dat ze er echt op ‘getraind’ hebben.- Vervolgens vraag je weer om hetzelfde te doen, maar hoger en zonder hun handen te zetten. Nu zullen zevaak niet in staat zijn om door te rollen tot stand omdat ze op de mat ploffen, maar hamer er wel op datze de voorwaartse beweging verder zetten en niet afdraaien. Of je het blokje op de mat laat staan moetje zelf inschatten in functie van je gymnast, maar het beste is uiteraard om het te laten staan.- Eenmaal ze de saltobeweging aandurven en je ze ondertussen op hun landing hebt laten oefenen (bij hetafspringen van de stelling), dan zijn ze klaar om naar de lage stelling over te schakelen. Je kan hier voorjezelf echter de keuze maken of je eerst op de hoge stelling verder traint om het uitsteekmoment teoefenen of je dit nadien doet, eenmaal ze de volledige salto hebben ervaren. Dit zal vooral bepaaldworden door het beoogde doel en mogelijkheden van de gymnasten en trainers.* Barani gestrekt of salto gehurkt en uitsteken met een halve draai zou ik enkel in de eerste fase op dehoge stelling oefenen. Of dus landen op de rug en vervolgens een halve draai naar de juiste zijde. Laat zedit vaak genoeg oefenen alvorens verder te gaan, het is ó zo belangrijk dat ze kunnen en durven wachtenom hun draai in te zetten. Ik benadruk het nog eens vervroegen is altijd veel gemakkelijker danverlaten, omdat het gevoel dat ze hebben tijdens de sprong dan niet zoveel veranderd en de sprongeigenlijk uit 2 delen blijft bestaan. Als ze te vroeg beginnen te draaien dan wordt dit in hun hoofdverweven tot 1 beweging en kunnen ze later moeilijk aanpassingen doen aan één van de twee. Ik laat ze raar of zelden salto met halve draai (tot op de buik dus) oefen op de hoge stelling. Redenhiervoor is dat dit een te groot risico is om slecht neer te komen, het minste dat ze niet mooihorizontaal op de mat komen krijgen ze een slechte belasting in hun rug!Als ze vlot tot op de rug draaien en dan de juiste richting draaien, dan schakel ik over op de lagestelling. Eerst laat je ze salto springen tot op de voeten natuurlijk, vervolgens vraag je ze om ophetzelfde moment hun halve draai in te zetten als op de hoge stelling. Refereer hierbij ook naar hunhouding in de ruimte op dat moment: horizontaal dus.© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009


KaderweekendGymnastiek<strong>TRAMPOLINE</strong>Philippe LamsAls trainer moet je er dan voor zorgen dat je zeker hun landing hebt. Wanneer ze geen volledige halvedraai hebben gedaan, dan zit het risico erin dat ze hun voeten omslaan bij de landing. Maar als je er opwijst dat ze na hun halve draai naar de minitrampoline moeten kijken dan zullen ze meestal vollediggedraaid zijn.Waarom naar de trampoline kijken en niet de plint? Omdat ze waarschijnlijk anders te snel zullenwillen rechtkomen en hun draaiing vroegtijdig onderbreken. Tevens zit de kans erin dat ze met eenholle rug zullen landen. Ook nu weer: maak de tussenstappen niet te groot. De volgende stap isinderdaad meer rechtop komen, maar dan met heel de romp en niet enkel het hoofd.Als je veel kleine tussenstapjes maakt, dan zullen ze vaak tijdens 1 training verschillendetussenstappen kunnen oefenen en hebben ze meer het gevoel dat ze goed bezig zijn, waardoor zegeprikkeld zijn om de volgende tussenstap ook zo snel mogelijk onder de knie te hebben.5) Welke sprongen beter niet aanleren op de hoge stelling?* Gesloten karper (hoeksprong) vraag je beter niet, omdat de kans groot is dat ze teveel in hun rug gaantrekken bij het inzetten, omdat ze niet met hun tenen achter de mat willen blijven hangen.* Hele draai laat je ze ook beter niet oefenen vermits ze zo’n schrik zullen hebben om terug in detrampoline te komen dat ze hun schouder meer naar achter zullen houden om het in het oog te kunnenhouden en ze hierdoor dan vaak inderdaad terug in de trampoline komen. Hierdoor krijgen ze het gevoeldat je niet te vertrouwen bent want je laat hen gevaarlijke dingen doen …* Ook volledige schroef laat ik om veiligheidsredenen niet oefenen op de hoge stelling: te riskant voor eenverkeerde belasting op de rug. Hiervoor hanteren we het principe van telkens iets verder en sneller tedraaien (niet vroeger!)6) Wanneer overschakelen van hoge naar lage stelling?Vaak wordt er gedacht dat de stelling stelselmatig moet worden verlaagd, niets is minder waar.Het is juist de bedoeling dat ze de beweging die ze gewoon zijn geworden op de hoge stelling nietveranderen. Dus op dezelfde manier de beweging inzetten op de lage en dus eigenlijk alleen het laatstedeel van de sprong komt erbij en de landing dan uiteraard.Een heel belangrijke factor hierbij is het vertrouwen dat ze in u als trainer hebben …Het zal dus alleen vlot werken als je hun vertrouwen hebt. Enkel dan zullen ze ookeffectief hetzelfde ‘durven’ doen als op de hoge stelling.Het is dus de bedoeling dat je de stelling omlaag brengt zodra de gymnasten zelf voldoende vertouwenhebben in de beweging, of dus de sprong met hun ogen dicht kunnen op de hoge stelling (bij wijze vanspreken! ). Logischer wijs sta je ook nu weer eerst even naast voor het geval ze toch zouden tilt slaan eninhouden.© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009


KaderweekendGymnastiek<strong>TRAMPOLINE</strong>Philippe Lams7) Wanneer gebruiken we de stelling met aanloop?Dit is een tussenstap die gebruikt zou kunnen worden tussen de hoge en de lage stelling. Grootste nadeelvan deze stelling: een hele hoop factoren komen nu weer samen en is er dus meer dat juist moet zittenom de sprong correct te kunnen uitvoeren (aanloop, insprong, snelheid, armbeweging, … ). Ook nu weerspreekt het voor zich dat je terug naast/op de mat staat, alvast bij de eerste sprongen. Hoe lang je ditdoet, hangt van je individuele gymnast.Zelf gebruiken we deze stelling bijna niet.8) Wanneer wordt de schuine stelling gebruikt?In de aanleerfase van salto voorwaarts: om de voorwaartse rotatie te laten aanvoelen, nadat ze hebbengestegen. Ook nu kan zo’n extra mousse blokje wonderen doen om ervoor te zorgen dat ze eerst omhoogspringen om vervolgens hun zitvlak te heffen(Bij het aanleren van dubbele salto kan dit ook als eerste tussenstap gebruikt worden, maar het is veiligom met een valkuil of maxitrampoline/DMT met longe te gebruiken.)Ook voor het aanleren van Barani-salto kan dit gebruikt worden (wel hoog genoeg plaatsen dan). Er moetwel op worden toegezien dat de barani volledig afgewertk is, alvorens de salto (rol) rugwaarts wordtingezet.9) Kleine aanpassingen/opstellingen:Het is niet altijd groter is beter … soms zijn het maar kleine zaken die kunnen bijdragen tot hetleerproces.Wanneer een gymnast het moeilijk heeft met eenhalvedraai, dan kan je eenvoudig een kegel of krijtlijnplaatsen naar waar zijn tenen moeten wijzen bij delanding, of waar hij naar toe moet kijken. Ditverplaats je dan naarmate het lukt. Ook nu weer isdeopdracht om de veranderingen zo klein mogelijk(niet teabsurd) te maken.Om er voor te zorgen dat de gymnasten meer controle krijgen over hun doen en laten tijdens hun sprong,kan je (bij wijze van afwisseling, ontspannen moment tijdens de training) hen eens vragen bewust dingenverkeerd te doen. Bv.: loop eens veel te snel aan, spring eens van te dichtbij in de minitrampoline, …Uiteraard gevolgd door een correcte uitvoering.Je moet je er natuurlijk ook van bewust zijn dat dit mogelijks gevaarlijkere situaties tot gevolg kanhebben, dus moet je er ook wel staan voor het geval dat zo zou zijn.Om meer controle over de positie van de landing te krijgen, kan je ook vragen om eens op één bepaaldeplek te landen, en dan liefst ergens waar ze normaal gezien niet zouden mogen landen.Je gymnasten uitdagen blijft een leuke methode, bv.: zet een klein matje rechtop of gebruik je arm envraag ze om hier over te springen. De eerste keren zullen ze dat nogal nonchalant springen, maar danvraag je ze of ze dat ook zoals turners kunnen. Vervolgens daag je ze uit om erover te springen metgestrekte benen. Als ze dit kunnen, dan breng je jouw arm of matje op een zodanige hoogte dat ze zich nuvolledig zullen moeten intrekken, of dus een goed hurksprong springen, als ze erover willen geraken (± zohoog dan hun knieën kwamen toen ze er met gestrekte benen konden over springen).© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009


KaderweekendGymnastiek<strong>TRAMPOLINE</strong>Philippe Lams10) Ter info: eerst complex en vermoeiend:Wanneer je gymnasten met nieuwe sprongen bezig zijn die voor hen wel wat aandacht en coördinatievragen, dan train je die best eerst (nadat ze zijn ingesprongen). Simpelweg omdat ze nog frisser zullenzijn in het begin van de training.Maar al te vaak zie je dat eerst alle sprongen wordt getraind die ze al kunnen maar nog dienenafgewerkt/bijgestuurd te worden. Tegen het einde van de training (als soort van beloning voor het goedtrainen) wordt er op het vermoeiendste of meest complexe geoefend, wat dan nog maar weinig effectheeft op het leerproces. Beloon ze dan door de volgende training met die moeilijkere/complexeresprongen te beginnen, en als ze nadien de simpelere sprongen ook nog goed trainen kunnen ze devolgende training weer met de moeilijke beginnen …11) Moment van vraag en antwoord:Laat u maar gaan …© 2009 www.Gymfed.be 17-18.10.2009

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!